Mediawet aangepast na kritiek Eerste Kamer

15 juni 2016, wetsvoorstel - Staatssecretaris Dekker (Onderwijs), verantwoordelijk voor het mediabeleid, past zijn nieuwe Mediawet aan om een meerderheid in de Eerste Kamer achter zich te krijgen.

In oktober 2015 stemde een meerderheid van de Tweede Kamer in met Dekkers nieuwe Mediawet, maar de Eerste Kamer ging alleen akkoord onder de voorwaarde dat Dekker enkele aanpassingen zou doen. Daarom dient hij nu een reparatiewet in. Elias (VVD) vindt dit, net als de Raad van State, een opmerkelijke procedure. Hierdoor lijkt er sprake van een "pseudonovelle" volgens Bisschop (SGP), die overigens wel blij is met de kijkwijzer voor reclames. Bosma (PVV) vergelijkt het staatsrechtelijk optreden van de staatssecretaris met dat van "een Russische hooligan". Een hoogst onzorgvuldige werkwijze, oordeelt ook Van Dijk (SP). Volgens Dekker is deze procedure echter niet heel ongebruikelijk.

Ministerie op afstand bij benoeming bestuurders en toezichthouders

De minister of staatssecretaris die verantwoordelijk is voor media, gaat voortaan niet meer over de benoeming van bestuurders en toezichthouders van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) en de Regionale Publieke Omroep (RPO). Daarmee wordt de schijn van overheidsbemoeienis voorkomen, zegt Dekker. Het is inderdaad belangrijk dat er geen sprake is van politieke inmenging, vindt Heerma (CDA). Een goede zaak, vindt ook Verhoeven, want zo wordt vriendjespolitiek voorkomen. Ook Mohandis (PvdA) is blij met de aanpassing. Maar onafhankelijk Kamerlid Klein denkt dat politieke beïnvloeding nog steeds mogelijk is. Van Dijk suggereert dat de ondernemingsraad een bindende voordracht zou moeten kunnen doen voor de raad van bestuur en de raad van toezicht.

Discussie over relatie NPO en omroepen

Hoe gaat de verhouding tussen de NPO en de omroepen eruit zien, bijvoorbeeld bij het bepalen van de programmering? In het oorspronkelijke wetsvoorstel werd "het verzuilde omroepbestel op de schop genomen", betoogt Verhoeven (D66), maar met de voorgestelde aanpassingen blijft de "bedompte polderbureaucratie" grotendeels in stand. Elias is positiever: Nederland is een compromissenland, maar het begin is er. De NPO en de omroepen moeten gezamenlijk vormgeven aan hun opdracht, zegt Mohandis. Maar de formele verhouding tussen de NPO en de omroepen is voor Bruins (ChristenUnie) nog onduidelijk. Bij een geschil tussen de NPO en de omroepen over de inhoud van programma's, zou volgens Van Dijk en Klein het eindoordeel aan de omroepen moeten worden gelaten.

Aandacht voor maatschappelijke positie publieke omroep

Verschillende woordvoerders vragen aandacht voor de maatschappelijke rol van de omroepen. Ze vertegenwoordigen de culturele diversiteit die Nederlandse rijk is, zegt Bruins, die aandacht vraagt voor levensbeschouwelijke programma's. De publieke omroep moet midden in de samenleving staan, benadrukt Mohandis. Bosma zet daar vraagtekens bij: de staatsomroep is een links feestje en geeft geen evenwichtig beeld van de samenleving. Het instellen van een maatschappelijke adviesraad zou de betrokkenheid van het publiek moeten vergroten. Deze krijgt een schimmige positie, vindt Bisschop, die stelt dat de raad zich geen oordelen over programma's zou moeten aanmeten. Klein vindt de adviesraad overbodig: de omroepverenigingen kunnen de maatschappelijke betrokkenheid zelf invullen.

De Kamer besprak op 8 oktober 2015 de oorspronkelijke versie van de nieuwe Mediawet. Zij stemt op 21 juni over het wetsvoorstel en de moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.