Veel wensen bij Cultuurbegroting
21 november 2016, begroting - Na eerdere bezuinigingen is de rust in de cultuursector min of meer teruggekeerd. Dat constateert minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap). Maar veel fracties willen meer geld of een andere verdeling van het beschikbare budget.
Veel onrust en een verstoorde relatie tussen politiek en cultuur. Dat trof de minister naar eigen zeggen aan bij haar aantreden in 2012. In haar ministerschap heeft zij "in een evenwichtig stelsel de waarde van cultuur weer op de agenda willen zetten en vertrouwen willen geven". Over de mate waarin dat gelukt is, verschillen de meningen.
Vooral Pechtold (D66), Van Dijk (SP) en Grashoff (GroenLinks) hekelen de bezuinigingen op de cultuursector van het vorige kabinet. Niet al die bezuinigingen zijn goedgemaakt, erkent Bussemaker, maar zij is blij met de extra uitgetrokken 28,5 miljoen. Daarmee benader ik de 30 miljoen die volgens de Raad voor Cultuur nodig is, aldus de minister.
Bussemaker prijst de cultuursector en de mensen die er werken voor de motivatie, de veerkracht en het vakmanschap. Maar zij sluit haar ogen niet voor de problemen van culturele instellingen die op hun reserves interen en voor de soms benarde arbeidsmarktpositie van het personeel.
Meer geld
Verhoog de cultuurbegroting met 14 miljoen. Dat willen Van Dijk en Pechtold. Daarmee kunnen een aantal instellingen "gered of versterkt" worden. Zij vragen de minister om "deze politieke keuze" te maken.
Met het voorstel van SP en D66 voor 14 miljoen extra voor cultuur wordt 4 miljoen weggehaald bij de apparaatskosten van het ministerie. Daarmee zouden volgens de minister "cruciale taken" in de onderwijssector gevaar komen. Het voorstel om 10 miljoen weg te halen bij de compensatie voor energie-intensieve bedrijven vindt evenmin genade in haar ogen. Dat gaat om geld dat nodig is voor het energieakkoord, aldus de minister.
Regionale spreiding
Amsterdam krijgt een grote taart en in de regio worden wat petitfourtjes uitgedeeld. Zo kenschetst Van Toorenburg (CDA) de ongelijke verdeling van het cultuurgeld over het land. Ook Van Veen (VVD) hekelt "de miserabele spreiding van het landelijke cultuurgeld".
Bussemaker betwist de gesuggereerde achterstelling van de regio bij de Randstad. Daar voert zij een aantal redenen voor aan.
- Ook in stedelijke regio's als BrabantStad investeert men veel in cultuur
- Veel gezelschappen reizen het land door en worden daarvoor extra beloond
- Instellingen die in de Randstad zijn gevestigd, werken vaak voor heel het land
- Randstedelijke gezelschappen als Het Nationale Ballet trekken bezoekers uit heel Nederland
- Voorstellingen van regionale gezelschappen worden vaak beter bezocht in de Randstad
Arbeidsmarktpositie
De arbeidsmarktpositie van mensen in de cultuursector gaat verder achteruit, zegt Grashoff. Door het "sloopbeleid van de afgelopen jaren" zijn volgens Van Dijk banen verdwenen en de salarissen nog beroerder geworden. Daarom wil ook Vermue (PvdA) de komende jaren extra arbeidsmarktgeld. Maar voor het komend jaar kan het bedrag volgens haar verlaagd worden met een half miljoen. Dat geld wil zij toevoegen aan het Fonds Podiumkunsten.
Mensen in de cultuursector moeten een fatsoenlijk salaris verdienen en fatsoenlijke arbeidsomstandigheden hebben, reageert de minister. Daarom wordt onder meer een agenda arbeidsmarktbeleid opgesteld. Bovendien is er 2 miljoen extra voor arbeidsmarktbeleid beschikbaar.
Diversiteit
Bussemaker is het eens met Grashoff dat er nog te weinig aandacht is voor diversiteit, zowel bij het personeel van culturele instellingen als in de programmering. Zij houdt in de gaten hoe gezelschappen en instellingen die zij subsidieert met dit thema omgaan. In het jeugdtheater en in filmproducties ziet zij goede voorbeelden.
Religieus erfgoed
Kerkgebouwen zijn beeldbepalend en geven een thuisgevoel, zegt Dik (ChristenUnie). Om de leegstand en het verval te bestrijden, vraagt zij een extra inspanning van de minister. Zij wijst op de grote betrokkenheid van omwonenden en vrijwilligers hierbij. Bij restauratie moet duurzaamheid centraal staan, vindt Dik.
Ook Bussemaker vindt het behoud van religieus erfgoed belangrijk. Daarom verstrekt zij regelmatig subsidies voor het behoud van kerken en stimuleert zij de samenwerking met onder meer provincies en gemeenten, ook over een eventuele herbestemming van panden.
Een nieuw stelsel
Grashoff bepleit een landelijke discussie die moet uitmonden in een nieuw stelsel. Hij vindt de samenhang in het huidige stelsel met een basisinfrastructuur en diverse cultuurfondsen onvoldoende. Die samenhang wordt volgens hem nog verder bedreigd als de Kamer soms willekeurig met bedragen gaat schuiven.
Van Veen wil dat de Raad voor Cultuur zijn adviezen een jaar vóór de begrotingsbehandeling bekendmaakt. In een nieuw stelsel moet er in ieder geval voldoende tijd zijn voor goede advisering en verantwoorde politieke besluitvorming, zegt Bussemaker. Daarbij moet er goede afstemming zijn tussen landelijke en stedelijke besluitvorming over cultuur.
De Kamer stemt op 29 november over de ingediende moties en later dit jaar over de begroting.
Zie ook:
-
Het overzicht van de laatste debatten in het kort
-
De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.