Zorg vóór verhuizing naar instelling geregeld

24 maart 2016, wetsvoorstel - Mensen die wachten op een plek in een zorginstelling hebben recht op "overbruggingszorg". Dit en andere zaken worden nader geregeld in een reparatiewetsvoorstel van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid).

Een heikel punt in het wetsvoorstel is de overbruggingszorg. Deze via het zorgkantoor geregelde zorg is bedoeld voor mensen die recht hebben op verblijf in een zorginstelling, maar nog wachten op een geschikte plek. Zij krijgen echter vaak al zorg via een zorgverzekeraar. Hoe voorkomen wij dat mensen in die overbruggingsperiode onnodig moeten wisselen van zorgverlener?, vraagt Van Dijk (PvdA). Volgens de staatssecretaris kan de zorg zo veel mogelijk verleend blijven worden door dezelfde vertrouwde gezichten. Het wetsvoorstel bepaalt ook dat het zorgkantoor "binnen een redelijke afstand" een geschikte instelling moet vinden. Dat is te vaag geformuleerd, vindt Van Weyenberg (D66). Hij vreest een verslechtering van patiëntenrechten als onbedoeld neveneffect.

Kritiek op de duur van de overbruggingszorg

De overbruggingszorgperiode duurt maximaal dertien weken. Dat prikkelt zorgkantoren om snel een goede plek te vinden, stelt Potters (VVD). Keijzer (CDA) wijst erop dat, als iemand na die periode nog niet geplaatst is, de zorg thuis niet duurder mag zijn dan instellingszorg (doelmatigheidseis). Hoe voorkom je dan gedwongen verhuizingen naar instellingen die niet de voorkeur hebben?, vraagt zij. Door die doelmatigheidseis te schrappen, stelt Leijten (SP). Agema (PVV) vreest eveneens "dwangplaatsingen". Mensen binnen dertien weken in hun voorkeursinstelling plaatsen is onmogelijk, zegt zij, want er zijn veel meer wachtenden dan plekken. Daarom wil Agema af van de dertienwekentermijn. CDA en D66 bepleiten de mogelijkheid om die termijn te verlengen.

De Kamer stemt op 29 maart over het wetsvoorstel en de moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.