Wet inburgering besproken

29 juni 2020, wetsvoorstel - Meer regie voor gemeenten en aangescherpte taaleisen. Dat zijn de belangrijkste uitgangspunten van het nieuwe inburgeringsstelsel van minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid).

We willen nieuwkomers de hand reiken zodat ze in Nederland een toekomst kunnen opbouwen, het liefst via betaald werk. Zo licht minister Koolmees het idee achter zijn wetsvoorstel toe. Asielmigranten zouden daarom zo snel mogelijk Nederlands moeten leren. Gemeenten gaan hen begeleiden bij de inburgering en het vinden van werk.

In het huidige stelsel ligt veel verantwoordelijkheid bij de individuele inburgeraar. Zo moet hij zijn eigen taallessen regelen. Dat systeem bleek gevoelig voor fraude door taalbureaus. Gemeenten gaan in het nieuwe stelsel taalonderwijs inkopen.

Regie gemeenten

Het huidige inburgeringstraject legt volgens Van den Berge (GroenLinks) te veel de nadruk op geboden en verboden. Hij vindt het positief dat gemeenten straks een belangrijke rol krijgen bij de begeleiding van asielmigranten. Het nieuwe stelsel zou kunnen leiden tot erosie van het besef van eigen verantwoordelijkheid, denkt Stoffer (SGP). Maar we blijven inzet en eigen verantwoordelijkheid verlangen van mensen die in Nederland willen komen wonen, benadrukt Koolmees.

Gemeenten zouden tijdens het inburgeringstraject een baangarantie moet bieden aan nieuwkomers in plaats van het recht op een uitkering, stelt Peters (CDA) voor, want mensen die werken doen pas echt mee aan de samenleving.

De afzonderlijke gemeenten moeten even strenge eisen blijven stellen en overal moet de kwaliteit van het inburgeringstraject hetzelfde zijn, waarschuwt Becker (VVD). De Graaf (PVV) vraagt aandacht voor mogelijke willekeur bij beslissingen van gemeenteambtenaren. Gemeenten krijgen de vrijheid om het inburgeringsbeleid op hun eigen manier in te vullen, antwoordt Koolmees, maar de toetsing van examendoelen blijft gelijk voor het hele land. Daarmee is volgens hem de kwaliteit gewaarborgd.

Financiering

Gemeenten met goede inburgeringsresultaten kunnen rekenen op een hogere bijdrage van de rijksoverheid. Dat moet gemeenten een financiële prikkel bieden om het goed te doen, zegt de minister. Maar volgens Jasper van Dijk (SP) zorgt het voor extra bureaucratie en een neerwaartse spiraal bij slechter presterende gemeentes.

Taaleis

In het nieuwe stelsel wordt van inburgeraars verlangd dat zij het Nederlands op taalniveau B1 beheersen. Nu is dat A2. Werpt dit niet een te hoge drempel op voor bijvoorbeeld analfabete vluchtelingen? Van Meenen (D66) is daar bang voor. Er is ruimte voor taaltrajecten op maat, maar B1 blijft het uitgangspunt, zegt de minister.

Gijs van Dijk (PvdA) pleit voor een streng kwaliteitskader voor privaat taalonderwijs. Roc's bieden volgens hem taalonderwijs van hoge kwaliteit, maar hij vreest dat ze bij gemeentelijke aanbestedingen op de prijs worden weggeconcurreerd door private onderwijsbureaus.

Participatietraject

Onderdeel van het inburgeringstraject is een inleiding in de kernwaarden van de Nederlandse samenleving en de ondertekening van de participatieverklaring. Dat lijkt op symboolpolitiek, vindt Kuzu (DENK). Segers (ChristenUnie) hecht juist veel waarde aan het participatietraject. Het is volgens hem cruciaal om vanaf dag één van het inburgeringstraject de centrale waarden in onze samenleving te benadrukken.

De Kamer stemt op 2 juli over het wetsvoorstel en de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook: