Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie

20 april 2020, wetsvoorstel - Een wetsvoorstel moet ongewenste buitenlandse invloed in Nederlandse telecombedrijven tegengaan. De Kamer debatteert erover met staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat).

De overheid kan ingrijpen als ze vreest dat de openbare orde of de staatsveiligheid in het geding komt wanneer een buitenlandse investeerder "overwegende zeggenschap" in een Nederlands telecombedrijf krijgt. Het gaat onder andere om internet- en telefoonproviders met meer dan 100.000 aansluitingen en domeinbeheerders.

De bevoegdheid om buitenlandse inmenging te verbieden is volgens Keijzer nodig vanwege de huidige geopolitieke verhoudingen. De meeste buitenlandse investeerders zullen uit bedrijfseconomische of commerciële overwegingen een belang proberen te krijgen in de Nederlandse telecomsector, maar het valt niet uit te sluiten dat vijandige landen proberen om vitale delen van de Nederlandse infrastructuur in handen te krijgen.

De woordvoerders onderschrijven de bedoeling van de wet, maar hebben vragen over de uitvoering.

Publiek belang en investeringsklimaat

Tijdens de coronacrisis blijkt maar weer hoe essentieel telecommunicatie en dataverkeer zijn om de samenleving draaiend te houden, zegt Moorlag (PvdA). Bromet (GroenLinks) is blij dat de wet het publieke belang boven het bedrijfsbelang stelt. Wel wijst zij op de kritiek van de Raad van State: het risico van overheidsingrijpen zou het Nederlandse investeringsklimaat kunnen schaden.

Futselaar (SP) vindt het verstandig om de samenleving tegen buitenlandse dreigingen te wapenen, maar het voorstel verdient volgens hem qua juridische opzet "geen schoonheidsprijs", onder andere door "brede en vage definities". Dat kan buitenlandse investeerders argwanend maken, vreest Stoffer (SGP). Levert het geen rechtsonzekerheid voor investeerders op dat de overheid buitenlandse zeggenschap met terugwerkende kracht mag verbieden, vraagt Bruins (ChristenUnie) zich af.

Weverling (VVD) stelt voor om een onpartijdige adviescommissie in te stellen. Dat ziet Keijzer niet zitten. Zo’n commissie moet deskundig zijn en zal in de praktijk dus te veel banden met de sector hebben om onafhankelijk te kunnen zijn. Ze wijst erop dat de overheid ingrijpen moet motiveren en dat bedrijven in beroep kunnen gaan tegen de beslissing.

Vitale bedrijven en sectoren

Volgens Van den Berg (CDA) is het belangrijk dat er na deze wet meer maatregelen volgen om vitale Nederlandse bedrijven te beschermen tegen ongewenste buitenlandse inmenging.

Het is een probleem dat we geen goed beeld hebben van welke bedrijven en sectoren vitaal zijn, vindt Graus (PVV). Hij wil dat de staatssecretaris een lijst opstelt. De vraag wat vitaal is, is een doorlopende discussie, zegt Keijzer, en welke bedrijven en sectoren daaronder vallen verschilt per situatie.

De Kamer stemt op 22 april over het wetsvoorstel en de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook: