Bespreking begroting Binnenlandse Zaken afgerond
18 november 2015, begroting - De AIVD, de toestroom van migranten en de financiële positie van gemeenten zijn de belangrijkste onderwerpen bij de behandeling van de Binnenlandse Zakenbegroting van minister Plasterk.
Omdat misschien niet elke Nederlander weet wat het ministerie van Binnenlandse Zaken precies doet, vat minister Plasterk zijn departement kort samen: "Binnenlandse Zaken staat in het hart van de gebeurtenissen". Het ministerie speelt bijvoorbeeld een belangrijke rol in de opvang van asielzoekers. Plasterk is ook verantwoordelijk voor de AIVD en daarmee dus voor de bescherming tegen terrorisme. Ook de grote decentralisaties van de zorg naar de gemeenten worden door Binnenlandse Zaken gecoördineerd. De vragen van de Kamer beslaan zodoende een breed terrein, maar de meeste aandacht gaat uit naar de AIVD, migranten en de financiële positie van de gemeenten.
Door aanslagen Parijs extra aandacht voor AIVD
De aanslagen in Parijs vestigen de aandacht op de internationale samenwerking tussen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Volgens Plasterk is die uitstekend. Van Raak (SP) merkt op dat er waarschijnlijk, en gelukkig, allerlei aanslagen zijn voorkomen, maar dat er desalniettemin verschillende aanslagen zijn gepleegd in Europa. Dus hoe goed is die samenwerking nou echt? Van Toorenburg (CDA) vindt dat Plasterk het Nederlandse EU-voorzitterschap in 2016 moet gebruiken om vooruitgang te boeken. "Terrorisme blijft niet binnen de grenzen", haakt Koşer Kaya (D66) aan. Daarom wil zij een grotere rol voor het EU Intelligence Centre (INTCEN). Bisschop (SGP) geeft aan niet gerust te zijn op het AIVD-budget.
Binnenlandse Zaken coördineert overleg over asielzoekers
De gemeenten zijn van groot belang bij de opvang van asielzoekers. Het ministerie van Binnenlandse Zaken coördineert het overleg tussen het Rijk en de lagere overheden hierover. Ook heeft BZK een vliegende brigade die kan adviseren over het raadplegen van bewoners en het omgaan met bedreigingen. Veldman (VVD) is bezorgd: Kunnen de gemeenten het wel aan? Volgens Bosma (PVV) worden gemeenten zelfs onder druk gezet door het COA om mensen op te vangen, en Van Klaveren (GrBvK) vreest dat er jihadisten tussen de migranten zitten. Volgens Plasterk valt niet te ontkennen dat dit onderwerp spanningen oplevert, maar "we kunnen die mensen niet op straat laten slapen, want dat is voor niemand goed."
Gemeentefinanciën voor sommige fracties zorgelijk
Door de decentralisatie van de jeugdzorg, langdurige zorg, ouderenzorg en voorzieningen voor werk en inkomen kregen de gemeenten heel wat op hun bordje, stelt Wolbert (PvdA). Plasterk concludeert dat de transitie is gelukt. Maar volgens Van Raak hebben gemeenten te weinig geld voor de uitvoering. Onafhankelijk Kamerlid Klein vindt het bezwaarlijk dat gemeenten gedurende het begrotingsjaar aanpassingen aan hun begroting moeten opvangen, zonder dat zij daar mogelijkheden voor hebben. Het stoort Voortman (GroenLinks) dat het kabinet weliswaar geen plannen heeft om gemeenten te laten opschalen, maar ze toch opzadelt met een bezuiniging van 1 miljard daarvoor.
De overheid gaat steeds meer digitaal
Het Rijk wil dat burgers vanaf 2017 al hun zaken met de overheid digitaal kunnen regelen. Volgens Plasterk worden daarmee vorderingen geboekt. Van Toorenburg betreurt het dat er alleen nog digitaal met de Belastingdienst gecommuniceerd kan worden. Plasterk geeft aan dat mensen daar wel bij geholpen worden. Dat kan volgens Krol (50PLUS) nog wel wat publieksvriendelijker, want sommige gemeenten zeggen dat ouderen het maar aan een kleinkind of buurvrouw moeten vragen. Oosenbrug (PvdA) en Veldman willen dat de minister meer grip krijgt op de ICT van de overheid, en willen dat hij daarvoor alle kosten in kaart brengt.
De Kamer sprak eerder over dit onderwerp op 17 november 2015. Over de moties wordt dinsdag 24 november gestemd. De begroting komt later in stemming.
Zie ook:
-
Het overzicht van de laatste debatten in het kort
-
De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.