Einde aan nepuniversiteiten
28 september 2016, wetsvoorstel - Als een onderwijsinstelling niet echt een universiteit of hogeschool is, mag die zichzelf niet meer zo noemen.
Je wilt als student niet met een diploma eindigen dat veel minder waard is dan je dacht. Ook werkgevers willen zeker weten dat een titel of graad echt wat voorstelt.
Sommige instellingen die zichzelf universiteit of hogeschool noemen, zijn helemaal geen échte universiteit of hogeschool. Dat is volgens Duisenberg (VVD) misleidend voor aankomende studenten, werkgevers en de samenleving. Bovendien gaat het ten koste van de goede naam die onze universiteiten hebben, vindt Asante (PvdA).
Minister Bussemaker (Onderwijs) komt daarom met een wet. Zij regelt daarin een aantal dingen:
- Onterecht gebruik van de namen "universiteit" of "hogeschool" wordt verboden
-
Graden en titels kunnen niet zomaar verstrekt worden
-
Onderwijsbestuurders die discriminerende uitlatingen doen, kunnen op de vingers worden getikt
Namen "universiteit" en "hogeschool" beschermd
De naam "universiteit" of "hogeschool" gebruiken? Dat mag voortaan alleen op wettelijke basis. Instellingen en personen die deze namen onterecht gebruiken, kunnen rekenen op een boete. Hetzelfde geldt voor graden als bachelor en master en voor titels.
Uitzonderingen toestaan?
Bruins (ChristenUnie) en Rog (CDA) springen in de bres voor de Evangelische Hogeschool en de Vrije Hogeschool. Dat zijn geen echte hogescholen, maar scholen die een tussenjaar aanbieden. Waarom deze twee instellingen uitzonderen? Bruins: "Hier is absoluut geen sprake van misleiding. Ze bestaan al decennia en communiceren duidelijk dat hun opleiding slechts een tussenjaar is."
Islamitische Universiteit Rotterdam
De rector van de Islamitische Universiteit Rotterdam laat zich regelmatig beledigend uit over onder anderen homo's, Koerden en joden. Tot nu toe kon de minister dat niet aanpakken. "Zeer frustrerend" volgens Beertema (PVV), die de universiteit het liefst zo snel mogelijk sluit.
Met haar nieuwe wet kan Bussemaker beter optreden tegen onderwijsinstellingen, bestuurders of docenten die discriminerende uitspraken doen. Zij verplicht universiteiten en hogescholen het "maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef" bij studenten te bevorderen. Wie dat niet doet, kan sancties verwachten.
Wat kan Bussemaker straks werkelijk doen tegen discriminerende uitlatingen? Van Dijk (SP) en Van Meenen (D66) hebben zo hun twijfels. De minister moet discriminerende uitspraken toetsen aan bestaande uitspraken van de rechter, maar eerder is de IUR als niet-strafbaar beoordeeld. Het zal inderdaad niet meevallen, geeft de minister toe, maar deze wet is in ieder geval een startpunt.
Jihad
En wat als een schooldirecteur bijvoorbeeld oproept tot het voeren van de gewapende jihad? Kan de minister dan actie ondernemen, vraagt Bruins. Bisschop (SGP) wil laten onderzoeken welke mogelijkheden het toezicht hiervoor biedt.
Dergelijke extreme gevallen raken de fundamenten van de rechtsstaat, antwoordt Bussemaker. Daarmee wordt duidelijk niet voldaan aan het bevorderen van maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. De nieuwe wet biedt dan een grond om op te treden.
De Kamer sprak eerder op 15 september over dit wetsvoorstel. Zij stemt op 4 oktober over het wetsvoorstel en de moties.
Zie ook:
-
Het overzicht van de laatste debatten in het kort
-
De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.