Debat over de stint

30 oktober 2019, debat - Veiligheid kreeg te weinig aandacht bij de toelating van de stint, concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid in een rapport. De Kamer bespreekt het met minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur).

Het leek ooit de ideale oplossing voor het vervoer van kinderen: de stint. Met deze elektrische bolderkar konden kinderdagverblijven opeens uitjes organiseren die anders niet binnen hun bereik lagen. Maar op 20 september 2018 vond in Oss een tragedie plaats. Een stint met zes inzittenden werd geschept door een trein, waarschijnlijk wegens weigerende remmen. Vier kinderen overleden.

Had de stint toegelaten mogen worden op de openbare weg? Die vraag onderzocht de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) naar aanleiding van het ongeluk in Oss. De raad concludeert dat er te weinig aandacht was voor de verkeersveiligheid. Ook negeerde het ministerie signalen van deskundigen.

Van Aalst (PVV) constateert dat de OVV in zijn rapport "snoeihard uithaalt". De conclusies van de onderzoeksraad zijn hard, helder en ontluisterend, vindt ook Wassenberg (PvdD). Minister Van Nieuwenhuizen voelt het als haar "diepe verantwoordelijkheid" om lessen uit het gebeurde te trekken.

Rol van het ministerie

Veiligheid kreeg op het ministerie onvoldoende aandacht bij de toelating van de stint, concludeert de OVV. De SWOV stelde een intensiever onderzoeksprotocol voor, maar dat vond het ministerie te tijdrovend en te duur. Het ministerie droeg de RDW op om het toetsingskader zo beperkt mogelijk te houden. Wat is de veiligheid ons dan waard, vraagt Schonis (D66) zich af.

De leiding van het ministerie heeft zitten slapen, constateert Laçin (SP): de stint had nooit onder de categorie bijzondere bromfietsen mogen vallen. Waarom legde het ministerie twee negatieve adviezen naast zich neer, vraagt Van Dijk (PvdA). De overheid heeft gruwelijk gefaald, meent Kröger (GroenLinks). De minister moet diep door het stof gaan, vindt Van Aalst (PVV).

Dijkstra (VVD) vindt het fair om ook eerlijk naar de rol van de Kamer te kijken: voorgangers van de verschillende verkeerswoordvoerders drongen destijds vooral aan op innovatie en snelle procedures, zonder al te veel regels. Mede daardoor kon de stint toegelaten worden op de openbare weg.

De minister erkent dat de stint in deze vorm nooit had mogen worden toegelaten. Zij biedt de Kamer en de nabestaanden haar excuses aan voor de rol van haar ministerie: "Ik vind het zeer pijnlijk en het spijt mij heel erg."

Toelating andere voertuigen

Het lijkt erop dat de stint nog maar het topje van de ijsberg is, zegt De Pater (CDA): ruim 20% van het aantal verkeersdoden is gebruiker van een zogenoemd licht gemotoriseerd voertuig, de categorie waar ook de stint onder valt. Zij vindt dat aan zulke voertuigen onvoldoende veiligheidseisen worden gesteld.

Van der Graaf (ChristenUnie) merkt op dat elektrische bakfietsen ook nooit beoordeeld zijn op veilige verkeersdeelname, terwijl daar toch ook kinderen mee vervoerd worden. Wanneer gaat dat alsnog gebeuren? Scootmobielen kunnen ook zonder toelatingsprocedure op de weg, ziet Van Brenk (50PLUS). Ze bepleit een inhaalactie om ook voertuigen "voor de meest kwetsbare groepen" te keuren.

Van Nieuwenhuizen gaat de komende tijd overleggen over een integrale veiligheidsbeoordeling voor verschillende typen voertuigen. Heel goed, vindt Stoffer (SGP). Hij plaatst wel een kanttekening: laten we in het oog houden dat een risicoloze samenleving niet bestaat.

De Kamer stemt op 5 november over de ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Gemist