Voorstel tot verruiming vrijheid van meningsuiting onder vuur
15 december 2016, initiatiefwetsvoorstel - De Kamer bespreekt het voorstel van Van Klaveren (GrBvK) om de vrijheid van meningsuiting te verruimen. Het stuit op breed verzet. Alleen de PVV steunt het volledig, de VVD deels.
Mag je alles zeggen en publiceren? Voor Van Klaveren is de vrijheid van meningsuiting ons belangrijkste grondrecht. Het Wetboek van Strafrecht beperkt die vrijheid onnodig, zegt hij. Zo kun je worden vervolgd voor "groepsbelediging" en "aanzetten tot haat en discriminatie". Vage begrippen, vindt de indiener. Daarom wil hij de desbetreffende artikelen, 137c en 137d, uit het Wetboek van Strafrecht schrappen.
"Een politiek gevoelige materie en een juridisch mijnenveld", zo vat Van der Staaij (SGP) de strekking van het voorstel samen.
Vrijheid van meningsuiting (on)begrensd
Alle woordvoerders zijn voor bescherming van de vrijheid van meningsuiting. Maar hoe ga je daarmee om?
- Van der Staaij: balanceer tussen de vrijheid om alles te zeggen en de morele verantwoordelijkheid om niet onnodig te kwetsen
- Taverne (VVD): strafrecht is alleen een uiterst middel om de vrijheid van meningsuiting te beperken
- Buma (CDA): gebruik de vrijheid van meningsuiting voor het debat, niet voor het beschermen van haatzaaiers en beledigers
- Pechtold (D66): niemand wordt er beter van als haatzaaierij en discriminatie aan het debat worden toegevoegd
- Bosma (PVV): geen vrijheid zonder maximale vrijheid van meningsuiting
- Segers (ChristenUnie): vrijheid van meningsuiting wordt door begrenzing verdedigd, want krenkende woorden kunnen ernstige gevolgen hebben
Schrappen of handhaven
Velen vinden het schrappen van de artikelen 137c en 137d geen goed idee. Het kan alleen al niet omdat het in strijd is met EU-recht en internationale verdragen, betogen Van Nispen (SP) en Van Tongeren (GroenLinks).
Juist in de huidige "racismecrisis" is het "keihard nodig" om de bepalingen in het Wetboek van Strafrecht te laten staan, is de stelling van Kuzu (GrKÖ). Marcouch (PvdA) pleit voor "daadkrachtig handhaven" in plaats van verwijderen van de strafbepalingen. En verhoog de straffen, adviseren Buma en Kuzu.
Groepsbelediging
Vooral het schrappen van "groepsbelediging" als strafbaarheidscriterium roept veel discussie op. Pechtold, Van Nispen (SP) en Van der Staaij wijzen erop dat het artikel over groepsbelediging in de jaren dertig is opgenomen om jodenhaat en antisemitisme te kunnen bestrijden.
Buma en Marcouch zeggen dat het overgrote deel van de veroordelingen voor antisemitisme en Holocaustontkenning op grond van het artikel over groepsbelediging is gedaan.
Maar daarvoor voldoet het artikel over haatzaaierij en aanzetten tot discriminatie ook, reageert Taverne. Hij ziet argumenten om kritisch te kijken naar artikel 137c over groepsbelediging. Dat artikel wordt "uiterst subjectief" toegepast, meent Bosma, en kan uit de wet worden gehaald.
Gevolgen
Kunnen zijn wie je bent. Daar gaat het volgens Marcouch over bij de grondrechtelijke vrijheden. Hij vindt dat het schrappen van de artikelen over groepsbelediging, haatzaaierij en aanzetten tot discriminatie, deze zaken juist legitimeert. Bij een grondrecht als de vrijheid van meningsuiting gaat het om respect van twee kanten, stelt Segers: neem je die vrijheid, dan moet je die ook aan anderen geven. En, zo stellen verschillende woordvoerders, schrap je de beperkende artikelen voor de ene groep, dan komt er, misschien wel ongewenst, ook veel grotere vrijheid voor de andere groep.
Haatpreken
Hoe zal het decriminaliseren van groepsbelediging, haatzaaien en aanzetten tot discriminatie uitwerken? Dan mag dat gewoon, vreest Buma. Ook Pechtold krijgt een ongemakkelijk gevoel: straks worden hakenkruizen, IS-vlaggen, antihomoflyers en haatpreken toegestaan. Dan worden joden, homo's en gehandicapten daartegen niet langer beschermd, constateert Van Nispen.
De initiatiefnemer en minister Van der Steur (Justitie) reageren op een later moment op de inbreng van de Kamer.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.