Modernisering Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
8 februari 2017, wetsvoorstel - Technologische en maatschappelijke veranderingen maken modernisering van de bevoegdheden van de geheime diensten noodzakelijk. Maar hoever mogen de diensten gaan en welke waarborgen zijn er voor de privacy? Daarover lopen de meningen in de Kamer uiteen.
De huidige Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten AIVD en MIVD stamt uit 2002. Op basis van deze wet mag alleen informatie onderschept worden uit de post, telefoon en ether. Maar sindsdien is er veel veranderd.
Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) en minister Hennis (Defensie) willen ook informatie die via de kabel loopt, kunnen onderscheppen. Daarvoor hebben zij nieuwe regels nodig. Over de reikwijdte van die nieuwe bevoegdheden verschillen de meningen in de Kamer sterk.
Een Kamermeerderheid van in elk geval VVD, PvdA, CDA, SGP en PVV steunt de wetswijziging, maar woordvoerders als Verhoeven (D66), Voortman (GroenLinks), Van Raak (SP), Schouten (ChristenUnie) en Kuzu (GrKÖ) zijn kritisch. Zij vinden de wettelijke waarborgen en het toezicht onvoldoende en doen aanvullende voorstellen.
Steun voor meer bevoegdheden
De AIVD en de MIVD moeten ook in een veranderende, steeds digitalere wereld hun werk kunnen doen, betoogt Recourt (PvdA). Zij moeten en gekende en ongekende bedreigingen in kaart brengen om Nederlandse burgers te kunnen beschermen.
Kort geleden bleek dat de Russen het op het Torentje gemunt hebben. Cyberaanvallen, spionage en terrorisme stellen ons voor grote veiligheidsvraagstukken, zegt Tellegen (VVD). Zij vindt dan ook dat de veiligheidsdiensten moeten kunnen doen wat nodig is om bedreigingen af te wenden.
Sleepnet
Waar de diensten nu alleen gericht mogen aftrappen, mogen zij straks werken met "onderzoeksopdrachtgerichte interceptie". Daarmee kunnen AIVD en MIVD grote hoeveelheden informatie verzamelen.
Verschillende woordvoerders noemen het een "sleepnet" dat zorgt voor veel nutteloze bijvangst. Bovendien wordt zo de privacy van onschuldige burgers geschonden, vreest Voortman.
Het verzamelen van bulkdata tast niet alleen de privacy aan, maar zorgt ook voor een "datahooiberg" waarin de speld onvindbaar is, vindt Verhoeven. Bulkdata verzamelen is niet proportioneel en niet effectief, vult Van Raak aan.
Kuzu noemt een lange lijst op van organisaties en instanties die kritisch zijn op de bevoegdheid om breed informatie af te tappen: van de Raad van State en het College voor de Rechten van de Mens tot universiteiten, journalisten en telecomproviders.
Amhaouch (CDA) vindt ongerichte interceptie juist geen probleem. In de ether gebeurt het al. Door dat ook bij de kabel te doen, trekken we het nu gewoon recht.
Toezicht
Wie moet er toezicht houden op de diensten en is dat toezicht onafhankelijk genoeg? Toezicht achteraf bestaat al en zal ook onder de nieuwe wet uitgevoerd worden door de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). Als extra waarborg komt daar de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) bij, die vóóraf gaat toetsen.
Maar is de TIB in de praktijk wel onafhankelijk genoeg? Verhoeven vreest dat de TIB zich te veel zal vereenzelvigen met het belang van de diensten. Ook Schouten denkt dat de TIB te afhankelijk wordt van informatie die de diensten en de minister zelf moeten aanleveren. Daarom pleiten beiden voor tegenspraak van onafhankelijke deskundigen.
Van Raak betwijfelt of de TIB wel goed kan inschatten wat er precies speelt. Ook Bosma (PVV) vraagt zich of er voldoende kennis aanwezig is.
Bisschop (SGP) ziet juist een heel ander bezwaar. Hij vreest dat toetsen vooraf de snelheid uit het handelen haalt of de kwaliteit van het inlichtingenwerk zal verminderen.
Bewaartermijn data
De inlichtingen- en veiligheidsdiensten hebben de opdracht niet-relevante informatie terstond te vernietigen, maar relevante informatie mag tot drie jaar bewaard blijven. Verschillende woordvoerders vinden dat veel te lang. Maak er één jaar van, suggereert Voortman.
Laat de CTIVD onderzoeken of data onnodig worden bewaard, suggereert Recourt. Die kan bekijken of de wet goed werkt en of irrelevante informatie daadwerkelijk wordt weggegooid.
Samenwerking met buitenlandse diensten
De AIVD en de MIVD moeten met buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten samenwerken, bijvoorbeeld in de bestrijding van terrorisme. Maar welke criteria zijn er voor het delen van data?
Voortman vreest dat data van Nederlandse burgers bij buitenlandse veiligheidsdiensten terechtkomt. Haar oproep is: stuur in ieder geval geen ongelezen gegevens door. AIVD en MIVD zouden het delen van informatie met buitenlandse diensten goed moeten onderbouwen, vindt Verhoeven.
De Kamer stemt op 14 februari 2017 over het wetsvoorstel en de ingediende moties.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.