Frauderegime uitkeringen versoepeld
18 mei 2016, wetsvoorstel - Een Kamermeerderheid is het met minister Asscher (Sociale Zaken) eens dat de aanpak van uitkeringsfraude is doorgeschoten. Er moet meer rekening worden gehouden met de mate van opzet en verwijtbaarheid.
Sjoemelen met sociale uitkeringen mag niet lonen. Asscher staat nog steeds achter dit uitgangspunt van de Fraudewet uit 2013. Maar het is volgens hem nooit de bedoeling geweest dat mensen hoge boetes krijgen omdat ze door vergissingen of onhandigheid niet (op tijd) de juiste informatie hebben verstrekt. Daarom wil hij in de wet vastleggen dat de hoogte van boetes afhankelijk is van de mate van opzet en verwijtbaarheid. Zo kan bij verminderde verwijtbaarheid de boete beperkt blijven tot 25% in plaats van 100% van het benadelingsbedrag. Bovendien krijgt men 60 dagen de tijd om vergissingen zelf te melden, waarna er slechts een waarschuwing wordt gegeven.
Brede steun voor versoepeling maar VVD is tegen
Het principe dat mensen die zich slechts vergissen lager beboet worden, krijgt brede steun in de Kamer. We moeten deze mensen niet langer behandelen als criminelen, zegt Kerstens (PvdA). Maar echte fraudeurs mogen niet de dans ontspringen, benadrukt Schut (VVD), die vreest dat de afschrikwekkende werking van de Fraudewet vermindert. Van Weyenberg (D66) en Heerma (CDA) vinden het belangrijk dat de pakkans stijgt. Handhaaf de bestaande minimumboete, betoogt De Graaf (PVV). Maar dat vindt Asscher onverstandig, omdat die al snel te hoog is bij kleine fraudebedragen en verminderde verwijtbaarheid. Karabulut (SP) wil juist dat het boetepercentage bij verminderde verwijtbaarheid verder omlaaggaat naar 10% van het benadelingsbedrag.
Aandacht voor achterliggende problemen
Het niet (op tijd) verstrekken van de juiste informatie is volgens Van Weyenberg een indicatie voor achterliggende problemen. Ondersteuning via schuldhulpverlening of bij het op orde brengen van de administratie kan dan recidive helpen voorkomen. Volgens Karabulut komen mensen in grote financiƫle problemen als de beslagvrije voet niet wordt gerespecteerd bij het (terug)betalen van te veel ontvangen bedragen en boetes. Bijval krijgt zij onder anderen van Kerstens en Heerma. Verschuldigde (boete)bedragen zouden niet pas na tien jaar maar al eerder moeten kunnen worden kwijtgescholden, betoogt Schouten (ChristenUnie), zodat perspectief wordt geboden aan mensen die hun leven beteren en niet opnieuw in de fout gaan.
De Kamer sprak eerder op 17 mei over het wetsvoorstel. Zij stemt op 24 mei over het wetsvoorstel en de ingediende moties.
Zie ook:
-
Het overzicht van de laatste debatten in het kort
-
De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.