Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018

15 november 2018, wetsvoorstel - Met een aanpassing van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz 2018) wil minister Bruins (Medische Zorg) de positie van cliëntenraden versterken en meer maatwerk mogelijk maken.

Na de eerste termijn van het debat op 12 september heeft Bruins de Kamer een brief gestuurd over de mogelijke rol van de Ondernemingskamer en het toezicht door de inspectie. In de tweede termijn gaat het debat ook over administratieve lasten en over de vraag of zorginstellingen per locatie een cliëntenraad moeten instellen.

Administratieve lasten

Bruins' wetsvoorstel regelt dat patiënten en cliënten directe inspraak krijgen. Maar leidt dat niet tot hoge administratieve lasten voor kleine zorgaanbieders? Slootweg (CDA) noemt als voorbeeld een huisarts met een assistent. Daarom moet er een uitzondering komen voor instellingen met minder dan 25 zorgverleners in de eerste lijn, vindt Stoffer (SGP). De Vries (VVD) steunt dit, hoewel zij de grens liever hoger zou leggen.

Ook bij kleine zorgaanbieders is directe inspraak belangrijk, vinden Bergkamp (D66) en Dik (ChristenUnie). De manier waarop kan volgens hen echter vormvrij zijn, wat onnodige administratieve lasten voorkomt. Een huisarts of tandarts kan patiënten simpelweg vragen of alles goed gaat en of er suggesties zijn voor verbetering. Feedback is belangrijk voor het verbeteren van de zorg, zo sluit Ellemeet (GroenLinks) zich daarbij aan.

Lokaal

Lokale medezeggenschap dicht bij de cliënten moet de norm zijn, vindt Dik (ChristenUnie). Daarom moeten instellingen voor langdurig verblijf en thuiszorg volgens haar per locatie een cliëntenraad instellen, tenzij blijkt dat daaraan geen behoefte is. Slootweg (CDA), Hijink (SP), Bergkamp (D66), Ellemeet (GroenLinks) en Kerstens (PvdA) steunen haar voorstel.

Ondernemingskamer

Het wetsvoorstel gaat bij een conflict over de medezeggenschap van cliëntenraden uit van rechtspraak in drie instanties: beroep bij de kantonrechter, hoger beroep bij het gerechtshof en cassatie bij de Hoge Raad. Stoffer (SGP) en Slootweg (CDA) willen dit veranderen in beroep in één instantie bij de Ondernemingskamer. Zo'n procedure beperkt de kosten. Bovendien heeft de Ondernemingskamer expertise in medezeggenschapsgeschillen.

Inspectietoezicht

Hoe gaat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) het toezicht op de Wmcz 2018 invullen, welke prioriteiten worden gesteld en welke capaciteit is ervoor nodig? Kerstens (PvdA) wil dat de Kamer jaarlijks geïnformeerd wordt over de naleving van de wet en de handhaving door de IGJ.

De minister is bereid om de gevraagde informatie aan de Kamer te geven, maar dit zou niet mogen leiden tot hoge administratieve lasten.

Eerste stap?

Het wetsvoorstel is een stap in de goede richting, betoogt Hijink (SP), maar het gaat niet ver genoeg. Cliëntenraden zouden volgens hem ook advies- of instemmingsrecht moeten krijgen bij fusies, verhuizingen, verbouwingen en de benoeming van bestuurders en toezichthouders. Maar Bruins ziet daar weinig in: de wet is namelijk bedoeld als bodembepaling voor de medezeggenschap.

De Kamer stemt op 20 november over het wetsvoorstel en de ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Gemist