Rechtspositie auteurs en uitvoerend kunstenaars versterkt
10 februari 2015, wetsvoorstel - Staatssecretaris Teeven (Justitie) krijgt brede steun voor zijn wetsvoorstel over auteurscontractenrecht, dat de onderhandelingspositie van makers ten opzichte van exploitanten moet verstevigen.
Filmregisseurs, muzikanten en schrijvers hebben juridisch vaak een zwakke positie ten opzichte van uitgevers en platenmaatschappijen. Teeven wil hierin verandering aanbrengen. De maker van een kunstwerk krijgt voortaan een "billijke vergoeding" als hij een bedrijf toestemming geeft om zijn werk te exploiteren. Van Wijngaarden (VVD) juicht dat toe: werk moet lonen, ook voor makers. Muzikanten moeten gewoon muziek kunnen maken, vindt Helder (PVV), en zich niet al te veel zorgen maken over contracten. Verhoeven (D66) vindt het goed dat makers beschermd worden tegen wurgcontracten.
Pleidooien voor fictieve makers en geschillencommissie
Oosenbrug (PvdA) is tevreden met de voorgestelde wijzigingen, maar maakt zich net als Van Dijk (SP) en Verhoeven zorgen over de "fictieve makers", bijvoorbeeld kleine bedrijfjes. Zij vallen nu niet onder het wetsvoorstel, terwijl ook zij vaak zwak staan. Teeven gaat hun positie in een tussentijdse evaluatie heroverwegen. Verder biedt het wetsvoorstel makers en exploitanten de mogelijkheid om een geschillencommissie in te stellen. Dat gaat Helder en Van Dijk niet ver genoeg. Zij willen dat de staatssecretaris zelf zo'n commissie aanstelt.
Aparte regeling voor filmmakers
In het voorstel staat een apart artikel over films, dat voor een deel berust op een akkoord tussen filmmakers en filmproducenten. Regisseurs, scenarioschrijvers en hoofdrolacteurs krijgen voortaan een omzetgerelateerde vergoeding. Maar waarom geldt dat niet ook voor andere makers, vraagt Verhoeven, zoals bijrolacteurs en cameramensen? Teeven verduidelijkt dat iedereen die aan een film heeft meegewerkt, recht krijgt op een billijke vergoeding. Vijf jaar nadat de wet is ingegaan, zal hij uitgebreid laten evalueren hoe die heeft uitgepakt. Ook de economische effecten worden dan onderzocht.
De Kamer stemt op 12 februari over het wetsvoorstel en de ingediende moties.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.