Waterveiligheidsbeleid geactualiseerd
4 juli 2016, wetsvoorstel - Voortschrijdende technologie en klimaatverandering vragen om een modernisering van het waterveiligheidsbeleid. De Kamer steunt de wijziging van de Waterwet, waarin minister Schultz (Infrastructuur en Milieu) dat regelt.
Niet de waterstand (hoe groot is de kans op een overstroming?) maar de kwaliteit van waterkeringen (hoe groot is de kans dat een waterkering bezwijkt?) wordt leidend in het Nederlandse waterveiligheidsbeleid. In 2050 moeten alle waterkeringen voldoen aan de nieuwe normen. Is er voldoende geld voor deze operatie en wat is het tijdpad?, vraagt Jacobi (PvdA). Tussen 2017 en 2023 worden alle waterkeringen geïnspecteerd, zegt Schultz, waarna het benodigde werk wordt gepland en uitgevoerd. Geurts (CDA) benadrukt dat Rijkswaterstaat en waterschappen daarvoor voldoende kennis in huis moeten halen. Visser (VVD) wil dat de minister ervoor zorgt dat de benodigde ICT en beoordelingscriteria op tijd klaar zijn.
Wordt de aansprakelijkheid van waterschappen te groot?
De wet maakt waterschappen "risicoaansprakelijk". Bij een dijkdoorbraak is dan de vraag of het waterschap de risico's goed had ingeschat. De mogelijke schadevergoedingen die waterschappen dan moeten uitkeren, kunnen ze niet dragen, waarschuwt Geurts. Hij vreest dat lokale burgers en bedrijven daar uiteindelijk voor opdraaien. In een amendement wil hij vastleggen dat waterschappen niet op risico-inschatting zullen worden afgerekend maar, net als nu, op goed onderhoud. Slecht idee, vindt Schultz, omdat de bewijslast bij schade dan bij particulieren wordt gelegd. Jacobi pleit voor "nationale solidariteit": als de verzekeraar schade niet dekt, moet niet het regionale waterschap maar het Rijk betalen. Dat is volgens Schultz al goed geregeld in de Wet tegemoetkoming schade bij rampen.
Lagere veiligheidseisen bij slimme combinaties
Om kosten te drukken mogen er in de toekomst "slimme combinaties" worden gemaakt bij het onderhoud aan waterkeringen. Een dijk hoeft bijvoorbeeld minder versterkt te worden als de gevolgen van een eventuele overstroming worden opgevangen door een extra waterberging. Dat er voor de versterking van de dijk dan minder hoge eisen gelden, baart Geurts zorgen. De minister wijst erop dat deze slimme combinaties in 2025 worden geëvalueerd. Op aandringen van Geurts zegt zij toe dat eerder te zullen doen.
De Kamer stemt op donderdag 7 juli over het wetsvoorstel en de ingediende motie.
Zie ook:
-
Het overzicht van de laatste debatten in het kort
-
Zodra het geredigeerde woordelijke verslag klaar is, kunt u dit vinden op deze pagina.