Debat over de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 afgerond

8 oktober 2020, wetsvoorstel - De Kamer rondt het debat over de tijdelijke coronawet af met de ministers De Jonge (Volksgezondheid), Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).

De tijdelijke coronawet zorgt voor een betere democratische legitimatie van en een steviger juridisch fundament onder de coronamaatregelen. En maatregelen zullen voorlopig nodig zijn, zegt De Jonge, want "het nare virus zal ons nog lang in de greep houden". Maatregelen die voor een langere termijn rechten beperken, verdienen een goede wettelijk basis, aldus de minister.

Maatschappelijke onrust

Volgens Markuszower (PVV) is de maatschappelijke onrust rond de wet te wijten aan minister De Jonge, die aanvankelijk met een "rare wet" kwam die hem veel te veel bevoegdheden gaf. Met de wijzigingen die de Kamer nu voorstelt, wordt De Jonge in zijn woorden "van coronakeizer soldaat tweede klas". De PVV'er verwijt minister Ollongren dat het wetsvoorstel de grondrechten aantast.

We hadden onszelf meer tijd moeten gunnen en hadden meer uitleg moeten geven in de consultatiefase van de wet, erkent minister De Jonge. Minister Ollongren is blij dat er met de wijzigingen van de Kamer nu een breed draagvlak is voor de wet.

Kuiken (PvdA) ziet een patroon in het coronadossier: dingen worden met veel bravoure aangekondigd, bijvoorbeeld rond de corona-app en de testcapaciteit, maar pakken minder succesvol uit. Behoedzaamheid in de communicatie is goed, zo reageert De Jonge.

Neem het voortouw in het verwerven van draagvlak voor de wet, adviseert Veldman (VVD). De Jonge wil bij de invoering van de wet een goed communicatieplan opstellen om "het waarom en de inhoud van de wet" goed duidelijk te maken. We zullen steeds delen wat we weten, zegt de minister.

Rol volksvertegenwoordiging

Buitenweg (GroenLinks) scherpt de rol van het parlement aan: een ministeriële regeling moet altijd door de Kamer goedgekeurd worden. Als dat in uitzonderingsgevallen niet vooraf mogelijk is, kan de Kamer de regeling binnen een week terugdraaien.

Minister De Jonge begrijpt de wens van de Kamer om meer zeggenschap, maar benadrukt dat er soms onvoldoende tijd is om te vergaderen voordat een coronamaatregel wordt getroffen. Daarom wil hij de maatregelen met een model voorspelbaarder maken. Dat kan omdat "we meer zicht hebben op het virus". Een rol van de Eerste Kamer, een wens van Hijink (SP), vindt de minister daarbij niet noodzakelijk.

Er zijn mogelijkheden voor lokaal maatwerk bij de aanpak van het coronavirus, zegt minister Ollongren. Zij vindt belangrijk dat ook in de gemeenteraden het debat over het beleid plaatsvindt. Daarom is ze positief over Van Dams (CDA) idee om de voorzitter van de veiligheidsregio verantwoording te laten afleggen aan de gemeenteraden.

Verlenging

De coronawet vervalt automatisch na een halfjaar, tenzij de regering besluit tot verlenging. Groothuizen (D66) wil de geldigheidsduur van de wet beperken tot drie maanden. Minister De Jonge kan daarmee leven. Maar waarom mag de Kamer niet beslissen over zo'n verlenging? Van Esch (PvdD), Baudet (FvD) en Van Haga willen dat de wet vervalt als de Kamer er niet mee instemt.

Minister De Jonge zegt dat het kabinet na elke periode van een halfjaar of drie maanden een voorgenomen verlenging aan de Kamer zal voorleggen. Daarbij zit dan een advies van de Raad van State, zoals Van der Staaij (SGP) voorstelt. De Kamer kan vervolgens in een debat een motie tegen verlenging indienen, aldus De Jonge.

Bezoekrecht

Het inperken van bezoek aan verpleeghuizen moet mogelijk blijven, zegt minister De Jonge, maar hij is het eens met het voorstel van Van Brenk (50PLUS) dat bewoners altijd ten minste één familielid of naaste moeten kunnen ontvangen. Het generieke bezoekverbod tijdens de eerste coronagolf noemt hij "de allerschrijnendste maatregel".

Stel dat een bewoner van een verpleeghuis meerdere mantelzorgers heeft. Die moeten volgens Van der Graaf (ChristenUnie) de bewoner kunnen bezoeken. Minister De Jonge verwijst naar het bezoekplan dat instellingen maken.

Boetes en vog

Het houden van 1,5 meter afstand is zo tegennatuurlijk aan menselijke gedrag dat een overtreding snel gemaakt kan zijn, zegt minister Grapperhaus. Hij begrijpt dan ook de wens van de Kamer om de boetes te verlagen en te voorkomen dat er consequenties zijn bij het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag (vog).

Is het niet logisch dat mensen die eerder beboet zijn, nu een deel hun geld terugkrijgen? Azarkan (DENK) en Van Kooten vragen zich dat af. Het is aan het Openbaar Ministerie en de rechter om hierover te oordelen, vindt Grapperhaus.

Het is onredelijk dat de boetes voor kleine restaurants en cafés even hoog zijn als die voor grote zaken, vindt Krol. Grote bedrijven lachen erom, kleine gaan failliet.

De Kamer sprak op 7 oktober al over het wetsvoorstel. Zij stemt op 13 oktober over het wetsvoorstel en de ingediende moties.

Zie ook: