Wijziging Mediawet besproken
8 oktober 2015, wetsvoorstel - De Kamer debatteert met staatssecretaris Dekker (Cultuur) over zijn plannen voor de publieke omroep.
Naar een toekomstbestendige publieke omroep. Dat is de doelstelling van Dekker met zijn nieuwe Mediawet. Die moet leiden tot "scherpere keuzes, sterkere creatieve competitie en meer gezamenlijkheid in het uitvoeren van de publieke taak". Een "marginale stap" in de goede richting, oordeelt Verhoeven (D66): het schiet niet echt op. Bosma (PVV) vindt de Mediawet achterhaald door technologische veranderingen: steeds minder mensen luisteren naar de radio of kijken tv. Grashoff (GroenLinks) is positief over de grotere sturende rol van de Nationale Publieke Omroep (NPO), bijvoorbeeld via genrecoördinatoren. Maar die mag volgens Segers (ChristenUnie), die hecht aan pluriformiteit, niet leiden tot "eenheidsworst".
Amusement niet langer kerntaak van publieke omroep
De publieke omroep moet zich richten op informatie, cultuur en educatie, zo bepaalt Dekkers wetsvoorstel. Daarmee is amusement geen kerntaak meer, maar het mag nog wel worden gebruikt om een groter publiek voor informatie, cultuur en educatie te bereiken. Amusement als onmisbaar cement, aldus Mohandis (PvdA). Onafhankelijk Kamerlid Klein spreekt van een "cosmetische constructie": amusement blijft gewoon. "Ordinaire kijkcijferprogrammering" is het resultaat, vreest Verhoeven. Arno Rutte (VVD) wil dat bij ieder programma wordt getoetst of het valt onder de kerntaken. Die zouden volgens Grashoff helderder moeten worden gedefinieerd.
Omroepen moeten concurreren en samenwerken met buitenproducenten
De helft van het programmabudget gaat nog steeds naar de omroepen, maar om de andere helft moeten ze concurreren met andere producenten. De NPO moet volgens Rutte actief op zoek gaan naar producenten van buiten. Verhoeven, Bosma en Grashoff vrezen echter dat buitenproducenten in de praktijk geen echte kans krijgen, door bureaucratie en tegenwerking van omroepen. "Een dooie mus" is daarom Kleins kwalificatie van de plannen. Van Dijk (SP), Heerma en Segers hechten aan de afspraak om omroepen als coproducent van buitenproducenten te laten optreden. Omroepen blijven eindverantwoordelijk voor vorm en inhoud, benadrukt Mohandis.
Oneigenlijk concurrentie door publieke omroep?
Het kopen van buitenlandse formats. Het verwerven van sportrechten. Het aanbieden van digitale diensten. Bosma betoogt dat de publieke omroep zich met belastinggeld in het vaarwater van commerciële partijen begeeft. Ook Verhoeven wil oneigenlijke concurrentie voorkomen, onder andere door de hoeveelheid reclame terug te brengen van maximaal 10% naar 8%. De publieke omroep moet aandacht (blijven) besteden aan muziekgenres die commerciële radiozenders laten liggen, zoals jazz, americana en soul, vinden Rutte, Mohandis, Van Dijk, Grashoff en Klein. Dekker is het daarmee eens, maar hij kan niet garanderen dat NPO Radio 6 blijft bestaan.
Discussie over transparantie publieke omroep en rol politiek
Hoeveel inzicht moeten de omroepen geven in hun uitgaven? Rutte wil volledige openheid over de financiën, tot op programmaniveau. Maar daarvoor krijgt hij weinig bijval van andere woordvoerders, omdat zij vrezen dat de politiek zich dan met de inhoud gaat bemoeien. Verhoeven en Heerma zijn wel voor transparantie op genreniveau en zien een rol weggelegd voor het Commissariaat voor de Media. Mohandis en Segers willen de politiek op grotere afstand zetten door NPO-bestuurders niet meer door de minister maar door de raad van toezicht te laten benoemen.
De Kamer stemt 13 oktober over het wetsvoorstel en de ingediende moties.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.