Discussie over rol medezeggenschap in onderwijs

3 februari 2016, wetsvoorstel - Hoe groot moet de invloed van docenten, studenten, leerlingen en ouders zijn? Dit is de belangrijkste vraag in het debat over het wetsvoorstel van minister Bussemaker (Onderwijs) om de bestuurskracht te versterken.

Cultuur en structuur moeten binnen onderwijsinstellingen zo zijn dat men open en met respect ideeën met elkaar deelt. Dit is het streven van Bussemaker met haar wetsvoorstel. Medezeggenschap is in haar ogen daarbij belangrijk, maar zij pleit wel voor een duidelijke rolverdeling. Sommige voorstellen van SP, GroenLinks, D66 en PvdA gaan haar daarom te ver: medezeggenschapsorganen moeten niet op de stoel van de raad van bestuur of de raad van toezicht gaan zitten en zich niet te veel bemoeien met details. Zij wil onderwijsinstellingen bovendien enige ruimte geven bij het vormgeven van de medezeggenschap. Het gaat om het vinden van de juiste balans, aldus Bruins (ChristenUnie) en Bisschop (SGP).

Advies- of instemmingsrecht voor medezeggenschap?

Medezeggenschapsorganen moeten bij veel meer onderwerpen instemmingsrecht in plaats van adviesrecht krijgen, vindt D66'er Van Meenen. Ook Mohandis (PvdA), Van Dijk (SP) en Grashoff (GroenLinks) pleiten daarvoor: onderwijsbestuurders moeten voldoende tegenspraak krijgen. De bevoegdheden van de medezeggenschap zijn en worden al versterkt, reageert de minister, maar men maakt daarvan niet altijd even goed gebruik. Ook verzet zij zich tegen het beeld dat adviesrecht niets voorstelt. Bussemaker is wel positief over het voorstel van Duisenberg (VVD) en Mohandis om de positie van de opleidingscommissies te versterken. Maar deze commissies zouden volgens haar niet de eindtermen moeten gaan bepalen.

Rol van medezeggenschap bij benoemingen

Welke rol moet de medezeggenschap krijgen bij het benoemen van bestuurders? Er moet draagvlak zijn binnen de organisatie, benadrukt de minister. In dat licht is zij positief over het voorstel van Rog (CDA) en Bruins over de vertegenwoordiging van docenten en studenten in de sollicitatiecommissie. Een bindende voordracht door een sollicitatiecommissie die voor de helft door docenten en studenten wordt samengesteld, zoals Mohandis en Van Meenen willen, gaat haar echter te ver: de eindverantwoordelijkheid voor benoemingen ligt bij de raad van toezicht. Dat bezwaar geldt volgens haar nog sterker voor het idee van Van Dijk en Grashoff om medezeggenschapsorganen instemmingsrecht te geven bij de benoeming van bestuurders.

Hoofdelijke aansprakelijkheid bestuurders en toezichthouders

Onderwijsbestuurders en -toezichthouders moeten hoofdelijk aansprakelijk zijn bij schade als gevolg van wanbeheer. Beertema (PVV) en Van Dijk willen dit principe in de wet opnemen. Bijval daarvoor krijgen zij van Duisenberg en Rog. Bussemaker begrijpt de wens om wanbeheer aan te pakken, maar volgens haar bestaan daarvoor al wettelijke instrumenten. Zij verwijst ook naar een breder wetsvoorstel van de minister van Veiligheid en Justitie dat in voorbereiding is, met nadere uitwerking van de regels voor aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders in de semipublieke sector. Naar aanleiding daarvan wil zij later bezien of aanpassing van onderwijsregelgeving nodig is.

De Kamer debatteerde eerder op 21 januari over het wetsvoorstel. Zij stemt op 9 februari over het wetsvoorstel en de ingediende moties.

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.