Zorgen om financiële expertise in nieuwe Raad voor het openbaar bestuur
18 januari 2017, wetsvoorstel - De regering wil het aantal adviesorganen verminderen. Daarom wil zij de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) en de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) samenvoegen. De VVD is bezorgd over de financiële expertise in de nieuwe raad.
De manier waarop minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) de raden wil samenvoegen, betekent in de praktijk dat de Raad voor de financiële verhoudingen wordt opgeheven. D66 en VVD betwijfelen of dat wel zo'n goed plan is.
Wat doen de twee raden eigenlijk? De Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) adviseert over de verdeling van financiën van het Rijk over gemeenten en provincies.
De Raad voor het openbaar bestuur (Rob) adviseert over de inrichting en het functioneren van de overheid.
"De raden doen het toch goed? Waarom zouden we dat veranderen?" Koser Kaya (D66) vindt samenvoeging niet noodzakelijk. Zij vreest zelfs dat het de mogelijkheden om de overheid te controleren vermindert.
Continuïteit
Oosenbrug (PvdA) vindt samenvoeging van de raden juist logisch. Ze hebben nu al een gemeenschappelijk secretariaat en delen al een aantal functies. Haar enige zorg is de continuïteit.
Plasterk verzekert dat de continuïteit van de nieuwe raad wordt gewaarborgd door een geleidelijke overgang. Daarbij worden de werkprogramma's op elkaar afgestemd.
Financiële expertise
Ook de VVD is niet tegen samenvoeging, maar woordvoerder De Caluwé maakt zich wel zorgen over de financiële expertise binnen de nieuwe organisatie. Zijn er wel genoeg financiële experts in de nieuw te vormen raad?
Met een amendement wil de VVD regelen dat twee derde van de leden van de raad deskundig zijn inzake financiële verhoudingen tussen Rijk, provincies en gemeenten. Maar dan zijn er te weinig mensen met een andere expertise, vindt Plasterk. Hij hoopt daarom dat het amendement het niet haalt. Als het wel wordt aangenomen, zal Plasterk het wetsvoorstel waarschijnlijk intrekken.
Over het amendement en eventueel het wetsvoorstel wordt op 24 januari gestemd.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.