Nederlanderschap voortaan na zeven jaar verleend

8 juni 2016, wetsvoorstel - Het Nederlanderschap wordt voortaan pas verleend na zeven jaar. Staatssecretaris Dijkhoff (Justitie) bespreekt deze wijziging met de Kamer. Omdat het een rijkswet is, zijn er ook afgevaardigden van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten bij.

De regering wil de termijn voor naturalisatie verlengen van vijf naar zeven jaar. Het belangrijkste argument om het Nederlanderschap pas na zeven jaar te verlenen, is dat men dan beter geïntegreerd is. "Eerst de prestatie dan de medaille", vat Dijkhoff zijn voorstel samen. De steun van Azmani (VVD), Marcouch (PvdA), Keijzer (CDA), De Graaf (PVV) en Van der Staaij (SGP) levert hem een Kamermeerderheid op, maar andere woordvoerders zijn zeer kritisch. Kuzu (GrKÖ) en Gesthuizen (SP) ontgaat de logica achter het wetsvoorstel. Welk probleem wordt hiermee opgelost?, vragen ook Voordewind (ChristenUnie) en Sjoerdsma (D66). Volgens Voortman (GroenLinks) worden mensen die willen meedoen hierdoor juist ontmoedigd.

Gevolgen voor positie vluchtelingen

Asielzoekers met een tijdelijke status kunnen nu na vijf jaar een permanente verblijfsvergunning krijgen. In het licht van Dijkhoffs wetsvoorstel is het logisch om ook die termijn te verlengen naar zeven jaar, vinden Keijzer en Van der Staaij. Marcouch vindt dat niet nodig: die twee jaar kunnen goed benut worden om te integreren, zich de taal en cultuur eigen te maken en een emotionele band met Nederland op te bouwen. Vluchtelingen zouden juist sneller het Nederlanderschap moeten kunnen krijgen, vinden Gesthuizen, Sjoerdsma, Voordewind, Voortman en Kuzu, omdat dit hun integratie bevordert en hun positie op de arbeidsmarkt versterkt. De Graaf wil de termijn daarentegen extra verlengen naar tien jaar.

Nederlanders in buitenland kunnen nationaliteit kwijtraken

Nederlanders die in het buitenland verblijven en de nationaliteit van een ander land verkrijgen, raken hun Nederlanderschap kwijt. Marcouch vindt dit gedateerd, want er is niets tegen twee nationaliteiten. Vaak realiseren Nederlanders zich ook niet dat ze hun nationaliteit kunnen kwijtraken, stelt Keijzer vast. Dat is in de eerste plaats hun eigen verantwoordelijkheid, vindt Azmani, hoewel hij net als Van der Staaij vindt dat de voorlichting hierover beter kan. Maak het voor oud-Nederlanders makkelijk om hun nationaliteit terug te krijgen, zo stelt Voortman voor. Sjoerdsma wil het voor buitenlandse partners van Nederlanders eenvoudiger maken om te naturaliseren.

Geen naturalisatie bij zwaar misdrijf

Personen die een gevaar opleveren voor de openbare orde, de goede zeden of de veiligheid, komen niet in aanmerking voor het Nederlanderschap. Een goede zaak, vindt De Graaf, maar hij zou ook graag zien dat de verjaringstermijn van vier jaar verdwijnt. De staatssecretaris stelt voor de leeftijdsgrens waarboven weigering van naturalisatie mogelijk is, te verlagen van 16 naar 12 jaar. Azmani is daarvoor, maar het roept de nodige vragen op bij Marcouch, Voordewind, Voortman, Sjoerdsma, Gesthuizen en Kuzu. Zijn de rechten van jonge vreemdelingen voldoende geborgd? Geldt deze wettelijke bepaling alleen voor veroordeelden of ook voor verdachten?

Caribische Koninkrijkslanden vragen uitzondering

Omdat deze wet voor het hele Koninkrijk gaat gelden, mogen ook de bijzonder gedelegeerden van de Caribische Koninkrijkslanden zich erover uitspreken. De nieuwe regels voor naturalisatie pakken volgens hen op een aantal terreinen ongunstig en oneerlijk uit voor Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Verlenging van de naturalisatietermijn maakt de eilanden minder aantrekkelijk voor investeerders en renteniers. Maak voor hen een uitzondering, bepleit Sulvaran (Curaçao). Marlin-Romeo (Sint-Maarten) hoopt dat dit negatieve economische gevolgen voorkomt. Ook de eis dat je bij naturalisatie het Nederlands machtig moet zijn, werpt volgens Bikker (Aruba) drempels op. De spreektalen op de eilanden zijn namelijk vooral Papiamento en Engels. "Waarom moeten wij verplicht een taal spreken die wij niet gebruiken?", vraagt De Sousa-Croes (Aruba).

De Kamer stemt 14 juni over het wetsvoorstel en de ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.