Werkdruk van basisschoolleraren te hoog
10 mei 2017, debat - De werkdruk in het basisonderwijs is te hoog. Veel woordvoerders vinden het daarom tijd voor actie. Maar andere fracties en staatssecretaris Dekker (Onderwijs) zeggen dat eerst de formatie afgewacht moet worden.
De werkdruk in het onderwijs is hoog. 80% van de leraren werkt over, er is een stijging van het aantal burn-outklachten en er is een hoog ziekteverzuim. Dit is schadelijk voor de gezondheid van leraren, zegt Westerveld (GroenLinks), maar ook voor het onderwijs zelf.
Waarom hebben leraren het zo druk? Daarover lopen de ideeën uiteen, maar veel woordvoerders wijzen op grote klassen, leerlingen die vanwege passend onderwijs meer aandacht nodig hebben en het lerarentekort, maar vooral op de papieren rompslomp waarmee leraren te maken hebben.
Administratieve rompslomp
Kuzu (DENK), Rog (CDA) en Van den Hul (PvdA) noemen de administratieve lasten, waardoor leerkrachten niet genoeg aan lesgeven toekomen. Ook Bruins (ChristenUnie) erkent dat administratieve taken frustrerend kunnen zijn, maar ziet ook dat leraren hier heel verschillend tegenaan kijken en mee omgaan.
Beertema (PVV) benadrukt dat niet de onderwijsinspectie maar scholen en samenwerkingsverbanden vaak zelf die verplichtingen aan leraren opleggen. Dekker sluit zich daarbij aan: "We moeten af van het idee dat alles maar moet worden vastgelegd."
Hogere salarissen
Leraren moeten hun werk doen voor een "grijpstuiver", vindt Van Brenk (50PLUS). Ook Bisschop (SGP) vraagt zich af of er mogelijkheden zijn om wat aan de salarissen doen.
Kwint (SP) wil als eerste stap in de nieuwe cao de laagste salarisschaal schrappen. Maar daarmee doet hij volgens Becker (VVD) geen recht aan het vraagstuk van de werkdruk in het onderwijs, want dat gaat over meer dan salaris. Met Van Meenen (D66) verwijt ze Kwint dat hij geen idee heeft hoe dit plan betaald moet worden.
Formatie afwachten
Rog moet de aanwezige leraren op de publieke tribune teleurstellen: concrete maatregelen worden niet vandaag in deze zaal, maar in de formatie genomen. Ook Dekker benadrukt dat nog maar eens: "Ik sta hier als demissionair staatssecretaris en kan geen uitspraken doen over wat er uit de formatie komt."
De Kamer stemt op 16 mei over de ingediende moties.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.