Nieuwe positie Politieacademie
8 februari 2016, wetsvoorstel - Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) regelt de nieuwe positie van de Politieacademie ten opzichte van de nationale politie. De Kamer steunt zijn wetsvoorstel.
In 2013 is de nationale politie tot stand gekomen door samenvoeging van de regionale korpsen. De Politieacademie krijgt als onafhankelijk zelfstandig bestuursorgaan dat ene grote nationalepolitiekorps als belangrijkste onderwijsafnemer. Het onderwijs zal dan op basis van de behoefte van de landelijke korpschef worden ontwikkeld en verzorgd. Goed dat de uitwisseling van mankracht tussen academie en nationale politie makkelijker wordt, zegt Swinkels (D66). Tellegen (VVD) constateert met tevredenheid dat praktijk en theorie in de gekozen constructie nauwer op elkaar kunnen worden afgestemd. Er hoeft gelukkig niet langer gepuzzeld te worden met de behoeftes van 26 verschillende korpsen, voegt Marcouch (PvdA) toe.
Onafhankelijkheid van de Politieacademie moet vooropstaan
De Politieacademie behoudt in het voorstel haar onafhankelijke positie. Dit is onder meer nodig voor een goede aansluiting op het reguliere onderwijs. Maar wordt in de persoon van de directeur, die niet in dienst is van de nationale politie, die onafhankelijkheid voldoende gewaarborgd? Tellegen stelt voor om een raad van advies in het leven te roepen, die de directeur gevraagd en ongevraagd van advies kan dienen. Maak dat advies bindend, betoogt Swinkels. Dat laatste zou volgens Van der Steur de onafhankelijkheid van de Politieacademie in gevaar brengen, maar hij kan wel leven met een raad van advies die niet-bindende adviezen geeft. Swinkels bepleit ook voldoende ruimte voor onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek.
Zorgen over de bezuinigingen op de nationale politie
Vooral Helder (PVV) en Kooiman (SP) maken zich zorgen over de financiƫle toekomst van de Politieacademie nu er aan de nieuwe positie een bezuiniging verbonden is. Kooiman vreest dat de academie zal lijden onder de "financiƫle chaos rond de oprichting van de nationale politie". Vanaf 2016 neemt de instroom op de academie toe, leest Helder in de begroting. Meer mensen en minder geld vindt zij "een minder gelukkige combinatie". De minister antwoordt dat hij verantwoordelijk is voor het vaststellen van sterkte en middelen van de Politieacademie. "Als ik daarmee schuif, ben ik daarop aanspreekbaar", aldus de bewindsman.
Belang van diversiteit in politieorganisatie onderstreept
Politieagenten moeten goed voorbereid zijn op de samenleving waarin zij komen te werken. Marcouch benadrukt daarom het belang van het opleiden van voldoende agenten met een andere etnische achtergrond: "Diversiteit is geen luxe, maar een urgente noodzaak om de politieorganisatie effectief te laten zijn." Ook de minister noemt de instroom van mensen van verschillende afkomst uit alle geledingen in de samenleving essentieel. Hij zegt erop toe te zien dat de korpsleiding daarmee "een slag maakt". Overigens is hij het met Tellegen eens dat het taalniveau van op de Politieacademie toegelaten kandidaten op orde moet zijn.
De Kamer stemt 16 februari over het wetsvoorstel en de bij het debat ingediende motie.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.