Versterking toekomstperspectief publieke omroep

26 oktober en 4 november 2020, wetsvoorstel - De Kamer debatteert met minister Slob voor Media over zijn wetsvoorstel om het toekomstperspectief van de publieke omroep te versterken.

Slob versterkt de publieke omroep door onder meer de pluriformiteit te vergroten en het reclameaanbod te verminderen. De content, de inhoud, staat voorop, zegt de minister, en de omroep kiest vervolgens waar zij die wil presenteren. Ook wil Slob meer aandacht voor regionale programmering.

De noodzaak van een hervorming van de publieke omroep wordt breed gedeeld. In een tijd waarin desinformatie en complottheorieën ons om de oren vliegen, is een stevige publieke omroep van groot belang, zeggen Sneller (D66) en Van den Hul (PvdA).

Maar Bosma (PVV) ziet niks in het voorstel. Hij wil helemaal af van de publieke omroep en hekelt de NPO vanwege "de exclusieve aandacht voor diversiteit, inclusie, klimaatsocialisme en gendergewauwel". De publieke omroep is in handen van de coalitiepartijen, meent Baudet (FvD). Zo heeft het kabinet volgens hem "een oppermachtige spreekbuis om zijn visie, wereldbeeld en beleid uit te dragen".

Omroepen

Van der Graaf (ChristenUnie) vindt het goed dat omroepen in de toekomst meer moeten werken aan hun herkenbaarheid. Zij wil dat ze ook meer ruimte krijgen om online aan hun profiel te werken. Omroepen moeten duidelijk maken waarom ze een plek verdienen in het publieke bestel, reageert Slob. Hij laat criteria opstellen voor de beoordeling daarvan.

Goed dat de norm voor toetreding van aspirant-omroepen verlaagd wordt naar 50.000 leden, vindt El Yassini (VVD). En ook de verlaging tot 100.000 voor bestaande omroepen is passend in een samenleving waarin mensen minder vaak lid worden van organisaties, voegt Sneller (D66) toe.

Dat aspirant-omroepen zich op termijn moeten aansluiten bij bestaande samenwerkingsomroepen heeft volgens Slob te maken met de "organiseerbaarheid". Raar, vindt Baudet (FvD), want dat staat toch de pluriformiteit in de weg?

El Yassini (VVD) bepleit meer mogelijkheden voor de NPO om samen te werken met platforms als Netflix. Die ruimte is er, zegt Slob, maar de omroepen maken er vooralsnog weinig gebruik van.

Kwint (SP) ergert zich eraan dat nog steeds niet is geregeld dat presentatoren maximaal het salaris van de minister-president mogen verdienen. Bestuurders en bekende gezichten verdienen soms erg veel, constateert Westerveld (GroenLinks), terwijl makers worden onderbetaald.

Vanaf 2021 geldt een maximumsalaris voor bestuurders en leden van de raad van toezicht, zegt Slob, en daarna "maken we afspraken over de presentatoren". Bovendien zullen zelfstandige programmamakers voortaan ten minste 150% van het cao-loon krijgen dat past bij de functie. Enorme stappen, vindt de minister.

Reclame

Maak de publieke omroep reclamevrij, betoogt Kwint (SP). Maar waarom compenseert het kabinet wegvallende reclame-inkomsten niet geheel, vraagt Westerveld (GroenLinks). Volgend jaar stoppen we met reclame rond kinderprogramma's en online, reageert Slob. Hij benadrukt dat er geen sprake is van een verkapte bezuiniging.

Regio

Er komt terecht meer nadruk te liggen op de regio, zegt Van der Molen (CDA), want soms "lijkt een verzakte kademuur in Amsterdam belangrijker dan verzakte huizen in Groningen". Hij wil dat de regionale programma's snel via NPO Start kunnen worden teruggekeken.

Vanaf 1 januari 2021 zal NPO Regio van start gaan, dagelijks 's avonds van zes tot acht op NPO2, meldt Slob. Daar zullen ook programma's van de regionale omroep en coproducties een plaats krijgen. Ontsluiting van die programma's via NPO Start zal nog een aantal maanden duren, zegt de minister.

Veiligheid journalisten

Journalisten hebben regelmatig te maken met agressie en geweld, constateert Van den Hul (PvdA). Zij vindt het onverteerbaar dat de NOS de logo's van de bedrijfswagens moet halen om de veiligheid van medewerkers te waarborgen.

Handen af van onze journalisten, zegt Slob. Hij zegt journalisten op alle mogelijke manieren te ondersteunen. Persvrijheid is cruciaal voor het functioneren van onze democratie, aldus de minister.

De Kamer stemt op 10 november over het wetsvoorstel en de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook