Plenair verslag Tweede Kamer, 69e vergadering
Dinsdag 4 april 2023

  • Aanvang
    14:00 uur
  • Sluiting
    16:36 uur
  • Status
    Gecorrigeerd

Opening

Voorzitter: Bergkamp

Aanwezig zijn 146 leden der Kamer, te weten:

Aartsen, Agema, Alkaya, Amhaouch, Azarkan, Van Baarle, Baudet, Becker, Beckerman, Beertema, Belhaj, Van den Berg, Bergkamp, Van Beukering-Huijbregts, Bevers, Bikker, Bisschop, Bontenbal, Martin Bosma, Boswijk, Bouchallikh, Boucke, Boulakjar, Boutkan, Brekelmans, Bromet, Bushoff, Van Campen, Ceder, Dassen, Dekker-Abdulaziz, Tony van Dijck, Inge van Dijk, Drost, Eerdmans, El Yassini, Ellemeet, Ellian, Ephraim, Eppink, Erkens, Van Esch, Fritsma, Futselaar, Geurts, Van Ginneken, De Graaf, Van der Graaf, Graus, Grevink, Grinwis, Peter de Groot, Tjeerd de Groot, Gündoğan, Den Haan, Van Haga, Hagen, Hammelburg, Haverkort, Rudmer Heerema, Pieter Heerma, Heinen, Helder, Hermans, Hijink, Van den Hil, De Hoop, Van Houwelingen, Idsinga, Jansen, Léon de Jong, Romke de Jong, Kamminga, Kat, Kathmann, Van Kent, Kerseboom, Klaver, Klink, Koerhuis, Kops, De Kort, Kröger, Krul, Kuik, Kuiken, Kuzu, Kwint, Van der Laan, Van der Lee, Leijten, Maatoug, Madlener, Marijnissen, Markuszower, Van Meenen, Van Meijeren, Michon-Derkzen, Minhas, Mohandis, Agnes Mulder, Edgar Mulder, Mutluer, Nijboer, Van Nispen, Omtzigt, Ouwehand, Palland, Paternotte, Paul, Paulusma, Peters, Piri, Van der Plas, Podt, Pouw-Verweij, Van Raan, Raemakers, Rahimi, Rajkowski, De Roon, Sahla, Chris Simons, Sylvana Simons, Sjoerdsma, Slootweg, Smals, Sneller, Van der Staaij, Strolenberg, Teunissen, Thijssen, Tielen, Valstar, Verkuijlen, Vestering, Wassenberg, Van Weerdenburg, Van der Werf, Werner, Westerveld, Van Weyenberg, Van Wijngaarden, Wilders, Van der Woude en Wuite,

en de heer Jetten, minister voor Klimaat en Energie, de heer Weerwind, minister voor Rechtsbescherming, en de heer Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs.

De voorzitter:
Ik open de vergadering van dinsdag 4 april 2023.

Vragenuur

Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.


Vragen Hagen

Vragen van het lid Hagen aan de minister voor Klimaat en Energie, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, over het bericht "Kabinet woest: Heineken en Grolsch gaan nog weken door met blikjes zonder statiegeld".

De voorzitter:
Aan de orde is het mondelinge vragenuur. Ik heet de minister voor Klimaat en Energie van harte welkom, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Ik heet de woordvoerders, de mensen op de publieke tribune en de mensen die op een andere manier het mondelinge vragenuur volgen van harte welkom.

Ik geef het woord aan mevrouw Hagen van D66. Zij heeft een mondelinge vraag aan de minister over het bericht "Kabinet woest: Heineken en Grolsch gaan nog weken door met blikjes zonder statiegeld". Het woord is aan mevrouw Hagen van D66.

Mevrouw Hagen (D66):
Dank, voorzitter. Per jaar belanden er in Nederland tientallen miljoenen blikjes op straat. Die blikjes zwerven vervolgens minimaal 50 jaar lang in ons milieu. De oplossing is begin deze eeuw al bedacht: statiegeld. Door statiegeld gebruiken we materialen heel veel langer. Kijk bijvoorbeeld naar glas. Een glasbakflesje gaat slechts acht keer mee en een ingezameld statiegeldflesje gaat wel twintig keer mee. Statiegeld werkt. Na twintig jaar voorbereidingstijd van heel veel verschillende partijen was 1 januari de startdatum van het statiegeld op blik. Maar nee, zelfs die datum, na twintig jaar, gaf wederom gemor en uitstelgedrag bij de producenten van de blikjes en de dranken en bij de supermarkten. Producten gingen zelfs naar de rechter om nog een keer uitstel te krijgen. Boven op twintig jaar voorsorteren kwam nog eens drie maanden respijt. 1 januari werd afgelopen 1 april. Vanaf afgelopen zaterdag kunnen alle Nederlanders hun blikjes inleveren. Maar vlak voor invoering weigeren Heineken en Grolsch zich te houden aan statiegeld op blik per 1 april. Ze blijven blikjes vullen zonder statiegeldlogo, waardoor consumenten ze niet kunnen inleveren. Het is ongehoord dat dit soort bedrijven, die zouden moeten weten wat er speelt in de samenleving en een grote verantwoordelijkheid dragen voor een duurzame toekomst, hun verantwoordelijkheid ontlopen. Als vurig pleitbezorger van een circulaire economie waarin we producten zo lang mogelijk gebruiken en afval tegengaan, ben ik dit uitstelgedrag echt helemaal zat. Keer op keer lopen we bij het beschermen van ons milieu aan tegen de gevestigde orde die zo lang mogelijk door wil gaan op de oude weg. Juist dit soort grote bedrijven hebben een voorbeeldfunctie op weg naar een groene en duurzame, circulaire economie.

Daarom heb ik de volgende vragen. Is de minister het met ons eens dat Grolsch en Heineken hun verantwoordelijkheid ontlopen? Kan de minister aangeven hoe er is opgetreden tegen Heineken en Grolsch? En is de minister met ons van mening dat er hard opgetreden moet worden tegen deze fabrikanten?

De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Jetten:
Dank u wel, voorzitter. Ik vervang inderdaad de staatssecretaris van IenW. Zij is op dit moment met de koning op de locatie in Voorschoten waar afgelopen nacht een verschrikkelijk treinongeluk is gebeurd. Mede namens de staatssecretaris wil ik allereerst mijn medeleven uiten richting de nabestaanden, alle slachtoffers en ook alle betrokken spoormedewerkers.

Dan ga ik nu naar de vraag van mevrouw Hagen. Zij stelt terecht dat we de afgelopen jaren hebben gezien dat ontzettend veel blikjes in de natuur en ons milieu belanden, met enorme milieuschade tot gevolg. Dat is niet alleen slecht voor het milieu en de natuur; het is ook een grote ergernis voor veel Nederlanders die willen dat we met elkaar het probleem van zwerfafval oplossen. Statiegeld is daarbij een uitstekend middel. Het zorgt er niet alleen voor dat we minder zwerfafval hebben; het zorgt er ook voor dat we een echte stap kunnen zetten naar de meer circulaire economie, waarbij we grondstoffen op een slimme manier en ook vaker gebruiken.

Vanaf afgelopen zaterdag 1 april was het dan eindelijk zover: ook statiegeld op blikjes. Dat heeft even geduurd, maar ik ben blij dat de sector er nu in is geslaagd een werkend systeem van inzameling in te richten. Tot mijn grote teleurstelling lijken twee grote bierbrouwers hier nu niet voluit aan mee te werken. De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft dan ook aan de staatssecretaris bevestigd: wij hebben signalen ontvangen dat partijen ook na 1 april nog steeds blikjes zonder statiegeldlogo in handel willen brengen. Dat is nadrukkelijk niet de bedoeling. Marktpartijen mogen hun bestaande voorraden nog in de handel brengen, want het zou zonde zijn als allerlei bestaande voorraad zou moeten worden vernietigd. Dat is ook niet de circulaire gedachte. Maar het is niet de bedoeling om nieuwe blikjes in de handel te brengen waar geen statiegeldlogo op zit.

We hebben in plaats van 31 december jongstleden 1 april als datum waarop dit is ingevoerd. De partijen in de sector hebben in totaal 25 maanden voorbereidingstijd hiervoor gehad. Naast de twee genoemde fabrikanten zijn veel andere bedrijven wel gewoon klaar om vanaf 1 april jongstleden aan dit nieuwe systeem te voldoen. Ik ben dan ook blij dat de ILT scherp zal toezien op handhaving van de invoering van het systeem met statiegeld. De ILT overweegt ook om strak te handhaven op deze overtredingen en zal daarover snel meer informatie verstrekken. Ik ben het eens met mevrouw Hagen dat deze partijen niet hun verantwoordelijkheid kunnen ontlopen. Doen ze dat wel, dan zal de inspectie daartegen optreden.

Mevrouw Hagen (D66):
Aangezien we hier nu de coördinerend minister voor Klimaat aantreffen, kan ik me zo voorstellen dat hij ook daadwerkelijk orde op zaken gaat stellen. Kan de minister voor Klimaat dan ook reflecteren op de houding van dit soort grote bedrijven, die de omslag naar de duurzame toekomst traineren en vertragen? Bent u bereid om in gesprek te gaan? En als u met hen om tafel gaat, wilt u dan ook vriendelijk en zeer dringend erop aandringen om al hun flesjes te voorzien van statiegeld? Als we nu de gemiddelde supermarkt inlopen, vol glazen bierflesjes, dan zijn er nog steeds heel veel flesjes met draaidoppen die niet voorzien zijn van statiegeld, en dat is toch waar we naartoe willen.

Minister Jetten:
We werken met dit kabinet aan zeer ambitieus klimaatbeleid en daarbij willen we ook echt voor elkaar krijgen dat we toegaan naar die nieuwe groene economie in Nederland, waar circulariteit en klimaatneutraliteit centraal staan. Dat levert ook hele nieuwe verdienmodellen op voor Nederlandse bedrijven en internationale bedrijven die in Nederland actief zijn.

Ik ben het zeer met mevrouw Hagen eens dat juist ook grote bedrijven een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben, om ook echt voorop te lopen in deze klimaat- en energietransitie. Ik ben dan ook altijd bereid om met bedrijven om tafel te gaan, om te kijken wat we meer kunnen doen om die circulaire economie sneller voor elkaar te boksen, of er nog belemmeringen zijn waar bedrijven tegenaanlopen, waarbij we als overheid kunnen helpen om die omslag naar circulariteit voor elkaar te krijgen.

Maar ik wil wel één punt heel helder onderstrepen, specifiek op het punt van statiegeld op blikjes. Daar geldt nu gewoon de wet en de wet zegt: u moet meewerken aan een inzamelsysteem met statiegeld. Als bedrijven zich daar niet aan houden, ben ik dus niet bereid om op dat specifieke punt het gesprek aan te gaan. Dan moet de ILT daar gewoon op handhaven. De wet geldt ook voor deze twee bedrijven. Voor al het andere richting de circulaire economie werk ik graag met hen samen om dat een stap dichterbij te krijgen.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Hagen. Dan geef ik het woord aan mevrouw Mulder van het CDA, want zij was net een fractie eerder. En dan mevrouw Van Esch.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Fijn dat u aangeeft waarom de staatssecretaris hier vandaag niet staat. Ook onze gedachten gaan uit naar slachtoffers en nabestaanden van deze vreselijke treinramp.

Mijn vraag aan de minister ziet erop dat heel veel mkb-bedrijven zich wel hebben voorbereid op statiegeld op blik. Deze twee grote bedrijven hebben dat niet gedaan. Kennelijk kan het dus financieel uit om daarvoor te kiezen. Kan de minister ervoor zorgen dat de boetes dusdanig hoog zijn dat het niet uit kan? Misschien kan dat niet, maar daar moet stevig op gestuurd worden, want iedere dag dat ze niet leveren wat ze gewoon volgens de wet moeten doen, mag daar ook een bedrag tegenover staan, vind ik, want ze zadelen de maatschappij wel op met blikjes, zoals we dat niet hadden afgesproken.

Minister Jetten:
Laat ik daar twee dingen over zeggen. Allereerst ben ik het zeer met mevrouw Agnes Mulder eens dat heel veel bedrijven, grote en kleine, zich de afgelopen 25 maanden flink in het zweet hebben gewerkt om klaar te zijn voor invoering van dit nieuwe systeem. Dank aan alle bedrijven die dat hebben gedaan en die dus ook vanaf 1 april jongstleden met dit statiegeldsysteem werken.

De vraag is ook hoe die handhaving effectief gaat zijn. Ik ga ervan uit dat de Inspectie voor Leefomgeving en Transport, die volledig onafhankelijk is, vast en zeker ook meeluistert naar dit vragenuur, en dat hun handhaving de komende dagen zo vorm wordt gegeven om Heineken en Grolsch ertoe te bewegen zo snel mogelijk over te stappen op het nieuwe systeem. Het moet echt handhaving zijn die ook pijn doet, om even in uw woorden te blijven, zodat deze bedrijven zich zo snel mogelijk wel aan de wet gaan houden.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Inderdaad, daar gaat mijn vraag ook over. Tot nu toe is de ILT weleens bereid om eerst een gesprek aan te gaan en dan dwangsommen op te leggen die voor dit soort bedrijven gewoon peanuts zijn. Dat wil ik nog een keer benadrukken. Ik ben benieuwd of dat ook aan de ILT kan worden doorgegeven, want dwangsommen opleggen van €10.000 is leuk, maar dat is voor dit soort bedrijven een lachertje. Ik vind dat we daar wel echt rekening mee moeten houden. Deze bedrijven hebben er bewust voor gekozen om 1 april niet als ingangsdatum te hebben. Ik ben dus wel benieuwd of wij als regering en als ILT nog harder kunnen optreden, want dit is een bewuste keuze van deze bedrijven geweest.

Minister Jetten:
Ik heb vanuit mijn rol als minister voor Klimaat en Energie vaak met een andere toezichthouder te maken, maar ik herken de vraag ook wel vanuit een aantal andere dossiers. Ik hecht eraan dat in Nederland dit soort toezichthouders volledig onafhankelijk opereren en dat zij dus ook geen instructies van ministers of staatssecretarissen kunnen ontvangen. Maar ik ben het in algemene zin met mevrouw Van Esch eens dat de handhaving op zo'n manier moet worden vormgegeven dat je bedrijven ertoe kunt bewegen om zich aan de wet te houden. Dat betekent dat je als toezichthouder ook bepaald maatwerk moet kunnen toepassen, want bij de kleine mkb'er, waar mevrouw Agnes Mulder het net over had, zul je een andere vorm van handhaving moeten toepassen dan bij een grote multinational. De handhaving van ILT moet dus wel echt passend zijn bij de maat van deze twee bedrijven, zodat ook zij maximaal worden geprikkeld om zich aan de wet te houden en statiegeld op blikjes in te voeren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Daarop voortbordurend: deze bedrijven creëren nu eigenlijk een oneerlijk level playing field, omdat mensen die nu in de supermarkt een blikje Heineken of Grolsch kopen, daar geen €0,15 statiegeld over hoeven te betalen, terwijl dat bij andere blikjes wel moet. Uiteraard kunnen mensen dat terugkrijgen, maar toch zal er voor veel mensen wel degelijk een concurrentievoordeel zijn om een blikje van deze twee bedrijven te hebben. Ik ben nog wel benieuwd naar de uitspraak van deze minister. Hoe kan het nou zo zijn dat bedrijven op deze manier het level playing field, de markt, kunnen verstoren en dus de wet kunnen overtreden? Ik ben nog wel benieuwd naar de reactie.

Minister Jetten:
Daar is een heel helder en zeer duidelijk antwoord op te geven richting deze twee bedrijven. De hoogte van de dwangsom moet erop gericht zijn het economische voordeel van deze bedrijven weg te nemen. Dat betekent in dit geval een behoorlijke dwangsom, denk ik, want anders zullen bedrijven met zo'n omzet niet in beweging komen. Daarin ligt een belangrijke taak voor de ILT.

De heer Haverkort (VVD):
Bij ons in de Achterhoek hebben we dit probleem niet, want daar drinken wij gewoon Grolsch uit een beugel, en die is van glas, waar al heel lang statiegeld op zit. Dat lost zichzelf dan op. Ik hoor veel geluiden over handhaven, aan de wet houden en aanspreken. Wij als VVD staan daar ook heel vaak heel erg zo in. Het is goed om dat te doen. Tegelijkertijd moet we ons realiseren dat de Staat, de overheid, in dit dossier al een keer door de Raad van State rechterlijk op zijn vingers is getikt, omdat we de markt blijkbaar onvoldoende tijd hebben gegund om zich voor te bereiden op statiegeld op blik. Ik wil de minister vragen om naast de strakke lijn van handhaving, je houden aan de wet en ervoor zorgen dat we in de systeemwereld doen wat we moeten doen, ook oog te hebben voor de leefkant van de samenleving. Daar is wellicht ruimte om in overleg nog een aantal weken — ik heb begrepen dat het om een aantal weken gaat — een overgangssituatie te accepteren.

Minister Jetten:
Meer in algemene zin is het inderdaad verstandig om bij nieuw beleid, en zeker ook bij beleid dat gericht is op de klimaattransitie, goed te kijken naar de uitvoerbaarheid, zodat de samenleving en het bedrijfsleven daar ook goed in mee kunnen komen. Ik vind zelf dat de staatssecretaris van IenW dat op dit dossier ook gewoon goed heeft geregeld, want vanaf de dag dat is aangekondigd dat dit statiegeld zou worden ingevoerd tot afgelopen 1 april zijn er 25 maanden aan voorbereidingstijd voorbijgegaan. Dat andere fabrikanten, grote en kleine, van zowel frisdrank als bier, wel in staat zijn gebleken om zich hier op tijd op voor te bereiden, is voor mij een teken dat deze twee bedrijven gewoon onwelwillend zijn op dit vlak. Ook hiervoor geldt dat de ILT als onafhankelijke toezichthouder maatwerk mag toepassen. Zij kan in de gesprekken ook kijken wat een passende handhaving is en of er sprake is van enige redelijkheid. Dat is echt aan de ILT de komende dagen, maar als er echt sprake is van willens en wetens niet invoeren van het statiegeldsysteem, moet de hoogte van de dwangsom gericht zijn op het wegnemen van het economische voordeel.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):
Wat mij echt ontzettend stoort aan deze casus, is de houding van deze grote bedrijven. We kunnen het hebben over dwangsommen, wetten, et cetera, maar we vragen van de burger om ten behoeve van het klimaat en het milieu afval te scheiden en om braaf het statiegeldsysteem in acht te nemen. Ondertussen zijn er bedrijven die zich gewoon schaamteloos niet aan de wet houden. Ik hoor de minister zeggen dat we ze moeten prikkelen om zich aan de wet te houden, maar ik vind dat eerlijk gezegd een beetje zwak, want iedereen moet zich aan de wet houden. Ik las ook in de krant dat het kabinet woest is. Volgens mij is dat ontzettend terecht. Daarom mijn vraag aan deze minister, die verantwoordelijk is voor de hele transitie: wat kunnen we doen om deze houding van de niet-meewerkende grote bedrijven te veranderen? We moeten verder gaan dan prikkelen, wat ons betreft. Dus ik ben benieuwd hoe de minister dat ziet. We moeten voorkomen dat de transitie gedragen wordt door degenen die wel willen, en dat de rest daarvan profiteert.

Minister Jetten:
Het is en-en-en. Er zijn heel veel bedrijven, ook in Nederland, die echt staan te trappelen om de klimaattransitie mee te maken en de circulaire economie van de grond te krijgen, en die daar vaak wat hulp van de overheid bij nodig hebben, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat afvalstoffen niet meer als afvalstoffen maar als grondstoffen worden gezien. Dan zijn er heel veel bedrijven die wel in beweging willen komen, maar soms iets meer aanmoediging nodig hebben. Dat kan in de vorm van normering en beprijzing. Daar zijn we ook volop mee bezig, bijvoorbeeld met een betere prijs op CO2.

Maar, tot slot, het is ook heel duidelijk dat de vrijblijvendheid voorbij is. We hebben nog maar een paar jaar om de wettelijke klimaatdoelen van 2030 te halen. Daar zal ook het bedrijfsleven een grote bijdrage aan moeten leveren. Als we in dit huis wetten maken met elkaar, bijvoorbeeld voor de invoering van statiegeld, moeten die bedrijven zich ook aan die wet houden. Als het woord "prikkelen" voor u net als een te licht woord klonk, laat ik dan nogmaals heel duidelijk zijn: de ILT moet nu gewoon handhaven op de wet, omdat de wet ook voor deze bedrijven geldt.

De voorzitter:
Ik wil de minister voor Klimaat en Energie van harte bedanken voor zijn aanwezigheid en de beantwoording.


Vragen Westerveld

Vragen van het lid Westerveld aan de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over de toegenomen stress voor kinderen en de toename van schaduwonderwijs door de eindtoets.

De voorzitter:
Ik heet de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van harte welkom. Ik nodig mevrouw Westerveld van GroenLinks uit om haar mondelinge vraag te stellen aan de minister. We hadden gisteren een heel mooi debat met jongeren, de minister en mevrouw Westerveld. Dit sluit daar goed bij aan. Mevrouw Westerveld heeft een vraag over de toegenomen stress voor kinderen en de toename van schaduwonderwijs door de eindtoets. Het woord is aan mevrouw Westerveld van GroenLinks.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Dat klopt, voorzitter. Ik heb een vraag over de toename van stress bij jongeren. Gisteren bleek ook dat dat een belangrijke vraag is, want de jongeren die hier waren, hadden daar ook een aantal vragen over. Ik denk dat de meesten van ons het wel kennen: de spanning omdat je in de laatste groep van de basisschool zit en die eindtoets moet gaan maken. Wij willen natuurlijk dat alle leerlingen in staat zijn om het beste uit zichzelf te halen. Soms hoort daar een beetje spanning bij, maar dat is nu compleet doorgeslagen. Kinderen zijn soms al maanden van tevoren bezig met trainen voor die toetsen. Google het maar eens; dan zie je allemaal mooie namen van verschillende bijlesinstituten. Er is een hele bijlesindustrie ontstaan. Er zijn tegenwoordig meer dan 5.500 huiswerk- en bijlesinstituten ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Dat worden er steeds meer. In 1995 ging er 26 miljoen van huishoudens naar bijlesbureaus. In 2020 — dat is drie jaar geleden — was dat 328 miljoen. De hoeveelheid geld die van ouders naar dit soort bijlesinstituten gaat, is dus enorm gestegen.

Voorzitter. Ik maak me zorgen dat we leerlingen in groep 5, 6, 7 en 8 helemaal gek maken. Het wordt voor hen zó spannend gemaakt dat er nu allerlei mindfulnesscoaches naar klassen worden gestuurd om ervoor te zorgen dat kinderen zich een beetje kunnen ontspannen voor die toetsen. Dan vraag ik me af: waar zijn we met elkaar mee bezig?

Daarover heb ik een aantal vragen aan de minister. Kan hij eens uitleggen welke toetsen allemaal verplicht zijn? Wat gaat hij doen om eindelijk die grote bijlesindustrie, die een steeds groter monster wordt, te stoppen? Daarmee stop je ook de kansenongelijkheid van kinderen, want we weten natuurlijk allemaal welke ouders wel of niet dure bijlessen kunnen betalen.

Voorzitter. Ik heb nog een hele belangrijke vraag. We weten allemaal waarom de druk op kinderen zo hoog is, namelijk omdat Nederlandse kinderen al op hele jonge leeftijd moeten kiezen. Ik zou graag van de minister willen horen wat hij gaat doen om dat keuzemoment, dat zo belangrijk is voor kinderen, wat te kunnen uitstellen.

De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Wiersma:
Voorzitter, dank. Ook dank aan mevrouw Westerveld voor deze vragen. Over een paar weken maakt groep 8 de eindtoets; mevrouw Westerveld noemde het al. 175.000 leerlingen uit groep 8 staan voor dat moment. Ik denk dat velen in de Kamer nog wel weten hoe spannend zo'n moment is. Vanaf deze plaats wens ik hun daarbij heel veel succes, want zo'n moment is spannend. Het hoort er een beetje bij, maar er hangt best wel wat van af voor je vervolgonderwijs daarna. Het is dus een belangrijk moment voor leerlingen. Heel veel succes daarmee.

Voorzitter. Ik zeg er ook het volgende bij. De bizarre prestatiedruk en stress waarover ik nu soms hoor, horen niet thuis op de basisschool. Zeker als je nu jong bent, moet je al heel veel ballen in de lucht houden. Je wilt goede cijfers halen, afspreken met je vrienden en misschien nog die winnende goal scoren op zondag bij de voetbal. Dat soort dingen vragen allemaal heel veel van onze jongeren. Ik kan me dan voorstellen dat ook zo'n toets zwaar weegt, zeker als het niet één toets is, maar een heleboel toetsen bij elkaar opgeteld. Laat ik hier duidelijk zeggen, omdat mevrouw Westerveld ook naar het schaduwonderwijs vraagt, dat ik vind dat scholen heel goed moeten nadenken over welke toetsen ze wel of niet afnemen. Ik zal zo meteen ook zeggen welke toetsen ik verplicht. Maar ik wil daar ook bij zeggen dat als je dan extra hulp nodig hebt om de lesstof überhaupt te begrijpen, zeker na twee zware coronajaren, en je het soms nodig hebt om in kleinere groepjes begeleiding te krijgen, wat mij betreft die extra hulp op en van school is. Dat is de norm. Extra les, extra hulp en extra begeleiding zijn de basis van goed onderwijs en horen op scholen. Bij die basis hoort goed rekenen, lezen en schrijven. Daar hebben we extra in geïnvesteerd. Toezicht op scholen en sneller ingrijpen bij slecht onderwijs doen we ook. Maar die basis hoort op school. En als het nodig is om daarvoor in te grijpen in de bijlesindustrie, ben ik daartoe bereid. Ik kom zo op hoe we dat doen. Dat is de tweede vraag.

De eerste vraag van mevrouw Westerveld was: wat doen we nu eigenlijk aan toetsen en wat is nu eigenlijk verplicht? Een zeer beperkt aantal toetsen is verplicht. De eindtoets is verplicht. We hebben ook een leerlingvolgsysteem. Daarover is soms veel verwarring. Eigenlijk verplicht ik namelijk dat scholen iets doen om systematisch de resultaten van hun leerlingen te kunnen zien, met name op die basisvaardigheden. Maar ik ga niet over hoeveel toetsen dat zijn. Dat verplicht ik nu niet. Je zou ook kunnen zeggen: de leraar kan dus besluiten om minder toetsen in te zetten. Soms heeft de leraar dat gevoel ook niet. Ik zeg dan: de schoolleiding kan ook bepalen welk middel je gebruikt voor die leerlingvolgsystemen. Het schoolbestuur kan ook helpen om eisen te stellen aan bepaalde maxima die je met elkaar wilt toetsen en hoe je dat doet.

Maar ik zie ook een gat en ik denk dat dit ook het gat is waar mevrouw Westerveld op wijst. Misschien betekent dit dat ik duidelijker moet zijn over wat er dan wel en niet in die kaders hoort te staan. Dat betekent in de eerste plaats dat ik op korte termijn een gesprek moet hebben met de aanbieders van die leerlingvolgsystemen om hun te vragen hoe zij al dan niet op een verkeerde manier bijdragen aan toetsdruk. Wat kunnen we daarover met hen afspreken? De inspectie kijkt al naar het pedagogisch-didactisch klimaat, maar ik kan met hen spreken — dat heb ik gisteren eigenlijk ook aan de jongeren in het jeugddebat hier toegezegd — om te bekijken wanneer dat nou in het gedrang komt en of we daarbij ook wat specifieker naar toetsen kunnen kijken. Ik kan zelf — daartoe ben ik best bereid — kijken of ik duidelijker kaders kan neerleggen voor wat wel en wat niet normaal is voor toetsen. Los daarvan wil ik er natuurlijk wel op vertrouwen dat de leraar in de klas het beste weet wat nodig is. De toetsen die ik verplicht stel, zijn dus die eindtoets en een vorm van systematisch bekijken of de basisvaardigheden goed gaan. Maar dat heeft dan ook nog eens met name als doel om te helpen om te zien op welk punt de leerling extra behoefte heeft aan ondersteuning. Het is dus niet bedoeld om iemand af te rekenen, er is geen lat waar je overheen moet en het is ook niet iets van slechter of beter. Het is echt kijken naar wat het beste bij de leerling past.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Ik dank de minister voor de heldere antwoorden. Op het moment dat een leerling tijdelijk wat extra hulp nodig heeft om bijvoorbeeld de stof beter te snappen, is daar natuurlijk alle begrip voor. De minister zei daarover net heel duidelijk dat die extra hulp op en van de school moet zijn. Dat zijn hele duidelijke woorden, maar het zijn geen nieuwe woorden, want de Kamer vraagt al heel erg lang aan de minister, en aan zijn voorganger, om in te grijpen. Ik heb hier een hele stapel met moties voor me liggen, niet alleen van mij en de heer Kwint, maar ook van de heer Futselaar. Ik zie de heer Futselaar achter in de zaal zitten; fijn dat hij weer terug is. Er zit ook een motie van hem tussen. Daarin vragen we om met scholen afspraken te maken over dat er niet standaard een bijlesinstituut is op scholen. Daarin vragen wij met scholen afspraken te maken, zodat er geen reclame wordt gemaakt door bijlesinstituten en zodat niet standaard alle ouders soms een mail krijgen met het bericht: u krijgt korting op onze spullen op het moment dat u bij ons ook een cursus afsluit. Dat zijn zaken die we al heel erg lang willen en die een heel groot deel van deze Kamer ook wil. Mijn concrete vraag aan de minister is: wat is er dan de afgelopen jaren gedaan en wat gaat de minister nog doen om ervoor te zorgen dat die zaken die de hele Kamer al zo lang wil, echt uitgevoerd worden? Want op dit moment wordt het probleem alleen maar groter.

Minister Wiersma:
Mevrouw Westerveld wijst op een terecht punt, een punt dat ook langer in de Kamer leeft. Ik ben het ook met haar eens. Als je behoefte hebt aan extra hulp, extra begeleiding op school, dan moet dat in de school zijn en ook van de school. Die is ervoor om goed onderwijs te geven. Daar investeren we overigens ook nog eens heel veel in, ook de afgelopen jaren. Dus daar mogen we ook wat van verwachten in plaats van dat we dat geld naar bijlesbureaus brengen of we een leerling doorsturen naar een commercieel bijlesbureau, waarbij het afhankelijk van de portemonnee van de ouders is of je wel of niet goed onderwijs krijgt. Dat mag niet. Daarom zijn de moties die de Kamer daarover heeft ingediend terecht. Dat zijn moties van mevrouw Westerveld en van de heer Kwint om te ontmoedigen dat scholen gebruikmaken van particuliere instituten, om afspraken te maken om geen reclame meer te maken op scholen en om te zorgen voor duidelijke toetsbare kwaliteitseisen waaraan, zo er met dat soort bureaus wordt gewerkt, deze moeten voldoen. Mevrouw Paul heeft eerder gevraagd of die bureaus onder een vog-check kunnen vallen. Nou, dat zijn we aan het doen.

Maar wat nog niet zo is, is dat we heel specifiek die reclame terugdringen en dat we die afspraken hebben. En daar word ik zelf ook ongeduldig van, want ik heb uw Kamer eind vorig jaar toegezegd dat te zullen doen in het eerste kwartaal. Ik moet daar wel eerlijk bij zeggen dat dit nu niet lukt omdat ik wel dat onderwijs nodig heb om dat samen te doen. Het is geen onwil maar het is wel zo dat de concreetheid waarmee gezegd wordt "dit mag niet, dat mag wel" tot veel discussie leidt in het onderwijs. Ik vind het belangrijk dat we hier deze discussie beslechten en we dus die moties uitvoeren. Ik heb eerder toegezegd dat te zullen doen en dat doe ik bij dezen opnieuw. Ik zeg u toe dat ik binnen nu en een maand met een brief kom met een blauwdruk van hoe ik vind dat we in het onderwijs dat kader en die afspraken moeten maken, mogelijk ook met hoe het onderwijs daar nu invulling aan zal geven. Mogelijk zit daar nog een gat, waarvan ik hoop dat we dat dan de komende maanden oplossen. Maar in ieder geval per 1 september zou ik willen dat we een aangescherpte norm hebben. Overigens, als ik die dan heb, betekent het nog niet dat ik die in een wet of een beleidsregel heb. Dus ik ben ook wel afhankelijk van die scholen, in de zin dat we dit met z'n allen gaan doen, maar met uw steun ga ik ze daartoe wel aanmoedigen.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Wat mij enorm stoort aan deze discussie is dat het geen nieuwe discussie is. Daar kan deze minister niks aan doen. Mijn voorganger Rik Grashoff heeft al een punt gemaakt van de toename van schaduwonderwijs. We zien dat er inmiddels 5.500 bedrijfjes zijn ingeschreven die een vorm van bijlessen of ander schaduwonderwijs aanbieden, dat er 328 miljoen van ouders naar dit soort bedrijven gaat en dat er volgens mij nog veel meer van scholen naar dit soort organisaties gaat. We willen dit allemaal niet en het blijft wel gebeuren. Mijn laatste vraag aan de minister is of hij misschien nog mogelijkheden ziet om hier via duidelijke wet- en regelgeving dan maar een keer een einde aan te maken.

Minister Wiersma:
Ik heb toegezegd dat ik in gesprek ga met de mensen die de leerlingvolgsystemen aanbieden aan scholen. Het gaat over de toetsdruk. Ik ga in gesprek met de inspectie over de normen die we hebben en hoe we kijken. Zij checken het pedagogisch-didactisch klimaat, zoals dat technisch heet. Dat betekent eigenlijk: doen ze het op een goede manier en dragen die toetsen daaraan bij? Doen we dat scherp genoeg? Ik ga zelf ook kijken naar het kader dat we hebben voor die toetsen. We vinden het belangrijk dat we een beeld hebben van hoe het loopt met de basisvaardigheden. Soms hebben we dat onvoldoende. Dan moet ik duidelijkere kaders aangeven. Wat betekent dat wel en niet voor toetsen, zodat het niet bijdraagt aan de prestatiedruk?

Mevrouw Westerveld vroeg in haar derde vraag specifiek naar de mogelijkheden voor bijvoorbeeld brede brugklassen of verlengde brugklassen. Dat is iets wat we in dit coalitieakkoord juist willen stimuleren, omdat het inderdaad per leerling kan verschillen waar behoefte aan is. Een brede brugklas kan helpen. Ik heb daar zelf ook ervaring mee. Dat geldt echter niet automatisch voor elke leerling. We kunnen dan het hele systeem op de schop gooien met als risico dat heel veel leraren, die het al pittig hebben, het nog pittiger krijgen, of we gaan op die plekken waar mensen dit willen doen, waar het ook al gebeurt en waar leerlingen er misschien nog meer behoefte aan hebben, geld besteden en aanbieden om dat nog beter te doen. Dat hebben we ook, dus dat zullen we doen. Honderden scholen bieden nu deze brugklassen aan. Gegeven de best moeilijke omstandigheden in het onderwijs is dat de manier om dit voor deze leerlingen wel aan te bieden, als het hen helpt.

Ik vind het belangrijk om te zeggen dat commerciële bureaus niet automatisch alleen maar cowboys zijn. Er zijn natuurlijk ook publieke partijen die kunnen helpen. Kennisnet is een partij met digitale vaardigheden. We hebben het Expertisepunt Basisvaardigheden. We hebben er een heleboel. Ik vind het belangrijk dat we goed kijken wanneer het echt op de school hoort en wanneer het aanvullende hulp is. Ik kan ouders niet ontnemen dat zij in sommige gevallen zeggen dat hun kind behoefte heeft aan bijles of daar best wat aan heeft. Mijn probleem zit erin dat het bijna de norm wordt in het onderwijs en je minder goed onderwijs krijgt omdat ervan uitgegaan wordt dat je het privaat wel inloopt. Dat vind ik niet goed. Dat vind ik ook niet goed als wij zo veel investeren in het onderwijs. Dan moeten we dat ook verwachten van de school, in de school en op de school.

De voorzitter:
Dank u wel. Ook dank u wel, mevrouw Westerveld. Er zijn een aantal vervolgvragen. Graag kort en krachtig. Allereerst de heer Van Meenen van D66.

De heer Van Meenen (D66):
Ik heb geaarzeld of ik hier nu een vraag moest gaan stellen, want het is een beetje een platgetreden pad. Net zoals "in mei leggen alle vogeltjes een ei" is het "in april, of in februari, gaan we het hebben over de eindtoets". Laten we niet vergeten dat we ons met z'n allen gevangen hebben gezet, met name de leerlingen en de ouders, in een systeem waarin het onderwijs verworden is tot een wedstrijd. Ik vind dat de minister dat niet voldoende wegneemt, want ook hij zegt hier weer tegen die ouders en leerlingen: het is van belang voor je vervolgopleiding. Ja, dat is inderdaad zo; het is weer van belang geworden. Ik heb nog een wet door de Kamer gekregen die zegt dat het advies leidend moet zijn. Dat hoor ik de minister niet zeggen.

De voorzitter:
Wat is uw vraag?

De heer Van Meenen (D66):
We hebben het leerlingvolgsysteem. Laten we de antwoorden iets korter maken en de vragen iets meer ruimte geven, voorzitter.

De voorzitter:
Nee, dat geldt voor iedereen. Iedereen heeft 30 seconden, dus u ook, meneer Van Meenen.

De heer Van Meenen (D66):
Dit is het vragenuur, niet het antwoordenuur.

Minister Wiersma:
Ik kan ook weer weggaan.

De heer Van Meenen (D66):
Sorry, ik zal het heel kort houden. Laten we nu eindelijk eens een keer die stap naar voren te zetten en zorgen dat we met meer geduld naar kinderen gaan kijken. Mijn vraag aan de minister is dus of hij ervoor kan zorgen dat de publieke partijen waar hij het over had, die helpen om het systeem draaglijk te maken, meer kans krijgen, bijvoorbeeld in de Rijke Schooldag, en dat we meer geduld met kinderen betrachten.

De voorzitter:
Het is geen debat, maar een mondeling vragenuur.

Minister Wiersma:
De vraag is nu ook weer een beetje zoeken, maar dat zal ik maar niet tegen de heer Van Meenen zeggen.

De voorzitter:
Dat is het risico van een lange uitweiding.

Minister Wiersma:
Ik doe m'n best. Ik vind het belangrijk om hier te zeggen dat het bij een toets geen kwestie van slagen of zakken is. Het doel is de best passende opleiding te vinden voor het vervolg. Natuurlijk is zo'n toets spannend, maar die toets moet vooral helpen om een goed en volledig beeld van de leerling te krijgen en hem dan het beste te helpen. Als je daarvoor gaat trainen en de lat op een bepaalde hoogte gaat leggen, draagt dat niet bij aan de best passende vervolgopleiding voor een leerling. Het gaat om het vinden van wat er bij die persoon past en dat moet je niet maskeren met allerlei toetsen, want dan wordt zo'n leerling helemaal niet gelukkig. We zien dat wel gebeuren. Precies om deze reden probeer ik die toets te veranderen en te kijken welke afspraken we kunnen maken over het aantal toetsen, zoals ik net tegen mevrouw Westerveld zei. Ik vind het wel belangrijk om die misvatting weg te nemen.

Volgens mij heeft de heer Van Meenen ook een punt. Zijn vraag bestond uit een paar vragen ineen. Waar ik kan helpen om het te verbeteren, zal ik dat doen. Ik zal de suggesties van de heer Van Meenen dus meenemen.

De heer De Hoop (PvdA):
De Cito-toets is ooit, in de jaren zestig, bedacht als neutraal instrument om kinderen op de goede plek te krijgen, maar je kunt je wel afvragen hoe neutraal dat instrument nu nog is. De rijkere ouders laten bijles geven aan hun kinderen, zodat ze een zo hoog mogelijke score halen, terwijl de andere kinderen de prijs betalen voor het lerarentekort. Ik maak me daar echt zorgen over. De Partij van de Arbeid vindt dit onacceptabel. Onderzoek na onderzoek laat zien dat hoe meer tijd je leerlingen geeft, hoe groter de kans is dat ze op de goede plek terechtkomen.

De voorzitter:
Uw vraag?

De heer De Hoop (PvdA):
Mijn vraag aan deze minister is dus: gaat u nu wel meer inzetten op brede brugklassen? Want in een recente brief lezen we dat de minister ervoor kiest om dat niet op iedere school te doen, terwijl de Onderwijsraad twee jaar geleden al een ander advies gaf. Gaat u daar nu echt de volgende stap in zetten?

Minister Wiersma:
Het is niet zo dat elke leerling automatisch behoefte heeft aan een brede brugklas. Het is wel zo dat het heel veel leerlingen zou kunnen helpen. Ik zei al: ik heb daar zelf ook ervaring mee. Om die reden geeft het kabinet honderden scholen — niet een aantal, maar honderden — extra geld om ze te helpen om dat te doen. Dus ja, die beweging helpen we, maar we moeten ons ook realiseren … Ik was bijvoorbeeld op een school in de Bijlmer, met een brede brugklas. Daarin zitten drie niveaus drie jaar lang bij elkaar. Dat betekent voor een docent dat hij of zij die drie niveaus elke keer moet kunnen uitleggen en daarin begeleiding moet kunnen bieden. Dat is superzwaar. Als we nu zouden afspreken om dat bij wijze van spreken van vandaag op morgen voor het hele onderwijs te gaan doen, zou dat een nogal grote verandering zijn, die overigens niet automatisch het beste voor alle leerlingen met zich meebrengt en ook vrij ondoenbaar wordt voor veel leraren. Ik vind dat je die stappen op een goede manier kunt zetten, zodat je leert of het ook voor heel veel meer leerlingen werkt. Daarom helpen we die honderden scholen nu met de brede brugklassen. Op die manier doen we dat én verantwoord, én met oog voor de leerling.

De heer Kwint (SP):
De minister zegt een aantal keren: ik ben het met u eens dat de bijlesbureaus een te grote rol hebben gekregen binnen de school en voor kansenongelijkheid zorgen. Maar dan eindigt hij zijn antwoord met: daarom ben ik met scholen in gesprek en stuur ik een brief. Dat antwoord krijg ik al zes jaar. Mijn vraag is nu wel deze. Als er over een maand een brief komt en als het niet lukt om het met de schoolbestuurders eens te worden over hoe je die bedrijven uit de school weert, wordt het dan ook gewoon een van de bekostigingsvoorwaarden dat je geen ruimte biedt aan particuliere bijles door commerciële bureautjes?

Minister Wiersma:
Het is essentieel dat je op school alle hulp krijgt die je nodig hebt en dat je, als die hulp niet geleverd wordt, daar niet een flyer in je hand gedrukt krijgt om naar een commercieel bureau te lopen. Ik vind dat het op school hoort en ik vind ook dat het niet van de portemonnee van ouders mag afhangen of je die extra hulp krijgt. We hebben met het Nationaal Programma Onderwijs miljarden gestoken in het onderwijs. Deze kabinetsperiode gaan er miljarden naar het onderwijs. De basisvaardigheden moeten omhoog. Dat is onderdeel van de school. Of het nou via extra bijles, huiswerkbegeleiding of kleinere klassen gaat, het hoort op die school. Daar heb ik heel veel voor over. Wij als kabinet hebben daar heel veel voor over, maar daar horen ook voorwaarden bij. De heer Kwint zegt terecht: ik hoor dit al jaren, dus laat u het nu maar een keer zien. Volledig terecht. Ik moet dat bewijzen. Dat betekent dat ik voornemens ben om een eigen blauwdruk te maken van uw moties, letterlijk, die ik net voorlas. Dat zijn wat mij betreft de ijkpunten, de heipalen, onder de blauwdruk van de afspraken.

Hoever ben ik gekomen met die partijen? Ik ga kijken of ik dat aan de Kamer kan laten zien, of ik kan berichten hoe het daarmee staat. Dan is het aan mij om te kijken of ik die afspraken nog bij elkaar kan brengen voor september. Zo niet, dan is het kader dat wij met elkaar belangrijk vinden, waar uw moties in zijn verwerkt, het uitgangspunt. Op dat moment heb ik dat dan nog niet in de wet geregeld. Dan moet ik per punt gaan bekijken wat de beste route is om het snel te doen, maar hopelijk leidt dit debat ertoe dat wij met het onderwijs tot een gezamenlijke set afspraken kunnen komen, die zij in hun scholen bekendmaken en waar ze de scholen ook aan houden. Dat zou het mooiste zijn.

De voorzitter:
Volgens mij was de heer Van Houwelingen net iets eerder dan de heer Drost.

De heer Van Houwelingen (FVD):
Begrijp ik nou goed dat ik de minister een paar keer heb horen zeggen dat het niet langer het doel is van een toets om een bepaald niveau te stellen, om een bepaalde lat te leggen en om onderscheid te maken tussen leerlingen die het goed doen en leerlingen die het minder goed doen? Of heb ik dat verkeerd begrepen?

Minister Wiersma:
Nee. Het gaat mij om het volgende. Ik wil weleens af van de begrippen "hoger" en "beter". Elk kind is uniek, heeft een talent en verdient een school en een niveau dat daar het best bij past. Toetsen dienen ertoe om een kind daarbij te helpen. Een leraar kan er daarmee achter komen waar een kind extra hulp of begeleiding bij nodig heeft. Dat vind ik belangrijk. Maar ik zie nu vaak, ook bij ouders, dat het een soort wedstrijdje wordt. Er is sprake van een soort ladder waarop je omhoog moet klimmen en waarbij het niet goed genoeg is als je niet tot de hoogste trede komt. Ik wil af van dat vocabulaire in het onderwijs. Ik hoop dat de heer Van Houwelingen dat met mij eens is. Natuurlijk is een toets nuttig. Daarom toetsen we ook. Maar we doen dat om de best passende plek te vinden en niet om een extra wedstrijdje te creëren, waaraan leerlingen enorme, bizarre en onnodige stress overhouden.

De heer Van Houwelingen (FVD):
Ik begrijp wat de minister zegt. Natuurlijk is elk kind uniek. Maar de minister zegt ook dat hij leerlingen een aantal basisvaardigheden wil aanleren. Daar hoort een minimumniveau bij. Ik zou de minister dan toch graag via de voorzitter willen meegeven dat dat wedstrijdelement ook het beste uit leerlingen kan halen. Je wilt de beste van de klas zijn. Je wilt een hoog cijfer halen. Is het dan een goede zaak om te zeggen dat het er niet zozeer om gaat wat je niveau is, als je maar laat zien dat je het een en ander kan? Het is toch ook juist goed om door middel van toetsen te proberen het beste uit leerlingen te halen en ze te stimuleren om een zo hoog mogelijk cijfer voor die toetsen te halen?

Minister Wiersma:
Dat is heel behulpzaam, zeker als je het op een gezonde manier doet en je leerlingen helpt om het beste uit zichzelf te halen. Maar als het helpt om iets uit je te halen wat eigenlijk niet in je zit, als je via allerlei toetsen een resultaat haalt dat eigenlijk niet bij je past, dan word je uitgedaagd om iemand anders te zijn dan je bent. Je krijgt daar ook nog eens allemaal externe hulp bij. Uiteindelijk heb je daar misschien wel je leven lang last van, omdat je misschien wel de verkeerde opleiding kiest en daar doodongelukkig van wordt. Je doet dat dan alleen maar omdat je ouders vinden dat je dat moet doen. Dat is ook niet goed. Ik wil de stress dus niet op die manier voeden. De basisvaardigheden hoort elke leerling te hebben. Dat staat buiten kijf. We hebben daar ook een niveau voor gedefinieerd. Een heel groot deel van de leerlingen haalt dat nu niet. Die basis is wat mij betreft niet onderhandelbaar. Die basis moeten we bij iedereen terugzien. Dat is iets anders dan de vraag wat daarna het best passende niveau is, want voor elke vervolgopleiding hoort die basis op orde te zijn.

De heer Drost (ChristenUnie):
Onze kinderen hebben stress. Een van de leraren in die uitzending van Pointer verzucht letterlijk: wat doen we onze kinderen aan? Een van de beelden uit de uitzending die mij het meest trof, was dat van dat jochie dat achter een naaimachine zit. Hij maakt mooie dingen. Het talent straalt ervan af. Zijn talent past alleen niet in dat leerlingvolgsysteem. Moeten we bij het registreren van wat kinderen kunnen juist die talenten, die veel breder zijn dan enkel taal en rekenen en dat soort niveaus, niet óók in het systeem tot uiting laten komen? Is dat niet een weg die we op zouden moeten gaan, vraag ik aan de minister. Is dat niet een manier om die prestatiedruk misschien wat naar beneden te halen?

Minister Wiersma:
De heer Drost wijst daarmee wel op een dilemma. Dat betekent namelijk dat je misschien nog wel meer gaat toetsen, dus ook andere vaardigheden. Dat is een dilemma, omdat we zeggen dat we in ieder geval willen weten of leerlingen goed kunnen lezen, rekenen en schrijven. We peilen dat. Leerlingen doen het eigenlijk jaar na jaar minder goed. Dat is een grote zorg. Het raakt je toekomst. Denk aan het schrijven van een sollicitatiebrief of het volgen van een vervolgopleiding. Tegelijkertijd zie je ook dat de nadruk bij toetsen ligt op cognitie, op kennis en op boekenwijsheid. De heer Drost vraagt zich terecht af of we de andere kant niet ook moeten waarderen in het onderwijs. Ik ben daar ook over aan het nadenken. Ik kom daar dit voorjaar op terug, met een soort visie op hoe je dan ook, bijvoorbeeld in de bestaande eindtoets, andere componenten, die ook van belang zijn, mee kan wegen. Je kan daar als leerling dan goed in zijn. Je wordt om die reden dan gewaardeerd. Het is dan niet automatisch zo dat je een praktische opleiding gaat volgen als je niet goed bent qua boekenwijsheid. Je kijkt dan naar wat het beste bij de leerling past.

De heer Drost (ChristenUnie):
Het was absoluut geen pleidooi voor meer toetsen. Laat dat helder zijn.

Minister Wiersma:
Nee.

De heer Drost (ChristenUnie):
Het gaat om het volgende. U had een enorm vurig betoog, waar ik me helemaal in kan vinden, van: ieder kind moet tot zijn recht komen. Dat delen we volgens mij met elkaar, maar uiteindelijk komt uit die uitzending ook naar voren — daar liggen ook onderzoeken achter — dat de kinderen prestatiedruk ervaren door de manier waarop we nu het leerlingvolgsysteem inrichten, al veel eerder in de basisschool. We moeten dus gaan onderzoeken of we daar niet wat aan kunnen doen. Zonder al die toetsen en zonder scholen te belasten met administratief werk, moeten we de kinderen tot hun recht laten komen, ook in de adviezen die we krijgen. Mijn vraag aan de minister is de volgende. In december heeft mijn illustere voorganger, Gert-Jan Segers, daar met u over gesproken. Toen heeft u toegezegd om daar voor de zomer van dit jaar op terug te komen. U zou dit overleggen met de VO-raad en de PO-Raad en volgens mij ook met LAKS als het gaat om de prestatiedruk. Ik ben benieuwd of u er al enigszins zicht op heeft wanneer dat komt.

Minister Wiersma:
Goede herinnering. Dat zijn we ook aan het doen met LAKS over toetsdruk en prestatiedruk. Daar zit dit hele pakket in. Ik voeg daaraan, ook na de vragen van mevrouw Westerveld, gesprekken toe met de aanbieders van die leerlingvolgsystemen, want die bieden dat aan scholen aan. Ik leg dus niet op wat er moet, maar zij bieden het aan. Scholen incorporeren dat eigenlijk, dus ik denk dat het goed is als ik vervolgens met hen dat gesprek heb over: wat bieden jullie aan en zijn we ons hier voldoende bewust van? Met de inspectie ga ik nog eens even goed in gesprek over dat pedagogisch-didactische klimaat. Dat klinkt wat technisch, maar dat betekent dat we ook waar de inspectie komt, gaan kijken hoe er met die toets- en prestatiedruk wordt omgegaan. Dus die twee elementen neem ik mee. Die voeg ik toe aan de gesprekken die wij al voeren. Dan kom ik daar voor de zomer op terug.

De voorzitter:
Dank. Dan wil ik de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs danken voor zijn aanwezigheid hier.


Vragen Ceder

Vragen van het lid Ceder aan de minister voor Rechtsbescherming over het bericht "Schuldhulp ziet groei van schulden bij Klarna en Riverty: 'Uitgesteld betalen té verleidelijk'".

De voorzitter:
Ik nodig de minister voor Rechtsbescherming uit om plaats te nemen en ik nodig de heer Ceder, van de ChristenUnie, uit om zijn mondelinge vraag te stellen over het bericht "Schuldhulp ziet groei van schulden bij Klarna en Riverty: 'Uitgesteld betalen té verleidelijk'". Het woord is aan de heer Ceder, van de ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Voorzitter. Als er één ding is dat mij is bijgebleven uit mijn tijd als sociaal advocaat, dan is dat het volgende. Het is zó makkelijk in Nederland om in een financieel moeras gezogen te worden. En het is duur, heel duur, om geen geld te hebben. Een van de vormen van de incasso-industrie, waar in de afgelopen wildgroei is ontstaan, is uitgesteld betalen, het zogeheten "buy now, pay later". Voor jongeren is een nieuw paar schoenen of een festivalkaartje snel online gekocht. De rekening hoeft pas na een paar weken betaald te worden, maar als je die rekening niet betaalt, nemen de kosten heel snel toe. Steeds meer jongeren raken verstrikt in schulden door achteraf betalen, terwijl de kosten alsmaar oplopen.

Voorzitter. Het perverse hiervan is dat dit juist het verdienmodel is van bedrijven als Klarna en Riverty. Uit onderzoek blijkt dat tot wel 40% van de omzet van dit soort bedrijven voortkomt uit de kosten voor te late betalingen. Daarmee wordt uitgesteld betalen eigenlijk gewoon een lening. Het is heel vreemd dat hier in Nederland minder regels voor gelden dan voor andere leenvormen. "Bijna alle jongeren die ik begeleid, hebben schulden bij Klarna of Riverty", zegt schuldhulpverlener Monique van Kollenburg in een reportage van RTL Nieuws. Dit laten we als overheid gewoon toe. De winsten van uitgesteld betalen komen bij bedrijven terecht, maar de kosten bij de samenleving. Het hele incassosysteem moet wat ons betreft op de schop. Daarom presenteer ik over twee weken ook een plan, genaamd "De incasso-industrie: kapotduur". Want het systeem is kapot, en ook nog eens ongelofelijk duur. De roep om strengere regelgeving neemt toe.

Mijn eerste vraag aan de minister is daarom ook de volgende. Schuldhulpverleners zien een alarmerende stijging van het aantal mensen dat in de schulden komt door dit soort bedrijven. De NVVK noemt die zelfs "potentiële sluipmoordenaars". Schrikt de minister ook van deze alarmerende, stijgende cijfers, met soms wel een verviervoudiging ten opzichte van 2018? Dan mijn tweede vraag. In de beantwoording van Kamervragen van collega Kathmann stond dat u samen met minister Schouten op korte termijn om tafel zult gaan met de aanbieders van uitgesteld betalen. Heeft dit gesprek plaatsgevonden en, zo ja, wat was het resultaat? En de laatste vraag, voor nu: bent u het met mij eens dat we heel snel, ook voordat Europese wetgeving tot stand komt, paal en perk moeten stellen aan deze wildgroei?

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Weerwind:
Voorzitter, dank u wel. Ik ben het Kamerlid erkentelijk dat hij dit grote vraagstuk aan de orde stelt. Het is een groot maatschappelijk vraagstuk. Ja, ik maak mij grote zorgen. Ik maak mij zorgen over de risico's. U noemde de risico's voor de jongeren, zeg ik tegen u via de voorzitter, maar ik kijk ook naar de kwetsbare huishoudens. Dit zijn mensen die op deze manier schulden opbouwen. Dat kan en dat mag niet. In hetzelfde artikel, in dezelfde bron, ziet u ook dat het stapelen van schulden kan leiden tot grote nachtmerries voor deze mensen. De dienstverlening, de methodiek van "buy now, pay later", voorziet ook in een behoefte van burgers, maar ook van het bedrijfsleven. Ik zie ook dat veel mensen de systematiek op een verantwoorde wijze gebruiken.

Echter, in recent onderzoek waarschuwt de Autoriteit Financiële Markten dat BNPL — ik gebruik de afkorting — risico's op overkreditering en schuldgewenning met zich meebrengt. Terecht refereert u aan de hoge kosten die er zijn wanneer de consument niet op tijd betaalt. Daarnaast zouden minderjarigen geen gebruik moeten kunnen maken van deze diensten. Deze risico's wil het kabinet ook aanpakken. Ik heb daar twee lijnen voor. Sowieso is mijn collega, de minister van Financiën, hier al actief mee bezig op Europees niveau met een stuk Europese regelgeving, want laten we niet vergeten dat we hier voor een stukje spreken over Europese dienstverleners. Pak dit dus meteen aan op de goede schaal en vertaal dat ook naar Nederland. Dat is de lange termijn van de policy.

Tegelijkertijd vraagt u mij terecht naar de korte termijn. Een van uw vragen was of het gesprek heeft plaatsgevonden dat zou plaatsvinden naar aanleiding van de vraag die het Kamerlid Kathmann heeft gesteld, dus het gesprek dat Carola Schouten en mijn persoon zouden voeren met de dienstverleners van deze dienst. Ja, dat gesprek heeft vorige week plaatsgevonden. Dat was een intensief gesprek, kan ik u verzekeren, waarin we hebben gewezen op de risico's en op wat wij niet willen als kabinet. Ik heb in dat gesprek ook gevraagd om deze maand, in de maand april, met een concreet plan van aanpak te komen voor hoe ze omgaan met juist die kwetsbare jongeren en kwetsbare gezinnen. Ik zeg met klem dat er aan de voorkant moet worden gekeken naar de leeftijd en dat ook moet worden gekeken of sprake is van een consument die al schulden heeft. Daarop moet worden geacteerd. Ik verwijs u ook naar de Wet kwaliteit incassodienstverlening, waarmee ik rond 1 juli dit jaar kom. Dan kijk ik naar de achterkant van het incassoproces. Die is dan ook van toepassing op deze dienstverleners. Laten we dat niet vergeten. In het gesprek hebben we afgesproken dat er in de maand april een plan van aanpak van deze dienstverleners komt. Vervolgens zal mijn collega, de minister voor Armoedebeleid, in haar voortgangsrapportage in mei u daar kond van doen.

Ten slotte zegt u ook: wachten op Europa. Nee, ik wacht niet op Europa. Ik houd Europa zeer goed in de gaten en heb die kortetermijnmaatregel ook afgesproken met de sector. Tegelijkertijd hoort u mij er ook over spreken dat ik er kort bovenop zit. Een van de punten die mijn collega, de minister voor Armoedebeleid, heeft meegenomen in het beleid dat ze heeft gedeeld met de Kamer, is dat ze kijkt naar alle levensfasen van bijvoorbeeld jongeren. Je moet ze bewust maken van de risico's die ze lopen en ook daarop inspelen met scholen en andere instellingen.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik dank de minister, zeg ik via de voorzitter. Ik dank ook andere ministers die actief bezig zijn om hier een einde aan te maken. Ik ben ook blij dat het gesprek heeft plaatsgevonden en dat u heeft gezegd dat er deze maand een concreet voorstel moet komen. Daar kijk ik ook naar uit. Maar ik vraag mij ook af: waarom is het zo? Waarom wordt achteraf betalen niet gelijkgesteld aan andere leenvormen? Je ziet dat mensen die al in de schulden zitten en geen andere leningen kunnen aangaan, nog wel met dit soort vormen aan de slag kunnen gaan. Moeten we hier niet ook stappen zetten, naast afspraken met Klarna, Riverty en andere bedrijven?

Het gaat ook over de reikwijdte. Je kan niet alleen schoenen kopen, je kan tegenwoordig zelfs concertkaartjes en festivalkaartjes kopen. Het gaat ook vaak om producten die eenmalige ervaringen bieden. Moeten we dus niet ook iets doen aan de reikwijdte hiervan? Hoe ziet de minister dat?

Minister Weerwind:
Allereerst zal ik ingaan op het achteraf betalen en hoe ik dat zie. U wijst er terecht op dat dit niet valt onder de Richtlijn consumentenkrediet. U wijst op de leemte in de wetgeving, die ik ook aantref. Tegelijkertijd is die ook door mijn collega, de minister van Financiën, geagendeerd en opgepakt op Europees niveau. U hoorde mij net in mijn eerste inleiding ook al aangeven dat dit een vorm van Europese dienstverlening is en dat deze dienstverleners ook Europabreed actief zijn. Er moet dus Europese regelgeving komen, die we vervolgens meteen zullen vertalen naar Nederland, maar dat traject duurt lang. Daarom zijn we het gesprek aangegaan en de tweede lijn van het kabinet is dat we er kort bovenop zitten en afspraken maken met de sector. Tegelijkertijd kijk ik hoe ik het bewustzijn kan bevorderen van kwetsbare jongeren, gezinnen et cetera. U had een terecht punt over de reikwijdte. Dit wil ik juist ook meenemen in de gesprekken op Europees niveau en ik wil kijken naar de vertaalslag die je daarin kan maken naar het Nederlandse niveau. Ik pleit ervoor om het zo op te pakken.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Wat als het plan er niet komt in april? Of wat als het plan ondermaats is? Wat is het kabinet dan voornemens om te doen?

Minister Weerwind:
Dan kan ik met mijn collega's, de minister van Financiën en de minister voor Armoedebeleid, natuurlijk kijken welke spelregels we aan de sector kunnen opleggen, in samenspel met uw Kamer. Ik ga dat ook niet uit de weg, want ik besef dat dat van belang is, juist voor de bescherming van de consument.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Tot slot. De minister heeft net aangegeven dat achteraf betalen niet onder een kredietovereenkomst valt en dat er een leemte is in de wet. Dat klopt, maar op 2 december vorig jaar heeft de plaatsvervangend procureur-generaal van de Hoge Raad op prejudiciële vragen geadviseerd over achteraf betalen in de vorm van een conclusie daarover. Er was namelijk een discussie of achteraf betalen wel valt onder een kredietovereenkomst. Het advies van 2 december 2022 luidt dat uitstel van betaling geschaard moet worden onder consumentkredieten. Daar moet nog een uitspraak over komen, maar hoe beoordeelt de minister dit advies? Als het advies wordt omgezet in een uitspraak, heeft dat dan volgens de minister direct gevolgen voor nationale wetgeving?

Minister Weerwind:
Ik beoordeel het als volgt. Ik moet dit nadrukkelijk ook samen met mijn collega's beoordelen; daar wijs ik u op. Dit ligt namelijk veel breder en niet alleen binnen mijn bereik. Daarom hebben we ook gesteld dat we dit moeten meenemen. We moeten die uitspraak afwachten en vervolgens puur kijken wat die betekent. In de voortgangsrapportage waar mijn collega, de minister voor Armoedebeleid, mee komt, zullen we daar ook kond van doen, maar we bestuderen dit nu terdege.

De voorzitter:
Er is een aantal vervolgvragen. Graag kort en krachtig, anders moet ik u helaas weer hinderlijk onderbreken. Allereerst is mevrouw Kathmann, gevolgd door mevrouw Palland, de heer De Kort, de heer Kwint en mevrouw Kat.

Mevrouw Kathmann (PvdA):
Ik ben de minister zeer erkentelijk dat hij vandaag eigenlijk de beantwoording van de vragen herhaalt en dat hij ook even aangeeft wat er allemaal in de pijplijn zit, want dat is fijn. Ik zou hem wel één ding willen vragen over handhaving. Zouden we niet nu al kunnen handhaven via de Reclame Code Commissie? Misleidende reclames mogen namelijk nu ook al niet. Wijzen op 0% rente is bijvoorbeeld misleidend. Zouden we nu ook al kunnen handhaven om de intrede van "buy now, pay later" tegen te gaan in fysieke winkels? Zouden we daar een soort stop op kunnen zetten? Kunnen we zeggen: wat betreft onlinewinkels wachten we nog maar even tot die richtlijn eraan komt, maar in fysieke winkels gaan we dit niet toelaten?

Minister Weerwind:
Er worden mij enkele kordate vragen gesteld, maar helaas kan ik u geen kordate antwoorden geven. Ik weet wel dat ik met de Wet kwaliteit incassodienstverlening van 1 juli de Inspectie Justitie en Veiligheid toezicht kan laten houden op dat incassogedeelte; daar zet ik ook nadrukkelijk op in. Ik kijk welke grondslag ik heb om te kunnen acteren. De andere punten die u net noemde, neem ik naar aanleiding van dit debat nadrukkelijk mee. Vervolgens ga ik gewoon bestuderen wat wel en niet kan.

Mevrouw Palland (CDA):
We hebben met minister Schouten hierover van gedachten gewisseld in het commissiedebat over armoede en schulden in februari. Er is onder aanvoering van collega Kathmann een motie ingediend om dat gesprek af te wachten en het kabinet te verzoeken om met maatregelen te komen. We zien dus graag die voortgangsrapportage tegemoet. Wetgeving duurt langer, zeker de Europese route. De vraag is wat we in de tussentijd kunnen doen. Ik begrijp dat de minister het verzoek eerst neerlegt bij de sector zelf, maar de vraag is of we het aan de sector laten. Of zorgen we voor een stok achter de deur en hebben we zelf alvast een plan B klaarstaan? Dan denk ik aan de suggestie die de heer Ceder deed over het beperken van de reikwijdte. Maar in de afgelopen vijf jaar is het aantal mensen dat deze betaalmethode kiest bij het online winkelen met dubbele cijfers gestegen. Ik zou de minister dus willen vragen hoe we deze betaalwijze aan banden kunnen leggen bij het online shoppen. Ik wil graag weten of hij dat kan meenemen.

Minister Weerwind:
Ik hoor een heldere suggestie van Kamerlid Palland. Tegelijkertijd wijs ik u erop dat wij met z'n drieën niet gaan stilzitten. We zijn op het Europees vlak bezig. We hebben de sector duidelijk gemaakt dat dit niet kan en dat dit onaanvaardbaar is. We hebben de bal op hun speelhelft neergelegd. Maar tegelijkertijd heb ik net in antwoord op mevrouw Kathmann ook aangegeven dat ik erover nadenk, met de collega's, waar ik nog meer actie op kan ondernemen.

De heer De Kort (VVD):
Door dit soort diensten komen mensen vaker of dieper in de ellende, zeker kwetsbare jongeren. Dan heb je het eigenlijk over "buy now en raak gedupeerd later". Mijn vraag aan de minister is of hij een beeld heeft hoeveel mensen vanwege dit soort betalingsdiensten te maken krijgen met incassobureaus. Die vraag stel ik ook omdat de VVD eerder gepleit heeft voor het aanpakken van die schuldenhandel door incassobureaus.

Minister Weerwind:
Nee, op dat dunne ijs ga ik mij niet begeven door aantallen te noemen. Als de Kamer dat wenst, wil ik best bekijken of die informatie beschikbaar is. Dan zal ik die direct met de Kamer delen.

De heer Kwint (SP):
Ik hoor de minister zeggen dat deze bedrijven in een vraag voorzien. Deze bedrijven zijn parasieten. Het zijn bedrijven waarvan het verdienmodel alleen maar bestaat door kwetsbare mensen te behangen met schulden in de hoop dat ze die schulden niet kunnen terugbetalen. Want dat is het moment dat zij geld gaan verdienen. Dan kunnen we het over richtlijnen hebben en over allerlei dingen, maar ik wil maar één ding weten: wanneer komt deze minister met voorstellen om deze parasieten te verbieden?

Minister Weerwind:
Ik heb net aangegeven dat er twee lijnen zijn, dat ik die lijnen inzet en dat ik me ook buig over met welk plan van aanpak die sector komt en hoe daarin de kwetsbare jongeren en kwetsbare gezinnen zijn beschermd. Ligt dat er niet, dan mag u verwachten dat ik in concreto antwoord geef op uw vraag.

De voorzitter:
Mevrouw Kat, D66. Nee. Mevrouw Kat.

De heer Kwint (SP):
Ik snap dat de minister eerst dit traject afrondt, maar ik wil wel graag weten of er een wet komt op het moment dat dat niet lukt.

Minister Weerwind:
Er komt sowieso een Europese wet. Rondom de zomer verwacht ik daar uitsluitsel over. De vertaalslag naar Nederland maken, die richtlijn vertalen, dat is zoals wij dat altijd doen. Ik kan komen met een Nederlandse wet, maar dan kan ik ingehaald worden door Europa. Dan kan je je afvragen: komen er congruente wetten of zijn ze niet congruent? Dan doen we dubbel werk en kan je je afvragen of dat goed gaat. Voor dat traject pleit ik niet. Ik pleit wel voor een traject om kort hier bovenop te zitten. Ik heb het nadrukkelijk een maatschappelijk vraagstuk genoemd. Daarom zijn mijn collega Schouten en Weerwind, ikzelf dus, in gesprek gegaan met die sector. Ik ben niet in gesprek met mezelf, zeg ik tegen de heer Kwint via u, voorzitter. Ik wil wel duidelijk maken dat ik de urgentie van de heer Kwint deel. Ik deel die.

Mevrouw Kat (D66):
Ik hoor mijn collega-Kamerleden aangeven dat ze achteraf betalen moeilijker willen maken en dat wettelijk willen verankeren, zowel voor financieel kwetsbare consumenten als voor jongeren, om te zorgen dat ze dat soort uitgaven niet aangaan. Ik hoor de minister zeggen dat Carola Schouten, de andere minister, in mei met een brief komt over de wetgeving. Kan ze daarin ook de schuldhulpverlening meenemen? Je moet niet alleen breder aan de voorkant zorgen dat die producten niet meer bestaan, maar natuurlijk ook aan de achterkant zorgen dat de hulpverlening op orde is om die jongeren vervolgens uit de schulden te helpen.

Minister Weerwind:
Ik sprak niet over een brief, maar misschien heb ik mij onduidelijk uitgedrukt. Ik sprak over de voortgangsrapportage die zij op deze thematiek moet geven. Volgens mij ligt die heel breed.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Het grote onderliggende probleem is natuurlijk de armoede, dat heel veel mensen simpelweg geen geld hebben om nu te besteden en daarom maar aankopen op aanbetaling doen. Dan heb je inderdaad soort bedrijfjes, of parasieten zoals de heer Kwint ze terecht noemt, die misbruik maken van kwetsbare mensen. Ik hoor de minister een heel traject schetsen. Ik snap dat die lijnen af en toe zo lopen, maar ik zou toch echt willen voorkomen dat we volgend jaar of het jaar daarop weer hier staan om precies dezelfde problemen. Mijn vraag is heel simpel. Wanneer lost het kabinet de armoede op? Want dan hoeven er helemaal geen richtlijnen te komen. En als dat niet gebeurt, zijn er dan richtlijnen of in ieder geval manieren om dit soort bedrijven gewoon te verbieden?

Minister Weerwind:
Met mevrouw Westerveld zou ik wensen dat ik de armoede in het land een halt kon toeroepen. Dat lukt mij echt niet; laat ik dat vooropstellen. Tegelijkertijd heeft u mij net over die richtlijn horen zeggen dat ik er kort bovenop zit en dat het een maatschappelijk vraagstuk is. Ik weet dat de Kamer, zeker naar aanleiding van dit debat, mij maar ook mijn collega's het vuur aan de schenen zal leggen.

De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het mondelinge vragenuur. Ik dank de minister voor Rechtsbescherming voor zijn beantwoording. Ik schors de vergadering voor een enkel moment. Daarna gaan we over tot de stemmingen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Mededelingen

Mededelingen

Mededelingen

De voorzitter:
Voordat we gaan stemmen, wil ik even kort aandacht besteden aan het volgende. Vannacht zijn we opgeschrikt door een vreselijk treinongeval in Voorschoten. Namens de Kamer vind ik het belangrijk om uit te spreken dat onze gedachten zijn bij alle slachtoffers en hun familie. De beelden zijn schokkend. Namens de Kamer wens ik alle betrokkenen, getuigen en hulpverleners veel sterkte toe. Dank u wel voor uw aandacht.

Ik deel aan de Kamer mee dat het volgende lid zich heeft afgemeld:

Van Strien.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:
We gaan zoals gebruikelijk over tot de stemmingen.

Ik stel voor zo dadelijk ook te stemmen over:

  • de aangehouden motie-Romke de Jong/Van Weyenberg (32637, nr. 520);
  • de aangehouden motie-Van Raan (36200, nr. 101).

Voordat we gaan stemmen, geef ik ook even het woord aan mevrouw Teunissen, Partij voor de Dieren.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter. Ik zou graag een motie willen aanhouden onder punt 7 van de stemmingslijst, over verduurzaming van de financiële sector en de toekomst van het bankenlandschap. Het gaat om de motie op stuk nr. 262 (32013). Dat is een motie over de Wft.

De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Teunissen stel ik voor haar motie (32013, nr. 262) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Dan wil ik de heer Bevers namens de VVD het woord geven en daarna mevrouw Wuite van D66.

De heer Bevers (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Ik zou willen vragen om de stemmingen onder punt 3, over de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg, nog een week uit te stellen. We hebben afgelopen donderdag een brief gekregen van de IGJ en de NZa. Die leidt tot nog wat discussie, in ieder geval in de fractie. Ik doe dit verzoek mede namens de fractie van de Partij van de Arbeid.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Er is geen bezwaar tegen. Dan gaan we op een later moment stemmen over punt 3, het wetsvoorstel Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Wuite van D66.

Mevrouw Wuite (D66):
Dank, voorzitter. Ik heb een soortgelijk verzoek, ook namens anderen, namelijk om de stemmingen over de Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met het invoeren van een investeringsverplichting ten behoeve van Nederlands cultureel audiovisueel product — dat zijn de stemmingen onder de punten 12 en 13 — toch nog uit te stellen.

De voorzitter:
Kunt u ook nog toelichten waarom u het verzoek om uitstel doet?

Mevrouw Wuite (D66):
Dat heeft te maken met bijzondere omstandigheden, namelijk van een collega, maar ook met de complexiteit rond een aantal amendementen en de effecten daarvan op de wet.

De voorzitter:
Dank u zeer. Ik kijk even of er bezwaar tegen is dat we op een later moment gaan stemmen over de punten 12 en 13 omtrent de Wijziging van de Mediawet 2008. Dat is niet het geval, dus dan gaan we dat doen. Dat scheelt weer wat.

Stemmingen

Stemmingen


Stemming Splitsing van de gemeente Groningen en instelling van de gemeente Haren

Aan de orde is de stemming in verband met het Voorstel van wet van het lid Van Houwelingen houdende splitsing van de gemeente Groningen en instelling van de gemeente Haren (36052).

(Zie vergadering van 16 maart 2023.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor dit voorstel hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.


Stemming motie Woon- en zorgplannen voor ouderen

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het debat over de woon- en zorgplannen voor ouderen,

te weten:

  • de motie-Van der Plas over de STAP-regeling per direct openstellen voor AOW'ers die actief zijn op de arbeidsmarkt (31765, nr. 748).

(Zie vergadering van 23 maart 2023.)

In stemming komt de motie-Van der Plas (31765, nr. 748).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdD, Lid Gündoğan, BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen moties Water en bodem sturend

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over water en bodem sturend,

te weten:

  • de motie-De Hoop/Bromet over voorkomen dat de lage en middeninkomens achterblijven in de minst toekomstbestendige woningen (27625, nr. 602);
  • de motie-Minhas c.s. over in beeld brengen voor welke wateren de doelen van de Kaderrichtlijn Water niet realistisch zijn en daarover spreken met de Europese Commissie (27625, nr. 603);
  • de motie-Minhas c.s. over onderzoek doen naar experimenten die leiden tot een betere waterbeschikbaarheid in tijden van extreme droogte (27625, nr. 604);
  • de motie-Bromet/Van Esch over flankerend beleid of wetgeving om te verhinderen dat de waterkwaliteit door kunstmest wordt aangetast (27625, nr. 605);
  • de motie-Tjeerd de Groot over een publiekscampagne om het waterbewustzijn en het draagvlak voor maatregelen voor voldoende schoon water te vergroten (27625, nr. 606);
  • de motie-Van Esch c.s. over de uitwerking en juridische borging van de uitgangspunten en structurerende keuzes om water en bodem sturend te maken (27625, nr. 607);
  • de motie-Van Esch/Vestering over afkeuring uitspreken over het handelen van de minister van LNV (27625, nr. 608);
  • de motie-Van Esch/Vestering over het weer opnemen van de concrete maatregelen die uit de "water en bodem sturend"-brief zijn geschrapt (27625, nr. 609);
  • de motie-Van Esch/Vestering over een overzicht van alle voorstellen vanuit het ministerie van LNV om de "water en bodem sturend"-brief aan te passen (27625, nr. 610);
  • de motie-Krul c.s. over een Europese coalitie bouwen van landen die zich verzetten tegen aanscherping van de Kaderrichtlijn Water (27625, nr. 611);
  • de motie-Krul c.s. over het aanpakken van verzilting of ontwikkelen van zilte teelten (27625, nr. 612);
  • de motie-Krul c.s. over een strategie en uitvoeringsprogramma inzake drinkwaterbronnen uitwerken (27625, nr. 613);
  • de motie-Grinwis/Geurts over voorkomen dat we bestemmingsplannen vaststellen of woningbouwprojectenbesluiten nemen waar we spijt van krijgen (27625, nr. 615);
  • de motie-Van der Plas/Stoffer over groene parkeerplaatsen een prominente rol laten spelen bij de gebiedsinrichting (27625, nr. 617);
  • de motie-Van der Plas c.s. over het vaker opleveren van nieuwbouwwoningen met turfvrije tuinaarde (27625, nr. 618);
  • de motie-Van der Plas/Stoffer over in kaart brengen welke middelen bij de provincies en gemeenten nodig zijn voor grondwaterbeheer en aanpassingen van watersystemen (27625, nr. 619);
  • de motie-Van der Plas/Stoffer over een meetnetwerk voor bufferzones (27625, nr. 620).

(Zie notaoverleg van 27 maart 2023.)

In stemming komt de motie-De Hoop/Bromet (27625, nr. 602).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Minhas c.s. (27625, nr. 603).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Minhas c.s. (27625, nr. 604).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Bromet/Van Esch (27625, nr. 605).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Tjeerd de Groot (27625, nr. 606).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Esch c.s. (27625, nr. 607).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Esch/Vestering (27625, nr. 608).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fractie van de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Esch/Vestering (27625, nr. 609).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en Lid Gündoğan voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Esch/Vestering (27625, nr. 610).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdD, Lid Omtzigt, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Krul c.s. (27625, nr. 611).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Krul c.s. (27625, nr. 612).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Krul c.s. (27625, nr. 613).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis/Geurts (27625, nr. 615).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Plas/Stoffer (27625, nr. 617).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21 en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Plas c.s. (27625, nr. 618).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Plas/Stoffer (27625, nr. 619).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de SGP, BBB, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Plas/Stoffer (27625, nr. 620).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de SGP, BBB, JA21, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Mevrouw Simons van BIJ1.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Voorzitter, ik zou graag bij de motie op stuk nr. 608 in de boeken staan als te hebben voorgestemd.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit opnemen in de Handelingen.


Stemmingen moties Verduurzaming van de financiële sector/toekomst van het bankenlandschap

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Verduurzaming van de financiële sector/toekomst van het bankenlandschap,

te weten:

  • de motie-Van der Lee over de verkenning naar wetgeving om de verduurzaming van de financiële sector te versnellen voortvarend oppakken (32013, nr. 259);
  • de motie-Van der Lee over verder ontwikkelen van beleid op het transparant maken en terugdringen van vervuilende financieringen (32013, nr. 260);
  • de motie-Van der Lee over ervoor zorg dragen dat de financiële sector klimaatdoelen incorporeert in investeringen (32013, nr. 261);
  • de motie-Teunissen/Van Raan over concrete, meetbare doelen opnemen in het verduurzamingsbeleid van de financiële sector (32013, nr. 263);
  • de motie-Teunissen/Van Raan over dierenwelzijnsbeleid verplicht stellen voor financiële instellingen (32013, nr. 264);
  • de motie-Grinwis/Slootweg over scenario's uitwerken voor uitbreiding van het Nederlandse bankenlandschap met een depositobank (32013, nr. 265);
  • de motie-Grinwis/Slootweg over de mogelijkheid verkennen van de Volksbank als coöperatieve bank (32013, nr. 266);
  • de motie-Heinen c.s. over toetsen of de Wet vifo voldoende waarborgen biedt om te voorkomen dat privacygevoelige data of vitale onderdelen van de financiële sector belanden bij landen met hoge veiligheids- en spionagerisico's (32013, nr. 267);
  • de motie-Van Weyenberg/Grinwis over afspraken maken met financiële instellingen over uniforme meetmethodes en rapportagestandaarden (32013, nr. 268);
  • de motie-Slootweg/Grinwis over bij het besluit of de Volksbank een coöperatie wordt de klanten raadplegen en de karakteristieken van de bank in acht nemen (32013, nr. 269);
  • de motie-Slootweg/Bontenbal over concentratie van overheidsaanbod voor financiering en ondersteuning van innovatie en verduurzaming (32013, nr. 270);
  • de motie-Alkaya over het oligopolie in de Nederlandse bankenwereld bestrijden (32013, nr. 271);
  • de motie-Nijboer over het internationaal substantieel verhogen van de harde leverage ratio (32013, nr. 272);
  • de motie-Nijboer over niet instemmen met voorstellen tot eigen aandeleninkoop tot de leverage ratio 10% bedraagt (32013, nr. 273);
  • de motie-Nijboer over de rekening terecht laten komen waar die hoort, namelijk bij aandeelhouders, coco's en andere achtergestelde crediteuren (32013, nr. 274);
  • de motie-Ephraim over onderzoek doen naar hoe de expertise op het gebied van emissies weer teruggebracht kan worden binnen het Nederlandse bankwezen (32013, nr. 275);
  • de motie-Ephraim over zeker stellen dat bankieren op basis van ESG en/of mvo-doelstellingen nimmer in conflict raakt met de bankierseed (32013, nr. 276);
  • de motie-Tony van Dijck over de verhoging van de maximale rente op kredieten per direct ongedaan maken (32013, nr. 277);
  • de motie-Gündoğan over in EU-verband inzetten op meer inzicht in het totaal aan ongerealiseerde verliezen van banken op vastrentende waarden (32013, nr. 278);
  • de motie-Van Houwelingen over uitspreken dat vermeden moet worden dat banken in Nederland een poortwachtersrol toebedeeld krijgen in het behalen van klimaat- en SDG-doelstellingen (32013, nr. 279).

(Zie vergadering van 28 maart 2023.)

In stemming komt de motie-Van der Lee (32013, nr. 259).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Lee (32013, nr. 260).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Lee (32013, nr. 261).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Teunissen/Van Raan (32013, nr. 263).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Teunissen/Van Raan (32013, nr. 264).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Grinwis/Slootweg (32013, nr. 265).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, BBB, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

"Depósitobank", zo spreek je het uit. Het is altijd fijn dat ik zulke support heb uit de Kamer. Een bemoedigende lach, zo vat ik het op.

In stemming komt de motie-Grinwis/Slootweg (32013, nr. 266).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Heinen c.s. (32013, nr. 267).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Weyenberg/Grinwis (32013, nr. 268).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Slootweg/Grinwis (32013, nr. 269).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Slootweg/Bontenbal (32013, nr. 270).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Alkaya (32013, nr. 271).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, BBB, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Nijboer (32013, nr. 272).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, BBB, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Nijboer (32013, nr. 273).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, BBB, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Nijboer (32013, nr. 274).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ephraim (32013, nr. 275).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ephraim (32013, nr. 276).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de SGP, BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Tony van Dijck (32013, nr. 277).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, Lid Omtzigt, de SGP, BBB en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Gündoğan (32013, nr. 278).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Houwelingen (32013, nr. 279).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen moties Inzet algoritmes en data-ethiek binnen de rijksoverheid

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Inzet algoritmes en data-ethiek binnen de rijksoverheid,

te weten:

  • de motie-Dekker-Abdulaziz over het aanmoedigen van nieuw wetenschappelijk onderzoek op het gebied van AI safety (26643, nr. 986);
  • de motie-Leijten over de uitzondering in het algoritmeregister voor algoritmes die zien op rechtshandhaving laten vervallen (26643, nr. 987);
  • de motie-Leijten over de Autoriteit Persoonsgegevens zo inrichten en toerusten dat zij toezicht kan houden op de werking, inzet en inhoud van algoritmes (26643, nr. 988);
  • de motie-Van Baarle/Kathmann over een definitie van het begrip "hoogrisicoalgoritmen" en een overzicht van het gebruik hiervan binnen de overheid (26643, nr. 989);
  • de motie-Van Baarle/Kathmann over modelcontracten met antidiscriminatiewaarborgen opstellen voor de uitbesteding van algoritmen (26643, nr. 990);
  • de motie-Van Baarle/Kathmann over in het implementatiekader van de AI Act verplichte en concrete waarborgen tegen discriminatie door algoritmen opnemen (26643, nr. 991);
  • de motie-Van Baarle/Kathmann over overheidsinstanties verplichten om alle hoogrisicoalgoritmen te registreren in het algoritmeregister (26643, nr. 992);
  • de motie-Slootweg over ervoor zorgen dat alle overheidsorganisaties binnen twee jaar aan inwoners kenbaar maken welke persoonsgegevens en algoritmes ze gebruiken bij besluiten (26643, nr. 993);
  • de motie-Slootweg over binnen het bestuursrecht de positie van burgers versterken met betrekking tot foutieve overheidsbesluiten gebaseerd op algoritmes (26643, nr. 994);
  • de motie-Kathmann c.s. over onderzoeken in hoeverre de inzet van expertteams die volledige inzage hebben in een algoritme, succesvol kan zijn in het bestrijden van discriminerende algoritmes (26643, nr. 995).

(Zie vergadering van 28 maart 2023.)

De voorzitter:
De motie-Leijten (26643, nr. 987) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het algoritmeregister niet bindend is, er nog vele algoritmes ontbreken, er geen informatie bekend is over de inhoud van de gebruikte algoritmes en de algoritmes die gebruikt worden op het gebied van rechtshandhaving uitgezonderd zijn;

overwegende dat algoritmes op het gebied van rechtshandhaving grote ingrijpende gevolgen kunnen hebben en niet mogen leiden tot discriminatie en uitsluiting;

van mening dat het algoritmeregister een nuttig middel kan zijn, maar daarbij meerdere maatregelen noodzakelijk zijn om het goed te laten functioneren;

verzoekt de regering de categorische uitzondering in het algoritmeregister voor algoritmes die zien op rechtshandhaving te laten vervallen en indien het opsporingsbelang geraakt wordt met het openbaar maken van het algoritme enkel gemotiveerd af te zien van openbaarmaking en inzage in de werking van het algoritme wel toe te staan door de toezichthouder,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 1001, was nr. 987 (26643).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Dekker-Abdulaziz (26643, nr. 986).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Leijten (26643, nr. 1001, was nr. 987).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Leijten (26643, nr. 988).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, BBB, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Baarle/Kathmann (26643, nr. 989).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, BBB, JA21, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Baarle/Kathmann (26643, nr. 990).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Baarle/Kathmann (26643, nr. 991).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Baarle/Kathmann (26643, nr. 992).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, BBB, JA21, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Slootweg (26643, nr. 993).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Slootweg (26643, nr. 994).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Kathmann c.s. (26643, nr. 995).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Kunstmatige intelligentie

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Kunstmatige intelligentie,

te weten:

  • de motie-Van Weerdenburg/Van Haga over het overnemen van de aanbeveling van de WRR om een coördinatiecentrum AI op te richten (26643, nr. 996);
  • de motie-Rajkowski over in gesprek gaan met organisaties over het verkleinen van risico's van AI voor de samenleving (26643, nr. 997);
  • de motie-Dekker-Abdulaziz over een integrale visie op nieuwe AI-producten (26643, nr. 998).

(Zie vergadering van 28 maart 2023.)

De voorzitter:
De motie-Rajkowski (26643, nr. 997) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Rajkowski en Dekker-Abdulaziz.

Zij krijgt nr. 1002, was nr. 997 (26643).

De motie-Dekker-Abdulaziz (26643, nr. 998) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Dekker-Abdulaziz en Rajkowski.

Zij krijgt nr. 1003, was nr. 998 (26643).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Van Weerdenburg/Van Haga (26643, nr. 996).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de SGP, BBB, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Rajkowski/Dekker-Abdulaziz (26643, nr. 1002, was nr. 997).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en FVD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fractie van Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Dekker-Abdulaziz/Rajkowski (26643, nr. 1003, was nr. 998).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en FVD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fractie van Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Tekorten aan medische materialen in ziekenhuizen, verpleeghuizen en de thuiszorg

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over tekorten aan medische materialen in ziekenhuizen, verpleeghuizen en de thuiszorg,

te weten:

  • de motie-Agema over cruciale medische materialen uit de marktwerking halen (32805, nr. 161);
  • de motie-Agema over bewerkstelligen dat voor cruciale medische materialen voorraden verplicht worden gesteld (32805, nr. 162);
  • de motie-Agema over een exportverbod instellen bij tekorten aan cruciale medische materialen (32805, nr. 163);
  • de motie-Van den Berg c.s. over uitgaan van de kennis en de kunde van wijkverpleegkundigen en huisartsen inzake de verstrekking van medische hulpmiddelen (32805, nr. 164);
  • de motie-Tielen/Agema over gecertificeerde stand-bycapaciteit van productie van bepaalde medische hulpmiddelen door Nederlandse bedrijven (32805, nr. 165).

(Zie vergadering van 28 maart 2023.)

In stemming komt de motie-Agema (32805, nr. 161).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, de PvdA, de PvdD, BBB, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Agema (32805, nr. 162).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de SGP, BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Agema (32805, nr. 163).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1, DENK, de SGP, BBB, JA21, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van den Berg c.s. (32805, nr. 164).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Tielen/Agema (32805, nr. 165).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

De heer Ephraim, Groep Van Haga.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):
Voorzitter. Wij wensen geacht te worden voor de motie op stuk nr. 164 te hebben gestemd.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit opnemen in de Handelingen.


Stemmingen moties Macrodoelmatigheid mbo

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Macrodoelmatigheid mbo,

te weten:

  • de motie-El Yassini/Kwint over onderzoeken op welke manier de AanDeBak-garantie breder kan worden ingezet door mbo-instellingen in heel Nederland (31524, nr. 553);
  • de motie-Bouchallikh/De Hoop over onderzoek doen naar de kosten van leermiddelen en mogelijke oplossingen voor belemmeringen (31524, nr. 555);
  • de motie-De Hoop over bij de studievoorlichting rekening houden met de keuzevrijheid van studenten (31524, nr. 556);
  • de motie-Hagen c.s. over in de toekomstverkenning LLO ingaan op verschillende opties voor een leerbudget in het onderwijs (31524, nr. 557);
  • de motie-Hagen c.s. over onderzoeken welke knelpunten publieke onderwijsinstellingen ervaren bij het aanbieden van onderwijs in het kader van leven lang ontwikkelen (31524, nr. 558);
  • de motie-Peters/Van der Graaf over mbo-instellingen aanmoedigen om alumnibeleid op te zetten en uit te voeren (31524, nr. 559).

(Zie vergadering van 16 februari 2023.)

In stemming komt de motie-El Yassini/Kwint (31524, nr. 553).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Bouchallikh/De Hoop (31524, nr. 555).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-De Hoop (31524, nr. 556).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, BBB, JA21 en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hagen c.s. (31524, nr. 557).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van JA21 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hagen c.s. (31524, nr. 558).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Peters/Van der Graaf (31524, nr. 559).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

De punten 12 en 13, over het wetsvoorstel Wijziging van de Mediawet 2008 en de bij de behandeling daarvan ingediende moties, slaan we over.


Stemmingen Aanpassing indexeringsbepalingen lesgeld en cursusgeld en aanpassing hardheidsclausule

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van onder andere de Les- en cursusgeldwet in verband met de aanpassing van de indexeringsbepalingen van het lesgeld en cursusgeld en aanpassing van de hardheidsclausule (36283).

(Zie vergadering van 29 maart 2023.)

De voorzitter:
Het amendement-De Hoop (stuk nr. 8) is ingetrokken.

Ik stel vast dat daarmee wordt ingestemd.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.


Stemmingen moties Examens 2023

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Examens 2023,

te weten:

  • de motie-De Hoop over een extra herkansingsmogelijkheid voor de huidige cohort examenkandidaten (31289, nr. 535);
  • de motie-Kwint c.s. over het CvTE de opdracht geven om de resultaten van de schriftelijke examens van alle examenkandidaten gelijktijdig bekend te maken (31289, nr. 536);
  • de motie-Van Meenen/Paul over zorg dragen voor gelijktijdige bekendmaking van de examenresultaten voor alle examenkandidaten in 2025 (31289, nr. 537);
  • de motie-Peters/Beertema over de inzet van de NPO-middelen betrekken bij de evaluatie van de examens van 2023 (31289, nr. 538).

(Zie vergadering van 29 maart 2023.)

De voorzitter:
Aangezien de aangehouden motie-Van Meenen/Paul (31289, nr. 537) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

In stemming komt de motie-De Hoop (31289, nr. 535).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, de SGP, BBB, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kwint c.s. (31289, nr. 536).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Peters/Beertema (31289, nr. 538).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de fractie van BIJ1 ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Wet open overheid

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Wet open overheid,

te weten:

  • de motie-Omtzigt c.s. over het binnen een halfjaar uitvoeren van de rechterlijke uitspraken op het verstrijken van termijnen en de Kamer op de hoogte stellen van niet-uitgevoerde uitspraken (32802, nr. 60);
  • de motie-Bushoff/Bromet over zorgen dat ACOI-adviezen worden opgevolgd en het niet-opvolgen ervan melden aan de Kamer (32802, nr. 61);
  • de motie-Leijten over de verantwoordelijkheid voor invoering van de Woo beleggen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (32802, nr. 62);
  • de motie-Leijten over voor de zomer met een haalbaar plan komen voor een beter gestructureerde en gecoördineerde invoering van de Woo (32802, nr. 63).

(Zie vergadering van 29 maart 2023.)

De voorzitter:
De motie-Omtzigt c.s. (32802, nr. 60) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Omtzigt, Leijten, Van der Plas, Bromet, Van Esch, Martin Bosma, Bushoff, Dassen, Gündoğan, Van Baarle, Eerdmans, Inge van Dijk, Dekker-Abdulaziz, Bisschop en Ephraim, en luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering op 15 september 2022 een lijst van 44 pagina's met meer dan 100 rechtszaken aan de Kamer heeft gestuurd, waarbij de regering de rechterlijke uitspraak om documenten beschikbaar te stellen niet is nagekomen;

verzoekt de regering binnen een halfjaar de Kamer een analyse te doen toekomen over de oorzaken van het stijgend aantal uitspraken in Woo-zaken waaraan de regering niet voldoet;

verzoekt de regering de rechterlijke uitspraken op het verstrijken van termijnen (zowel voor documenten beschikbaar stellen als inventarislijsten) binnen acht maanden uit te voeren, zoals in een rechtsstaat hoort, en de Kamer vanaf nu elke drie maanden met een lijst op de hoogte te stellen van de rechterlijke uitspraken die niet zijn uitgevoerd, te beginnen op 1 juli 2023,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 64, was nr. 60 (32802).

De motie-Bushoff/Bromet (32802, nr. 61) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Bushoff, Bromet en Omtzigt, en luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voor het vertrouwen in de overheid openheid en transparantie van groot belang zijn;

overwegende dat journalisten, wetenschappers of anderen met een beroepsmatig belang met een klacht over de openbaarmaking van informatie bij het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding terechtkunnen;

van mening dat de rijksoverheid daarbij een voorbeeldfunctie heeft;

van mening dat in het geval een bemiddeling niet slaagt, dan het advies van dat college aan de rijksoverheid zwaar moet wegen;

verzoekt de regering om er zorg voor te dragen dat redelijkerwijs zo veel mogelijk van de genoemde adviezen worden opgevolgd en dat het niet opvolgen aan de Kamer moet worden gemeld, voorzien van een deugdelijke motivering,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 65, was nr. 61 (32802).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Omtzigt c.s. (32802, nr. 64, was nr. 60).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Bushoff c.s. (32802, nr. 65, was nr. 61).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, het CDA, BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Leijten (32802, nr. 62).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Leijten (32802, nr. 63).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Personen- en familierecht

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Personen- en familierecht,

te weten:

  • de motie-Ellian over zich maximaal inspannen om Nederlandse kinderen die naar het buitenland zijn ontvoerd daadwerkelijk terug naar Nederland te halen (33836, nr. 79);
  • de motie-Mutluer over het beoordelen van argumenten en onderliggende cijferbronnen om de adoptierelatie met de Verenigde Staten niet af te bouwen (33836, nr. 80).

(Zie vergadering van 29 maart 2023.)

In stemming komt de motie-Ellian (33836, nr. 79).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Mutluer (33836, nr. 80).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, Lid Gündoğan, de SGP en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Regels aangaande een tijdelijke uitwisseling van persoonsgegevens ter identificering van de ouders die gedupeerd zijn als gevolg van problemen bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag en geconfronteerd zijn met uithuisplaatsing van kinderen (Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT) (36275).

(Zie vergadering van 29 maart 2023.)

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Omtzigt/Van der Plas (stuk nr. 20, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat dit nader gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit nader gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 20 voorkomende nader gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Westerveld (stuk nr. 15, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement de overige op stuk nr. 15 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Kwint (stuk nr. 14).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Kwint (stuk nr. 13, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdD, de SGP, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 13 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Kwint (stuk nr. 12).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik geef het woord aan de heer Kwint voor een stemverklaring. Gaat uw gang.

De heer Kwint (SP):
Dank, voorzitter. De ouders van het toeslagenschandaal zijn opgejaagd als dieren door een overheid die ze overal leek te vinden. Nergens waren ze veilig. Achteraf leerden wij dat een van de oorzaken daarvan een schandalige vorm van datadeling tussen de overheid was. De wet die we behandeld hebben, wil juist van deze groep weer data gaan delen om ze beter in beeld te krijgen, maar ook om te kunnen leren. Voordat mijn partij ouders weer wil laten schrikken vanwege weer een brief van de overheid met "Sorry dat we je leven verwoest hebben, maar heb je even tijd voor ons reflectietraject?", willen wij er zeker van zijn dat de datadeling strikt noodzakelijk is en zorgvuldig wordt gedaan. Nu onze amendementen zijn verworpen, zijn wij niet overtuigd van de noodzaak van deze wet en dat die waarborgen voldoende gegeven zijn. Daarom zullen wij tegen deze wet stemmen.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Kwint.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van de nader gewijzigde amendementen-Omtzigt/Van der Plas (stuk nrs. 20, I tot en met IV) en de amendementen-Westerveld (stuk nrs. 15, I tot en met III).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen moties Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Regels aangaande een tijdelijke uitwisseling van persoonsgegevens ter identificering van de ouders die gedupeerd zijn als gevolg van problemen bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag en geconfronteerd zijn met uithuisplaatsing van kinderen (Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT),

te weten:

  • de motie-Omtzigt over onafhankelijke onderzoeken naar uithuisplaatsingen en het kinderopvangtoeslagenschandaal (36275, nr. 17);
  • de motie-Omtzigt/Mutluer over rapporteren hoeveel KOT-UHT-kinderen voor 2015 uit huis zijn geplaatst (36275, nr. 18);
  • de motie-Verkuijlen c.s. over bij de betrokken organisaties de kwaliteit van feitenonderzoeken onder de aandacht brengen (36275, nr. 19).

(Zie vergadering van 29 maart 2023.)

In stemming komt de motie-Omtzigt (36275, nr. 17).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Omtzigt/Mutluer (36275, nr. 18).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Verkuijlen c.s. (36275, nr. 19).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.


Stemmingen moties Niet waarmaken van de woningbouwambities

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het niet waarmaken van de woningbouwambities,

te weten:

  • de motie-Nijboer c.s. over anticyclische investeringen om een constante bouwstroom te bewerkstelligen (32847, nr. 1015);
  • de motie-Nijboer c.s. over een halfjaarlijks overzicht van gestaakte bouwprojecten en de oorzaken daarvan (32847, nr. 1017);
  • de motie-Boulakjar/Peter de Groot over sterker sturen zodat echt betaalbare woningen voor starters mogelijk worden (32847, nr. 1018);
  • de motie-Bromet c.s. over het voor corporaties eenvoudiger maken om grondposities voor betaalbare woningen te verkrijgen en te behouden (32847, nr. 1020);
  • de motie-Bromet c.s. over de oprichting van een stikstofbank ten behoeve van natuurherstel en woningbouw (32847, nr. 1021);
  • de motie-Bromet/Nijboer over het stimuleren van het gebruik van elektrische machines in de bouwsector (32847, nr. 1022);
  • de motie-Van Haga/Smolders over een onderzoek naar het aantal woningen dat vrij zou kunnen komen door afschaffing van de kostendelersnorm voor 27-plussers (32847, nr. 1023);
  • de motie-Den Haan over het versnellen van ouderenhuisvestingsprojecten door prefabwoningen in te zetten (32847, nr. 1024);
  • de motie-Beckerman c.s. over bij woningbouw door het Rijksvastgoedbedrijf minstens twee derde betaalbaar realiseren (32847, nr. 1025);
  • de motie-Beckerman c.s. over maatregelen om de volkshuisvesting in ere te herstellen (32847, nr. 1026);
  • de motie-Peter de Groot c.s. over het verwijderen van de belemmeringen voor buitenstedelijke bouw in de Ladder voor duurzame verstedelijking (32847, nr. 1027);
  • de motie-Peter de Groot over het bundelen en versneld aanwenden van buitenstedelijke locaties voor woningbouw (32847, nr. 1028);
  • de motie-Grinwis/Geurts over een onderzoek naar het aanpassen van het financieringsplafond bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (32847, nr. 1029);
  • de motie-Grinwis c.s. over actualisering van het programma conceptuele bouw en industriële productie voor de grootschalige introductie van veelbelovende woonconcepten (32847, nr. 1030);
  • de motie-Geurts/Grinwis over samen met provincies monitoren of in steden een gezonde mix van sociaal, middenhuur en koop tot stand kan worden gebracht (32847, nr. 1031);
  • de motie-Geurts/Grinwis over een onderzoek naar een generieke depositieberekening met standaardeenheden voor kleine tot middelgrote woningbouwprojecten (32847, nr. 1032).

(Zie vergadering van 30 maart 2023.)

De voorzitter:
Op verzoek van de heer Geurts stel ik voor zijn motie (32847, nr. 1032) aan te houden. Op verzoek van de heer Peter de Groot stel ik voor zijn motie (32847, nr. 1027) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:
De motie-Beckerman c.s. (32847, nr. 1025) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet in de woningbouwambities aangekondigd heeft dat minstens twee derde betaalbaar moet zijn;

overwegende dat juist het kabinet in deze woningbouwambities een voorbeeldfunctie heeft;

verzoekt de regering om bij woningbouw door het Rijksvastgoedbedrijf ook minstens twee derde betaalbaar te realiseren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 1034, was nr. 1025 (32847).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Nijboer c.s. (32847, nr. 1015).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Nijboer c.s. (32847, nr. 1017).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de SGP, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Boulakjar/Peter de Groot (32847, nr. 1018).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Bromet c.s. (32847, nr. 1020).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Bromet c.s. (32847, nr. 1021).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA en Lid Gündoğan voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Bromet/Nijboer (32847, nr. 1022).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Haga/Smolders (32847, nr. 1023).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, BBB, JA21, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Den Haan (32847, nr. 1024).

De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Beckerman c.s. (32847, nr. 1034, was nr. 1025).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, de PVV en FVD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Beckerman c.s. (32847, nr. 1026).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Peter de Groot (32847, nr. 1028).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis/Geurts (32847, nr. 1029).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis c.s. (32847, nr. 1030).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Geurts/Grinwis (32847, nr. 1031).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Pfas en gezondheidseffecten

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Pfas en gezondheidseffecten,

te weten:

  • de motie-Wassenberg/Van Esch over nul uit de pijp van Chemours (35334, nr. 233);
  • de motie-Wassenberg/Van Esch over het intrekken en niet langer toestaan van pfas-vergunningen (35334, nr. 234);
  • de motie-Wassenberg/Van Esch over het versneld uitfaseren van pfas in de zorgsector (35334, nr. 235);
  • de motie-Beckerman over het toepassen van het principe "de vervuiler betaalt" op pfas-vervuilers (35334, nr. 236);
  • de motie-Beckerman over een versterkte inzet op nationaal bronbeleid en het stoppen van lozingen en uitstoot van gevaarlijke pfas (35334, nr. 237);
  • de motie-Bouchallikh over het versnellen van de transitie naar pfas-vrije producten in het Europese restrictievoorstel (35334, nr. 238);
  • de motie-Haverkort c.s. over voor de zomer een overzicht van de belangrijkste pfas-emissies met de Kamer delen (35334, nr. 240);
  • de motie-Haverkort c.s. over een onderzoek naar innovatieve technieken om de sanering van met pfas-stoffen vervuilde locaties te versnellen (35334, nr. 241);
  • de motie-Hagen over een transitieplan voor een pfas-vrij milieu in 2050 en het veilig verwerken van pfas-houdend afval (35334, nr. 242);
  • de motie-Hagen over een plan van aanpak voor de toetsing van zowel nieuwe als bestaande pfas-lozingen aan de richtwaarde voor drinkwater (35334, nr. 243).

(Zie vergadering van 30 maart 2023.)

In stemming komt de motie-Wassenberg/Van Esch (35334, nr. 233).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan en Lid Omtzigt voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Wassenberg/Van Esch (35334, nr. 234).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan en Lid Omtzigt voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Wassenberg/Van Esch (35334, nr. 235).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Beckerman (35334, nr. 236).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Beckerman (35334, nr. 237).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de SGP en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Bouchallikh (35334, nr. 238).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Haverkort c.s. (35334, nr. 240).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Haverkort c.s. (35334, nr. 241).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hagen (35334, nr. 242).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hagen (35334, nr. 243).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming Goedkeuring belastingverdrag met de Republiek Cyprus

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 1 juni 2021 te Nicosia tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Cyprus tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting, met Protocol (Trb. 2021, 80) (36053).

(Zie vergadering van 30 maart 2023.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.


Stemming motie Bedrijfslevenbeleid

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Bedrijfslevenbeleid,

te weten:

  • de motie-Romke de Jong/Van Weyenberg over een verplichte vor voor iedere accountancycontrole bij grote bedrijven (32637, nr. 520).

(Zie vergadering van 20 december 2022.)

De voorzitter:
De motie-Romke de Jong/Van Weyenberg (32637, nr. 520) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een verklaring omtrent risicobeheersing (vor) ervoor zorgt dat bedrijven risico's moeten identificeren en beheersmaatregelen moeten bepalen, waarover zij transparant zijn richting betrokkenen;

constaterende dat uit onderzoek en aanbevelingen van verschillende partijen blijkt dat een verplichte vor wenselijk is en de minister van Financiën heeft gepleit voor een vor in de Corporate Governance Code;

van mening dat een vor pas volledig is met een uniform normenkader, een intern evaluatieproces en assurance door de accountant;

verzoekt de regering te bevorderen dat er voor 1 januari 2024 een bepaling klaarligt om een vor voor iedere accountancycontrole bij grote bedrijven als verplichting op te nemen in de Corporate Governance Code, in het geval dat dit niet op korte termijn haalbaar lijkt wetgeving voor te bereiden, bijvoorbeeld in de Wet toekomst accountancy, en de Kamer hier voor het zomerreces een update over te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 558, was nr. 520 (32637).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Romke de Jong/Van Weyenberg (32637, nr. 558, was nr. 520).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming motie Algemene Financiële Beschouwingen

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij de Algemene Financiële Beschouwingen,

te weten:

  • de motie-Van Raan over het zo snel mogelijk beëindigen van beleggingen van verzekeraars die extreem dierenleed in stand houden (36200, nr. 101).

(Zie vergadering van 6 oktober 2022.)

In stemming komt de motie-Van Raan (36200, nr. 101).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze stemmingen. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over tot de regeling van werkzaamheden. Ik dank de minister voor Rechtsbescherming voor zijn aanwezigheid.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Mededelingen

Mededelingen

Mededelingen

De voorzitter:
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:
Aan de orde is een regeling van werkzaamheden.

Ik stel voor toestemming te verlenen aan de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het houden van een notaoverleg met stenografisch verslag op maandag 22 mei van 10.00 uur tot 17.00 uur, over het curriculum en basisvaardigheden.

Ik deel aan de Kamer mee dat voor de volgende debatten de termijn voor toekenning is verlengd:

  • het dertigledendebat over het asielbeleid;
  • het debat over het tweede deelrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid inzake de coronacrisis;
  • het dertigledendebat over ouderenzorginstellingen die in de financiële problemen komen vanwege de hoge energiekosten;
  • het debat over de aanhoudende medicijntekorten.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • het tweeminutendebat Strategische keuzes bereikbaarheid (CD d.d. 30/03), met als eerste spreker het lid De Hoop van de PvdA;
  • het tweeminutendebat Internationale Klimaatstrategie (CD d.d. 30/03), met als eerste spreker het lid Amhaouch van het CDA;
  • het tweeminutendebat Uitvoering sociale zekerheid (CD d.d. 30/03), met als eerste spreker het lid Palland van het CDA;
  • het tweeminutendebat Verduurzaming industrie (CD d.d. 29/03), met als eerste spreker het lid Boutkan van Volt;
  • het tweeminutendebat Geheimhouding stukken Bijlmerramp 1992 (22861, nr. 37), met als eerste spreker het lid Omtzigt.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:
Dan geef ik nu het woord aan de heer Markuszower, van de PVV.

De heer Markuszower (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Tegen twee islamitische terreurverdachten, die volgens het OM bezig waren met het voorbereiden van een terroristische aanslag, had het OM respectievelijk vier en drie jaar geëist. Maar de rechter sprak deze terreurverdachten vrij, want als je in dit land voor het huis van bijvoorbeeld mevrouw Kaag staat, ga je maanden de cel in, maar als je Geert Wilders de keel door wil snijden of een aanslag wil plegen, ga je vrijuit. Dat slappe OM heeft niet eens hoger beroep aangetekend. Daarom graag een debat.

De heer Kuzu (DENK):
Ik vind de opmerkingen van de heer Markuszower echt niet kunnen, maar los van dat feit het volgende. Soms is het ook echt heel vervelend om in een rechtsstaat te wonen, kan ik me voorstellen dat de heer Markuszower dan denkt. Die terreurverdachten zijn vrijgesproken. Ik zou eigenlijk voor de verandering weleens een debat willen steunen om het daar eens over te hebben: over de rechtsstaat en over wat recht dan ook voor de PVV betekent.

Mevrouw Van der Werf (D66):
Ik had deze lage vergelijking niet nodig. Sowieso geen steun voor dit debat.

De voorzitter:
Ik kijk even verder.

De heer Van Houwelingen (FVD):
Er wordt continu met twee maten gemeten, dus van harte steun.

De voorzitter:
Ik zie verder geen collega's. Er is geen steun.

Dan geef ik het woord aan uw collega, mevrouw Agema, van de PVV. Zij heeft twee verzoeken.

Mevrouw Agema (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Er is een medicijn voor 139 moeders, vrouwen en oma's die borstkanker hebben. Met dat medicijn kunnen ze gemiddeld vijf maanden langer leven. Een aantal van hen kan misschien zelfs wel de kerst doorbrengen met hun geliefden, zij het niet dat onze minister van VWS besloten heeft dit medicijn niet te vergoeden. Ik zou daarom graag nog voor het meireces een debat willen voeren, want ik kan me nog goed herinneren dat het in 2013 oud-minister Schippers was die er zelf een stokje voor stak om bijvoorbeeld de middelen tegen de ziekte van Pompe en de ziekte van Fabry niet meer te vergoeden.

Mevrouw Tielen (VVD):
Ik had eigenlijk willen zeggen: morgen is er een tweeminutendebat over geneesmiddelenbeleid; daar kan mevrouw Agema haar vragen stellen of eventueel verzoeken tot wijzigingen instellen. Maar dat is niet morgen, maar wel binnenkort. Mede namens het CDA geen steun voor een apart debat.

De voorzitter:
Ik kijk even naar de andere collega's. Er is geen steun hiervoor.

Uw tweede verzoek.

Mevrouw Agema (PVV):
Iedereen blijft zitten bij dit verzoek. Het gaat om 139 vrouwen die borstkanker hebben en op deze manier de kerst niet gaan halen. En dan wat betreft het voorstel van de VVD hier. Ik weet niet beter dan dat je je bij een tweeminutendebat moet richten op het debat dat geweest is.

De voorzitter:
Ja. Uw volgende verzoek, mevrouw Agema? Wilt u nog ingaan op het vorige verzoek, mevrouw Van der Plas?

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja, op het vorige. Het helpt waarschijnlijk niet, maar ik had het wel willen steunen. Is er iets anders gebeurd zodat we nu allemaal moeten blijven zitten en je dan geen steun geeft, of krijgen mensen nog even de tijd om er even over na te denken of even te overleggen? Want ik wil dit debat gewoon wél steunen.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Voorzitter. Ik zou niet een debat alleen maar over de vergoeding van dit medicijn willen steunen, maar ik zou het breder willen trekken over het vergoeden van innovatieve geneesmiddelen. Dan steun, ook namens DENK.

De heer Kwint (SP):
Als ik mevrouw Agema goed begrijp, is er enige haast bij. Dan zou het misschien mogelijk zijn om, in combinatie met de collega's die zorg doen, iets meer coulance te betrachten, zodat zij haar voorstel sneller kan indienen bij het tweeminutendebat Geneesmiddelenbeleid. Mocht zij zelf een eigen debat willen, dan weet ik niet of het op tijd is, maar dan steun ik dat.

De heer Boutkan (Volt):
Daar sluiten wij ons bij aan.

De heer Van Houwelingen (FVD):
Steun, ook voor het volgende verzoek van mevrouw Agema.

Mevrouw Paulusma (D66):
Voorzitter, geen steun, want we hebben 21 juni ook het commissiedebat Pakketbeheer en daar zou dit heel goed in kunnen.

Mevrouw Vestering (PvdD):
Voorzitter. Ik sluit me aan bij het voorstel van de heer Kwint.

De voorzitter:
Er is nog steeds geen … Ja, de heer Drost? Laten we het toch allemaal maar even doen.

De heer Drost (ChristenUnie):
Ik heb weinig toe te voegen, maar op 21 juni hebben we het debat over het zorgverzekeringsstelsel. Dan zouden we het kunnen bespreken.

Mevrouw Pouw-Verweij (JA21):
Steun voor het voorstel van mevrouw Den Haan om het iets breder te trekken naar innovatieve middelen.

De voorzitter:
Er is geen meerderheid voor uw verzoek, mevrouw Agema. Maar u heeft nog een tweede verzoek.

Mevrouw Agema (PVV):
Nee. We mogen maar hopen dat deze 139 vrouwen 21 juni gaan halen.

De voorzitter:
Uw tweede verzoek graag.

Mevrouw Agema (PVV):
Zijn er ook geen 30 leden, voorzitter?

De voorzitter:
Ja, er zijn 30 leden.

Mevrouw Agema (PVV):
Dank u wel. Wilt u het als dertigledendebat op de lijst zetten?

De voorzitter:
We zetten 'm op de lijst. Dat doen we.

Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter. De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg heeft een advies op hoofdlijnen uitgebracht over onze eerstelijnszorg. De minister reageert daarop door te zeggen dat hij daarmee de huisartsenzorg en de thuiszorg gaat versterken. Hij heeft nog niet eens laten doorrekenen wat zijn bezuinigingen uit het Integraal Zorgakkoord gaan opleveren. Wel is het zo dat steeds meer mensen geen huisarts en dus geen toegang tot zorg hebben en daarna ook niet meer naar de specialist kunnen. Daarom zou ik graag een debat op hoofdlijnen over onze huisartsenzorg willen organiseren.

Mevrouw Tielen (VVD):
Er staat heel veel op de planning: een commissiedebat over de eerstelijnszorg, een commissiedebat over het zorglandschap en een plenair debat over het IZA dat vorige week is geagendeerd. Daar kan het allemaal bij; geen apart debat.

Mevrouw Van den Berg (CDA):
Voorzitter, geen steun, met dezelfde redenen die mevrouw Tielen aangeeft.

Mevrouw Vestering (PvdD):
Steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Wel steun, ook namens DENK.

Mevrouw Paulusma (D66):
Geen steun, voorzitter.

De heer Boutkan (Volt):
Steun.

De heer Drost (ChristenUnie):
Mee eens dat het een enorm urgent probleem is. Ik denk dat het goed is om het te betrekken bij het plenaire debat over het Integraal Zorgakkoord, waaraan u zelf al refereert. Misschien is het een suggestie om de raad uit te nodigen voor bijvoorbeeld een technische briefing, zodat we hun inbreng goed met ze kunnen bespreken.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Steun.

De heer Bushoff (PvdA):
Steun, mede namens GroenLinks.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Steun.

De voorzitter:
Sorry, mevrouw Van der Plas, kunt u dat nog even herhalen?

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Steun.

De voorzitter:
Ja, dank u. Het ging even synchroon met de heer Bushoff.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):
Steun, mede namens JA21.

De heer Van der Staaij (SGP):
Steun.

De heer Kwint (SP):
Volgens mij zijn we de 75 al voorbij, maar voor de notulen: steun.

De voorzitter:
Er is geen meerderheid voor uw verzoek, mevrouw Agema. Er zijn wel 30 leden, mocht u …

Mevrouw Agema (PVV):
Ook hierover wil ik graag een dertigledendebat, voorzitter. Maar de VVD zegt steeds maar "geen steun" en verwijst dan naar iets anders. We kunnen alle andere punten prima agenderen bij al die andere debatten, maar het gaat er hier in de basis om dat steeds meer mensen niet eens een huisarts meer hebben. Daarom wil ik graag een debat en daarom wil ik graag een dertigledendebat.

De voorzitter:
Dank. Een aantal collega's hebben ook verwezen naar commissiedebatten.

Dan geef ik het woord aan de heer Kuzu van DENK.

De heer Kuzu (DENK):
NOS en Nieuwsuur hebben uit de doeken gedaan dat er nog meer burgerslachtoffers zijn gevallen in Irak, helaas door ons toedoen. De minister heeft direct een onderzoek aangekondigd. Na ommekomst van dat onderzoek zou ik hierover graag een debat willen houden met de minister van Defensie.

De heer Hammelburg (D66):
Voorzitter, steun, in afwachting van het onderzoek. Dan kunnen we inderdaad het debat voeren.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
PvdA en GroenLinks steunen het.

De heer Valstar (VVD):
Steun.

De voorzitter:
Ik kijk even naar de collega's of iedereen het steunt na ommekomst van het rapport. Ja? Dan heeft u steun voor het verzoek, meneer Kuzu.

De heer Kuzu (DENK):
Voorzitter, dank. Aangezien alle informatie al bekend is, zou ik de minister willen meegeven dat dat onderzoek snel dient te volgen, zodat het debat binnen de termijn voor het vervallen van een Kamerdebat kan worden gevoerd.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit onderdeel ook doorgeleiden richting het kabinet.

Dan geef ik het woord aan de heer Ephraim, Groep Van Haga.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):
Dank u, voorzitter. Meer dan de helft van de jongvolwassenen in Nederland ervaart psychische problemen volgens de Corona Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen van 2022. In mijn eigen omgeving zie ik dat vooral veel jonge meisjes, tussen de 13 en de 18 jaar, kampen met depressies, burn-outs en suïcidale gedachten, die helaas in een enkel geval ook tot daden leiden. We maken ons hier echt zorgen over. Hoe groot is dit probleem eigenlijk? Zijn het inderdaad voornamelijk meisjes die het moeilijk hebben? Dat is wat ik zelf bespeur en ik heb dit ook aan scholen gevraagd, maar ik weet het echt niet. Hoe groot is de rol van de coronacrisis geweest en welke factoren spelen er nog meer mee? Ik wil vooral vragen wat we kunnen doen om deze jonge mensen te helpen. BVNL wil hierover graag met elkaar in debat. Een gezonde, gelukkige toekomst voor onze jongeren is tenslotte een van de belangrijkste drijfveren voor politici.

Mevrouw Agema (PVV):
Steun.

De heer Raemakers (D66):
Voorzitter. Dit is zorgelijk, maar we hebben op 19 april het commissiedebat over de ggz en op 20 april het commissiedebat Jeugd; dat zijn dus twee gelegenheden waar we dit kunnen bespreken. Daarom geen steun.

De heer Peters (CDA):
Daar heeft de heer Raemakers groot gelijk in; ik sluit me daarbij aan.

Mevrouw Van den Hil (VVD):
Voorzitter, geen steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Voorzitter, wel steun, maar ik zou het graag wat breder willen trekken over de toekomst van de ggz. Voor iedereen die psychische klachten heeft, is er namelijk weinig hulp en zijn er lange wachtlijsten. Dat lijkt me dus beter, zeg ik mede namens DENK.

De heer Van Houwelingen (FVD):
Steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil me graag aansluiten bij de woorden van mevrouw Den Haan. We moeten het sowieso breder trekken, want dit is gewoon een heel breed maatschappelijk probleem dat meerdere factoren heeft. Ik steun het debat dus graag.

Mevrouw Vestering (PvdD):
De Partij voor de Dieren wil zich ook graag aansluiten bij mevrouw Den Haan.

De heer Boutkan (Volt):
Dat geldt ook voor Volt.

De heer Drost (ChristenUnie):
Het is schrijnend dat dit aan de hand is in onze samenleving. Wij willen daar graag over spreken met de heer Ephraim in het commissiedebat van 19 april over de ggz; daar past het volgens mij goed bij.

De heer Van der Staaij (SGP):
Dat geldt ook voor de SGP.

De heer Kwint (SP):
Dat commissiedebat is volgens mij de snelste manier om het erover te hebben.

De voorzitter:
Er is geen meerderheid voor uw verzoek.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):
Als we het in een commissie kunnen bespreken, hoeft er ook geen dertigledendebat aangevraagd worden.

De voorzitter:
Dat is heel netjes, want er is inderdaad binnenkort een commissiedebat over de ggz.

Ik geef het woord aan mevrouw Vestering van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Vestering (PvdD):
Voorzitter. Het gaat uitermate slecht met de natuur in Nederland. Het dreigt zelfs zover te komen dat algemene soorten, zoals het konijn en de eekhoorn, uit Nederland dreigen te verdwijnen. We wisten natuurlijk al dat we in een natuurcrisis zitten. Het enige dat nog moet gebeuren om de natuur en Nederland van het slot te halen, is echt werk maken van het natuurherstel. Het meest recente rapport van het Wereld Natuur Fonds, het Living Planet Report Nederland, toont niet alleen de staat van de natuur aan en de tekorten van het natuurbeleid; het laat ook zien dat natuurbescherming en -herstel werkt. Daarom wil ik graag een debat aanvragen met de minister voor Natuur en Stikstof over deze aanbevelingen.

De heer Tjeerd de Groot (D66):
Steun, voorzitter.

De heer Van Baarle (DENK):
Steun, mede namens mevrouw Den Haan.

De heer Van Campen (VVD):
Geen steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Steun namens de PvdA en GroenLinks.

De heer Kops (PVV):
Geen steun.

De heer Boutkan (Volt):
Steun, voorzitter.

De heer Drost (ChristenUnie):
Voorzitter. Er is ook iets aan de hand met de koolmeesjes. Wij steunen dit debat nu niet, maar natuur gaat ons wel na aan het hart. We vragen een brief van de minister; dan kunnen we in een commissiedebat erover spreken.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Geen steun. Er zijn genoeg commissiedebatten over LNV, natuur en klimaat. Daar kan het prima in passen.

De heer Van der Staaij (SGP):
Dat geldt ook voor de SGP.

De voorzitter:
Er is geen meerderheid voor uw verzoek, mevrouw Vestering.

Mevrouw Vestering (PvdD):
Voorzitter, er is wel steun voor een dertigledendebat, dus ik zou dit heel graag op de lijst daarvoor willen plaatsen.

De voorzitter:
Dat gaan we doen. Dank u wel.

Ik geef het woord aan de heer Romke de Jong van D66.

De heer Romke de Jong (D66):
Voorzitter, dank u wel. Heel veel mkb-bedrijven zijn bezig met verduurzamen en willen graag verduurzamen. Mijn partij vindt dat ook belangrijk. Maar daarbij lopen ze tegen muren. Financiering is vaak duur, de regels zijn onduidelijk en ze worden van de ene subsidie die niet aansluit naar de andere subsidie gestuurd. Kortom, ondernemers hebben heel veel goede bedoelingen, maar ze zitten vast in een bureaucratisch moeras. Daar wil ik het in de Kamer over hebben. Hoe kunnen we de 10 miljard tot 15 miljard euro aan subsidies bij die ondernemers laten landen? Ik wil het hebben over het verminderen van de regeldruk van lastige regelingen en processen en over het verbeteren van de toegang tot kapitaal om te verduurzamen. Daarom zou ik graag een plenair debat willen voeren over het verduurzamen van het mkb.

De heer Aartsen (VVD):
Voorzitter. Dit is een belangrijk onderwerp. Zo meteen bespreken we in de procedurevergadering een voorstel om een commissiedebat hierover te hebben. Dat lijkt me sneller dan een plenair debat, dus geen steun.

De heer Van Baarle (DENK):
De fractie van DENK en de Fractie Den Haan steunen het verzoek.

De heer Amhaouch (CDA):
De heer De Jong heeft dit vaker aangekaart. Ik zou het liever in een commissiedebat bespreken in plaats van plenair, zodat we dit debat op korte termijn kunnen houden.

De voorzitter:
Dus nu geen steun.

De heer Amhaouch (CDA):
Nu geen steun. Wel voor de inhoud, maar in een commissiedebat.

Mevrouw Vestering (PvdD):
Steun.

De heer Kops (PVV):
Geen steun.

De heer Kwint (SP):
Commissiedebat.

De heer Drost (ChristenUnie):
Geen steun voor een plenair debat nu. Er komen een aantal commissiedebatten aan. Er staat er ook eentje geagendeerd voor de procedurevergadering.

De heer Boutkan (Volt):
Steun. Ik kan alvast verklappen dat wij dit bij de procedurevergadering ook steunen.

De heer Van der Staaij (SGP):
Geen steun. Wij hebben voorkeur voor een commissiedebat.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Geen steun.

De voorzitter:
Er is geen meerderheid voor uw verzoek.

De heer Romke de Jong (D66):
Nee, voorzitter. Ik heb goed geluisterd naar de Kamer en ik ben blij dat het onderwerp wel leeft. Dus dan gaan we voor een commissiedebat. Dat is namelijk de snelste route om met elkaar te spreken over dit belangrijke onderwerp.

De voorzitter:
Dank u wel.

Dan geef ik het woord aan de heer Van Baarle van DENK.

De heer Van Baarle (DENK):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Wij weten allang dat de discriminatiemeldpunten in Nederland, de ADV's, onvoldoende gefinancierd zijn en onvoldoende bekendheid genieten. Niet lang geleden hebben deze organisaties een noodkreet geuit in de media en onlangs is ook het onderzoek verschenen naar de toekomst van de ADV's, waaruit ook blijkt dat er te weinig geld is, dat er te weinig bekendheid is en dat er verschillende scenario's worden geschetst. Het lijkt me zinvol dat we hier met elkaar het debat over voeren met de minister van Binnenlandse Zaken, die coördinerend is op het thema discriminatiebestrijding.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Steun namens de PvdA en GroenLinks.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):
Voorzitter. Daar vragen wij ook al een tijdje om. We willen wel graag eerst een brief, en dan steun.

De voorzitter:
Dus wel alvast steun voor een debat?

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):
Zeker.

Mevrouw Vestering (PvdD):
Steun.

De heer Kwint (SP):
Steun.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Steun.

De heer Boutkan (Volt):
Steun.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Wij willen ook graag eerst een brief, en dan steun.

De voorzitter:
Wel steun dus?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ja.

De heer Drost (ChristenUnie):
Voor ons hoeft het niet per se plenair. Het mag ook in een commissiedebat. Maar het is een belangrijk punt.

De voorzitter:
Dus geen steun? In een commissiedebat. De heer El Yassini van de VVD.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Van Dijk van het CDA: eerst een brief en steun voor het debat.

De voorzitter:
Dit was trouwens mevrouw Van der Plas van BBB.

De heer El Yassini (VVD):
Ik denk dat het verschil wel te zien is, voorzitter.

De voorzitter:
Ja toch?

De heer El Yassini (VVD):
Graag eerst een brief. Ik wil ook even kijken of het in een commissiedebat kan. Volgens mij hebben wij al voor de zomer een commissiedebat Racisme en discriminatie. Dat zou eerder zijn dan een plenair debat dat naar na de zomer wordt getild. Mijn voorkeur gaat uit naar een eerder debat en dat is dan een commissiedebat.

De voorzitter:
Er is een meerderheid voor uw verzoek, meneer Van Baarle. Dat gaan we dus doen.

De heer Van Baarle (DENK):
Dank.

De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Plas, BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Helaas gaat het debat over de verkiezingsuitslag vandaag niet door. Ik wil de minister-president vanaf deze plek van harte beterschap wensen en hoop dat hij morgen wel paraat kan zijn. Er is voor het debat slechts vier minuten spreektijd, terwijl er ontzettend veel aan de hand is in ons land. Ik wilde vragen of de spreektijd met twee minuten per fractie kan worden uitgebreid.

De voorzitter:
Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval, dus we gaan het verlengen van vier naar zes minuten.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Prima, heel mooi. Dank u wel, allen. Ik had ook een verzoek om de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij dit debat uit te nodigen, want die staat op dit moment niet op de lijst.

De voorzitter:
Dank u wel. Het kabinet gaat over de eigen afvaardiging, maar het is wel goed om even mee te geven hoe de Kamer daarover denkt. Ik kijk of de Kamer hierop wil reageren.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Het lijkt mij zeer wenselijk dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hierbij wordt uitgenodigd, en ook de minister voor Stikstof, zie ik op een later verzoek. Misschien moet dat maar in één keer bij elkaar.

De voorzitter:
Dat doen we straks even, voor het overzicht.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Dan doen we dat straks even. Ik heb een wat rare vraag, maar ik zou er toch graag een antwoord op willen hebben van de regering. Er is misschien sprake van een heronderhandeling van het coalitieakkoord. Een coalitieakkoord is normaal gesproken het eigendom van de fractievoorzitters. Die sluiten een coalitieakkoord. Nu lijkt het alsof de politiek leiders het coalitieakkoord heronderhandelen. Dan krijgen wij morgen de vraag: moeten wij nu vragen aan minister Kaag of minister Hoekstra, die daar met eenheid van kabinetsbeleid zitten, of zij een coalitieakkoord willen heronderhandelen? Of moeten wij die vraag stellen aan de fractievoorzitters? Ik wil eigenlijk weten onder welke noemer de ministers morgen aanwezig zijn, zodat wij als oppositie weten aan wie we de vragen moeten stellen over het al dan niet openbreken van het coalitieakkoord, als dat aan de orde is.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit onderdeel doorgeleiden richting het kabinet.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Voorzitter. Nog even de vraag over de afvaardiging, waar u een reactie op vroeg. Wat mij betreft gaat het kabinet over zijn eigen afvaardiging. We hebben al de mp en alle vice-mp's. Dat is voor ons voldoende. Maar nogmaals, het kabinet gaat daar uiteindelijk zelf over.

De heer Van Weyenberg (D66):
Daar sluit ik me bij aan. Overigens, op dit moment staat het regeerakkoord gewoon nog.

De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. De fractie van DENK heeft er totaal geen moeite mee om minister Van der Wal uit te nodigen. Maar dan zouden we ook staatssecretaris De Vries moeten uitnodigen, die laat blijken dat de regering de toeslagenouders niet kan helpen; een van de redenen waarom het vertrouwen in de politiek zo daalt.

De voorzitter:
Maar er ligt een ander verzoek.

De heer Van Baarle (DENK):
Dus als we mevrouw Van der Wal uitnodigen, dan wil ik ook staatssecretaris De Vries erbij, die de toeslagenouders niet helpt.

De voorzitter:
Dus u steunt het verzoek; zo vertaal ik het maar even.

De heer Bontenbal (CDA):
Dat is de reden waarom ik het verzoek niet steun. Het kabinet gaat over zijn eigen afvaardiging. Dat geldt ook meteen voor het verzoek van collega Eerdmans. Als ik dit niet steun, dan steun ik het andere verzoek natuurlijk ook niet.

De heer Kwint (SP):
Dat vind ik een wonderlijk argument, want het kabinet gaat altijd over zijn eigen afvaardiging. Ik heb er geen bezwaar tegen, maar ik moet mevrouw Van der Plas wel meegeven dat we vrijdagavond hebben kunnen zien dat wanneer je meer bewindspersonen aan het woord laat, het verhaal van het kabinet niet per se duidelijker wordt. Maar dat gaan we morgen zien. Voorzitter, ik zou u het verzoek willen doen om nog even bij de premier te checken hoe het met zijn gezondheid gaat, zodat we mogelijk iets eerder dan morgenochtend weten of het debat wel of niet doorgaat. Ik sluit niet uit dat ik daar ook een klein privévoordeel bij heb, maar ik zou dat toch fijn vinden.

De voorzitter:
Ik geef hem eerst even wat rust en daarna houden we goed contact.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Op zich kan ik me iets voorstellen bij het verzoek, maar er worden heel veel maatschappelijke kwesties besproken in de brief die het kabinet heeft geschreven. De aanleiding was de uitslag en het gesprek daarover in het kabinet. Er komen vier bewindslieden die vier coalitiepartijen vertegenwoordigen ...

De voorzitter:
Dus u steunt het niet?

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ik steun het niet.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):
Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Steun.

De heer Drost (ChristenUnie):
Ik steun de lijn van meneer Van der Lee helemaal. Volgens mij moet er een breed maatschappelijk debat worden gevoerd en moet het niet alleen over stikstof gaan. Dat zou zonde zijn.

De voorzitter:
Dus geen steun.

De heer Boutkan (Volt):
Daar sluiten wij ons bij aan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Ik sluit me ook aan bij de woorden van de heer Van der Lee. Geen steun.

Mevrouw Vestering (PvdD):
Voorzitter, allereerst ook mijn beterschapswensen. Ik denk dat de heer Rutte ons iets uit te leggen heeft en daar willen we het morgen graag over hebben.

De voorzitter:
Dus geen steun voor het voorstel. We zullen dit doorgeleiden richting het kabinet.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil hier een hele kleine toelichting op geven.

De voorzitter:
Heel kort.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Natuurlijk is het debat breder. Dat is ook de reden waarom ik zes minuten spreektijd heb aangedragen. Maar ik vermoed wel dat heel veel partijen hier een stikstofdebat van gaan maken. Ik heb daar zelf ook moeite mee, want mijn inbreng zal veel breder zijn. Maar dan is het wel handig als er ministers beschikbaar zijn om daar antwoord op te geven. Het landbouwakkoord zal waarschijnlijk ook aan de orde komen. Ik weet al wat er dan gebeurt: dan kan er weer geen antwoord worden gegeven. Mijn verzoek aan het kabinet blijft dus staan.

De voorzitter:
Dank u wel. Wij gaan dit in ieder geval doorgeleiden.

Uw volgende verzoek, mevrouw Van der Plas, is van een hele andere orde.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja, dat is inderdaad van een heel andere orde, maar ook zeer ernstig. Kinderen moeten ontbijt krijgen op school en vallen flauw op schoolpleinen. Artsen zonder Grenzen moet in Ter Apel hulp bieden en het Rode Kruis moet voedselhulp bieden. Het gaat gewoon niet goed in Nederland. Ik wil het specifiek hebben over het laatste onderwerp: het Rode Kruis gaat voedselhulp bieden. We zien allemaal de rijen bij de voedselbank. Ze willen dit jaar nog 40.000 mensen bereiken met een wekelijkse boodschappenkaart. Dat is een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar. Voedsel is een eerste levensbehoefte, maar zelfs voor werkende mensen is voedsel nu een sluitpost. Ik wil naar aanleiding van dit bericht graag een debat aanvragen over de armoede in Nederland en over hoe we het tij kunnen keren. Wat gaat het kabinet doen om dit te stoppen? Want het lijkt ondertussen wel alsof wij een derdewereldland aan het worden zijn, als ik zie wat er hier in Nederland gebeurt.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik ga kijken of daar steun voor is.

De heer Kwint (SP):
Zolang supermarkten miljardenwinsten maken en de rijen bij de voedselbank toenemen, is armoede een politieke keuze. Dus van harte steun voor het voorstel van mevrouw Van der Plas.

De heer De Kort (VVD):
Dit is belangrijk om te bespreken. De snelste manier om het te bespreken, is in het commissiedebat Armoede en schulden. Ik was al van plan om dat naar voren te halen, want de procedurevergadering is dadelijk. Ik denk dat dat de snelste manier is en ik hoop dat ik dat ook namens BBB kan doen.

De heer Léon de Jong (PVV):
Voorzitter, van harte steun. Het is een schande dat zo veel mensen in Nederland in armoede moeten leven. Waren we maar een derdewereldland, want daar gaat heel veel meer geld naartoe dan naar deze mensen. Dus van harte steun.

De heer Bushoff (PvdA):
Voorzitter. Heel veel mensen hebben moeite om hun hoofd boven water te houden. Het is belangrijk dat we daar wat aan doen, dus ook mede namens GroenLinks steun.

De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Het is schrijnend om te zien hoeveel mensen in ons land de boodschappen en de energierekening niet meer kunnen betalen, dus van harte steun om het hier zo snel mogelijk over te hebben. Dat vindt mevrouw Den Haan ook.

De heer Eerdmans (JA21):
Mede namens BVNL ook steun.

De heer Boutkan (Volt):
Dit is een groeiend probleem en dat is niet oké, dus steun.

Mevrouw Kat (D66):
Snel met elkaar in debat. Volgens mij is de snelste manier een commissiedebat.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Voorzitter, steun voor dit debat. We hebben hier in 2006 een debat gehad toen er 8.000 mensen gebruikmaakten van de voedselbank. Het zijn er nu 200.000. Daar komen 40.000 mensen van het Rode Kruis bij. Tegelijkertijd zegt de regering dat de armoede in de tussentijd is afgenomen. Ik zou van de regering willen weten hoe het feit dat we straks in een jaar 250.000 mensen hebben die voedselsteun krijgen — dat waren er vijftien jaar geleden dus 8.000 — zich verhoudt tot afnemende armoede in de ogen van de regering. Die brief zou ik voor dat commissiedebat willen hebben. Maar steun voor dit debat.

Mevrouw Palland (CDA):
Voorzitter. Helaas geen nieuw bericht. Hier ligt natuurlijk ook al een eerdere initiatiefnota over hulp voor de voedselbanken aan ten grondslag, van de collega's Slootweg en Bruins. We hebben vorige week nog een brief gekregen over extra Europese middelen voor de voedselhulp. Het is dus goed om het hierover te hebben. Ik denk toch echt dat de snelste route via een commissiedebat over schulden en armoede is.

De heer Drost (ChristenUnie):
Een warme uitnodiging aan mevrouw Van der Plas om ook morgen tijdens het debat haar hart te laten spreken op dit punt. Ook voor de ChristenUnie is dit een aangelegen punt. Dan kunnen we dat denk ik zo snel mogelijk vervolgen in een commissiedebat. Dus geen steun om het nu plenair te plannen.

De heer Van der Staaij (SGP):
Steun voor dit debat.

Mevrouw Vestering (PvdD):
Ook steun.

De heer Van Houwelingen (FVD):
Van harte steun.

De voorzitter:
Er is geen steun voor uw verzoek. Er is wel een informatieverzoek van de heer Omtzigt ten behoeve van het commissiedebat. Dat zullen we doorgeleiden.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Er zijn wel 30 leden.

De voorzitter:
Wel 30 leden.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dan wil ik 'm dus graag als dertigledendebat op de lijst zetten.

De voorzitter:
Dat gaan we doen, mevrouw Van der Plas. Dank u wel.

Dan geef ik het woord aan de heer El Yassini van de VVD.

De heer El Yassini (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Gisteren stond in een nieuwsartikel dat in het schooljaar 2021-2022 30.000 jongeren zonder een diploma van school zijn gegaan. Dat is een kwalijke zaak. Daar zou ik graag een debat over willen aanvragen. Graag een brief van het kabinet, specifiek over informatie als het gaat om waar ze vandaan komen. Om welke opleidingen gaat het, om welke domeinen en welk jaar, of het nou mbo-niveau 2, 3 of 4 is? Ik zou graag een brief van het kabinet willen hebben om daar meer achtergrondinformatie over te krijgen.

De heer Peters (CDA):
Ik steun dat.

Mevrouw Hagen (D66):
Voorzitter. We hebben eergisteren een brief gehad van de minister. Wij wachten af wat het aanvalsplan daadwerkelijk is voor we weer een debat inplannen, lijkt mij. Als we wachten tot na de zomer steun, en anders geen steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Namens de PvdA en GroenLinks steun, ook omdat deze jongeren echt het risico lopen om, als er straks geen werk is, ook heel langdurig niet meer aan het werk te komen.

De voorzitter:
Ik zit nog heel even te kijken. Mevrouw Hagen, u zei: steun als het na het zomerreces is. Dat is dus eigenlijk steun voor een debat. Zo vertaal ik het even, voor de duidelijkheid.

De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Serieuze problematiek. Goed dat de heer El Yassini om een brief vraagt. Als er geconditioneerd steun wordt uitgesproken na de zomer, dan kan dat ook in een commissiedebat Mbo dat dan gepland staat. Ik denk dat het sneller in de commissie kan, dus geen steun.

De heer Kwint (SP):
Steun. Als het kabinet wil dat er van tevoren een aanvalsplan ligt, dan sturen ze dat voor het debat op.

De heer Drost (ChristenUnie):
Wij volgen de redenering van meneer Van Baarle.

De heer Beertema (PVV):
Ik sluit me ook aan bij de redenering van DENK. Het moet niet gekker worden, maar vandaag doen we dat.

Mevrouw Vestering (PvdD):
Wij sluiten ons aan bij de redenering van de heer Kwint.

De voorzitter:
Dus steun. Er is een meerderheid voor uw verzoek, maar er is wel gezegd: na ommekomst van informatie en van een aanvalsplan, zoals dat genoemd wordt. Dat heeft u zelf ook gezegd. Wij gaan dat dus plannen.

De heer El Yassini (VVD):
Het is uiteraard belangrijk om die brief te hebben alvorens we het debat voeren. De hoofdlijnen met betrekking tot het aanvalsplan, dat vorig jaar al door de VVD is aangevraagd, zijn gisteren al doorgestuurd. Maar dat zijn hoofdlijnen. Na de zomer zouden er meer uitwerkingen komen. Ik ben heel benieuwd waar het kabinet mee komt, maar ik denk dat het sowieso goed is om het debat te voeren nadat de informatie is binnengekomen.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Dekker-Abdulaziz van D66.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):
Dank, voorzitter. Het artikel van Follow the Money van gisteren laat volgens D66 goed zien wat er gebeurt als bedrijven met een businessmodel dat data verhandelt vrijelijk hun gang kunnen gaan. Zonder dat de meeste mensen het weten, worden hun data doorverkocht en gebruikt. Wij maken ons hier zorgen over. Daarom willen wij een debat met de staatssecretaris Digitalisering over hoe gebruikers beter beschermd kunnen zijn door beter toezicht en regelgeving.

De heer Kwint (SP):
Van harte steun.

Mevrouw Van Weerdenburg (PVV):
Steun.

De heer Bushoff (PvdA):
Steun, ook namens GroenLinks.

Mevrouw Rajkowski (VVD):
Voorzitter. Hoewel ik het natuurlijk graag elke dag over de digitale ontwikkelingen heb, zie ik ook dat er morgen een commissiedebat is over informatieveiligheid. Ik denk dat dit onderwerp daar goed bij zou kunnen of bij de verschillende commissiedebatten die we de komende maanden hebben. Dus geen steun voor het plenaire verzoek.

Mevrouw Vestering (PvdD):
Steun.

De heer Van Baarle (DENK):
De fractie van DENK en de Fractie Den Haan steunen het verzoek wel.

De heer Drost (ChristenUnie):
Wij volgen mevrouw Rajkowski. Er komen best wel wat commissiedebatten aan die hierover gaan en waar we dit kunnen invoegen. Dus van harte uitgenodigd om dat te doen.

De heer Van Houwelingen (FVD):
Steun.

De heer Slootweg (CDA):
Het lijkt ons veel sneller om dit via een commissiedebat te doen. Morgen staat er inderdaad het commissiedebat over informatieveiligheid. Ik zou daar dus een voorkeur voor hebben. Geen steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Steun voor het debat.

De voorzitter:
Er is geen meerderheid … Nee, er is wel een meerderheid voor uw verzoek.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):
O, wat leuk.

De voorzitter:
Er was even verwarring alom bij mijzelf, maar er is een meerderheid.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):
Dank voor jullie steun.

De voorzitter:
Dan gaan we luisteren naar de heer Eppink van JA21. Ik zie hem niet zitten. O, hij heeft afgezegd. Kan hij niet vervangen worden? Oké, dat hoeft niet meer. Dan zetten we er een streep door. We hadden ons er zó op verheugd.

Dan geef ik het woord aan de heer Van der Lee namens GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Dank, voorzitter. In plaats van de heer Klaver doe ik het voorstel om morgen, wanneer het debat met het kabinet over de verkiezingsuitslag naar alle waarschijnlijkheid doorgaat, aansluitend fractiegewijs ook de stemmingen te houden.

De voorzitter:
Dit is een vooraankondiging. Heel fijn dat u dat aangeeft, omdat wij, zoals te doen gebruikelijk, altijd op dinsdag stemmen. Een vooraankondiging bij de regeling voor een fractiegewijze stemming helpt ons dus zeer. Dus dank voor deze moeite. Wilt u daar nog iets aan toevoegen, mevrouw Van der Plas?

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik kan het niet van tevoren bepalen, maar het zou misschien ook wel handig zijn om dan rekening te houden met hoofdelijke stemmingen. Ik kan nu niet zeggen dat ik een hoofdelijke stemming wil, maar dat kan morgen tijdens het debat zomaar veranderen.

De voorzitter:
Ja, maar dit is wel heel netjes. Dan is ook dit een vooraankondiging van een hoofdelijke stemming; zo vat ik dit op.

De heer Van Weyenberg (D66):
Voorzitter. Mijn opmerking was anders geweest dat, als iemand een hoofdelijke stemming wil, het fijn is om dat nu te weten, ook vanwege uw drie-uursregel. Maar dat wordt gedurende het debat wel op tijd duidelijk. Dan hoeven we niet na afloop nog drie uur te zitten wachten.

De voorzitter:
Zo is dat. Vroeger zeiden we: iedereen moet in huis blijven. Dat is nu het geval, denk ik. Dus dank ook voor deze duidelijkheid; dan kunnen de fracties zich daarop prepareren.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Tielen van de VVD.

Mevrouw Tielen (VVD):
Voorzitter. Wij debatteren best veel over de gezondheid en de zorg. In heel veel debatten gaat het een heel klein beetje over innovatie. Een NRC-artikel van vanochtend gaat ook over innovatie, over narcosegas. Een van de conclusies van de onderzoeksjournalisten was dat ziekenhuizen en artsen hun werkwijze niet willen aanpassen. Dat komt vaker voor. Dat hebben we dan heel vaak een klein beetje in sommige debatten. Daarom wil ik eigenlijk gewoon graag eens een innovatiedebat met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over hoe al die innovaties en al die domeintjes sneller naar de dagelijkse zorgpraktijk kunnen komen.

De heer Kuzu (DENK):
Voorzitter. Mede namens de fractie van de SP en de Fractie Den Haan zeggen we: het is belangrijk dat we zo'n debat voeren, maar laten we dat alsjeblieft doen in een commissiedebat en laten we de plenaire behandeling daar niet mee belasten.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Kuzu.

De heer Drost (ChristenUnie):
Wat ons betreft kunnen we daar beter een commissiedebat voor plannen.

Mevrouw Agema (PVV):
Idem.

Mevrouw Paulusma (D66):
Helaas ook geen steun. Het zou ook wat mij betreft in een commissiedebat kunnen.

De voorzitter:
Er is geen steun voor uw verzoek.

Mevrouw Tielen (VVD):
Maar ik heb wel 30 leden, dus dan wil ik het graag op de dertigledenlijst laten zetten. Dan zou ik ook graag willen weten op welk nummer het dan staat.

De voorzitter:
Ongeveer op nummer 60.

Mevrouw Tielen (VVD):
Mooi. Dan hebben we over een jaar een dertigledendebat.

De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan mevrouw Helder, PVV.

Mevrouw Helder (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Bijna 13.000 keer was er geweld tegen politieagenten het afgelopen jaar. Dat aantal is onverminderd hoog. Dat is meer dan 1.000 keer per maand, oftewel meer dan 35 keer per dag. Ik vind dat dat een plenair debat rechtvaardigt, om het een keer over de onderliggende oorzaken hebben. Ik bedoel dus niet een commissiedebat. We hebben ook een apart plenair debat over racisme en discriminatie, dus ik zou dit onderwerp ook graag voor een plenair debat willen aanmelden. Ik hoop op steun van de collega's.

De voorzitter:
We gaan bekijken of dat zo is.

Mevrouw Kuik (CDA):
Een terecht punt; steun.

Mevrouw Van der Werf (D66):
Voorzitter. Wij hebben over twee weken een commissiedebat Politie. Ik denk dat we daarmee echt sneller zijn. Ik steun overigens het onderwerp van mevrouw Helder zeer.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Steun.

De heer Kuzu (DENK):
Ik sluit me aan bij de lijn van D66, voorzitter. Dat doe ik mede namens mevrouw Den Haan.

De heer Eerdmans (JA21):
Ik zou het willen steunen, voorzitter. Maar ik wilde aan mevrouw Helder vragen: zou het een idee zijn om het uit te breiden naar alle hulpverleners? Het werd ons vorig jaar namelijk duidelijk dat 92%, geloof ik, van de hulpverleners in Nederland te maken heeft met geweld. 92%! Dat is echt een groot probleem, ook voor andere groepen dan de politie.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Voorzitter, ik wil mevrouw Helder bedanken dat ze het hier naar voren brengt, want het is vreselijk en de cijfers zijn verschrikkelijk. Ik deel met haar het belang van dit onderwerp. Maar zoals mevrouw Van der Werf ook zei, denk ik dat we sneller zijn als we het in het commissiedebat Politie op 19 april bespreken. Daarmee steun ik een apart debat niet, maar ga ik het daar naar voren brengen. Ik zou wel de minister willen vragen om een reactie op deze cijfers: wat nu te doen?

De heer Van der Staaij (SGP):
Ik steun het debat, maar ook het verzoek om een brief.

De voorzitter:
U steunt wel een plenair debat? Ja.

De heer Kwint (SP):
Het gaat volgens mij over twee weken sowieso besproken worden bij dat commissiedebat. Daarom geen steun voor een apart plenair debat. Een brief voor die tijd zou fijn zijn.

De heer Bushoff (PvdA):
Voorzitter, het is wel een belangrijk onderwerp, maar ik sluit me aan bij de lijn van de SP en D66, mede namens GroenLinks.

De heer Van Houwelingen (FVD):
Steun.

De heer Drost (ChristenUnie):
Wat meneer Bushoff zegt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Steun.

De voorzitter:
Er is geen meerderheid voor uw verzoek. Er is wel behoefte aan een reactie op een informatieverzoek. Dat zullen we doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Helder (PVV):
Zijn het er wel 30?

De voorzitter:
Er zijn wel 30 leden.

Mevrouw Helder (PVV):
Dan wil ik het daarvoor graag aanmelden. Als je het een belangrijk onderwerp vindt en het wil steunen en vindt dat het snel moet, kan de Kamer zelf ook bepalen dat het naar voren gehaald zou moeten worden. Dus die kanttekening wilde ik even plaatsen. Maar ik heb wel 30 leden. Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Helder.

Dan geef ik het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
U heeft zojuist op verzoek van mevrouw Palland een tweeminutendebat aangekondigd over het commissiedebat Uitvoering sociale zekerheid. Een van de zaken die daar op de agenda stond, betreft de 10.000 gezinnen die onder het bijstandsniveau zitten. Daar moet snel iets aan gebeuren. Dus ik zou u willen verzoeken om deze of uiterlijk volgende week dat tweeminutendebat in te plannen, zodat we nog kunnen stemmen voor het reces.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Het kan deze of volgende week, zegt u, hè? In ieder geval wilt u stemmen voor het reces.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ja.

Mevrouw Palland (CDA):
Goed om dat snel in te plannen inderdaad. Deze week gaat de agenda nogal overhoop, dus ik was even bang dat we het vandaag ineens op de agenda zouden zien verschijnen. Ik zou het graag als aanvrager even willen voorbereiden. Maar volgende week lijkt me prima.

De voorzitter:
Ja. Kan iedereen zich daarin vinden? Dat is het geval. Dank u wel, meneer Omtzigt. Dan gaan we het op die manier doen.

Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Eerdmans. Hij zal spreken namens JA21.

De heer Eerdmans (JA21):
Zeker, voorzitter. Morgenochtend hebben we dus om 11.00 uur het duidingsdebat over de uitslag van 15 maart. Wij hechten er zeer aan dat ook minister Van der Wal daarbij aanschuift. Waarom? Er is veel te doen over stikstof, over het stikstofbeleid, over 2030 ja of nee. De provincies die nu aan het onderhandelen zijn willen weten: waar zijn we aan toe? Er is een rare brief uit Brussel gekomen waar, ook door de heer Omtzigt, al diverse vragen over gesteld en vaag beantwoord zijn. We hebben veel vragen over die brief, over het stikstofbeleid dat nu voorligt en over hoe we daarmee verdergaan. Wij hechten eraan dat minister Van der Wal morgen aanschuift.

De voorzitter:
Dank u wel. Nogmaals, het kabinet gaat over de eigen afvaardiging, maar het is goed om de Kamer even te horen, zodat ik dat ook kan doorgeleiden richting het kabinet.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Steun voor dit verzoek. Net bij de aanvraag van mijzelf over de heer Adema was een terechte opmerking dat we dan ook andere mensen moeten uitnodigen. Het staat iedereen vrij om een verzoek daartoe in te dienen, maar goed. Nogmaals, ik vermoed dat heel veel partijen het over stikstof gaan hebben, dus dat het wel nodig is dat de verantwoordelijke minister dan aanwezig is.

Mevrouw Vestering (PvdD):
Voorzitter. Deze bizarre situatie is veroorzaakt door het CDA, dus als iemand iets moet uitleggen, dan zijn het onze minister-president en minister Hoekstra zelf.

De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Hetzelfde punt als ik net maakte. Geen bezwaar tegen de uitnodiging van de heer Eerdmans, maar dan ook De Vries erbij, die de toeslagenouders niet helpt.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Het zal u niet verrassen dat ik hier hetzelfde zeg als bij het vorige verzoek. Wat ons betreft is een mp en drie vice-mp's ruim voldoende.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Voorzitter. Wij hebben hier nogal de neiging om bij elk debat over van alles en nog wat te debatteren. Ik zou het graag houden bij het onderwerp, dus geen steun voor dit verzoek.

De heer Drost (ChristenUnie):
Met de minister-president en drie vicepremiers mag je aannemen dat het hele kabinetsbeleid verdedigd kan worden, maar ik hoop dat ze ook het debat in deze Handelingen hebben gevolgd en hebben gehoord dat u en ook mevrouw Van der Plas van plan zijn om veel vragen te stellen over stikstof. Daar mogen ze hun gevolgtrekking uit trekken, maar ze gaan er zelf over.

De heer Van Weyenberg (D66):
Daar sluit ik mij bij aan.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Steun, voorzitter, en zeker nu twee coalitiepartijen zeggen dat het ook veel over stikstof zal gaan. Dan lijkt het mij logisch dat de minister, die overigens aan het begin niet aanwezig leek te zijn bij de onderhandelingen, en die wel over stikstof gaat, wel in de Kamer aanwezig is wanneer we het over stikstof hebben.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit onderdeel van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Eerdmans (JA21):
Mag ik er een misschien rare vraag bij stellen, voorzitter?

De voorzitter:
Dat hangt ervan af.

De heer Eerdmans (JA21):
Is het misschien mogelijk dat zij op afroep beschikbaar is? Dan doen we het zo dat als hier vragen blijven die zeer zeker binnen haar portefeuille liggen en niet beantwoord kunnen worden door de vicepremiers, zij dan wel in staat is om naar de Kamer te komen.

De voorzitter:
Collega's hebben op het verzoek gereageerd. Dit onderdeel zullen wij ook doorgeleiden. Dat is wat ik daarmee kan doen. Dank u wel, meneer Eerdmans.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze regeling van werkzaamheden en tevens van de plenaire vergadering van vandaag. Morgen hebben we om 11.00 uur het debat dat eigenlijk vandaag gepland stond, over de uitslag van de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Daar starten we dus morgen om 11.00 uur mee. Daarmee zijn we echt aan het einde gekomen.

Sluiting

Sluiting 16.36 uur.