Kamer spreekt over de toekomst van werk
5 februari 2020, debat - Kort na elkaar verschenen twee rapporten met vergaande analyses en voorstellen over de toekomst van werk. De Kamerleden wisselen hierover van gedachten met elkaar en met minister Koolmees en staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid).
In wat voor land willen we werken? En hoe kan de arbeidsmarkt bij de tijd gebracht worden? De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) publiceerde het rapport Het betere werk. De nieuwe maatschappelijke opdracht. Daarnaast kwam de commissie Regulering van werk, beter bekend als de commissie-Borstlap, op verzoek van de regering met 47 adviezen over de arbeidsmarkt.
De analyse van zowel de WRR als de commissie-Borstlap is dat de arbeidsmarkt niet in balans is en dat de verschillen tussen vast en flexibel werk sterk zijn gegroeid. Dit heeft forse consequenties, want de verschillen tussen werknemers worden groter. Door de doorgeschoten flexibilisering is zekerheid voor sommigen een luxegoed geworden, vindt Asscher (PvdA).
Flexibilisering arbeid
Sinds de Tweede Wereldoorlog is er gewerkt aan een verzorgingsstaat op basis van solidariteit, maar de samenleving is veranderd, constateert Klaver (GroenLinks). De zelfstandige pakketbezorger of thuiszorgmedewerker doet niet meer mee aan die solidariteit, signaleert hij samen met Marijnissen (SP). De SP hoopt dat de analyses uit de rapporten "de ogen zullen openen van mensen die nog geloven in flex, want het is de betonrot in onze samenleving."
Hoewel Van Weyenberg (D66) ook vindt dat een "verbouwing van de arbeidsmarkt" nodig is, wijst hij erop dat mensen wel als zelfstandige moeten kunnen blijven werken, want voor sommigen is dat een goede vorm. Ook Tielen (VVD) wil "ruimte laten bestaan voor ondernemerschap en voor bedrijven die willen inspelen op kansen."
De WRR bepleit één vangnet voor alle werkenden, inclusief zzp'ers, om bescherming te bieden bij ziekte en arbeidsongeschiktheid. Koolmees wil daarnaar op zoek gaan. Over de invulling is nog heel veel discussie nodig, zegt hij, maar voor hem zijn er daarbij geen taboes.
Basisbaan
De WRR wil een basisbaan in plaats van een bijstandsuitkering. Dat is een gesubsidieerde baan voor mensen die moeilijk aan het werk komen, vergelijkbaar met de vroegere melkertbaan. Dat lijkt Asscher (PvdA) een goed idee. Hij vraagt de minister experimenten van gemeenten op dit vlak te steunen.
Ook Palland (CDA) is enthousiast over een basisbaan bij een normale werkgever. Van Brenk (50PLUS) benadrukt dat dan wel het minimumloon betaald moet worden. Maar De Jong (PVV) vreest dat iemand snel weer aan de kant zal staan als de subsidie stopt.
Omdat ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt mee moeten kunnen doen, vindt Van Ark de basisbaan een "interessante gedachte om verder te verkennen". Ze belooft erop terug te komen in de reactie die het kabinet nog naar de Kamer zal sturen.
Werk, zorg en scholing
Bruins (ChristenUnie) en Stoffer (SGP) vragen aandacht voor het punt dat de WRR "grip op het leven" noemt. Werk moet gecombineerd kunnen worden met zorg voor gezin, ouderen en anderen. Als werknemers daar meer ruimte voor hebben, zullen ze meer autonomie ervaren.
Zowel de WRR als de commissie-Borstlap concludeert dat er meer regelingen moeten komen voor scholing en een leven lang leren. Bruins (ChristenUnie) is enthousiast over een persoonlijk ontwikkelbudget voor iedereen. Uiteindelijk zal dat onze economie heel veel opleveren, denkt hij. Een leerrecht kan ook heel goed ingezet worden om mensen die hun baan verliezen, weer aan het werk te helpen, denkt Van Weyenberg (D66).
De Kamer stemt op 11 februari over de tijdens het debat ingediende moties.
Zie ook
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
- Kijk debatten terug via Debat Gemist