Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs

16 juni 2021, wetsvoorstel – De Kamer spreekt met minister Van Engelshoven (Onderwijs) over haar wet om het aanbod van divers, goed en toegankelijk beroepsonderwijs in de regio op peil te houden.

In krimpregio's, waar vaak sprake is van dalende leerlingen- en studentenaantallen, moet het beroepsonderwijs niet te mager worden of zelfs wegvallen. Met deze wet regelt Van Engelshoven een aantal dingen om de negatieve effecten van krimp op het beroepsonderwijs in de regio het hoofd bieden.

Westerveld (GroenLinks) is blij met de aandacht voor het belang van onderwijs in de buurt van de student. Peters (CDA) en El Yassini (VVD) wijzen ook op de functie van een mbo voor de regio: het bedrijfsleven en de samenleving hebben daar baat bij.

Toch zijn er ook vragen over de wet. Bisschop (SGP) vreest dat de bestuurlijke complexiteit juist toeneemt.

Verticale scholengemeenschap

Deze wet maakt het vormen van nieuwe verticale scholengemeenschappen mogelijk. Een mbo kan dan met een school voor voortgezet onderwijs fuseren. Dat is goed voor de doorlopende leerlijn, zegt Peters (CDA). Maar samen met Van Meenen (D66) vindt hij het niet logisch dat havo en vwo uitgesloten zijn van deze optie.

Beertema (PVV) vindt juist dat havo en vwo helemaal niet thuishoren in de beroepskolom. Hij verzet zich tegen de trend dat het mbo geen eindonderwijs zou zijn.

Kwint (SP) vraagt zich af of groter altijd beter is. Net als Westerveld (GroenLinks) zet hij vraagtekens bij schaalvergroting als antwoord op krimp. Het leidt namelijk tot grotere onderwijsinstellingen of onderwijskoepels.

Kansengelijkheid

De Hoop (PvdA) benadrukt dat de organisatorische voordelen van deze wet niet zwaarder mogen wegen dan kansengelijkheid voor leerlingen. Elke leerling, of die nu in de Randstad of een krimpregio woont, moet zich volgens zijn eigen plan kunnen ontwikkelen.

Medezeggenschap

Krijgen ouders, studenten en personeel wel voldoende inspraak als de wijzigingen van dit wetsvoorstel doorgaan? Verschillende woordvoerders hebben hun twijfels over de medezeggenschap. Kwint (SP) en Beertema (PVV) vinden dat het mbo een voorbeeld moet nemen aan de manier waarop de medezeggenschap in het voortgezet onderwijs geregeld is.

Van Engelshoven verdedigt haar keuze: de student moet in het mbo meer te zeggen hebben dan zijn ouders, anders wordt het te betuttelend. Bovendien zou de wetswijziging te veel op een stelselwijziging gaan lijken als ze op deze wens van de woordvoerders zou ingaan.

Groen onderwijs

Vroeger viel het zogenoemde groene onderwijs onder het ministerie van Landbouw. Aan het begin van de periode-Rutte III zijn deze agrarische opleidingscentra onder OCW gebracht. En met deze wet wordt nu ook de bekostiging van het groene onderwijs gelijkgetrokken met het reguliere onderwijs. Van Meenen (D66) is blij dat het groene onderwijs op deze manier goed verankerd is binnen het beroepsonderwijs.

Arbeidsmarkt

El Yassini (VVD) vraagt aandacht voor het feit dat veel jongeren uiteindelijk een baan vinden in een ander vakgebied dan waarin ze zijn opgeleid. Dat hoeft geen probleem te zijn, maar hij waarschuwt wel dat we jongeren niet moeten opleiden voor banen die er niet zijn.

De Kamer stemt op 22 juni over het wetsvoorstel en de ingediende moties.

Zie ook