Lijstverbindingen ter discussie

1 februari 2017, wetsvoorstel - Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) verdedigt zijn wetsvoorstel dat de mogelijkheid van lijstencombinaties uit de Kieswet schrapt.

Politieke partijen gaan meestal lijstencombinaties aan om meer kans te maken op een restzetel. Maar dat is nooit de bedoeling geweest van lijstverbindingen, benadrukt Taverne (VVD). Ook Van Raak (SP) is voor afschaffing: de vertaling van stemmen naar zetelverdeling wordt zo transparanter. De lijstverbinding is in de ogen van Bosma (PVV) een rare tussenvorm: partijen die willen samenwerken, moeten maar gewoon fuseren.

Een oplossing voor een probleem dat niet bestaat, zo kwalificeert Amhaouch (CDA) de afschaffing van lijstverbindingen. Ook Fokke (PvdA), Schouten (ChristenUnie), Bisschop (SGP) en onafhankelijk Kamerlid Klein zien weinig in Plasterks wetsvoorstel: lijstencombinaties duiden de verwantschap tussen partijen.

Samenwerken leidt tot samengaan?

Een belangrijk argument voor lijstverbindingen was altijd dat ze konden bijdragen aan meer samenwerking tussen en het samengaan van politieke partijen. Voorbeelden uit het verleden van dit soort fusiepartijen zijn het CDA, GroenLinks en de ChristenUnie.

Dragen lijstverbindingen nog steeds bij aan het samengaan van partijen? Plasterk en Taverne wijzen erop dat er sinds 2000 geen fusies meer zijn geweest. Er is juist sprake van steeds meer versplintering, zegt Van Raak. Voor Fokke is dat juist een argument om samenwerking te blijven stimuleren via lijstencombinaties.

Restzetelverdeling

Restzetels worden nu verdeeld op basis van de grootste gemiddelden. Dit systeem bevoordeelt grote partijen, betoogt Bisschop, en die zullen ook profiteren van het afschaffen van lijstverbindingen. Daarom wil hij restzetels voortaan laten verdelen op basis van de grootste overschotten, wat gunstiger uitpakt voor kleinere partijen. Schouten en Klein vallen hem bij.

Er is discussie mogelijk over het systeem van restzetelverdeling, zegt de minister. Maar een verandering zou volgens hem in een apart wetsvoorstel geregeld moeten worden.

De Kamer stemt op 7 februari over het wetsvoorstel en de ingediende motie.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.