Nauwelijks steun voor afschaffing kieskringen
18 januari 2017, initiatiefwetsvoorstel - Onafhankelijk Kamerlid Klein wil de kieskringen afschaffen, maar de Kamer is niet enthousiast over zijn voorstel.
Klein wil van de kieskringen af om het kiesstelsel eenvoudiger en transparanter te maken. Volgens hem is revisie van het kiesstelsel noodzakelijk.
Kieskringen vindt Klein niet meer passen in de eenentwintigste eeuw omdat politieke partijen zelden met regionaal verschillende lijsten uitkomen.
Niet noodzakelijk
Wat vindt de Kamer van Kleins voorstel en zijn argumenten? Volgens Taverne (VVD) hebben de kieskringen geen modernisering nodig. Hij vindt wijziging daarom niet noodzakelijk.
Amhaouch (CDA) geeft aan dat het CDA juist wél gebruikmaakt van de mogelijkheid om regionaal verschillende lijsten in te dienen. Daarmee wil het CDA de regionale binding versterken.
Ook volgens minister Plasterk (Binnenlandse Zaken), die optreedt als adviseur van de Kamer, zijn kieskringen niet overbodig. Dat ze worden gebruikt, toont volgens hem aan dat ze niet overbodig zijn. Zo kunnen partijen per regio toch met verschillende lijsten komen.
Ondersteuningsverklaringen
Om mee te kunnen doen aan verkiezingen moeten nieuwe politieke partijen ondersteuningsverklaringen verzamelen. Dat gebeurt nu per kieskring. Voor de Tweede Kamerverkiezingen heeft een partij per kieskring 30 ondersteuningsverklaringen nodig.
De eis van ondersteuningsverklaringen wordt door dit wetsvoorstel niet aangetast. Wél vervalt de eis van regionale spreiding. Er blijven nog steeds verklaringen nodig, maar die hoeven niet meer gespreid over de kieskringen afgegeven te zijn. Bosma (PVV) vreest dat gelukszoekers hiermee te veel kansen krijgen. Dat bezwaar ziet Klein niet.
Makkelijker voor Klein zelf?
Zonder kieskringen wordt het makkelijker om de vereiste ondersteuningsverklaringen te verzamelen. Enkele woordvoerders suggereren dat een verandering van het systeem vooral voor Klein en zijn Vrijzinnige Partij zelf interessant zijn.
Klein spreekt dit tegen: voordat deze wet in werking treedt, zijn de verkiezingen allang voorbij. Pas in 2021 zou hij voordeel kunnen hebben van zijn eigen voorstel. Daar doet hij het dus niet voor, benadrukt Klein.
De Kamer debatteerde eerder over het voorstel op 28 september 2016. Stemmingen over het voorstel volgen op 24 januari.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.