Plenair verslag
Tweede Kamer, 19e vergadering
Dinsdag 9 november 2021
-
Aanvang14:00 uur
-
Sluiting19:34 uur
-
StatusGecorrigeerd
Opening
Voorzitter: Bergkamp
Aanwezig zijn 131 leden der Kamer, te weten:
Aartsen, Agema, Alkaya, Amhaouch, Arib, Azarkan, Van Baarle, Baudet, Becker, Beckerman, Beertema, Belhaj, Van den Berg, Bergkamp, Van Beukering-Huijbregts, Bikker, Bisschop, Bontenbal, Martin Bosma, Boswijk, Bouchallikh, Boulakjar, Brekelmans, Bromet, Van Campen, Ceder, Dassen, Tony van Dijck, Gijs van Dijk, Inge van Dijk, Jasper van Dijk, Eerdmans, El Yassini, Ellemeet, Ellian, Ephraim, Eppink, Erkens, Van Esch, Fritsma, Geurts, Van Ginneken, De Graaf, Graus, Grinwis, Peter de Groot, Tjeerd de Groot, Gündoğan, Den Haan, Van Haga, Hagen, Hammelburg, Harbers, Rudmer Heerema, Pieter Heerma, Heinen, Hermans, Van den Hil, De Hoop, Van Houwelingen, Jansen, Jetten, Léon de Jong, Romke de Jong, Kamminga, Kat, Kathmann, Kerseboom, Klink, Knops, Koekkoek, Koerhuis, Kops, De Kort, Kröger, Kuik, Kuiken, Kwint, Van der Laan, Van der Lee, Leijten, Maatoug, Madlener, Maeijer, Marijnissen, Markuszower, Van Meenen, Minhas, Agnes Mulder, Edgar Mulder, De Neef, Nijboer, Van Nispen, Omtzigt, Ouwehand, Paternotte, Paul, Paulusma, Peters, Piri, Van der Plas, Ploumen, Podt, Van Raan, Rajkowski, De Roon, Sahla, Schouten, Segers, Sjoerdsma, Smals, Sneller, Van der Staaij, Stoffer, Van Strien, Strolenberg, Tellegen, Tielen, Valstar, Verkuijlen, Vijlbrief, Aukje de Vries, Wassenberg, Van Weerdenburg, Van der Werf, Werner, Westerveld, Van Wijngaarden, Wilders, Van der Woude en Wuite,
en mevrouw Van Huffelen, staatssecretaris van Financiën - Toeslagen en Douane, de heer De Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevrouw Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst, en de heer Wiersma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De voorzitter:
Ik open de vergadering van de Tweede Kamer van dinsdag 9 november 2021.
Vragenuur
Vragenuur
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.
Vragen Westerveld
Vragen van het lid Westerveld aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over berichten dat mensen niet bij de GGD's terechtkunnen om te testen.
De voorzitter:
Aan de orde is het mondelinge vragenuur. Ik heet de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Kamerleden en de kijkers thuis van harte welkom. Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Westerveld van GroenLinks. Zij heeft een mondelinge vraag aan de minister over berichten dat mensen niet bij de GGD's terechtkunnen om te testen.
We hebben binnenkort weer een coronadebat. Het onderwerp van vandaag gaat over testen, dus ik wil u vragen om u zo veel mogelijk te beperken tot het onderwerp. Ik heb dit net ook afgesproken met de minister, want anders gaan we het coronadebat overdoen. De minister heeft aangegeven dat er vrijdag weer een persconferentie is en dat er nog een aantal besluiten moeten worden genomen. Dank u wel voor uw begrip.
Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Westerveld van GroenLinks.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Voorzitter. We gaan het zeker hebben over testen, want testen, traceren en isoleren — oftewel: thuisblijven — zouden de kern moeten zijn van het beleid om het virus in te dammen. Dat heeft GroenLinks niet bedacht. Dat is volgens deskundigen wereldwijd dé klassieke indamstrategie.
Voorzitter. Testen is ongelofelijk belangrijk om te weten of je het coronavirus bij je draagt en of je anderen kunt besmetten. Maar we krijgen vandaag allemaal berichten van mensen die zich niet kunnen laten testen. In Den Haag, in 's-Hertogenbosch, in Utrecht en in mijn eigen woonplaats Nijmegen kunnen mensen niet terecht bij de GGD voor een testafspraak. Als je zo'n afspraak wilt maken, lees je online het bericht: geen testplaats gevonden. Dat gebeurt overal in het land. Mijn vraag aan de minister is: hoe kan dit? Nota bene in de vorige persconferentie riep de minister zelf mensen op om zich te laten testen bij klachten. Dat is natuurlijk terecht, maar als mensen daarnaar luisteren, kunnen ze nergens terecht om zo'n afspraak te laten maken.
Voorzitter. We zien al weken dat het aantal besmettingen toeneemt. Ik zie al weken voorspellingen van mensen die vrij precies zijn. Dan hadden we dit toch kunnen zien aankomen? Dan weten we toch hoeveel mensen er nodig zijn bij de GGD'en? Ik wil ook graag weten of er locaties zijn gesloten en of er medewerkers zijn ontslagen. Klopt onze observatie dat een aantal grote locaties dicht zijn of veranderd zijn in kleinere testlocaties?
Voorzitter. Testen is dé belangrijkste manier om een virus in te dammen, maar nota bene precies op deze dag lezen we dat een aantal ziekenhuizen, waaronder in Limburg, helemaal geen nieuwe patiënten meer kunnen opnemen.
Voorzitter. Ik ben benieuwd naar de reactie op deze vragen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Westerveld. Het woord is aan de minister.
Minister De Jonge:
Voorzitter, dank. Dank voor de gestelde vragen. Ik ben het van harte eens met mevrouw Westerveld dat testen een ongelofelijk belangrijk instrument is in deze crisis. Laten we daarom blij zijn dat zo veel mensen zich laten testen. Het waren er gisteren 77.000. Dat zijn er heel erg veel. Laten we ook blij zijn dat de GGD in staat is om heel snel op te schalen. U kent het opschalingsplan. Dat heb ik u een aantal weken geleden toegestuurd. Dat opschalingsplan ging uit van 40.000 in de basiscapaciteit. De vraag was op dat moment zo'n 20.000, dus het ging om een dubbele basiscapaciteit van de vraag op dat moment. Daarnaast is er een opschalingsplan, waarbij je binnen één week op 50.000, binnen twee weken op 60.000, binnen drie weken op 75.000 en binnen vier weken op 90.000 kunt zitten. De werkelijkheid heeft zich echter heel veel sneller voltrokken. In anderhalve week tijd is er opgeschaald van 40.000 naar 75.000. Dat is de GGD gelukt en dat is vrij indrukwekkend. De doorlooptijd loopt ietsje op, maar blijft gelukkig nog ruim binnen de marge. De doorlooptijd tussen afspraak en uitslag is in de afgelopen week zo'n 30 uur geweest en was in de week daaraan voorafgaand zo'n 28 uur. We moeten inderdaad goed in de gaten houden dat die niet te ver oploopt. Dat kan natuurlijk, maar het moet binnen de norm blijven van 48 uur.
Wat zien we op dit moment? Dat het inderdaad heel druk is. De goede kant daarvan is dat veel mensen een afspraak maken, maar het nadeel daarvan is dat een aantal mensen inderdaad niet onmiddellijk een afspraak kan maken. Dat heeft er soms mee te maken dat er in regio's wat frictie is tussen vraag en aanbod qua testcapaciteit, maar het heeft er veel vaker mee te maken dat er op coronatest.nl een boodschappenmandjes probleem is. Als je een afspraak maakt, krijg je drie opties. Die drie opties worden vastgehouden, zodat een volgende persoon die op hetzelfde moment diezelfde afspraak probeert te maken, geen gebruik kan maken van twee van die drie opties. Het is dus een kwestie, zegt ook de GGD, van het later nog een keer proberen. Als dat niet lukt, moet men het telefonisch nog een keer proberen. Maar als iedereen dat doet, wordt het natuurlijk heel druk aan de telefoon. Kortom, de GGD schaalt heel erg op. Dat lukt ook gewoon goed, maar het moet wel in een heel korte tijd gebeuren op dit moment. Dat was inderdaad niet te voorzien geweest. Deze stijging ligt dus boven alle prognoses die worden gemaakt.
Dan ten aanzien van Zuyderland. Ja, daar is het druk. Het is druk in Limburg. Het is al een tijdje druk in Limburg. We hebben daarom met de ziekenhuizen een opschalingsplan gemaakt om ervoor te zorgen dat we alle patiënten op een goede manier kunnen helpen. Aan dat opschalingsplan moeten we ons wel houden. Als er sprake is van de noodzaak om te verplaatsen, betekent dit dat er ook bedden beschikbaar moeten zijn. Daar heb ik vanmorgen weer over gesproken met de toezichthouders. Die spreken de ziekenhuizen erop aan dat ieder ziekenhuis ook zijn fair share neemt van het aantal patiënten dat op dat moment beschikbaar is. We zijn op dit moment door de 300 ic-patiënten heen. Dit gaat natuurlijk niet alleen over de ic, maar we zitten op dit moment door de 300 ic-patiënten heen. Er liggen zo'n 1.000 mensen op de ic. We zitten dus nog niet aan de opgeschaalde capaciteit die mogelijk is. Maar het betekent wel dat het in het ene ziekenhuis wel heel veel drukker is dan in het andere, daar waar ziekenhuizen niet allemaal hun fair share pakken op dit moment. Het is een taak van de toezichthouders om er samen met de ziekenhuizen aan te werken dat het aantal patiënten dat een ziekenhuisbed nodig heeft, daadwerkelijk eerlijk wordt verdeeld.
De voorzitter:
Dank u wel. Er is een vervolgvraag van mevrouw Westerveld.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. De minister zegt terecht dat het fijn is dat zo veel mensen zich laten testen. Ik wil vanaf deze plek ook benadrukken dat het heel erg fijn is dat mensen die klachten hebben, zich laten testen, want dat is dé manier om het virus in te dammen en te voorkomen dat andere mensen ook besmet worden.
Maar als ik de minister hoor zeggen dat er wat frictie is en de minister het heeft over het "boodschappenmandjesprobleem", dan vind ik dat hij aan dit grote probleem dat niet de eerste keer voorkomt, afbreuk doet door dit soort woorden te gebruiken. Want het is nogal wat dat wij mensen oproepen om zich te laten testen en dat mensen zich vervolgens niet kúnnen laten testen. Mensen kunnen zich niet alleen niet laten testen, maar ons bereiken ook berichten dat het niet goed gaat met het bron- en contactonderzoek. Daar worden ook mensen ontslagen. Ik wil de minister dus nogmaals de volgende vragen stellen. Zijn er locaties van de GGD'en gesloten of afgeschaald? Zijn er mensen ontslagen? Klopt het ook dat mensen die bron- en contactonderzoek doen worden ontslagen, omdat ze drie keer een tijdelijk contract hebben gekregen? Deelt de minister ook onze mening dat dit natuurlijk zeer onwenselijk is, omdat we al die mensen gewoon nodig hebben? Ik zou ook aan de minister willen vragen wat hij gaat doen om dit op te lossen. Want het is een enorm dilemma dat veel mensen die zich willen laten testen, een schermpje krijgen waarop staat: er is op dit moment geen locatie bij u in de buurt beschikbaar.
Minister De Jonge:
Een paar dingen. Allereerst ben ik het zeer met mevrouw Westerveld eens dat er plek moet zijn, als wij mensen oproepen om zich te laten testen. Gelukkig is die er ook vaak, want we zien gewoon hoe ongelofelijk veel testafspraken er per dag worden gemaakt. Gisteren waren dat er rond de 100.000. 77.000 zijn er afgenomen, want die testafspraken worden natuurlijk niet altijd voor dezelfde dag gemaakt. Sommige mensen moeten zich laten testen op de vijfde dag et cetera. Mijn beeld is juist dat iedereen grosso modo terechtkan, maar niet iedereen kan dicht in de buurt terecht. En ook kan niet iedereen terecht op het moment waarop die persoon een afspraak zou willen maken, want dan loop je weleens tegen de site voor de coronatests aan die een aantal tijdslots vasthoudt voor andere mensen die op hetzelfde tijdstip aan het maken zijn. Dat is één.
Twee is het aantal locaties. Dat is heel hoog. Wij hebben 195 locaties van de GGD. Af en toe gaat er eentje dicht en dan gaat er weer eentje open. Wat de GGD moet doen, is ervoor zorgen dat er in no time wordt opgeschaald. Dat doen ze ook. Nogmaals, het aantal testafspraken per dag is in anderhalve week tijd opgeschaald van 40.000 naar 75.000. Dat is waanzinnig veel en de GGD heeft dat voor elkaar gekregen. Ik ben er juist heel dankbaar voor dat de GGD dat kan. Ik weet ook dat de GGD nu weer alles op alles zet om verder op te schalen, zodat de GGD nog meer kan. Is het weleens zo dat er inderdaad een aantal tijdelijke contracten een aantal keren is verlengd, waardoor je dat niet nog een keer kunt doen? Ja, dat is gewoon de wetgeving van Sociale Zaken. Daar lopen ook de GGD'en tegenaan, zoals eigenlijk alle werkgevers daartegen aanlopen. Dat is heel vervelend, maar ik kan het ook niet een-twee-drie oplossen.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
De minister zei dat grosso modo iedereen terechtkan. Maar als ik op dit moment vanuit mijn woonplaats Nijmegen probeer om een testafspraak in te plannen, dan kan dat gewoon niet. Ik heb het heel kort voor dit vragenuurtje nog even geprobeerd. Ik krijg die berichten uit heel het land. Heel veel mensen kunnen niet terecht. Ik blame hier ook absoluut niet de mensen die bij GGD'en werken. Ik zou juist van de minister willen weten waarom we dit niet aan zagen komen. Als we al wekenlang zien dat de besmettingen oplopen, we allemaal van verschillende deskundigen al vrij accurate voorspellingen zien van hoe hoog dat aantal besmettingen is en we mensen oproepen om te gaan testen, dan moet die hele testcapaciteit toch potverdorie op orde zijn! Ik vind het heel bijzonder dat het voor de zoveelste keer niet goed geregeld is.
Voorzitter. Ik zou de minister ook willen vragen wat dit nou met het draagvlak voor de maatregelen doet. Is hij niet bang dat mensen de volgende keer dan besluiten om niet te gaan testen? Ik wil ook aan de minister vragen wat het nou voor de economie en voor werkgevers betekent als mensen soms onnodig thuiszitten of toch naar het werk gaan terwijl ze dat beter niet kunnen doen. Niet iedereen kan namelijk thuiswerken. Ik wil de minister als allerlaatste vragen wat hij nu gaat doen om te voorkomen dat ik of een van de collega's hier over een paar maanden weer staan, omdat precies dezelfde fouten zijn gemaakt.
Minister De Jonge:
Ik denk dat deze weergave van mevrouw Westerveld niet fair is. Ik heb een aantal weken geleden het opschalingsplan naar de Kamer gestuurd. Ik heb mevrouw Westerveld daar verder niet over gehoord, maar ik heb dat wel gestuurd. Dat opschalingsplan is gemaakt op basis van de prognoses die worden gedaan. Bij de prognoses worden covidklachten bij alle andere luchtweginfecties opgeteld. Zelfs al zou er sprake zijn van 100% testbereidheid, dan zit de werkelijkheid van vandaag nog aan de bovenkant van die prognose. Het opschalingsplan is daarom ook geschreven zoals het is geschreven, namelijk met een basiscapaciteit van 40.000. Dat was toen het op papier werd gezet twee keer zoveel als de werkelijkheid per dag, namelijk 20.000 per dag. Het opschalingsplan begon bij een basiscapaciteit van 40.000. Er moest vervolgens binnen een week opgeschaald worden naar 50.000, binnen twee weken naar 60.000, binnen drie weken naar 75.000 en binnen vier weken naar 90.000. Wat de GGD nu in werkelijkheid presteert, gaat daar ver bovenuit. Zij zijn in anderhalve week tijd van 40.000 naar 75.000 gegaan. We gaan daar dan toch niet van zeggen dat het allemaal niet goed genoeg is? We zeggen dan toch niet: waarom heeft de GGD dit allemaal niet zien aankomen? Dat is toch niet fair! Het is waanzinnig wat de GGD in de opschaling laat zien! Zo is het.
Wat betekent dat dan voor mensen? Klopt het dat er nu inderdaad af en toe een schermpje in beeld verschijnt met: het lukt nu niet om een afspraak te maken? Dat klopt inderdaad. Dat heeft te maken met dat er een aantal tijdslots in beeld komen als je een testafspraak maakt via coronatestafspraak.nl, of coronatest.nl moet ik zeggen. Er worden dan drie tijdslots vastgehouden. Pas als je de afspraak hebt gemaakt, worden de twee die je niet hebt gebruikt weer vrijgegeven voor een ander. Dat is het bekende boodschappenmandjesprobleem. Je ziet dat probleem op heel veel sites als het druk is. Dat speelt op dit moment. Je kunt dan een afspraak maken via de telefoon, maar als veel mensen dat doen, moet je ook daar eventjes wachten. Het klopt inderdaad dat het maken van een afspraak eventjes tijd kost voordat je dat goed hebt gedaan. Het lukt gelukkig heel veel mensen wel om die afspraak te maken. Het is gisteren namelijk nog 103.000 mensen gelukt om een afspraak te maken. Dat zijn nogal aantallen. En toch krijgt de GGD dat allemaal voor elkaar.
Dan was er een vraag ten aanzien van de doorloopsnelheid. De doorloopsnelheid moet overeind blijven. We zitten op dit moment nog ruim binnen de marge van de 48 uur. We zitten ruim binnen die marge. Vorige week was het 30 uur. De week daarvoor was het 28 uur. Het zal deze week wel verder oplopen, maar we zitten nog ruim binnen de marge van de 48 uur. De GGD doet alles wat er mogelijk is om die opschaling verder voor elkaar te krijgen, want dat is nodig. We moeten kunnen testen. Zeker als we mensen oproepen om te testen, moeten we die testcapaciteit beschikbaar hebben. Maar laten we ook dankbaar zijn dat het juist lukt om in zo'n korte tijd zo veel op te schalen.
De voorzitter:
Dank u wel, minister. En dank u wel, mevrouw Westerveld voor het stellen van de mondelinge vraag. Er zijn een aantal vervolgvragen. Allereerst de heer Van Dijk van de SP, dan mevrouw Kuiken van de PvdA, mevrouw Aukje de Vries van de VVD, mevrouw Van den Berg van het CDA en de heer Van Baarle van DENK. Ik wil aan u vragen om kort en krachtig een vraag te stellen. Ik weet niet of we het helemaal afsluiten. Daarna volgen de heer Paternotte, mevrouw Gündoğan en mevrouw Agema. Maar allereerst de heer Jasper van Dijk.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik vind het wel opvallend dat het nu lastiger wordt voor mensen die zich willen laten testen — dat is de kern van de vraag die gesteld is, denk ik — terwijl het voor mensen die zich willen laten testen voor toegang, het commerciële testen, echt op rolletjes loopt. Je zou kunnen zeggen: testen voor drukte is no problem en testen voor klachten is wachten.
De voorzitter:
En uw vraag?
De heer Jasper van Dijk (SP):
Zou je dan niet veel meer moeten investeren in de publieke gezondheidszorg, zodat er geen tekorten zijn bij de GGD?
Minister De Jonge:
Dat doen we dus ook. Geld is echt ons allerlaatste probleem bij de aanpak van deze crisis. De GGD heeft volop geld. Het gaat niet over geld, het gaat over mensen, altijd. Wat de GGD laat zien in de opschaling, van 40.000 naar 75.000 in anderhalve week tijd, is voorwaar indrukwekkend. Op dit moment schaalt de GGD natuurlijk weer verder op; zo ver als kan en zo ver als nodig is. We proberen iedereen op een zo goed mogelijke manier te bedienen. Het is waar dat er naast dit testen ook nog testen voor toegang is. Dat ging vorige week ook door een half miljoen testen heen. Ik denk dat we deze week bij de GGD ook aan een half miljoen testen zitten. Er wordt aan allebei de kanten fors getest. Ik denk dat we deze week zomaar over een miljoen testen heen zouden kunnen gaan. Het is voorwaar indrukwekkend dat we dat allemaal georganiseerd krijgen in dit landje.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Op papier en in de prognoses van de minister klopt het altijd, maar tegelijk is het nog steeds zo dat mensen niet meteen een afspraak kunnen maken, dat het bron- en contactonderzoek niet deugt, dat de verantwoordelijkheid over wel of niet grootschalige evenementen wordt afgeschoven op burgemeesters en dat boosters te lang op zich laten wachten. En ondertussen luiden ziekenhuizen de noodklok. Code zwart dreigt. Ic's lopen vol, van Zuid- tot West- tot Oost-Nederland. En dan is mijn vraag of we nu daadwerkelijk tot vrijdag gaan wachten totdat het kabinet met nieuwe maatregelen komt. Of accepteert de minister dat we nu in een acute noodsituatie zitten, dat we niet kunnen wachten tot vrijdag of volgende week, maar dat aanvullende maatregelen nu echt nodig zijn om gehoor te geven aan die noodoproep van al die ziekenhuisbestuurders?
Minister De Jonge:
In de aanloop doet mevrouw Kuiken een aantal uitspraken over het BCO. Als je meer mensen hebt met een positieve testuitslag, is het logisch dat je ook inderdaad heel veel meer BCO moet doen. Naarmate dat er meer worden, is het logisch dat je het BCO enigszins moet afschalen. Dat kent u ook, want dat is gewoon het opschalingsmodel zoals dat is vastgesteld. Dat geldt ook ten aanzien van het opschalingsmodel voor het aantal testen dat moet worden afgenomen. Ik heb zojuist toegelicht dat het aantal dat is opgeschaald, inmiddels vrij rap omhoog gaat. Ten aanzien van de booster kent u het advies van de Gezondheidsraad. Dat voeren we uit en ik kijk ook nog waar versnelling mogelijk is.
En dan de maatregelen. Laten we niet het debat van vorige week overdoen en ook niet alvast het debat van volgende week doen. We hebben vorige week maatregelen getroffen, gegeven het advies van het OMT dat we helemaal hebben gevolgd. We hebben ook gezegd dat we graag een nieuw weegmoment willen aan het eind van deze week, op basis van een nieuw OMT-advies. Dat willen we dus ook doen. Inderdaad doen we dat op vrijdag, omdat het anders wel heel erg onrustig zou worden, als we op basis van krantenberichten of van signalen uit ziekenhuizen iedere dag opnieuw maatregelen zouden nemen. Ik denk dat we daar niet aan moeten beginnen. Ik denk dat een aantal fracties er vorige week terecht op wees dat het hooguit een beetje aan de vroege kant is om opnieuw een weging te maken, na de weging en de maatregelen van vorige week. Kortom, ik ga dat niet versnellen. Dat moeten we echt op vrijdag doen, op basis van een nieuw OMT-advies, om de situatie van nu ook weer op een goede manier in ogenschouw te kunnen nemen.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Ik vind het tamelijk onbegrijpelijk. We zitten weer in een enorme coronachaos. Dezelfde fouten als twee jaar geleden herhalen zich. Ziekenhuisbestuurders trekken nu aan de bel. Ze zeggen dat we tegen code zwart aan zitten, dat actie nu nodig is. We weten allemaal dat het tijd kost voordat maatregelen effectief worden. En de minister zegt hier rustig: nee hoor, gaat u maar slapen, ik neem nog actie, ik wacht rustig tot vrijdag, dan kunnen ze over een week van kracht worden. Dat is een conclusie die ik hier hoor, maar die ik echt, echt totaal onbegrijpelijk vind, op het moment dat je middenin een crisis zit. Als je tegen code zwart aanloopt, dan handel je nu, dan wacht je niet tot volgende week. Ik vind dat echt onbegrijpelijk.
Minister De Jonge:
De kwalificaties laat ik graag voor mevrouw Kuiken, maar ik constateer dat we vorige week maatregelen hebben getroffen, op basis van het OMT-advies dat toen voorlag. We hebben exact die maatregelen getroffen die het OMT adviseerde. Over een aantal maatregelen die ons en ook de Kamer zwaar op de maag liggen, hebben we gezegd: die gaan we voorbereiden. En of we die ook daadwerkelijk gaan inzetten en hoe we die inzetten: daarvoor hebben we een nieuw moment van weging nodig. Dat nieuwe moment van weging willen we al deze week hebben. Dat is snel, zoals ook een aantal fracties afgelopen week zeiden. Afgelopen week heeft geen van de fracties — ik meen ook niet mevrouw Kuiken — aanvullende maatregelen voorgesteld, omdat er meer moest gebeuren dan het OMT zei. Nee, dat is niet het geval geweest in het debat van afgelopen week. Voor zover ik kan nagaan, heeft de Kamer vorige week gewoon gesteund wat het kabinet heeft voorgesteld en heeft het ook gesteund dat wij op dit moment, in deze week, tot een nieuwe weging over zouden gaan op basis van een nieuw OMT-advies.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Dat is feitelijk niet waar, want er zijn moties ingediend waarin stond: stuur op besmettingen. Er zijn moties ingediend waarin stond: begin sneller met boosterprikken, want december is te laat. Er is ook gevraagd om naar de quarantaineplicht te kijken en om de 1,5 meter alvast weer in voorbereiding te nemen. Dus ik snap dat de minister in zijn werkelijkheid leeft, maar de Kamer heeft hier wel degelijk voorstellen gedaan. Ze hebben het niet allemaal gehaald, maar het wil niet zeggen dat ze niet gedaan zijn.
De voorzitter:
Ik wil aan de minister en de Kamerleden vragen om het te beperken tot het onderwerp dat vandaag aan de orde is, en om het debat niet over te doen. Mevrouw De Vries van de VVD.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ja, terug naar het testen. Ik denk dat het testen een van de cruciale elementen is om het virus te kunnen bestrijden. Ik zou hier ook aan iedereen een oproep willen doen: als je klachten hebt, blijf thuis en laat je testen. Dat geldt zeker ook voor de mensen die al gevaccineerd zijn. Mijn vraag is: is het testen straks nog mogelijk binnen 24 uur? Is het mogelijk om die afspraak te maken? Want ik hoor de minister eigenlijk alleen maar over het traject erna. Als dat onderdeel, dat afsprakensysteem, nu het knelpunt is, zou ik zeggen: pas dat dan aan, zodat mensen wel makkelijker die afspraak kunnen maken. Is de minister daartoe bereid?
Minister De Jonge:
De doorloopsnelheid was twee weken geleden 28 uur en de afgelopen week 30 uur. Die zit tussen het maken van de afspraak en de uitslag. Tussen het hebben van de afname en de uitslag zit altijd de langste tijd, omdat het buisje naar het laboratorium gaat en van het laboratorium weer de uitslag komt. Kortom, dat is van die 30 uur de meeste tijd. Grosso modo kun je eigenlijk overal wel binnen 24 uur terecht, maar dat is niet genoeg. De totale norm is twee keer 24 uur, namelijk 24 uur totdat je een afspraak hebt, en 24 uur voordat je de uitslag terug hebt. Maar daar wil ik wel heel graag binnen blijven. Dat lukt nu nog wel. Daarom wordt de afnamecapaciteit ook steeds verder opgeschaald, zodat je steeds meer mensen per dag kunt bedienen.
Dan ten aanzien van het systeem. Ik denk dat dat boodschappenmandjesprobleem technisch niet helemaal oplosbaar is, omdat je via coronatest.nl altijd meerdere opties wilt bieden en altijd maar een van die opties wordt gekozen. Er moeten dus drie opties worden vastgehouden om één optie te laten kiezen. Als — wat is het? — 200, 300, 400 mensen per minuut proberen een afspraak te maken, dan is er dus zo'n probleem dat het eventjes, tijdelijk, opstroopt. Ik denk niet dat daar op korte termijn iets aan te doen is. Ik denk dat dat gewoon even de werkelijkheid der dingen is. Daarnaast is de telefoonlijn natuurlijk open en beschikbaar. Die wordt ook volop gebruikt.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik ben niet aan het zoeken naar wat er niet kan, maar naar wat er wel kan. Ik zou de minister echt willen uitdagen om te kijken hoe we binnen dit systeem toch versnellingen kunnen aanbrengen, want ik wil mensen niet ontmoedigen. Ik wil niet dat mensen afhaken nadat ze drie keer helemaal geen mogelijkheid hebben gekregen om een afspraak te maken en nul op het rekest hebben gekregen. Ik vind dat we die testmogelijkheid binnen 24 uur gewoon moeten houden.
Minister De Jonge:
Dat vind ik ook. Daarom wordt er in capaciteit ook heel sterk opgeschaald. Mij staat niet bij dat er in de ICT-vormgeving op korte termijn een oplossing zou kunnen zijn om daar verandering in aan te brengen. Dat er meerdere opties worden aangeboden en even twee van de drie opties worden vastgehouden totdat die weer vrijvallen voor de volgende: zo werkt het systeem nu eventjes. Maar opschalen moeten we zeker doen, juist om te doen wat mevrouw De Vries zegt, namelijk zorgen dat mensen binnen 24 uur terechtkunnen voor een afspraak.
Mevrouw Van den Berg (CDA):
We hebben als CDA vanaf dag een gepleit voor de basismaatregelen en ervoor gepleit om je altijd te laten testen bij klachten, of je nu wel of niet gevaccineerd bent. Vorige week hebben we daarom ook bepleit dat mensen zich om de hoek kunnen laten testen, om het ook goed toegankelijk te maken. We zijn op zich verheugd dat de minister een campagne is gestart om die basismaatregelen nog een keer onder de aandacht te brengen. Maar ik maak me wel zorgen. Als dat percentage van mensen die zich laten testen, gaat toenemen — nu is het nog maar 50% — hoe realiseert de minister dan dat er op zeer korte termijn meer dan voldoende testlocaties zijn?
Minister De Jonge:
Die opschaling vindt op dit moment plaats. Het lukt gelukkig om die opschaling snel te doen. Er zijn nu 195 locaties. Dat zijn er natuurlijk al heel erg veel. En op die 195 locaties worden vandaag zo'n 75.000 testen afgenomen. Gister waren dat er 77.000. De GGD gaat natuurlijk door met opschalen. En ik denk dat dat belangrijk is, om precies datgene te doen wat u zegt, mevrouw Van den Berg, wat mevrouw De Vries zegt, wat mevrouw Kuiken zegt en wat iedereen zegt. Dat is namelijk zorgen dat daar waar je mensen aanmoedigt om zich aan de basisafspraken te houden, mensen ook snel terechtkunnen. Een van die basisafspraken is namelijk: laat je testen als je klachten hebt. Dat moeten we blijven doen, en daarom moeten we opschalen.
De heer Van Baarle (DENK):
Voordat ik mijn vraag stel, wil ik wel graag gemarkeerd hebben dat DENK tegen de QR-samenleving en tegen de testdictatuur van deze minister is.
De voorzitter:
Maar wat is uw vraag?
De heer Van Baarle (DENK):
Op dit punt is mijn vraag aan de minister: hoe kan het nou dat er onder de verantwoordelijkheid van deze minister weer zo'n ontzettende puinhoop van wordt gemaakt? Er zijn dus blijkbaar verwachtingen over de toenemende vraag, die weer niet uitkomen. Hierbij is er dus blijkbaar een opschalingsplan dat niet voldoet aan de vraag die er op dat moment is. Dus met andere woorden: óf de verwachtingen waren gewoon totaal niet goed, óf dat opschalingsplan voldoet niet. Mijn vraag aan de minister is: hoe kan het nou dat u op dit moment zo achter de feiten aanloopt?
Minister De Jonge:
Een paar dingen. Tegen dingen zijn, helpt doorgaans niet om iets op te lossen. Ik denk dat je ook af en toe vóór dingen moet zijn, bijvoorbeeld vóór basismaatregelen en vóór het nemen van maatregelen. Dat is niet makkelijk. Dan moet je namelijk iets verdedigen, misschien ook tegenover je eigen achterban, die daar niet op zat te wachten. Maar dat hoort wel bij het nemen van verantwoordelijkheid. En het hoort ook wel bij ons werk hier dat we niet alleen maar de makkelijke dingen zeggen, en de makkelijke dingen kiezen, maar ook verantwoordelijkheid nemen voor de moeilijke dingen. Dat hoort bij ons politieke vak. Dat is één.
Twee is dat ik al heb toegelicht dat wij een opschalingsplan hebben afgesproken met de GGD op het moment dat we 20.000 testen per dag afnamen. In dat opschalingsplan werd gezegd: we gaan in ieder geval zorgen voor een basiscapaciteit van het dubbele. Dat laat zich ook heel snel opschalen, namelijk binnen een week naar 50.000, binnen twee weken naar 60.000, binnen drie weken naar 75.000 en binnen vier weken naar 90.000 testafspraken per dag. Dat is al heel stijl. Ik heb gedacht: dat is een goed opschalingsplan. U heeft dat kennelijk ook gedacht, want geen van de Kamerleden heeft daar iets over gezegd. Vervolgens voltrekt de werkelijkheid zich nog veel rapper, namelijk binnen anderhalve week van 40.000 naar 75.000 afspraken. Het is ongelofelijk dat de GGD dat allemaal bijgebeend krijgt. Dat hebben ze allemaal gedaan, niettemin is het druk. Die drukte proberen we weer verder te bemannen door nog verder op te schalen. Zo doen we het, en zo moet je het ook doen in een crisis. Je kunt je niet op ieder scenario voorbereiden. Je probeert zo veel mogelijk scenario's voorbereid te hebben. En de werkelijkheid der dingen met een opschaling van 40.000 naar 75.000 in anderhalve week tijd is gewoon een hele, hele snelle opschaling.
De heer Van Baarle (DENK):
Waar ik naar op zoek ben bij deze minister, en ik weet ook dat heel veel mensen in het land daarnaar op zoek zijn ... Zij zijn het wijzen van deze minister wel een beetje zat. Zij zien ook dat er consequent een puinhoop van wordt gemaakt.
De voorzitter:
Ik wil u wel vragen om een vraag te stellen. Het is geen debat, maar een mondeling vragenuur.
De heer Van Baarle (DENK):
Dat ga ik nu doen, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u.
De heer Van Baarle (DENK):
Waarom geeft deze minister nou niet gewoon toe dat hij er totaal naast zat met die verwachtingen, en dat daardoor dat opschalingsplan ook niet meer voldeed aan de realiteit, in plaats van hier arrogant te wijzen naar de Kamer en te zeggen dat wij er ook geen vragen over stelden? Ik vraag de minister om een klein beetje zelfreflectie.
Minister De Jonge:
Volgens mij heb ik er genoeg over gezegd. Ik heb aangegeven dat ik het opschalingsplan met de Kamer heb gedeeld. Ik heb aangegeven hoe dat opschalingsplan eruitzag, hoe ongelofelijk rap er is opgeschaald en dat dat heel indrukwekkend is van de GGD. Daar kijk ik zelf met heel veel meer respect naar dan de heer Van Baarle.
De voorzitter:
Er zijn nog een aantal mensen voor u, meneer Stoffer, namelijk allereerst de heer Paternotte, dan mevrouw Gündoğan, dan mevrouw Agema en dan mevrouw Den Haan. Daarna bent u, meneer Stoffer.
De heer Paternotte (D66):
Ik heb één opmerking vooraf. Mevrouw Westerveld stelt een aantal zeer terechte vragen, maar ik vind het echt wel droevig dat wij het al bijna normaal moeten vinden dat zelfs die vragen worden misbruikt om over een testdictatuur te praten en een persoonlijke aanval op de minister te doen.
Dat gezegd hebbende, mis ik toch wel die vooruitziende blik. Want de opschaling gaat nu inderdaad heel snel en daar heb ik absoluut respect voor, maar vorig jaar februari was het de ambitie om naar 175.000 testen per dag te gaan. Dat is wat je in een winterseizoen, als er zo veel mensen met klachten rondlopen, misschien ook wel nodig hebt. Ik vraag me dus af: waarom hebben we daar niet op geanticipeerd, terwijl het aantal besmettingen de afgelopen weken toenam?
Je ziet eigenlijk hetzelfde bij de boosters. Daarbij denk ik toch: we konden zien aankomen dat we op een gegeven moment klaar moesten staan om die boosters te geven. Andere landen doen dat ook. En nu dat besluit genomen is, gaat het nog vijf weken duren vanwege de opschaling. Mijn vraag is dus eigenlijk: hoe kan dat nou, en gaat dat elkaar in de weg zitten?
Minister De Jonge:
Misschien is het goed om hierbij gewoon iets van oog te hebben voor de uitvoering. De GGD is een hele grote organisatie en is binnen een jaar groter geworden dan de landelijke politieorganisatie, van 20.000 naar ruim 60.000 mensen. Dat is qua opschaling sowieso al gigantisch, en als je kijkt naar de uitvoeringsklussen die we van de GGD verwachten, dan is dat heel veel en heel groot. Dat laat zich natuurlijk allemaal niet binnen een vingerknip organiseren. Dat is zeker het geval in een tijd met een krappe arbeidsmarkt.
Dan de booster. Hoe is het gegaan? Na de zomer heb ik advies gevraagd aan de Gezondheidsraad ten aanzien van de boosterprik. We varen altijd op het advies van de Gezondheidsraad om te weten welke stappen we moeten zetten in het vaccinatiebeleid. De Gezondheidsraad heeft ons toen, half september, geadviseerd om nog niet over te gaan tot het zetten van een booster, maar daarvoor al wel dingen in gereedheid te brengen, onder andere omdat je nog niet zag dat de immuniteit daadwerkelijk aan het afnemen was, met het oog op ernstige ziekte of ziekenhuisopname. Dat is één.
Vervolgens hebben we opnieuw advies gevraagd aan de Gezondheidsraad, omdat we juist wel wilden beginnen met die boosterprik. Dat is half oktober geweest. Dat heb ik uw Kamer ook laten weten. Daarop hebben we op 2 november een reactie gehad. Op 2 november is de reactie gekomen dat het misschien toch verstandig zou zijn om het wel te doen, uit voorzorg. Een afname van de immuniteit tegen ernstige infectie of ziekenhuisopname zien we nog niet zo heel erg; die zien we meer in internationale onderzoeken dan dat we die in Nederland al zien. Niettemin is het verstandig om die boosterprik wel te gaan zetten. De uitvoering is dus in gang gezet, en vier weken om het georganiseerd te krijgen vind ik een zeer reële termijn. Maar natuurlijk ben ik op dit moment in gesprek om te kijken of het sneller kan; absoluut. Alleen, het is natuurlijk niet iets wat zich binnen een dag of twee dagen laat organiseren, want je moet …
De voorzitter:
Dank u wel.
Minister De Jonge:
Je moet de uitvoering echt de tijd geven om het op een goede manier te doen. We doen het zo snel als kan, maar zo zorgvuldig als mogelijk is.
De heer Paternotte (D66):
In september zei de Gezondheidsraad: breng het alvast in gereedheid. Volgens mij is dat dan wat je moet doen. Maar het plan is nu dat de boosterprikken pas worden opengesteld voor 80-plussers als Sinterklaas al het land uit is. Daar zit dus echt tweeënhalve maand tussen. Waarom is dat dan niet in gereedheid gebracht? De vraag die ik door de minister beantwoord wil hebben, is de volgende. We gaan weer naar 200.000 prikken per dag, maar we moeten de testinfrastructuur ook enorm opschalen. We moeten dus weten hoe hoog het water staat, maar we moeten ook de dijk versterken. Gaat dat elkaar in de weg zitten? Kan de minister garanderen dat dat er niet toe leidt dat het een ten koste gaat van het ander?
Minister De Jonge:
Wat elkaar vooral in de weg zou kunnen zitten, is het fijnmazig vaccineren, waar we natuurlijk ook de volle aandacht en energie van de GGD voor nodig hebben, en de start van een boostercampagne. Ik denk dat die combinatie het moeilijkst te organiseren is voor de GGD. Maar het is zeer terecht dat de heer Paternotte wijst op drie grote klussen die bij de GGD liggen en die ook heel veel mensen vragen. Nog los van de GGD vragen die om een arbeidsmarkt die voldoende mensen heeft om al die klussen te klaren. In lockdowntijd was dat makkelijker, zou je kunnen zeggen, omdat er toen veel meer personeel beschikbaar was. Dat is inmiddels echt anders. Dat maakt dat er in een krappe arbeidsmarkt een grote uitdaging is voor de GGD. Niettemin is men graag bereid om met ons te kijken of we het kunnen versnellen, zoals de heer Paternotte wil, en terecht. Een aantal andere Kamerleden heeft daar vorige week ook op gewezen. Die gesprekken voeren we deze week. Ik hoop u daarover vrijdag te kunnen informeren.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Gündoğan van Volt en dan mevrouw Agema.
Mevrouw Gündoğan (Volt):
Dank u wel. Ik wil de minister het volgende vragen. Twee weken geleden zei ik tegen de minister: vaccins zijn geen panacee. Toen zei de minister: dat zijn ze wel. Vorige week vroeg ik aan de minister om duidelijk te sturen op besmettingen en te werken met een stoplichtsysteem, met code groen, oranje en rood. We hadden dat een maand geleden al kunnen doen, beseffende dat de besmettingen toen al aan het toenemen waren en wetende dat de kracht van de vaccinaties, zeker bij oudere mensen met onderliggend lijden, echt fors aan het afnemen is. Ik vind het best moeilijk te verkroppen dat de minister er dan toch weer door overdonderd is dat de testlocaties het niet aankunnen. Mijn vraag is dan ook hoe dat kan. Want we zitten al over de 12.000 besmettingen heen.
Minister De Jonge:
Het aantal positieve testuitslagen is heel sterk toegenomen de afgelopen tijd. Er is natuurlijk een opschalingsplan dat voorzag in een hele snelle toename, maar als de toename nog sneller gaat dan waarin is voorzien, krijg je met krapte te maken. Ik moet zeggen dat, gegeven die snelle toename, de GGD juist behoorlijk goed in staat is om het bij te benen. Ja, het is nu inderdaad even lastig om stante pede een afspraak te maken, dus soms moet je even wachten. Maar het lukt om 100.000 afspraken per dag te maken. Dat zijn enorme aantallen. Dat is ook de bedoeling. Ik denk dat we allemaal willen dat we het aantal besmettingen naar beneden krijgen en dat we het aantal ziekenhuisopnames weten te remmen, want het is op dit moment veel te druk in de ziekenhuizen. En daar …
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Gündoğan.
Minister De Jonge:
En daar moeten we maatregelen voor treffen. Daar hebben we vorige week het debat over gevoerd en volgende week doen we dat waarschijnlijk weer.
Mevrouw Gündoğan (Volt):
En toch kom ik dan weer terug bij Ernst Kuipers, die meerdere keren heeft gezegd: boven de 4.000 moet je echt beheersmaatregelen inzetten. Over die grens van 4.000 zijn we een maand geleden al heen gegaan, dus een maand geleden hadden we al kunnen weten dat het zou wringen bij de testcapaciteit, bij de ic's en bij de ziekenhuizen, zoals in Limburg. Ik vind het toch best moeilijk dat we elke keer achter de feiten aanlopen, terwijl de feiten eigenlijk al een maand bekend zijn. Daar wil ik dus graag een reactie op van de minister.
Minister De Jonge:
In de aanpak voor het najaar die we hebben besproken met de Kamer is de afspraak gemaakt dat als we de grenswaarden van 25 op de ic en 100 op de ziekenhuisbedden overschrijden, we dan weer extra maatregelen nemen om het aantal besmettingen terug te dringen en daarmee ook het aantal ziekenhuisopnames weer tot normale proporties terug te krijgen. Dat is wat we hebben afgesproken. Verder hebben we natuurlijk afgesproken om langs de lijn van vaccinatie te zorgen dat we het aantal besmettingen zo laag mogelijk houden. Een stoplichtsysteem zoals dat waarvoor mevrouw Gündoğan pleit, hebben we dus nooit op die manier afgesproken. Ik ben er ook niet voor, om heel veel redenen die ik vorige week nog in het debat heb genoemd.
De voorzitter:
Dank u wel.
Minister De Jonge:
Waar ik wel voor ben, is zorgen dat onze zorg toegankelijk blijft voor iedereen. Daarom zijn de maatregelen nodig die we vorige week hebben genomen en zijn er mogelijkerwijs nog meer maatregelen nodig.
Mevrouw Agema (PVV):
Het aantal mensen met luchtwegklachten stijgt enorm. Het aantal positieve tests stijgt. De opnames in de ziekenhuizen en intensive cares stijgen allemaal. De ziekenhuizen dreigen weer met het afschalen van reguliere zorg. Wat er moet gebeuren, is dat het enorme aantal besmettingen wordt ingedamd. We weten dat 55% van de besmettingen in het huishouden plaatsvindt en zo'n 85% van de besmettingen bij bezoek, bij het bij elkaar op visite gaan in de woonkamer van het verpleeghuis en noem maar op. En wat doen mensen dan? Ze komen binnen, ze geven geen hand, ze gaan netjes de handen wassen en gaan met z'n allen rondom een tafel zitten op ruime afstand van elkaar, maar vergeten dat de ruimte potdicht is. Na een uurtje of anderhalf uur gezellig kletsen gaat iedereen weer naar huis. Dan verbaast het mij dat het nog steeds niet bij de minister tussen de oren zit dat hij moet communiceren dat er een raampje open moet. Ik zag vanmorgen een tweet van de minister, om 7.07 uur, waarin hij over de basisregels voor iedereen schrijft: lucht goed door na bezoek. Ik hoop dat de minister zich realiseert dat er tíjdens bezoek geventileerd moet worden. Dat kan tientallen besmettingen per bezoek schelen en misschien wel net genoeg om de R weer onder de 1 te krijgen.
Minister De Jonge:
Een paar dingen. Allereerst laat mevrouw Agema niet na om mij te wijzen op het belang van vacci… ventilatie. Vaccinatie ook hoor, trouwens. Dat is terecht, want ventilatie is namelijk heel erg belangrijk. In alle communicatieve uitingen vanuit de rijksoverheid wordt dus ook gewezen op en wordt onderstreept het belang van ventilatie. Dat doen wij op een manier die door onze communicatieprofessionals is getest en getoetst op hoe je dat het beste doet. Dat doen we steeds intensiever, juist ook over de basismaatregelen, omdat ik denk dat mensen zelf ook heel veel in de hand hebben bij het terugbrengen van het aantal besmettingen. Daarnaast denk ik dat het wel goed is om te zeggen dat het alleen langs de lijnen van ventilatie ook niet zal lukken. We zullen helaas dus wel meer maatregelen nodig hebben om te zorgen dat we het aantal besmettingen weten terug te dringen.
De voorzitter:
Ik herhaal de vraag van mevrouw Agema even: het gaat niet om ná het bezoek ventileren maar om tíjdens het bezoek ventileren. Wil de minister daarop ingaan?
Minister De Jonge:
Ja, dat dat heel belangrijk is om te doen. Ik zal nog eens even goed nakijken hoe die ventilatieboodschap in de officiële uitingen tot uitdrukking wordt gebracht. Ik weet in ieder geval dat de communicatieboodschap ten aanzien van ventilatie getoetst is bij zowel de communicatieprofessionals als natuurlijk de professionals vanuit het RIVM. Maar ik zal er nog eens goed naar kijken.
De voorzitter:
Dank u wel. Het is fijn als de minister daar dan ook op terug kan komen, misschien in het debat dat we volgende week hebben. Mevrouw Den Haan van de Fractie Den Haan.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Ik wil hier inderdaad niet alvast het coronadebat gaan doen, maar toch nog heel even over de boosters. De heer Paternotte kreeg niet echt antwoord van de minister. Ik vrees dat ik het ook niet krijg.
Minister De Jonge:
Nou, niet zo somber!
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Wat zegt u?
Minister De Jonge:
Niet te somber. Misschien wel.
De voorzitter:
Een concrete vraag; misschien helpt dat.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Ik ga het gewoon nog een keer proberen. U zei net ook in het antwoord aan de heer Paternotte dat het in september al wel duidelijk was dat er het een en ander in gereedheid moest worden gebracht voor de boosterprik. Toch wachtte u op het advies van de Gezondheidsraad. Dan zegt u: dan hebben we vier weken de tijd om het op te gaan schalen. U zei de vorige keer dat er een gebrek aan personeel is. Ik begrijp inmiddels, uit een mail vandaag van iemand uit de GGD, dat het voornamelijk zit op registratieproblemen. Zou het een optie zijn om te doen zoals we nu doen bij de eerste prik? Als je die nu nog wilt gaan halen, kun je binnenlopen bij priklocaties en vindt de registratie ter plekke plaats. Kunnen we daarmee dan niet versnellen?
De voorzitter:
Een concrete vraag.
Minister De Jonge:
Dat denk ik niet, want als je dat nu zou doen en zou zeggen "joh, loop maar binnen", krijgen we die registratieproblemen juist. Het is dus wel de bedoeling dat we de mensen uitnodigen, net zoals die eerste keer, dus dat we ze uitnodigen en dat ze dan op een afgesproken tijdstip komen. Dan weten we de registratie namelijk ook beter in te regelen. Als we nu gewoon zeggen tegen 80-plussers "kom maar een keer ergens naar een priklocatie", dan wordt het denk ik een rommeltje.
Even terug naar die zomer. We hebben na de zomer de Gezondheidsraad om advies gevraagd. Het eerste advies kwam half september. Daarin stond: nu nog niet, maar breng de dingen wel in gereedheid. De manier waarop ik die dingen in gereedheid heb gebracht, heb ik met de Kamer gedeeld. We hebben met de GGD'en afgesproken dat ze binnen vier tot zes weken in staat zouden zijn om te starten, zodra we op de knop zouden drukken. Daarna heb ik nog een keer advies gevraagd. Vandaar dat ik ben uitgekomen op begin december. Dat is inderdaad vier weken na het advies van 2 november van de Gezondheidsraad om daadwerkelijk tot vaccinatie over te gaan. In de tussentijd hebben we gezegd: we gaan tweewekelijks monitoren of de immuniteit aan het afnemen is, wat de reden is waarom die boosterprik gezet moet worden. Tegen iedereen die het gevoel heeft "we zijn aan de late kant" zeg ik: dat is niet zo, we zijn op tijd met uit voorzorg die boosterprik te zetten, voordat we daadwerkelijk zien dat de immuniteit aan het afnemen is.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Ik denk dat we het daarover niet eens worden met elkaar, maar misschien kunt u even naar Frankrijk kijken, waar je inderdaad wel voor de booster kunt binnenlopen en je je ter plekke kunt laten registreren.
Mag ik nog één vraag stellen over het onderwerp waar het vandaag over gaat?
De voorzitter:
Ja, gaat uw gang.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Ook hier is een systeem het probleem. Ik kan me goed voorstellen dat, als het overbelast is en er opties worden vastgehouden, dit voor vertraging zorgt, zeker met de enorme drukte die er op dit moment is. Is de minister ervan overtuigd dat er alles, maar dan ook alles, aan gedaan is om te kijken naar voldoende locaties, maar ook naar voldoende personeel? Er melden zich namelijk heel veel mensen bij mij die zeggen: "Ik heb niet een derde contract gehad, dus ik zou in principe nog voor de GGD kunnen werken. Ik heb mij aangemeld, maar niks gehoord." Ik denk dat daar nog capaciteit zit.
Minister De Jonge:
Als dat zo is, mag ik toch aannemen dat alle bureaus waar de GGD mee samenwerkt deze mensen kennen. Ik zou tegen deze mensen willen zeggen: meld je opnieuw; waarschijnlijk word je ingezet, want je bent gewoon nodig de komende tijd om ervoor te zorgen dat we voldoende bemand zijn om al die grote klussen die de GGD te klaren heeft voor elkaar te krijgen: zowel het fijnmazig vaccineren als de boostercampagne en het opschalen in het testen en in het bron- en contactonderzoek.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft twee vragen gesteld, mevrouw Den Haan. We hebben ook nog een andere mondelinge vraag.
De heer Stoffer van de SGP en tot slot mevrouw Westerveld van GroenLinks.
De heer Stoffer (SGP):
Vorige week moesten wij als gezin zelf gebruikmaken van de testlocatie van de GGD. Laat ik hier een compliment geven: het ging snel, deskundig en heel opgewekt. Dus die complimenten mogen denk ik ook gegeven worden.
Minister De Jonge:
En niet te diep.
De heer Stoffer (SGP):
Nee, mijn hersens doen het nog.
Minister De Jonge:
Goed zo.
De heer Stoffer (SGP):
Maar daar ligt natuurlijk niet mijn vraag. Ik begrijp namelijk dat door de grote vraag naar testen het aanbod misschien niet helemaal matcht. Er wordt hard aan gewerkt. Dat laat ik graag aan de minister en de GGD over. Maar er zijn ook mensen in het land die weinig mobiel zijn en misschien ook weinig netwerk hebben en die daardoor in de periode dat er te weinig aanbod is en veel vraag het testen laten zitten. Mijn vraag aan de minister is: zou er via de telefoonlijn ook specifiek aandacht kunnen zijn voor die mensen, zodat zij niet, doordat zij weinig mobiel zijn en een gering netwerk hebben, het er dan maar bij laten zitten?
Minister De Jonge:
Ik snap goed wat de heer Stoffer zegt. Het is inderdaad waar dat dit af en toe voorkomt. Er zijn in veel regio's ook wel oplossingen voor bedacht. Soms via projecten als AutoMaatje, waarbij mensen elkaar helpen om naar die teststraat toe te gaan. Soms wordt op een andere manier via welzijnsprojecten ervoor gezorgd dat mensen naar de teststraat kunnen. Dus er wordt volop aan gewerkt om dat type projecten overeind te houden. U heeft gelijk: als het heel erg druk is, kan dit weleens in de verdrukking komen. Tegelijkertijd zijn gemeenten ook best wel in staat om dat type ondersteuning te regelen. Maar van belang is het zeker.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Westerveld van GroenLinks, tot slot.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Nog een laatste vraag. Een van de redenen waarom ik vrij gefrustreerd ben, en ook andere Kamerleden natuurlijk, is dat het enigszins past in een patroon van dat er dingen niet goed gaan. In dit geval is er te snel versoepeld. Vervolgens gaat het goed mis en merken we dat de boel niet op orde is. Ik maak me ook zorgen over de medewerkers. Ik stelde daar net al een vraag over. Toen verwees de minister naar zijn collega van Sociale Zaken, maar deze minister zit natuurlijk in hetzelfde kabinet. Mijn vraag is nu: kunt u ervoor zorgen, samen met uw collega, dat mensen die nu bij de GGD'en werken en daar fantastisch werk doen, zekerheid krijgen en dat ze dat vaste contract krijgen, zodat we niet over een tijdje weer hier staan met precies hetzelfde probleem?
Minister De Jonge:
Dat hebben we in verschillende sectoren op een aantal momenten gehad. De wetgeving maakt dat na drie contracten de verlenging ophoudt, hoe frustrerend dat soms ook is. Het is wel moeilijk om die wetgeving even in de ijskast te zetten als die je even niet uitkomt. Je zou je kunnen afvragen of we überhaupt dat soort wetgeving moeten hebben, maar dat is misschien een debat dat we niet vandaag moeten voeren. Is het daadwerkelijk beschermend voor mensen of zit het mensen eigenlijk in de weg? Ik denk dat dit een wet is die af en toe echt in de weg zit, zeker. Dat is natuurlijk ook het gesprek dat we voeren met de minister van Sociale Zaken, in dit geval met de staatssecretaris van Sociale Zaken. Ook nu weer wordt gekeken naar wat eventueel wel mogelijk zou zijn. Natuurlijk zeg ik u graag toe dat we kijken wat eventueel wel mogelijk is. Maar het is een wet die niet makkelijk even in de koelkast te zetten is. We zullen dus echt goed moeten kijken wat op dat punt mogelijk is. Daar kan ik nu geen toezeggingen over doen, maar we kijken er wel goed naar.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bedanken voor zijn beantwoording.
Vragen Jasper van Dijk
Vragen van het lid Jasper van Dijk aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht "De economie zit in de lift, maar waar blijft de loonsverhoging?".
De voorzitter:
We maken even kort schoon en dan geef ik het woord aan de heer Jasper van Dijk, die een vraag heeft aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die ik ook van harte welkom heet, over het bericht "De economie zit in de lift, maar waar blijft de loonsverhoging?". Ik wil aan de staatssecretaris vragen om zijn plaats in te nemen. Dan geef ik het woord aan de heer Jasper van Dijk van de SP.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dank, voorzitter. Ondanks de zojuist besproken problemen rond corona, zien we een aantrekkende economie. Werkgevers staan te springen om mensen. De lonen blijven echter hopeloos achter. Er zou sprake zijn van een gemiddelde loonstijging van 2%. Dat lijkt aardig, maar dat is belabberd vanwege de inflatie. Neem de consumentenprijzen voor boodschappen. Die waren afgelopen maand 3,4% hoger dan een jaar eerder, mede vanwege de energietarieven die door het dak schieten. De inflatie is de hoogste in twintig jaar. Alles wordt duurder en een loonsverhoging van 2% is dan zwaar onvoldoende. Erkent de regering dat? Deelt de staatssecretaris de mening dat lonen dus verder omhoog moeten als je deze trend wilt keren? Kijk bijvoorbeeld naar de eis van de vakbond: €100 per maand loonsverhoging voor werknemers, plus automatische prijscompensatie.
Voorzitter. Dan is er het minimumloon, waar de regering zelf op kan ingrijpen. Dit blijft echter al jaren achter bij de gemiddelde loongroei. Daarom hebben we nu honderdduizenden werkende armen. Ik noem dat Amerikaanse toestanden. We moeten toe naar een situatie waarin het minimumloon 60% van het gemiddelde loon bedraagt. Dat is een soort beschavingsnorm. De regering kan dat regelen door het minimumloon te verhogen. Dan repareer je niet alleen die achterstand, maar dan krijg je ook een opstuwend effect dat een algehele loonsverhoging bewerkstelligt. Is de staatssecretaris daarom bereid het minimumloon te verhogen tot €14 per uur om de armoede tegen te gaan en een algehele loongroei te bevorderen?
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Wiersma:
Voorzitter, dank. Dank voor deze vragen, Jasper van Dijk, want dit is volgens mij iets wat de mensen thuis zich ook afvragen. Je ziet dat heel veel zaken duurder worden — de heer Van Dijk noemde de boodschappen, maar denk ook aan de energierekening, die stijgt — en ondertussen werk je hard en denk je: hé, gaat mijn salaris dat wel bijbenen? Als je dat bekijkt in het licht van een economie die groeit en heel veel vacatures, dan voelt dat soms best vreemd. Dat gevoel herken ook ik, net als de heer Van Dijk. Tegelijkertijd zien we gelukkig dat de lonen wel degelijk stijgen. Overigens zien we ook — dat is belangrijk om de vraag van de heer Van Dijk te beantwoorden — dat die loongroei die we in cao's zien altijd een vertraging heeft. Zo kwam het dat we vorig jaar, in 2020, de hoogste loongroei in elf jaar tijd hadden: 2,8%. Gelukkig zien we ook dit jaar bij de cao's die nu afgesloten zijn — dat zijn er flink wat — dat de loonsverhoging gemiddeld richting de 2% gaat. Maar de heer Van Dijk heeft natuurlijk gelijk. Is dat nou genoeg, is eigenlijk zijn vraag. Het eerlijke antwoord is dat we dat zullen moeten bekijken. We moeten er ook vertrouwen in hebben dat op het niveau van werkgevers en werkgevers — daar hebben we meestal samen veel vertrouwen in — dit gesprek ook plaatsvindt en dat zij ook zien dat als de vakbond met een voorstel komt, het belangrijk is om daar met elkaar het gesprek over te hebben.
Tegelijkertijd zie je dat de meeste sectoren zich herstellen. In die zin is dit een oproep aan werkgevers en werknemers om samen te kijken wat er mogelijk is. Gelukkig zie je — dat zagen we ook in het Trouwartikel waar de heer Jasper van Dijk naar verwees — dat werkgevers die beweging maken. Zij willen graag goede mensen kunnen vinden, wat hartstikke moeilijk is. Zij hebben ook wel in de gaten dat je dan ook iets aan de lonen moet doen. Dat is een terecht punt.
Tot slot. De heer Van Dijk stelde een vraag over het minimumloon. Dat is een bekend punt. De heer Van Dijk heeft daar een initiatief voor gestart. Wij hebben hier donderdag een debat over het minimumloon. Het staat hoog op de agenda. Ik zie het gelukkig ook in het verkiezingsprogramma van heel veel partijen staan, dus ik kan me zomaar voorstellen dat de door de heer Van Dijk gewenste doorbraak uit de formatie gaat komen. Hoe en wat het zal zijn, dat weet ik niet. Dat weet de heer Van Dijk ook niet, maar ik zit natuurlijk niet aan die tafel namens het kabinet. We zullen dat dan ook moeten afwachten. Overigens geef ik het volgende in overweging. Ook al zou je dat nu of morgen besluiten, dan ben je met de wetswijziging en de uitvoering echt wel wat tijd kwijt. Dat is ook mijn rol. Het is dus niet de quick fix die je over een maand of over twee maanden geregeld hebt. Daarom kijkt het kabinet ook breder naar mogelijkheden om de lasten van de consumentenprijzen op te vangen. Dat is precies de reden waarom we de lasten van bijvoorbeeld de energiebelasting flink hebben verlaagd met €400 voor een gemiddelde energierekening van een huishouden. We zien dat met name het effect van de inflatie op de gas- en energieprijzen echt torenhoog is. We hopen dat we daar een goede slag weten te slaan om op die manier de portemonnee van mensen vooruit te helpen. Tegen de achtergrond van steeds hogere lonen in de cao's en de verwachting dat dit gaat doorzetten, heb ik goede hoop dat we die verhouding in de lonen bij gaan benen.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Het klinkt leuk, maar het is allemaal een beetje management by speech. Het zijn toch uiteindelijk sociale partners, vakbonden en werkgevers, die het maar moeten oplossen. Deze staatssecretaris heeft zelf een verleden in de vakbond. Ik zou van hem toch iets meer actie verwachten, een beetje meer activisme in plaats van dat lijdzaam toekijken hoe het allemaal gebeurt. Hij erkent dat de lonen achterlopen. Dat is hartstikke mooi. Ziet hij overigens ook dat de ongelijkheid enorm toeneemt? Vorige week was er nog het bericht dat er weer meer miljardairs zijn gekomen, zelfs mensen die rijker zijn geworden door de coronacrisis. Wij noemen dat "pandemieprofiteurs" en dat is niet alleen Sywert van Lienden. Die zijn er echt miljoenen op vooruitgegaan. Maar tegelijkertijd zien we de werkende Nederlanders van wie de lonen achterblijven en die niet delen in die groei. Je zou dan ook kunnen denken aan winstdeling: geef de werknemers een deel van de winst. Je zou het minimumloon kunnen verhogen. Je zou meer vaste banen kunnen realiseren. Er zijn allerlei manieren om de situatie van gewone werknemers te verbeteren in plaats van lijdzaam toe te kijken. Wil deze staatssecretaris meer actie ondernemen?
Staatssecretaris Wiersma:
Elke oproep voor meer actie is altijd goed, zeg ik tegen de heer Van Dijk. Die waardeer en voel ik, ook op dit dossier. Daarom noemde ik ook de energieprijzen. Laat ik daar nog het volgende over zeggen. De heer Van Dijk wijst ongelijkheid. Het kan natuurlijk heel goed zijn dat in gemeenten waar mensen met een laag inkomen een heel hoge energierekening hebben — dat gebeurt best vaak — de gemiddelde compensatie van €400 niet genoeg is. Dat is gewoon niet genoeg. Dit kabinet zegt dat we dan ook naar die groep moeten kijken. Dat is gelijk aan de oproep van de heer Jasper van Dijk. Ik ben nu met gemeenten in gesprek om specifiek te kijken wat we die lage inkomens nog aan extra ondersteuning kunnen bieden. Want ongelijkheid is een fenomeen dat groot is. Je moet ook kijken hoe je het dan aanpakt. Een ander voorbeeld van waar we dat doen, is bij schulden. Je ziet dat er een best grote groep is in Nederland van mensen die best ernstige financiële problemen hebben. Het gaat om een groep van 600.000 mensen. Dat is een grote groep. Het aantal mensen in die groep is overigens iets gedaald ten opzichte van vorig jaar en het jaar daarvoor, maar we verwachten dat dit ook een na-ijleffect kan hebben en dat er echt nog wel een grote groep aan komt. Voor die groep zijn we bijvoorbeeld nu met gemeenten een waarborgfonds gestart. Daarbij kan de gemeente die schuld overnemen. Mensen zijn daarmee af van die schuldeisers en hebben nog slechts één regeling. Ze hebben zo een overzicht en kunnen binnen afzienbare tijd uit die schuld komen. Dat zijn belangrijke voorbeelden van dingen waarmee we iets doen aan die ongelijkheid. Het staat dus bij mij zeer op de radar.
Tot slot moet ik nog ingaan op specifiek het minimumloon. Die oproep is volgens mij duidelijk en hij is ook gehoord. Dit staat ook in veel verkiezingsprogramma's. Laten we samen hopen dat op dat vlak binnenkort een goede slag geslagen wordt.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Jasper van Dijk.
De heer Jasper van Dijk (SP):
"Samen hopen" vind ik nou net even iets te weinig. Wij staan hier nu samen. Dit is de Tweede Kamer. Hier worden maatregelen genomen. De staatssecretaris zegt: laat dat nou aan een nieuw kabinet over. Maar wanneer komt dat nieuwe kabinet er? Over drie weken? Over drie maanden? Over drie jaar? Kortom, het duurt me allemaal veel te lang. Volgens mij is de staatssecretaris dat met mij eens. En dus moeten wij tot actie overgaan. Ik begrijp dat er hierover donderdag een debat is. De SP heeft inderdaad een wet gemaakt om het minimumloon te verhogen. De staatssecretaris zou hier natuurlijk echt de show kunnen stelen door te zeggen: ja inderdaad, die wet van de SP moeten we zo snel mogelijk invoeren. We hoeven daarvoor niet te wachten op een nieuw kabinet. Sterker nog, we nemen het nieuwe kabinet hiermee werk uit handen. Kortom, ga daarmee aan de slag én zorg voor winstdeling. Dat vraag ik de staatssecretaris.
Staatssecretaris Wiersma:
Dank. Ja, "de show stelen". Dat gebeurt vaak in dit huis. Ik wil graag pas ergens de show stelen als we iets ook waar kunnen maken. Vandaar dat ik heb verwezen naar de energieprijzen. In dat verband hebben we gezegd: dit kabinet gaat zich ervoor inspannen om juist de mensen met die lagere inkomens te helpen om de winter door te komen en die hoge rekening zo meteen te kunnen betalen. Ik noemde ook armoede en schulden. We hebben daar nu allerlei extra hulpmiddelen ingezet — ik zal ze hier niet noemen — en we hebben het mogelijk gemaakt dat gemeenten extra geld inzetten in de bijzondere bijstand, voor de aanpak van schulden en armoede, en voor re-integratie. Dat is allemaal bedoeld voor deze groepen. En ja, het zou dan natuurlijk ook heel goed zijn als een discussie over het minimumloon zo snel mogelijk beslecht zou worden in de formatie. Dat zou heel goed nieuws zijn, want dan hebben we namelijk snel een kabinet. Daar zou ik, met u, inderdaad voor zijn. Maar laten we ondertussen zeker doorwerken aan alles wat we nu ook al kunnen doen. Ik heb er een paar voorbeelden van genoemd en daarover staat deze week ook nog een debat gepland. Ik ga daarover graag het gesprek met u aan, want het thema is belangrijk en we zullen heel nauwgezet in de gaten moeten houden wat die prijsontwikkeling doet en wat die lonen doen. En we zullen er met elkaar voor moeten zorgen dat de portemonnee dat bij kan benen. Daar zijn we volgens mij met z'n allen aan gecommitteerd.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. En dank ook aan de heer Jasper van Dijk voor het stellen van de mondelinge vraag. Er is een vervolgvraag van mevrouw Maatoug van GroenLinks en een van de heer De Jong van de PVV. Eerst is het woord aan mevrouw Maatoug van GroenLinks.
Mevrouw Maatoug (GroenLinks):
Van hopen kan je geen boterhammen kopen. De cao-tafel is belangrijk, en de rijksoverheid is een heel belangrijke speler aan een aantal cao-tafels. Ik denk aan de kinderopvang, ik denk aan de zorg, ik denk aan het onderwijs, ik denk aan de politie, ik denk aan defensie. Daarover kan het Rijk beslissingen nemen. Komt daar dus flink geld bij en kunnen de lonen in die sectoren omhoog? Versta ik de staatssecretaris zo goed?
Staatssecretaris Wiersma:
Heel goed: mevrouw Maatoug wil meteen zakendoen. Ik zit zelf niet aan die cao-tafels voor de sectoren die zij noemde. Ik kan nu ook even niet overzien wanneer daar voor het laatst cao's zijn afgesloten. Ik zag er volgens mij vorige week nog eentje voorbijkomen voor het personeel van de rijksoverheid, maar ik kan het fout hebben. Is dit een oproep dat ik tegen cao-partijen en werkgevers zeg om in actie te komen waar er ruimte is en waar je die ruimte ook kunt bieden in een cao? Dat is denk ik een oproep die we met z'n allen willen doen. Maar het is sinds de jaren tachtig ook een goed gebruik dat we dit wel aan sociale partners laten. Heel veel partijen zijn het daarmee gelukkig ook eens. Sociale partners bekijken met elkaar wat er in een bepaalde sector mogelijk is. De Kamer wijst mij daar altijd en in heel veel gevallen op, dus laat ik dat in dezen dan ook andersom doen.
De voorzitter:
Een vervolgvraag van de heer De Jong, PVV. Gaat uw gang.
De heer Léon de Jong (PVV):
De mensen thuis zien dat de economie enorm groeit. Ondertussen merken ze er helemaal niets van in hun portemonnee. Maar gezinnen merken wel dat de boodschappen honderden euro's per jaar duurder worden, dat de huren en zelfs de energierekening, waarvan de staatssecretaris zegt dat die wordt gecompenseerd, nog steeds onbetaalbaar zijn. Nou, vandaag kwam in het nieuws dat de mensen thuis gewoon de sjaak zijn, keihard mogen betalen en het vaak niet meer redden, dus red je het ook niet met lonen. Je moet het ook zien in de koopkracht. Wanneer gaat deze staatssecretaris nu eens eindelijk beginnen met echte koopkrachtverbeteringen te geven en ervoor te zorgen dat mensen aan het einde van de maand gewoon hun boodschappen en hun huren kunnen blijven betalen?
Staatssecretaris Wiersma:
Zoals ik net zei, begrijp ik de zorg die de heer De Jong noemt. Die hoor ik namelijk ook van veel mensen. Dat is ook de reden dat het kabinet bijvoorbeeld in augustus, zoals elk jaar, heeft gekeken wat de prijsstijgingen doen. Dat is de inflatie. Dat is een moeilijk woord, maar dat betekent hoeveel de prijzen stijgen, de boodschappen, zoals de heer De Jong het noemt. We hebben toen gekeken wat we daar, gegeven het demissionaire karakter van het kabinet, aan kunnen doen. Daar zijn stappen in gezet. De inflatie wordt bijvoorbeeld gedrukt door bevroren huren. Je ziet allerlei bewegingen die op elkaar ingrijpen. Eén specifieke zagen we daarna pas en die werd heel groot. Dat waren de energieprijzen. Daar is de inflatie heel hoog. Dat drukt ook de rest van de inflatie omhoog. Specifiek daar zag het kabinet een groot tijdelijk probleem ontstaan dat je ook tijdelijk zou moeten oplossen. Vandaar dat grote pakket van ruim 3 miljard met gemiddeld €400 aan compensatie voor een gemiddelde energierekening, met daarbovenop nog iets voor de lagere inkomens. Specifiek daar waar het een extra groot probleem is, heeft het kabinet juist geacteerd.
De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het mondelinge vragenuur. Ik wil de staatssecretaris van harte bedanken voor zijn beantwoording. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over naar de stemmingen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Voorzitter: Tellegen
Mededelingen
Mededelingen
Mededelingen
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:
Simons, voor de gehele dag;
Pouw-Verweij, voor de gehele week.
Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
De voorzitter:
Ik zit hier omdat de Voorzitter de stemmingen vandaag niet kan doen in verband met het bijwonen van de herdenking van de Kristallnacht.
Regeling van werkzaamheden (stemmingen)
Regeling van werkzaamheden (stemmingen)
Regeling van werkzaamheden (stemmingen)
De voorzitter:
Ik stel voor dadelijk ook te stemmen over:
- de aangehouden motie-Bisschop/Ceder (35925-VII, nr. 31);
- de Wet implementatie EU-richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong (35814) en de daarbij ingediende moties.
Dan gaan wij over tot de stemmingen. O ja, ik zou de heer Van der Lee en de heer Stoffer nog het woord geven. Eerst de heer Van der Lee.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ik wil graag namens mijn collega Bouchallikh de motie aanhouden op stuk nr. 45 bij de stemmingen onder punt 9, de stemmingen over moties ingediend bij Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2022.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Bouchallikh stel ik voor haar motie (35925-XII, nr. 45) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
De heer Stoffer.
De heer Stoffer (SGP):
Dat van mij lijkt erop, voorzitter. Het gaat ook om de stemmingen onder punt 9, de stemmingen over moties ingediend bij Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2022, maar dan om de motie op stuk nr. 54. Die wil ik ook graag aanhouden.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Stoffer stel ik voor zijn motie (35925-XII, nr. 54) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Stemmingen
Stemmingen
Stemmingen moties Initiatiefnota van het lid Azarkan over een effectievere aanpak van moslimdiscriminatie
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de initiatiefnota van het lid Azarkan over een effectievere aanpak van moslimdiscriminatie,
te weten:
- de motie-Van Baarle over uitvoering geven aan de beslispunten uit de initiatiefnota-Azarkan (35615, nr. 4);
- de motie-Van Baarle over het aanstellen van een nationaal coördinator tegen moslimdiscriminatie (35615, nr. 5);
- de motie-Van Baarle over een intersectionele aanpak met specifieke aandacht voor moslimdiscriminatie (35615, nr. 6);
- de motie-Van Baarle over maatregelen ten aanzien van de veiligheid van islamitische instellingen (35615, nr. 7);
- de motie-Van Baarle over een rijksbijdrage voor het basisweerstandsniveau van islamitische instellingen (35615, nr. 8).
(Zie notaoverleg van 4 oktober 2021.)
De voorzitter:
De motie-Van Baarle (35615, nr. 4) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering om uitvoering te geven aan de initiatiefnota "Een effectievere aanpak van moslimdiscriminatie" en daarbij uit te gaan van de wijzigingen zoals genoemd in brief 35615, nr. 10,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt nr. 11, was nr. 4 (35615).
De motie-Van Baarle (35615, nr. 7) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in verscheidene gemeenten goede initiatieven lopen ten aanzien van de veiligheid van islamitische instellingen, zoals schouwen, bhv-trainingen en veiligheidsmaatregelen;
verzoekt de regering om te onderzoeken welke maatregelen gemeenten nemen ten aanzien van de veiligheid van islamitische instellingen, in hoeverre gemeenten bekend zijn met mogelijke maatregelen en welke knelpunten zij ervaren;
verzoekt de regering tevens om te bewerkstelligen dat praktijken ten aanzien van de beveiliging van islamitische instellingen verder onder gemeenten worden verspreid,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt nr. 12, was nr. 7 (35615).
Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Van Baarle (35615, nr. 11, was nr. 4).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, DENK, de PvdA en Fractie Den Haan voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, Volt, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van Baarle (35615, nr. 5).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, DENK, de PvdA en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, Volt, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van Baarle (35615, nr. 6).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66 en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Van Baarle (35615, nr. 12, was nr. 7).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van Baarle (35615, nr. 8).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
Stemmingen Verdere behandeling van aanhangige stukken
Aan de orde zijn de stemmingen in verband met de verdere behandeling van aanhangige stukken (35718).
In stemming komt het voorstel van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat tot het toevoegen van een brief (stuk nr. 80).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB en Groep Van Haga voor dit voorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, de PvdD, de SGP, de PVV en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.
In stemming komt het voorstel van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap tot het toevoegen van een brief (stuk nr. 82).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV en Groep Van Haga voor dit voorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, de PvdD, de SGP en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.
In stemming komt het voorstel van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot het toevoegen van een brief (stuk nr. 81).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV en Groep Van Haga voor dit voorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat het is aangenomen.
Ik stel voor om de lijst vast te stellen zoals deze nu is komen te luiden.
Daartoe wordt besloten.
Stemmingen moties Kindermisbruik en seksueel geweld
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Kindermisbruik en seksueel geweld,
te weten:
- de motie-Van der Werf c.s. over één landelijke entree voor kindermisbruik en seksueel geweld (31015, nr. 230);
- de motie-Van Nispen c.s. over het verminderen van de doorlooptijden in zedenzaken (31015, nr. 231);
- de motie-Westerveld/Kuiken over het strafbaar stellen van gedragingen die zich welbewust richten op het beschadigen van jongeren (31015, nr. 232);
- de motie-Kuik c.s. over een online opsporingsstrategie voor misbruik van minderjarigen (31015, nr. 233);
- de motie-Van Meijeren over ontbinding van de onderzoekscommissie naar misbruik van kinderen (31015, nr. 234).
(Zie vergadering van 3 november 2021.)
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Van Meijeren stel ik voor zijn motie (31015, nr. 234) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
De motie-Westerveld/Kuiken (31015, nr. 232) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Westerveld, Kuiken en Kuik, en luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat proanorexiasites en zelfmoordfora op dit moment doorgaans buiten de grenzen van bestaande wettelijke delictsomschrijvingen vallen en dat daarmee het bewust schaden van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van kwetsbare jongeren en jongvolwassenen onbestraft blijft;
verzoekt de regering om onderzoek te doen naar welke aanpassing(en) van het Wetboek van Strafrecht nodig zijn om gedragingen strafbaar te stellen die zich welbewust richten op het beschadigen van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van kwetsbare jongeren en jongvolwassenen, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt nr. 235, was nr. 232 (31015).
De motie-Kuik c.s. (31015, nr. 233) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Kuik, Bikker, Van Nispen, Michon-Derkzen en Westerveld.
Zij krijgt nr. 236, was nr. 233 (31015).
Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.
In stemming komt de motie-Van der Werf c.s. (31015, nr. 230).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van Nispen c.s. (31015, nr. 231).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Westerveld c.s. (31015, nr. 235, was nr. 232).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Kuik c.s. (31015, nr. 236, was nr. 233).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.
Stemming brief Voordracht van drie plaatsvervangend leden van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden
Aan de orde is de stemming over de brief van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken over het opmaken van een voordracht van drie plaatsvervangend leden van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) (35956, nr. 1).
De voorzitter:
Ik stel voor in afwijking van het Reglement van Orde niet schriftelijk te stemmen en de voordrachten conform het voorstel van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken als volgt vast te stellen.
De voordracht ten aanzien van de eerste vacature voor een juridisch deskundig plaatsvervangend lid:
1. de heer mr. S.M. van der Schenk;
2. de heer mr. J. Piena;
3. -
De voordracht ten aanzien van de tweede vacature voor een juridisch deskundig plaatsvervangend lid:
1. de heer mr. J. Piena;
2. de heer mr. S.M. van der Schenk;
3. -
De voordracht ten aanzien van de eerste vacature voor een technisch deskundig plaatsvervangend lid:
1. de heer ir. O.A. Vermeulen.
Daartoe wordt besloten.
Stemmingen moties Begroting Economische Zaken en Klimaat 2022
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2022,
te weten:
- de motie-Kops over de 1,3 miljard voor klimaatontwikkelingshulp inzetten voor het bestrijden van energiearmoede in eigen land (35925-XIII, nr. 17);
- de motie-Kops c.s. over een plan voor de realisatie van een of meerdere nieuwe kerncentrales (35925-XIII, nr. 18);
- de motie-Kops over de opbrengst voor de Staat als gevolg van het faillissement van Welkom Energie ten goede laten komen aan de gedupeerde klanten (35925-XIII, nr. 19);
- de motie-Graus c.s. over het zwartboek regeldruk van MKB-Nederland ter harte nemen gezien de aanhoudende en stijgende regeldruk (35925-XIII, nr. 20);
- de motie-Graus c.s. over de mogelijkheden verkennen voor een nationale mkb-bank en de Belgische win-winregeling (35925-XIII, nr. 21);
- de motie-Graus/Van Haga over de restgelden van het opgeheven Hoofdbedrijfschap Ambachten toekennen aan het projectvoorstel van MKB-Nederland (35925-XIII, nr. 22);
- de motie-Van Strien c.s. over de financieringsinstrumenten bij de komende evaluaties in samenhang bezien (35925-XIII, nr. 23);
- de motie-Van Strien c.s. over een verkenning van de inzet die nodig is om de ambities uit het valorisatieplan te verwezenlijken (35925-XIII, nr. 24);
- de motie-Van Strien c.s. over een gesprek met de campussen over de strategie-ecosystemen (35925-XIII, nr. 25);
- de motie-Erkens c.s. over onafhankelijk onderzoek naar de marktordening voor de waterstofketen (35925-XIII, nr. 26);
- de motie-Erkens/Boucke over gezamenlijke waterstofproductie op de Noordzee (35925-XIII, nr. 27);
- de motie-Erkens/Bontenbal over het voorbereiden van meerdere planfases en mogelijke mitigatiemaatregelen voor inpassing van een buisleidingencorridor tussen de haven van Rotterdam en Chemelot (35925-XIII, nr. 28);
- de motie-Boucke c.s. over ruimte voor marktpartijen om de problemen op het elektriciteitsnet op te lossen (35925-XIII, nr. 29);
- de motie-Boucke c.s. over voor het eind van het jaar een aanvullend ontwerp Programma Noordzee 2022-2027 ter inzage leggen (35925-XIII, nr. 30);
- de motie-Romke de Jong c.s. over onderzoek om het mkb te ondersteunen in hun zoektocht naar de beste verduurzamingsmaatregelen (35925-XIII, nr. 31);
- de motie-Romke de Jong c.s. over onderzoeken of mkb'ers voldoende in staat worden gesteld om hun CO2-footprint in kaart te brengen (35925-XIII, nr. 32);
- de motie-Thijssen c.s. over een landelijke datacenterstrategie (35925-XIII, nr. 33);
- de motie-Thijssen c.s. over een percentage van arbeidsovereenkomsten instellen voor pakketbezorgers (35925-XIII, nr. 34);
- de motie-Thijssen c.s. over kosten en baten van verduurzamingsroutes bij industriële clusters onderzoeken (35925-XIII, nr. 35);
- de motie-Thijssen/Van der Lee over het principe van "de vervuiler betaalt" ook toepassen bij grote vervuilers (35925-XIII, nr. 36);
- de motie-Bontenbal c.s. over een structureel overleg tussen het Rijk en het platform Groeiagenda Zuid-Holland (35925-XIII, nr. 37);
- de motie-Amhaouch c.s. over een analyse van de effectiviteit van initiatieven om personeelstekorten in de technieksector op te lossen (35925-XIII, nr. 38);
- de motie-Amhaouch/Inge van Dijk over het beschermen van campussen tegen ongewenste overnames en ongewenste invloed (35925-XIII, nr. 39);
- de motie-Van der Lee c.s. over zich aansluiten bij de COP26-verklaring onder leiding van het Verenigd Koninkrijk (35925-XIII, nr. 40);
- de motie-Van der Lee/Erkens over het effectief en juist handhaven van de energiebesparingsverplichting voor ETS-bedrijven (35925-XIII, nr. 41);
- de motie-Van der Lee/Thijssen over flexibele wetgeving om de energietransitie te faciliteren (35925-XIII, nr. 42);
- de motie-Van der Lee/Thijssen over een bindende klimaatplicht voor bedrijven (35925-XIII, nr. 43);
- de motie-Van der Lee/Thijssen over niet sturen op de bovenkant van de bandbreedte bij klimaatbeleid (35925-XIII, nr. 44);
- de motie-Teunissen/Van Raan over een absolute reductieplicht voor Nederlandse bedrijven met een wereldwijde uitstoot hoger dan 50 megaton per jaar (35925-XIII, nr. 45);
- de motie-Van Raan/Teunissen over klimaat- en energiedoelen stellen voor Caribisch Nederland die in lijn zijn met het klimaatakkoord van Parijs (35925-XIII, nr. 46);
- de motie-Van Raan/Teunissen over uitwerken hoe maatregelen van toepassing te maken zijn op Caribisch Nederland (35925-XIII, nr. 47);
- de motie-Van Raan/Teunissen over steun aan het bestuur van Bonaire voor toezicht en handhaving (35925-XIII, nr. 48);
- de motie-Van Raan/Teunissen over meten hoeveel CO2-uitstoot er is vrijgekomen bij de verbranding van biomassa in 2020 (35925-XIII, nr. 50);
- de motie-Dassen/Van der Lee over voor het kerstreces rapporteren over het consultatieproces inzake het EU-Herstelfonds (35925-XIII, nr. 51);
- de motie-Eerdmans over de studie naar levensduurverlenging van de kerncentrale Borssele financieren vanuit de rijksbegroting EZK (35925-XIII, nr. 52);
- de motie-Eerdmans over zich niet langer baseren op RIVM-onderzoek naar gezondheidseffecten van windturbines (35925-XIII, nr. 53);
- de motie-Eerdmans over een afrekenbaar target voor regeldrukreductie voor het mkb opnemen in het regeerakkoord (35925-XIII, nr. 54);
- de motie-Stoffer/Romke de Jong over verbetering van de toegankelijkheid van NEN-normcommissies voor kleine mkb-bedrijven (35925-XIII, nr. 55);
- de motie-Stoffer over het Ontwikkelfonds voor Energiecoöperaties voor warmteprojecten openstellen (35925-XIII, nr. 56);
- de motie-Azarkan over een nauwgezette monitoring van de ontwikkeling van de inflatie (35925-XIII, nr. 57);
- de motie-Azarkan over een nauwgezette monitoring van de financiële gezondheid van energiebedrijven (35925-XIII, nr. 58);
- de motie-Azarkan over voorbereidingen treffen om de belangrijkste steunpakketten te heropenen (35925-XIII, nr. 59);
- de motie-Van Haga/Smolders over de subsidieregelingen simpeler en overzichtelijker maken (35925-XIII, nr. 60);
- de motie-Van Haga c.s. over onderzoek naar de belangrijkste redenen voor de verhuizing van bedrijven naar het buitenland (35925-XIII, nr. 61);
- de motie-Van Haga/Kops over onderzoek naar de stand van zaken rond thoriumcentrales in andere landen (35925-XIII, nr. 63).
(Zie vergadering van 4 november 2021.)
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Bontenbal stel ik voor zijn motie (35925-XIII, nr. 37) aan te houden. Op verzoek van de heer Graus stel ik voor zijn motie (35925-XIII, nr. 21) aan te houden. Op verzoek van de heer Thijssen stel ik voor zijn motie (35925-XIII, nr. 33) aan te houden. Op verzoek van de heer Van Raan stel ik voor zijn motie (35925-XIII, nr. 50) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
De motie-Boucke (35925-XIII, nr. 29) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Boucke, Erkens, Bontenbal, Thijssen en Van der Lee.
Zij krijgt nr. 65, was nr. 29 (35925-XIII).
De motie-Boucke (35925-XIII, nr. 30) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Boucke, Bontenbal, Thijssen en Van der Lee.
Zij krijgt nr. 66, was nr. 30 (35925-XIII).
De motie-Van der Lee (35925-XIII, nr. 40) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Van der Lee, Teunissen, Thijssen, Dassen, Azarkan en Leijten.
Zij krijgt nr. 67, was nr. 40 (35925-XIII).
De motie-Van der Lee/Thijssen (35925-XIII, nr. 42) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Van der Lee, Thijssen en Boucke.
Zij krijgt nr. 68, was nr. 42 (35925-XIII).
Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.
De motie-Thijssen c.s. (35925-XIII, nr. 35) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Thijssen en Van der Lee.
Zij krijgt nr. 69, was nr. 35 (35925-XIII).
Op verzoek van de heer Thijssen stel ik voor zijn gewijzigde motie (35925-XIII, nr. 69, was nr. 35) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
In stemming komt de motie-Kops (35925-XIII, nr. 17).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Kops c.s. (35925-XIII, nr. 18).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Volt, Fractie Den Haan, de SGP, Lid Omtzigt, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Kops (35925-XIII, nr. 19).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, de SGP, Lid Omtzigt, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Graus c.s. (35925-XIII, nr. 20).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, de PvdA en de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Graus/Van Haga (35925-XIII, nr. 22).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, de PvdD, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van Strien c.s. (35925-XIII, nr. 23).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van Strien c.s. (35925-XIII, nr. 24).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, de PvdD en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van Strien c.s. (35925-XIII, nr. 25).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Erkens c.s. (35925-XIII, nr. 26).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Erkens/Boucke (35925-XIII, nr. 27).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21 en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BBB, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Erkens/Bontenbal (35925-XIII, nr. 28).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de PvdD, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Boucke c.s. (35925-XIII, nr. 65, was nr. 29).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Boucke c.s. (35925-XIII, nr. 66, was nr. 30).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, Lid Omtzigt, het CDA en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, JA21, BBB, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Romke de Jong c.s. (35925-XIII, nr. 31).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, BBB en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Romke de Jong c.s. (35925-XIII, nr. 32).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Thijssen c.s. (35925-XIII, nr. 34).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, BBB, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Thijssen/Van der Lee (35925-XIII, nr. 36).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, BBB, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Amhaouch c.s. (35925-XIII, nr. 38).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Amhaouch/Inge van Dijk (35925-XIII, nr. 39).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Lee c.s. (35925-XIII, nr. 67, was nr. 40).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, Lid Omtzigt, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van der Lee/Erkens (35925-XIII, nr. 41).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Lee c.s. (35925-XIII, nr. 68, was nr. 42).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van der Lee/Thijssen (35925-XIII, nr. 43).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD en Fractie Den Haan voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van der Lee/Thijssen (35925-XIII, nr. 44).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD en Fractie Den Haan voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Teunissen/Van Raan (35925-XIII, nr. 45).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD en Fractie Den Haan voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van Raan/Teunissen (35925-XIII, nr. 46).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD en Fractie Den Haan voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van Raan/Teunissen (35925-XIII, nr. 47).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD en Fractie Den Haan voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van Raan/Teunissen (35925-XIII, nr. 48).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, JA21, BBB, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Dassen/Van der Lee (35925-XIII, nr. 51).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, BBB en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, de VVD, JA21, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
De heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ik denk dat ik niet helemaal duidelijk was bij de motie op stuk nr. 48, maar daarbij wil ik geacht worden voorgestemd te hebben.
De voorzitter:
Dat nemen we op in de Handelingen.
In stemming komt de motie-Eerdmans (35925-XIII, nr. 52).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Volt, de SGP, Lid Omtzigt, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Eerdmans (35925-XIII, nr. 53).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Eerdmans (35925-XIII, nr. 54).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, Fractie Den Haan, de SGP, Lid Omtzigt, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Stoffer/Romke de Jong (35925-XIII, nr. 55).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Stoffer (35925-XIII, nr. 56).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Azarkan (35925-XIII, nr. 57).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Azarkan (35925-XIII, nr. 58).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Azarkan (35925-XIII, nr. 59).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van Haga/Smolders (35925-XIII, nr. 60).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, de SGP, Lid Omtzigt, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van Haga c.s. (35925-XIII, nr. 61).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Volt, DENK, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van Haga/Kops (35925-XIII, nr. 63).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Volt, de SGP, Lid Omtzigt, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.
Stemming motie Algemene Politieke Beschouwingen
Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij de Algemene Politieke Beschouwingen,
te weten:
- de motie-Eerdmans/Van der Staaij over uitstellen van de sluiting van de kerncentrale te Borssele (35925, nr. 46).
(Zie vergadering van 23 september 2021.)
In stemming komt de motie-Eerdmans/Van der Staaij (35925, nr. 46).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Volt, Fractie Den Haan, de SGP, Lid Omtzigt, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.
Stemmingen moties Begroting Infrastructuur en Waterstaat 2022
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2022,
te weten:
- de motie-Madlener over meer investeren in aanleg en onderhoud van weginfrastructuur (35925-XII, nr. 17);
- de motie-Madlener over een overzicht in het MIRT opnemen van de top tien N-wegen met de meeste ongevallen (35925-XII, nr. 18);
- de motie-Madlener over het opwaarderen van N-wegen naar twee-keer-tweebaans (35925-XII, nr. 19);
- de motie-Madlener over een leidende rol inzake de software van weginfrastructuur, bruggen, sluizen en tunnels (35925-XII, nr. 20);
- de motie-Madlener over bij het investeren in woningbouw rekening houden met weginfrastructuur (35925-XII, nr. 21);
- de motie-Peter de Groot c.s. over toekomstige grootschalige werkzaamheden overzichtelijk in beeld brengen voor automobilisten, reizigers, vervoerders en schippers (35925-XII, nr. 22);
- de motie-Peter de Groot over de Kamer informeren over de overwegingen in geval van een volledige of gedeeltelijke afsluiting van wegen (35925-XII, nr. 23);
- de motie-Peter de Groot c.s. over onderzoek naar realisatie van de Noordtak van de Betuweroute (35925-XII, nr. 24);
- de motie-Beckerman c.s. over asbestlocaties inventariseren om tot uitvoering van een saneringsplan te komen (35925-XII, nr. 26);
- de motie-Beckerman c.s. over in gesprek gaan met het Instituut Asbestslachtoffers (35925-XII, nr. 27);
- de motie-Alkaya over geld vrijmaken voor infrastructuur en dit dekken met lastenverzwaringen voor grote bedrijven (35925-XII, nr. 28);
- de motie-Alkaya/De Hoop over afzien van de verbreding van de A27 bij Utrecht/Amelisweerd (35925-XII, nr. 29);
- de motie-Alkaya/Bouchallikh over het zo veel mogelijk versnellen van duurzaam taxiën op Schiphol (35925-XII, nr. 30);
- de motie-Hagen over het opzetten van een tweejaarlijkse massabalans van textiel (35925-XII, nr. 32);
- de motie-Hagen over het actief tegengaan van misleidende informatie op textiel en kledingproducten (35925-XII, nr. 33);
- de motie-Boulakjar over het wegnemen van drempels voor toetreding van nachttreinvervoerders (35925-XII, nr. 34);
- de motie-Boulakjar/De Hoop over analyseren welke instrumenten kunnen worden ingezet om de modaliteitsshift verder uit te breiden voor het openbaar vervoer (35925-XII, nr. 35);
- de motie-De Hoop c.s. over voorkomen dat rijksambtenaren pendelen tijdens de spitsuren (35925-XII, nr. 36);
- de motie-De Hoop c.s. over het in kaart brengen van beleidsopties om vervoersarmoede aan te pakken (35925-XII, nr. 37);
- de motie-De Hoop over voorbereidingen treffen om een tracébesluit Lelylijn zo snel mogelijk uit te voeren (35925-XII, nr. 38);
- de motie-Geurts over de reguliere procedure om een Nederlands rijbewijs te krijgen ook voor kenniswerkers uit landen buiten Europa laten gelden (35925-XII, nr. 39);
- de motie-Geurts over lichte elektrische voertuigen uit categorie 1b alleen toestaan op de openbare weg als de verkeersveiligheid voldoende kan worden geborgd (35925-XII, nr. 40);
- de motie-Geurts/Hagen over een helmplicht voor snorfietsers per 1 juli 2022 (35925-XII, nr. 41);
- de motie-Amhaouch/Boulakjar over een onderzoek naar het structurele personeelstekort bij ProRail (35925-XII, nr. 42);
- de motie-Amhaouch/Minhas over lik-op-stukbeleid voor veelplegers in het openbaar vervoer (35925-XII, nr. 43);
- de motie-Bouchallikh c.s. over stoppen met snelwegprojecten die door de stikstofcrisis moeilijk realiseerbaar zijn (35925-XII, nr. 44);
- de motie-Bouchallikh c.s. over in kaart brengen of er sinds de invoering van statiegeld op kleine flesjes sprake is van ontwijkingsgedrag bij drankproducenten (35925-XII, nr. 46);
- de motie-Bouchallikh c.s. over een innameplicht voor statiegeld op plastic flesjes en blikjes (35925-XII, nr. 47);
- de motie-Bouchallikh/Van Esch over het uitwerken van een belasting op polymeren (35925-XII, nr. 48);
- de motie-Van Esch over in de voorlichting over houtstook de focus leggen op ontmoediging (35925-XII, nr. 50);
- de motie-Van Raan over tijdens de komende triënnale van ICAO voorstellen om de ongeclausuleerde groei uit haar statuten te schrappen (35925-XII, nr. 51);
- de motie-Van Raan over geen nieuwe of bredere snelwegen aanleggen (35925-XII, nr. 52);
- de motie-Van Raan over forensisch accountantsonderzoek naar alle stikstofdepositieberekeningen in de periode 2014 tot en met 2020 rondom Lelystad Airport (35925-XII, nr. 53).
(Zie vergadering van 4 november 2021.)
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Bouchallikh stel ik voor haar moties (35925-XII, nrs. 47 en 48) aan te houden. Op verzoek van mevrouw Van Esch stel ik voor haar motie (35925-XII, nr. 50) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
De motie-Boulakjar/De Hoop (35925-XII, nr. 35) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat verschillende instrumenten worden ingezet om duurzame mobiliteit te stimuleren in het buitenland zodat reizigers gebruik maken van het openbaar vervoer; voorbeelden hiervan zijn de Klimaticket in Oostenrijk, Europese Interrailticket voor jongeren en het gratis openbaar vervoer in Luxemburg;
overwegende dat zulke maatregelen erop gericht zijn om meer mensen naar het openbaar vervoer krijgen;
verzoekt de regering te onderzoeken welke instrumenten ingezet kunnen worden om de modaliteitsshift verder uit te breiden daar waar nog mogelijkheden en capaciteit is voor het Nederlandse openbaar vervoer,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt nr. 56, was nr. 35 (35925-XII).
De motie-Amhaouch/Boulakjar (35925-XII, nr. 42) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de afgelopen periode treinverkeer op belangrijke trajecten op het hoofdrailnet moest worden stilgelegd vanwege een personeelstekort bij de verkeersleiding van ProRail;
overwegende dat het van groot belang is dat de treinreizigers zo min mogelijk gedupeerd worden door de structurele problemen van het personeelstekort;
overwegende dat het van belang is dat snel duidelijk wordt hoe het bestaande personeel meer behouden kan blijven;
verzoekt de regering om in samenwerking met alle vervoerders ervoor te zorgen dat treinreizigers zo min mogelijk de dupe worden van het personeelstekort bij ProRail door te bezien hoe treinuitval zo veel mogelijk kan worden voorkomen, en de Kamer voor het commissiedebat Spoor te informeren welke opties hiervoor zijn;
verzoekt de regering een onafhankelijk onderzoek naar het structurele probleem rond het personeelstekort bij ProRail zo spoedig mogelijk naar de Kamer te sturen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt nr. 57, was nr. 42 (35925-XII).
Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.
Mevrouw Van Esch, Partij voor de Dieren.
Mevrouw Van Esch (PvdD):
Dank u, voorzitter. Ik wil graag de motie op stuk nr. 51 bij dit onderdeel aanhouden.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Van Raan stel ik voor zijn motie (35925-XII, nr. 51) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
En dan mevrouw Den Haan.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Voorzitter, ik wil graag geacht worden voor de motie op stuk nr. 63 (35925-XIII) te hebben gestemd.
De voorzitter:
Dat was bij agendapunt 7, de moties ingediend bij de behandeling van de begroting van Economische Zaken en Klimaat. We nemen dit op in de Handelingen.
In stemming komt de motie-Madlener (35925-XII, nr. 17).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD, D66 en de ChristenUnie ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Madlener (35925-XII, nr. 18).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Madlener (35925-XII, nr. 19).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Madlener (35925-XII, nr. 20).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Madlener (35925-XII, nr. 21).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, Fractie Den Haan, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD, D66 en de ChristenUnie ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Peter de Groot c.s. (35925-XII, nr. 22).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Peter de Groot (35925-XII, nr. 23).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de PvdD en JA21 ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Peter de Groot c.s. (35925-XII, nr. 24).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de fractie van Lid Omtzigt ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Beckerman c.s. (35925-XII, nr. 26).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, JA21, BBB, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, DENK, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en de PVV ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Beckerman c.s. (35925-XII, nr. 27).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Alkaya (35925-XII, nr. 28).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, DENK, de PvdA en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Alkaya/De Hoop (35925-XII, nr. 29).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Alkaya/Bouchallikh (35925-XII, nr. 30).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Hagen (35925-XII, nr. 32).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21 en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BBB, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Hagen (35925-XII, nr. 33).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21 en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BBB, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
Ik zie mevrouw Van der Plas naar voren komen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dat klopt. BBB wordt geacht voor de motie-Hagen op stuk nr. 32 te hebben gestemd. Volgens mij stak ik m'n hand niet op, maar dat had wel gemoeten.
De voorzitter:
Heel goed. Dan nemen we dat op in de Handelingen. Dank, mevrouw Van der Plas. We gaan verder.
In stemming komt de motie-Boulakjar (35925-XII, nr. 34).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, JA21, BBB, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de ChristenUnie, het CDA en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Boulakjar/De Hoop (35925-XII, nr. 56, was nr. 35).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, BBB en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-De Hoop c.s. (35925-XII, nr. 36).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, DENK, de PvdA, de PvdD, de ChristenUnie, de SGP, Lid Omtzigt en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, Fractie Den Haan, D66, de VVD, het CDA, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-De Hoop c.s. (35925-XII, nr. 37).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, BBB en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-De Hoop (35925-XII, nr. 38).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, de SGP, Lid Omtzigt, JA21, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, BBB en de PVV ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Geurts (35925-XII, nr. 39).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, de PvdD, de ChristenUnie, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, de PvdA, Fractie Den Haan, D66 en de VVD ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Geurts (35925-XII, nr. 40).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21 en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, BBB, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Geurts/Hagen (35925-XII, nr. 41).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, Lid Omtzigt, het CDA en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, de VVD, de SGP, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Amhaouch/Boulakjar (35925-XII, nr. 57, was nr. 42).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Amhaouch/Minhas (35925-XII, nr. 43).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdD en D66 ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Bouchallikh c.s. (35925-XII, nr. 44).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, de PvdA en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Bouchallikh c.s. (35925-XII, nr. 46).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van Raan (35925-XII, nr. 52).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van Raan (35925-XII, nr. 53).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.
Stemming motie Begroting Binnenlandse Zaken 2022
Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022,
te weten:
- de motie-Bisschop/Ceder over ambitieuze doelstellingen voor het aantal volledig digitaal toegankelijke overheidswebsites (35925-VII, nr. 31).
(Zie vergadering van 28 oktober 2021.)
De voorzitter:
De motie-Bisschop/Ceder (35925-VII, nr. 31) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Bisschop, Ceder en De Kort, en luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het belang van digitale toegankelijkheid van de overheid de afgelopen jaren extra is gebleken en dat vanaf september 2020 de eisen uit het besluit digitale toegankelijkheid overheid van kracht zijn;
constaterende dat de Monitor digitale toegankelijkheid 2021 aangeeft dat slechts 4% van de overheidswebsites volledig digitaal toegankelijk zou zijn;
verzoekt de regering in het eerste kwartaal van 2022 een stappenplan naar de Kamer te sturen voor het zo snel mogelijk voldoen aan eisen van het besluit digitale toegankelijkheid overheid, waaronder de volledige digitale toegankelijkheid van overheidswebsites en van apps,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt nr. 49, was nr. 31 (35925-VII).
Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Bisschop c.s. (35925-VII, nr. 49, was nr. 31).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, Lid Omtzigt, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.
Stemming Goedkeuringswet derde verlenging geldingsduur Twm covid-19
Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Goedkeuring van het koninklijk besluit van 16 augustus 2021, houdende de derde verlenging van de geldingsduur van bepalingen van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Stb. 2021, 393) (Goedkeuringswet derde verlenging geldingsduur Twm covid-19) (35899).
(Zie wetgevingsoverleg van 8 november 2021.)
De voorzitter:
Ik wil eerst het woord geven aan de heer Van der Staaij voor een stemverklaring.
De heer Van der Staaij (SGP):
Mevrouw de voorzitter. De SGP heeft de invoering van de tijdelijke coronawet weloverwogen gesteund. De wet bood betere waarborgen voor de inperking van grondrechten dan de noodverordeningen die in de eerste fase van de crisis golden. In de huidige fase past echter terughoudendheid om dergelijke vergaande vrijheidsbeperkende maatregelen te treffen en moet juist meer de eigen verantwoordelijkheid van de samenleving aangesproken worden. Vandaag stemt de Kamer voor het eerst over verlenging van de coronawet, inclusief de bepalingen die daarin later zijn opgenomen over de coronapas. De SGP vond en vindt die te vergaand. Verdere uitbreiding van de coronapas ligt al op tafel en impliceert een verdere verlenging van de coronawet. De aanvankelijk beoogde tijdelijkheid van de wet raakt daarmee steeds verder uit zicht. Dit alles maakt dat de SGP niet zal instemmen met de goedkeuringswet.
De voorzitter:
Dank aan de heer Van der Staaij.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, Lid Omtzigt en het CDA voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, DENK, de PvdD, de SGP, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat het is aangenomen.
Stemmingen moties Goedkeuringswet derde verlenging geldingsduur Twm covid-19
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Goedkeuringswet derde verlenging geldingsduur Twm covid-19,
te weten:
- de motie-Van Houwelingen over het coronatoegangsbewijs nooit invoeren in essentiële voorzieningen (35899, nr. 7);
- de motie-Van Houwelingen over de invoering van een 2G-systeem uitsluiten (35899, nr. 8);
- de motie-Van der Plas over de basisregels en hygiëne in COVID-19-beleid en -communicatie leidend laten zijn (35899, nr. 10).
(Zie wetgevingsoverleg van 8 november 2021.)
De voorzitter:
De motie-Van der Plas (35899, nr. 10) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het, om de verspreiding van het virus te beperken, erg belangrijk is dat iedereen de basisregels blijft volgen:
- heb je klachten, blijf thuis en laat u testen;
- was vaak en goed uw handen;
- 1,5 meter is een veilige afstand; bescherm uzelf en anderen in de samenleving;
- blijf zorgen voor voldoende frisse lucht;
constaterende dat ook de heer Van Dissel, voorzitter van het OMT, zegt: "Ik denk dat de ernst toch bij iedereen wel helder is. Je hoopt dat mensen het oppikken en niet denken: het is nog niet verplicht dus ik doe het niet.";
overwegende dat het accent leggen op de noodzaak van het coronatoegangsbewijs, in plaats van het tegelijkertijd benadrukken van het belang om zich te houden aan de basismaatregelen, leidt tot een tweedeling in de maatschappij;
overwegende dat het accent leggen op de noodzaak van het coronatoegangsbewijs, in plaats van het tegelijkertijd benadrukken van het belang om zich te houden aan de basismaatregelen, leidt tot een vals gevoel van veiligheid omdat ook gevaccineerden besmettelijk kunnen zijn;
verzoekt het kabinet het naleven van de basisregels en hygiëne met ingang van heden structureel en elke keer op te nemen in alle informatie en communicatie over het indammen van COVID-19, zodat alle burgers ervan doordrongen raken dat een groen vinkje geen garantie is dat je niet besmettelijk of positief kunt zijn en zij — mede door structurele informatie en communicatie door de overheid — beseffen dat de basismaatregelen essentieel zijn om het verspreiden van COVID-19 tegen te gaan, en zodat burgers door het nemen van eigen verantwoordelijkheid meewerken aan het verminderen van de druk op de zorg,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt nr. 11, was nr. 10 (35899).
Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.
Ik zou mevrouw Bikker het woord willen geven voor een stemverklaring.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank u, voorzitter. We stemmen vandaag over twee moties, waarvan de ene suggereert dat we vandaag stemmen over een voorstel voor 2G zodat ongevaccineerden zouden worden uitgesloten van delen van de samenleving. De andere doet alsof een uitbreiding van het coronatoegangsbewijs aanstaande is voor onder meer het openbaar vervoer, maar dat ligt hier niet voor. Laat ik het nog één keer zeggen: de ChristenUnie ziet niet hoe 2G zich kan verhouden tot de keuzevrijheid voor vaccinatie. Ziekenhuizen, scholen en andere essentiële locaties moeten altijd bereikbaar zijn. Maar ik vind het onwenselijk om nu, zonder debat en zonder dat we kunnen spreken over andere oplossingen in deze ongekende gezondheidscrisis, deze uitspraken per motie hier te doen. Dat is suggestief, voorbarig en veel te gemakkelijk. Daarom stemt de ChristenUnie tegen de beide moties.
De voorzitter:
Dank. Dan gaan we nu over tot de stemmingen.
In stemming komt de motie-Van Houwelingen (35899, nr. 7).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, DENK, de PvdD, de SGP, Lid Omtzigt, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van Houwelingen (35899, nr. 8).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, de PvdD, de SGP, Lid Omtzigt, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Plas (35899, nr. 11, was nr. 10).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdD, Fractie Den Haan, de SGP, Lid Omtzigt, JA21, BBB, de PVV en Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de PvdA, D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.
Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de stemmingen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Mededelingen
Mededelingen
Mededelingen
De voorzitter:
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Aan de orde is de regeling van werkzaamheden.
Op verzoek van de fractie van D66 benoem ik:
- in de vaste commissie voor Financiën het lid Sahla tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;
- in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Sahla tot lid in de bestaande vacature;
- in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Sahla tot lid in de bestaande vacature;
- in de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid het lid Sahla tot lid in de bestaande vacature;
- in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Sahla tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;
- in de commissie voor de Rijksuitgaven het lid Sahla tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;
- in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Sahla tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;
- in de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen het lid Kat tot lid in de bestaande vacature.
Op verzoek van de fractie van Volt benoem ik:
- in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Koekkoek tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Gündoğan;
- in de contactgroep Duitsland het lid Dassen tot lid;
- in de contactgroep Frankrijk het lid Dassen tot lid.
Ik stel voor de volgende wetsvoorstellen toe te voegen aan de agenda van de Kamer:
- het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021 (Negende incidentele suppletoire begroting) (35884);
- het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021 (Tiende incidentele suppletoire begroting) (35895);
- het wetsvoorstel Verandering in de Grondwet van de bepaling inzake de onschendbaarheid van het brief-, telefoon- en telegraafgeheim (35790);
- het wetsvoorstel Verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een bepaling over het recht op een eerlijk proces (35784);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met de invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen (35772);
- het wetsvoorstel Regels inzake het elektronisch delen en benaderen van gegevens tussen zorgverleners in aangewezen gegevensuitwisselingen (Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg) (35824);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013 in verband met de toebedeling van wettelijke taken op het gebied van internationalisering binnen het onderwijs (Wet wettelijke taken internationalisering onderwijs) (35900).
Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:
- het tweeminutendebat China, met als eerste spreker het lid Sjoerdsma van D66;
- het tweeminutendebat Juridische beroepen, met als eerste spreker het lid Van Nispen van de SP.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Dan geef ik graag het woord aan de heer Markuszower. Daar is hij. Haalt u even adem.
De heer Markuszower (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Weigermigranten dat is een nieuw fenomeen. Mensen komen hier, asielzoekers. Die mogen hier niet komen. Ze hebben geen recht om hier te verblijven. Maar ze blijven, en niemand zet ze uit. Daarom graag een debat.
De voorzitter:
Bij een regeling voeren we het woord wel kort en krachtig.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Een belangrijk onderwerp, maar er staat al een debat van de heer Eerdmans gepland. Het lijkt ons goed om dit daarbij te betrekken. Dus geen steun voor dit aparte debat.
Mevrouw Kuik (CDA):
Daar sluit ik me bij aan.
De heer Van Baarle (DENK):
Wij steunen dit niet.
De heer Stoffer (SGP):
Steun.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja, het lijkt mij ook goed om het bij dat algehele debat te betrekken, want het zijn zeker belangrijke onderwerpen. Als de heer Markuszower en zijn fractie daarmee akkoord gaan, dan steun ik het verzoek. Het is misschien een beetje warrig.
De voorzitter:
Ja, kunt u het nog iets helderder zeggen?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
U zegt het nu zelf ook, hoor. Het liefst bij het debat-Eerdmans, want daar komen al dit soort dingen samen. Dus het liefst daar.
De voorzitter:
Dat is dan eigenlijk ook uw standpunt?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dan geef ik dus eigenlijk geen steun hieraan.
De voorzitter:
Exact.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Maar eigenlijk ook wel weer een beetje wel.
De voorzitter:
Nee, geen steun.
Mevrouw Kat (D66):
Geen steun namens D66.
De heer Ephraim (Groep Van Haga):
Over verwarring voorkomen: steun.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Geen steun.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Geen steun.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Mede namens de PvdA: geen steun. Volgende week is de Justitiebegroting, dus ik hoop dat de heer Markuszower dan niet hier staat, zoals hij iedere week hier staat.
Mevrouw Van Esch (PvdD):
Geen steun.
De voorzitter:
De heer Van Meijeren ... Van Houwelingen! Excuses.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Maakt niet uit, steun.
De voorzitter:
U heeft geen steun, meneer Markuszower.
De heer Markuszower (PVV):
Dank u wel. Zolang de grenzen zo openblijven, zal ik hier blijven staan namens de PVV.
Dan mijn tweede verzoek. Het joodse restaurant HaCarmel in Amsterdam is nu al voor de zoveelste keer bedreigd, deze keer vanuit een andere hoek. Wat blijft is het regime dat justitie dat restaurant, of eigenlijk de joodse infrastructuur, te weinig bescherming biedt en te weinig optreedt tegen deze vorm van antisemitisme, in ieder geval van bedreigingen. Dus graag een debat daarover, zodat we dat ministerie een beetje kunnen activeren.
De voorzitter:
Wie mag ik het woord geven? Mevrouw De Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Laten we vooropstellen dat dit soort bedreigingen echt verwerpelijk zijn. Wij willen daar graag snel over spreken. Volgens ons kan dat het snelst bij de Justitiebegroting. Geen steun dus voor een apart debat, maar daar aan de orde stellen.
Mevrouw Kuik (CDA):
Voorzitter. Terecht punt. Allereerst bij de begroting van Justitie en Veiligheid. Daarna hebben we ook nog een commissiedebat over antisemitisme. Daar kunnen we het ook bij betrekken.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Antisemitisme moet keihard aangepakt worden. De snelste manier om hierover te spreken is bij de begroting JenV. Geen steun.
De voorzitter:
Geen steun.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Voorzitter. Zeer verwerpelijk. Graag bij de begroting van Justitie. Graag ook opheldering van de minister, binnen een dag of twee, over welke maatregelen in Amsterdam of landelijk genomen worden zodat dit restaurant open kan blijven. Als het vaker zo blijft gebeuren, dan weten we namelijk allemaal hoe het eindigt en dat willen we hier echt niet.
De voorzitter:
U vraagt dus om een reactie, een brief, van het kabinet.
Mevrouw Kat (D66):
Namens D66: geen steun. Behandelen bij de begroting van Justitie.
De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter. Steun, maar mocht het eerder kunnen bij de begroting van JenV, dan is dat wat ons betreft ook een goed voorstel.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Steun voor dit verzoek.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dit is verschrikkelijk. Er zijn schriftelijke vragen gesteld. Laat die snel beantwoord worden. Dan kan het prima bij de begroting van JenV worden besproken.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Daar sluit ik mij bij aan, voorzitter.
De heer Ephraim (Groep Van Haga):
Steun, want als het ondersneeuwt en in de grote hoop belandt, dan denk ik niet dat het de eigenaar van HaCarmel erg veel zal helpen.
De voorzitter:
Zei u "steun"?
De heer Ephraim (Groep Van Haga):
Ja.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Ook de PvdA en GroenLinks vinden dat antisemitisme keihard moet worden aangepakt, maar dat kan echt het snelst bij de begrotingsbehandeling worden besproken.
De heer Eerdmans (JA21):
JA21 gaat dit aan de orde stellen bij de begroting van Justitie, maar mevrouw Kuik zei het al: er is een commissiedebat dat speciaal over antisemitisme gaat. Helaas is dat een oprukkend verschijnsel — dat ben ik heel erg met de heer Markuszower eens — maar laten we dat daar parkeren, want anders wordt het nog later. Geen steun voor het voorstel, maar graag daar parkeren.
De voorzitter:
Helder, ja.
Mevrouw Van Esch (PvdD):
Ik kan me aansluiten bij de sprekers die het volgende week bij de begroting van JenV willen aankaarten.
De voorzitter:
Geen steun dus.
Mevrouw Van Esch (PvdD):
Geen steun.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Steun.
De voorzitter:
Tot slot mevrouw Koekkoek.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Geen steun voor een apart debat, maar wel voor een brief.
De voorzitter:
Er is geen steun, meneer Markuszower.
De heer Markuszower (PVV):
Dank u wel. Kunt u alstublieft het kabinet verzoeken om die brief te schrijven voordat de begroting plaatsvindt alsook om de schriftelijke vragen te beantwoorden? Dan kan dat debat in ieder geval op inhoud worden gevoerd.
De voorzitter:
Ja. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden. Dank aan de heer Markuszower.
Dan staat op mijn briefje de heer Klaver namens GroenLinks, maar dat wordt mevrouw Kröger. Dat is ook met een K. Gaat uw gang.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Voorzitter. Op 30 oktober, tijdens de Klimaatdag, werd de Klimaat- en Energieverkenning gepresenteerd in de systematiek van de Klimaatwet. De Raad van State heeft zijn zorg uitgesproken dat de doelen van de Klimaatwet niet gehaald worden. Wij delen die zorg en wij zouden dan ook graag zo snel mogelijk, op korte termijn, een debat willen met zowel de minister-president als de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, zowel over de Klimaatnota als de Klimaat- en Energieverkenning.
Mevrouw Kuik (CDA):
Voorzitter, geen steun. Dat kan volgende week bij het commissiedebat.
De heer Stoffer (SGP):
Daar sluit ik mij bij aan, voorzitter.
Mevrouw Piri (PvdA):
Steun, voorzitter.
Mevrouw Kat (D66):
Voorzitter. Geen steun, omdat we het volgende week bij het commissiedebat Klimaat en energie willen behandelen.
De heer Van Baarle (DENK):
Steun, voorzitter.
De voorzitter:
Steun. De microfoon maakt allerlei geluiden. Ik denk dat er inmiddels een beetje te veel zeepsop in zit.
Mevrouw Van Esch (PvdD):
Steun. Te belangrijk om het alleen volgende week bij een commissiedebat te doen, dus graag steun.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Wat ons betreft mag het ook in het commissiedebat, maar wel steun voor het idee om het met de premier te doen.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens ons zijn commissiedebatten ook belangrijke debatten. Dat is de snelste manier om hierover te spreken, dus volgende week daarbij betrekken en geen steun voor een apart debat.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Een prachtig onderwerp bij het commissiedebat volgende week, dus geen steun.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Het klimaatbeleid verwoest onze hele economie, dus steun, ook namens Groep Van Haga.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Geen steun, want het kan inderdaad in het commissiedebat Klimaat en energie.
De voorzitter:
U heeft geen steun, mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Voorzitter. Ik hoor dat er geen steun is voor een apart debat, wat mij verbaast, gegeven het feit dat dit gaat om de behandeling van de Klimaatwet, waarover we met elkaar toch een bepaalde systematiek hebben afgesproken. Het verzoek was ook om een debat met de minister-president. Dus voor al die partijen die zeggen "doe het in een commissiedebat": is de suggestie dan dat we de premier daarbij uitnodigen? Dat is mijn vraag terug.
De voorzitter:
Ik heb daar maar één lid expliciet over gehoord, dus ik stel voor dat het kabinet zelf bedenkt wie het afvaardigt naar het commissiedebat. Dan gaan wij verder naar ... Mevrouw Van der Plas, u heeft een vraag?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik vind het een goede vraag van mevrouw Kröger. Ik heb het vergeten aan te geven, maar ik zie niet in waarom de minister-president niet daarnaartoe gevraagd kan worden.
De voorzitter:
Ik denk omdat een meerderheid van de Kamer aangeeft dat de voorkeur uitgaat naar een commissiedebat, ook vanwege de snelheid. In de regeling van de commissievergadering kan het mogelijk nog een keer aan de orde worden gesteld. Dat lijkt me dan het beste.
Dan gaan we naar de heer Azarkan, als ik het goed heb. Of de heer Van Baarle. Gaat uw gang.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Als het goed is, stonden er twee verzoeken. Wij trekken er één in. Als het goed is, staat er al een debat over rechts-extremisme op de plenaire lijst. Ik zou wel het verzoek willen doen over het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens over de nieuwe Fraudewet. Ze waarschuwen voor een nieuw toeslagenschandaal en mogelijke discriminatie. Wat ons betreft moeten wij hier als Tweede Kamer over spreken, want dit is nieuwe informatie.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Steun.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Steun. Privacy is heel belangrijk en dit signaal is heel belangrijk, dus ik zou er met spoed een brief over willen hebben. Ik ben ook wel heel benieuwd hoe de fractie van DENK reageert op de eigen afdeling die zegt dat ze afgeluisterd zijn en op hun privacy.
De voorzitter:
Nee, dat debat gaan we nu niet hier voeren. U steunt de aanvraag voor een debat. Dan gaan we naar mevrouw Van Esch.
Mevrouw Van Esch (PvdD):
Van harte steun.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Zeker steun hiervoor.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Steun.
Mevrouw Kuik (CDA):
Geen steun.
De heer Stoffer (SGP):
Geen steun. Volgens mij kan het volgende week of de week daarop ook al bij de begroting JenV.
Mevrouw Piri (PvdA):
Steun, mede namens GroenLinks. Volgens mij kunnen we niet alles bij de begrotingen behandelen.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Geen steun. De begroting gaat volgens mij over alles. Het is dus een mooie optie voor mensen die het daar aan de orde willen stellen.
Mevrouw Kat (D66):
Geen steun.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Geen steun. Het kan prima bij de begroting.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Steun.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun voor het debat.
De voorzitter:
Tot slot de heer Ephraim.
De heer Ephraim (Groep Van Haga):
Geen steun.
De voorzitter:
We hebben iedereen gehad. Dan heeft u geen meerderheid, meneer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik telde wel 30 leden volgens mij.
De voorzitter:
Ja, die heeft u wel.
De heer Van Baarle (DENK):
Als ik zo vrij mag zijn, zou ik het graag op de lijst zetten. Dank u wel.
De voorzitter:
Dat mag. Dat gaan we doen. Dank u wel. Dan gaan we naar mevrouw Agema, maar eerst de heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Gezien de spoedeisendheid zou het wel fijn zijn, als die brief spoedig komt.
De voorzitter:
Ja. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden. Daar komt dan een reactie op. Dat was ik vergeten.
Mevrouw Agema.
Mevrouw Agema (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Een paar weken geleden kreeg ik een meerderheid in de Kamer voor een debat over spoedeisende hulp in het noorden van het land. Daar was sprake van tijdelijke sluitingen. Inmiddels liggen er mensen in de spoedeisende hulp op de gang, ook in Limburg. Ik wil vragen om het debat hierover in te plannen nog vóór de kerst. Ik had ook al eens een keer tussendoor steun gekregen voor mijn verzoek om het spoedig te doen, maar ik zie het onderwerp maar niet verschijnen op het plenaire schema. Ik zou dus willen voorstellen om dit debat vóór de kerst te houden.
De voorzitter:
Daartoe kunnen wij een poging wagen. Als er niemand opstaat, ga ik ervan uit dat mensen daarvoor zijn. Dus we gaan een poging wagen.
Mevrouw De Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij hebben we voor de kerst nog een heleboel debatten. Ik wil met alle liefde een heleboel debatten gaan inplannen, maar ik denk dat we ook wel realistisch moeten zijn. We zullen ook nog wel wat coronadebatten hebben, bijvoorbeeld volgende week weer een. Ik denk dus dat dit heel ingewikkeld gaat worden. Het lijkt me dus beter om hier een andere oplossing voor te vinden.
De voorzitter:
Maar dit is belangrijk, want mevrouw Agema stelt hier de vraag of dat debat, waar een meerderheid voor is, voor de kerst kan worden gehouden. Als een meerderheid van de Kamer dat een goed plan vindt, dan gaan we dat doen. Het is dus ook belangrijk dat de leden zich uitspreken. Ik dacht aanvankelijk: u blijft allemaal zitten, en dan gaan we het inderdaad gewoon doen, want dan stemt iedereen in. Maar nu zie ik steeds meer mensen bij de microfoon verschijnen.
Meneer Van Dijk.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik steun het verzoek.
Mevrouw Van Esch (PvdD):
Ik steun het verzoek.
De voorzitter:
Meneer Van der Lee. De rechter microfoon durven we niet meer te gebruiken.
De heer Van der Lee (GroenLinks):
Mede namens de PvdA steun.
De heer Stoffer (SGP):
Steun.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Van harte steun.
De heer Ephraim (Groep Van Haga):
Steun, mede namens FVD.
Mevrouw Kat (D66):
Steun, voorzitter.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, ik steun dit ook, mits het niet ten koste gaat van het grote asieldebat. De twee onderwerpen zijn niet te vergelijken natuurlijk, maar ...
De voorzitter:
Aha.
De heer Eerdmans (JA21):
... we wachten natuurlijk nog steeds op het grote Eerdmansdebat.
De voorzitter:
Die twee debatten wedijveren misschien straks ...
De heer Eerdmans (JA21):
Dat moet elkaar niet ...
De voorzitter:
We gaan het bekijken.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja.
Mevrouw Agema (PVV):
De patiënten liggen op de gangen!
De heer Eerdmans (JA21):
Vindt u asielzoekers dan niet meer belangrijk? Ik dacht dat de PVV toch ook wel belang hechtte aan de instroombeperking? Dus laten we dat debat wel eerst voeren, want het is ook het eerst aangevraagd.
De voorzitter:
Meneer Eerdmans. We gaan erom dobbelen. Maar over beide debatten heeft de Kamer aangegeven dat ze snel moeten worden gehouden, in ieder geval voor de kerst. Dus dat gaan we doen. Ik heb het idee dat we voor het verzoek van mevrouw Agema al een meerderheid hebben. Dus, mevrouw Agema, we gaan uw debat inplannen.
De heer Stoffer heeft een verzoek.
De heer Stoffer (SGP):
Ja, namens de heer Bisschop. Donderdagochtend staat er een tweeminutendebat over mestbeleid op de agenda. We zouden daar graag 's middags al over stemmen.
De voorzitter:
Ik kijk even rond. Ik zie niemand die daar bezwaar tegen heeft, dus dan gaan we dat organiseren.
Tot slot is het woord aan de heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Voorzitter. Volgende week breekt er een groot record. Dan zijn er namelijk tien maanden verstreken sinds de val van het kabinet. En we zijn dan al meer dan zeven en een halve maand sinds de verkiezingen bezig met de formatie. De Kamervoorzitter heeft namens de Kamer een brief geschreven aan de informateurs en hun gevraagd om een tijdpad. Het antwoord is dat het het streven is om daar een antwoord op te geven na afloop van deze formatiepoging. Het is dus niet eens een toezegging, maar het streven. Ik zou graag een tijdpad willen vragen aan de informateurs, volgende week te leveren. En als de berichten van RTL kloppen, hebben ze dan misschien een kabinet; dat is prima. Het hoeft dus niet op stel en sprong. En de week daarop wil ik hierover een debat voeren, aangezien we dan meer dan tien maanden bezig zijn. In dat tijdpad zou ik ook nog één extra vraag willen meenemen, namelijk de vraag of de informateurs en de formerende partijen nog verwachten dat ze met grote nota's van wijziging op de begroting komen. Want we zijn nu begrotingen aan het behandelen en het zou zomaar kunnen dat ze twee dagen voordat we hier over alle begrotingen stemmen, plotseling met grote nota's van wijziging komen. Ik zou die graag een beetje op tijd hebben, zodat erover vergaderd kan worden.
Ik heb dus drie verzoeken: een tijdpad ...
De voorzitter:
... de begrotingen en een debat.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ja.
De voorzitter:
Dus dan moeten de leden daar ook even op reageren, anders krijgen we geen beeld. Ik zou willen beginnen met het debat. De heer Van Dijk.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter, ik steun alle drie de verzoeken.
De voorzitter:
Helder.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Triple S.
De voorzitter:
Wie zie ik? De heer Wilders.
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter. Ook van mijn fractie op alle verzoeken steun, maar het belangrijkste is dat het kabinet, zoals de heer Omtzigt zegt, deze week nog een brief naar de Kamer stuurt om te kijken of de berichtgeving van RTL Nieuws klopt, want dan weten we meteen waar we aan toe zijn.
Mevrouw Van Esch (PvdD):
Drie keer steun, voorzitter.
De voorzitter:
De heer Ephraim. Ja, zo gaat het snel met de interruptiemicrofoon.
De heer Ephraim (Groep Van Haga):
Driewerf ja!
De voorzitter:
Steun. Meneer Ephraim, u zei steun? Ja.
Mevrouw Kat (D66):
Geen steun.
De voorzitter:
Geen steun.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Is dat voor alle drie dan, voorzitter?
De voorzitter:
Ja. Dat concludeer ik daaruit. Mevrouw Kat, geen steun, drie keer geen steun? Nee.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Drie keer wel steun.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Drie keer geen steun.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Drie keer wel steun.
De heer Geurts (CDA):
In samenhang geen steun.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Drie keer geen steun.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Steun voor de verzoeken.
De heer Eerdmans (JA21):
Voordat ik mijn steun uitspreek, wil ik zeggen dat het kenmerkende is dat de vier beoogde coalitiepartijen nu al de luiken dichtgooien. Ik denk dat dat ook hetgeen is wat de heer Omtzigt wil gaan zeggen. Het is vrij bijzonder dat wij met z'n allen dit normale verzoek willen inwilligen op de partijen na die dit brouwsel nou net aan het brouwen zijn. Dat verrast en verbijstert mij ook wel een beetje.
De heer Nijboer (PvdA):
Voorzitter. Volgens mij is het eerste verzoek een informatieverzoek, dat gewoon doorgeleid kan worden.
De voorzitter:
Ja.
De heer Nijboer (PvdA):
Daar hoeft helemaal geen meerderheid voor te zijn. De andere verzoeken steun ik mede namens GroenLinks ook. Ik wil wel opmerken dat de mensen die onderhandelen, niet meer bereid zijn om naar de Kamer te komen. Ik doe een beroep op de Voorzitter om de bewindslieden gewoon beschikbaar te houden voor verantwoording in de Kamer. Minister Hoekstra heeft een aantal debatten al niet bijgewoond en een brief gestuurd dat hij dat niet van plan was te doen de komende weken in commissiedebatten. We zullen zien of hij daar komt, maar ik vind echt dat ministers zich gewoon te verantwoorden hebben als de Kamer daar in meerderheid toe beslist. Dat is het geval. Die boodschap verzoek ik de Voorzitter ook over te brengen.
De voorzitter:
Ja. Meneer Van Baarle, ik had u nog niet gehoord, toch?
De heer Van Baarle (DENK):
Wij steunen de verzoeken.
De voorzitter:
Niet die microfoon gebruiken. Dan heb ik iedereen gezien. Er is geen meerderheid voor uw debataanvraag. De heer Nijboer zei het al: u heeft om informatie gevraagd. Dat gaan we doorgeleiden naar de informateurs. Dat geldt sowieso voor het tijdpad waar u om heeft gevraagd, maar ook voor uw tweede punt.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ja. Het spijt me, maar ik had wel enige steun verwacht. Het hoeft niet op stel en sprong. Een Kamer hoort gewoon na tien maanden geïnformeerd te worden over hoe het staat met de formatie, over het verwachte tijdpad en over de verwachte nota's van wijziging. Anders weten wij niet waar wij hier …
De voorzitter:
We gaan op die twee punten van informatie …
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
… begrotingen voor aan het behandelen zijn. En de andere, voorzitter … Weet u wat? Dan zet ik hem om in een interpellatieverzoek met dertig leden.
De voorzitter:
Dat doet u nu en daar wilt u nu een reactie op?
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ja, dan gaan we er een interpellatiedebat van maken. Ik verwachtte gewoon over twee …
De voorzitter:
Maar heel even, meneer Omtzigt, een interpellatiedebat met de informateurs is lastig om te voeren. Dat kan niet. Laten we even nadenken over wat u nog meer in uw gereedschapskist heeft als Kamerlid om hier chocola van te maken, maar voor nu laat ik het eerst even bij uw oorspronkelijke aanvraag voor een debat. Daar heeft u geen meerderheid voor.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Dan zet ik hem op de dertigledenlijst, maar dat doet me zeer pijn, omdat ik denk dat deze Kamer, of er een kabinet is of niet, gewoon over een week of twee met de informateurs moet kunnen praten over hoe we nu tegen de politieke situatie moeten aankijken.
De voorzitter:
Ja. De heer Wilders. Nog een korte reactie?
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter. Laten we het niet te snel opgeven. Ik heb het verzoek van collega Omtzigt gesteund en geamendeerd. Het is nu groot nieuws bij RTL dat er volgens bronnen binnen de onderhandelende partijen — wij horen het weer als laatste — eind volgende week een akkoord zou kunnen liggen. Ik zou nogmaals willen vragen om uiterlijk donderdag voor 12.00 uur een reactie daarop te krijgen van de informateurs, deze week. Dan kunnen we altijd nog kijken wat we daarna gaan doen.
De voorzitter:
Dat gaan we vragen.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Als die brief komt, dan hoop ik dat die andere twee vragen ook beantwoord kunnen worden. Zoals ik zei, het is geen bloedspoed. Ik snap dat er soms een dag extra nodig is, maar het is ook nodig om gewoon hier verantwoording af te leggen.
De voorzitter:
Dank aan de heer Omtzigt. Wij geleiden uw wensen door.
Hiermee zijn we aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Pakket Belastingplan 2022
Voorzitter: Martin Bosma
Pakket Belastingplan 2022
Aan de orde is de behandeling van:
- het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2022) (35927);
- het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2022) (35928);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 tot wijziging van de fiscale regeling voor aandelenoptierechten met het oog op het wegnemen van een liquiditeitsprobleem in het geval van het verstrekken van aandelenoptierechten als loon (Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten) (35929);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990 tot invoering van een grondslag voor het bieden van een tegemoetkoming bij schrijnende gevallen (Wet delegatiebepalingen tegemoetkoming schrijnende gevallen) (35930);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet op de dividendbelasting 1965, de Wet bronbelasting 2021, de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2017/952 van de Raad van 29 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/1164 wat betreft de maatregel om mismatches door een omgekeerde hybride tegen te gaan (PbEU 2017, L 144/1) (Wet implementatie belastingplichtmaatregel uit de tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking) (35931);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II (verlaging tarief verhuurderheffing en maandelijkse wijziging bedragen heffingsverminderingen) (35932);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van enkele mismatches die ontstaan bij de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel in de vennootschapsbelasting (Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel) (35933);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en de Wet inkomstenbelasting 2001 tot intrekking van de Baangerelateerde Investeringskorting (35873).
Termijn inbreng
De voorzitter:
Aan de orde is het Pakket Belastingplan 2022 (35927 tot en met 35932). Het is zover! We behandelen tevens de Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel (35933) en het wetsvoorstel Wijziging van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en de Wet inkomstenbelasting 2001 tot intrekking van de Baangerelateerde Investeringskorting (35873). Daar heeft u allemaal verstand van! Ik ben er nu al door geïmponeerd dat er mensen in de zaal zijn die dit allemaal weten.
Een hartelijk woord van welkom, om te beginnen aan de beide staatssecretarissen van Financiën, die we zoals gewoonlijk bij het belastingplan mogen verwelkomen. Fijn dat u bij ons bent. Ook een speciaal woord van welkom aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die vandaag bij ons is omdat ze eerder bij het WGO afwezig was. Daardoor zijn er Kamerleden die wellicht iets willen zeggen over zaken die wonengerelateerd zijn. De minister van BZK zal daar met belangstelling naar luisteren. Als u het netjes formuleert, krijgt u morgen ook antwoord op uw vragen, maar dat ligt helemaal aan uzelf. Ik waarschuw u allen. Dat waren alle verplichtingen.
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
We hebben twaalf sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste spreker is de heer Edgar Mulder van de fractie van de Partij voor de Vrijheid, die in totaal twintig minuten spreektijd heeft. Maar hoeveel daarvan gaat hij gebruiken in de eerste termijn? Vijf, roept de zaal. Het woord is aan de heer Mulder.
De heer Edgar Mulder (PVV):
De debatten over het belastingplan zijn ieder jaar behoorlijk technisch en vaak saai. Sinds ik hier ben, zijn ze in ieder geval nooit leuk. Dat geldt trouwens voor wel meer debatten in de commissie voor Financiën. Maar — nu wordt het serieus — door het toeslagenschandaal zijn de debatten ook somber en naargeestig geworden, met als treurig dieptepunt de uit huis geplaatste kinderen.
Voorzitter. Het was zeer terecht dat de minister voor Rechtsbescherming tijdens het wetgevingsoverleg tekst en uitleg kwam geven, maar de verantwoordelijkheid ligt natuurlijk bij D66. De D66-staatssecretaris is immers verantwoordelijk voor de toeslagen. Onder een D66-staatssecretaris zijn de problemen jarenlang niet serieus genomen. Onder een D66-staatssecretaris werden memo's niet gearchiveerd. Onder een D66-staatssecretaris werden rapporten herschreven. Deze staatssecretaris is derhalve verantwoordelijk voor de gevolgen, ook van de uithuisplaatsing. Dan blijkt opnieuw de kilheid van dit kabinet, want als antwoord kregen we: ja, er zijn wel kinderen uit huis geplaatst, maar dat gebeurt nooit alleen vanwege het geld. Ze zeiden: ja, het is heel traumatisch voor een kind, maar soms is het ook beter af. We hoorden: ja, er lijkt sprake van oververtegenwoordiging van uithuisplaatsing bij de gedupeerden, maar dat valt niet vast te stellen zonder diepgravend onderzoek. Daar heeft deze Kamer helemaal geen boodschap aan en daar hebben de ouders ook geen boodschap aan. Dat onderzoek had er allang kunnen zijn. Het CBS heeft de cijfers op 18 oktober gepubliceerd. Dat is dik vier weken geleden. Het onderzoek liep natuurlijk daarvoor al, dus voor de staatssecretaris was het geen verrassing, maar voor deze Kamer natuurlijk wel. Ik wil dan ook van de staatssecretaris weten welke stappen ze heeft ondernomen, zodat de ouders hun kinderen binnenkort weer in de armen kunnen sluiten.
Voorzitter. Het toeslagenschandaal heeft enorme gevolgen voor de slachtoffers, maar trekt ook zijn wissel op de gehele Nederlandse samenleving. Het vertrouwen in de overheid daalt met de maand. Het is een steile lijn naar beneden en dat is begrijpelijk, want dat krijg je als je als overheid jarenlang burgers oppakt en geld afpakt. Dat krijg je als je mensen onterecht aanmerkt als fraudeur. Dat krijg je als de hoogste bestuursrechter deze foute praktijken steunt. Dat krijg je als de Belastingdienst honderden zwarte lijsten bijhoudt over honderdduizenden burgers. Dat krijg je als je de mond vol hebt van het bestrijden van belastingontwijking, maar ondertussen een belasting ontduikende minister van Financiën en een frauderende landsadvocaat hebt.
Voorzitter. Als je dat als burger allemaal ziet en hoort, dan is het niet raar dat nog maar 30% van de bevolking vertrouwen heeft in deze overheid. Let wel: u zou wellicht kunnen denken dat ik een opsomming gaf van jarenlange misstanden in Nederland, maar niets is minder waar. Ik had de lijst nóg langer kunnen maken, en dit speelde allemaal gewoon dit jaar, in 2021. Rutte heeft zo ongelofelijk veel kapotgemaakt. Het is niet alleen het liegen, het is ondertussen totale betonrot. Als wat er met het vertrouwen van de burgers in de overheid is gebeurd, ook gebeurt met de belastingmoraal in Nederland, dan hebben we er een immens probleem bij. Zoals ik al stelde: je wordt er niet vrolijk van.
Voorzitter. Ik ga nu door naar de wetten uit het Belastingplan, te beginnen met de woningmarkt. Die is een grote puinhoop. Die puinhoop is de afgelopen jaren alleen maar groter en groter geworden. Laten we eerlijk zijn: voor de verantwoordelijk D66-minister is de woningmarkt nooit echt een prioriteit geweest. De gevolgen zien we elke dag. Wil je een woning kopen of huren, vergeet het maar. Er is een tekort aan 300.000 woningen. De woningen die nog wel beschikbaar zijn, zijn voor een doorsneegezin niet betaalbaar. Meer aanbod, lagere prijzen: dat hebben we nodig. Hoe bizar is het dan dat Nederland als enige land ter wereld een speciale belasting heeft op sociale huurwoningen: de verhuurderheffing. Dat is een belasting die ten koste gaat van de betaalbaarheid en van nieuwbouw. 12,5 miljard heeft de verhuurderheffing de staatskas vanaf 2013 opgeleverd. Met dat geld hadden we woningen kunnen bouwen. Met dat geld hadden we ook huurders een lagere prijs kunnen laten betalen. De nu voorgestelde verlaging van de verhuurderheffing is bij lange na niet genoeg. Dat is 831 miljoen. Dat is mooi, maar alleen al door de stijgende WOZ gaat daar weer 400 miljoen van af. De enige juiste oplossing — ik zie de SP enthousiast knikken — is het afschaffen van de verhuurderheffing. Dit kabinet is selectief demissionair. Het is wel vaker hier gezegd: gewoon 6,8 miljard extra uitgeven aan klimaatgekte vinden ze allemaal normaal en moet kunnen; maar de verhuurderheffing afschaffen, kan niet, want ze zijn demissionair. Ik ben benieuwd wat we volgende week dan horen. Het is in ieder geval niet uit te leggen aan al die huurders en aan woningzoekenden.
Dan komen we bij de wet voor schrijnende gevallen. Dat is een slecht en niet uitgewerkt wetsvoorstel. Er staan geen definities in, er wordt geen hoogte van schadevergoedingen genoemd, er worden geen termijnen genoemd waarbinnen iemand gecompenseerd moet zijn. Deze wet voelt veel te veel als een soort vrijbrief voor het kabinet. De PVV wil niet de controlerende macht van de Kamer inleveren, alleen omdat die wet een sympathieke naam draagt. Eerlijk gezegd hebben we simpelweg te weinig vertrouwen in dit kabinet, te weinig vertrouwen dat het nu vanzelf wel goed gaat komen. Daarvoor is er gewoon te veel gebeurd. Ook de actuele berichten over de afwikkeling baren ons zorgen. Berichten van ouders over de uitspraken van de Commissie Werkelijke Schade die twijfels oproepen over de door de staatssecretaris toegezegde aannemelijkheid en menselijke maat. Want hoe je dit ook uitlegt: deze staatssecretaris, deze regering, heeft de schijn tegen. Wij als Kamer moeten in dit proces gewoon heel voorzichtig zijn, want de ouders zijn al zo vaak bedrogen. De PVV verzoekt de staatssecretaris dus om óf de wet alsnog uit te werken in een concrete wet óf de wet vooralsnog in te trekken.
Box 3, het meest verwaarloosde kindje van dit Belastingplan, het kindje van Vijlbrief. Op een herziening van de berekeningswijze na gebeurde er tijdenlang heel erg weinig, maar opeens bij het commissiedebat Belastingen van 30 juni was er actie. De staatssecretaris laat ons weten dat er in de machinekamer van Financiën gewerkt wordt aan heffing op basis van daadwerkelijk rendement. De uitwerking komt binnenkort naar de Kamer. De PVV kijkt uit naar het voorstel. Maar zelfs als er nu eindelijk een voorstel komt, zijn de problemen niet voorbij. Sterker, de problemen gaan dan waarschijnlijk pas echt beginnen, want er liggen nu meerdere uitspraken, conclusies, waaruit je kunt uitmaken dat de huidige situatie onhoudbaar is. De conclusie is dat de gehele box 3-heffing niet terecht was en niet terecht is.
Voorzitter. Mijn vraag is derhalve: wat gaat de staatssecretaris doen als de adviezen dadelijk door de Hoge Raad worden overgenomen en dat de hele heffing op stelselniveau dan inderdaad in strijd is met het recht op eigendom? Dat brengt ons bij de volgende vraag — dat was ook de vraag van de PVV tijdens het commissiedebat van 30 juli — of burgers die over het afgelopen jaar te veel hebben betaald dan met terugwerkende kracht gecompenseerd gaan worden. De vraag is: moet de Staat alle box 3-heffingen gaan terugbetalen? Over welk bedrag zouden we het dan in totaal hebben? Graag een reactie of daar ook in de machinekamer over nagedacht is.
Dan hebben we nog de opkomst en ondergang van de BIK, de Baangerelateerde Investeringskorting. Dat was het grote voorstel van het Belastingplan van vorig jaar. Als amateurisme ergens een juiste betiteling is, dan is het hier wel. Als deze wet straks wordt ingetrokken, dan heeft de BIK slechts voor acht dagen het licht mogen zien. Om een collega in het wetgevingsoverleg aan te halen: laten we er in ieder geval donderdag bij de stemmingen voor zorgen dat deze BIK keurig begraven wordt. Deze BIK is natuurlijk ook terecht mislukt. Het is een ordinaire VVD-vriendjeswet. De BIK is ook mislukt omdat de wet vorig jaar bij het vorige Belastingplan er onder druk doorheen moest worden gejast. We kregen geen tijd om de wet rustig te lezen en te bespreken. Het moest heel erg snel van de vier coalitiepartijen.
Voorzitter. Dat zie je wel vaker, in het algemeen. Als burgers in de penarie zitten, of het nu burgers in Groningen of de ouders van de toeslagenaffaire betreft, dan duurt het jaren en jaren voordat er een oplossing komt. Dan is alles moeilijk en worden er zware afwegingen tussen zorgvuldigheid en snelheid gemaakt. Dat wordt ons in ieder geval verteld. Er moeten dossiers worden aangelegd, er dienen bewijsstukken overlegd te worden en alles gaat ontzettend langzaam. Maar als er fiscale cadeautjes aan vriendjes kunnen worden uitgedeeld, dan is de wetgeving opeens à la Speedy Gonzales. Dan kan het wel heel snel gaan en is het opeens van het grootste belang dat er hetzelfde jaar nog geld wordt gegeven, want toezegging is toezegging. Dan wel, voorzitter. Dan wel. Maar goed, de wanhopige zoektocht naar een project voor die grote zak met in totaal 4 miljard euro van de BIK is als het goed is nu afgerond. Wat eerst bekend was onder de naam "afschaffing van de dividendbelasting", veranderde naar "verlaging vennootschapsbelasting", en ging vorig jaar "BIK" heten. Er was dan nog wel een kleine, korte afleidingsmanoeuvre richting verlaging van de AWf-premies, maar uiteindelijk werd wat er nog van het BIK-geld over was tijdens de APB ingezet als smeergeld. Het kan verkeren.
Dan belastingontwijking. We hebben het heel lang over dividendstrippen gehad, de CumEx- en de CumCumfiles. Maar we hebben het ook in het algemeen, meneer Van Raan ook, gehad over het geld dat via brievenbusfirma's wordt doorgesluisd. En als ik het goed heb, is er een toezegging geweest over waar dat geld uiteindelijk terechtkomt. Ik hoop dat we die uitwerking binnenkort krijgen en dat we daar dan apart over kunnen debatteren.
Ik wil het in het kader van belastingontwijking vandaag ook graag hebben over accijnzen. Ik heb tijdens het wetgevingsoverleg voorgerekend dat de Staat alleen al 1,23 miljard euro misloopt aan accijnzen en btw op tabak. De staatssecretaris zou komen met een eigen rekensom. Die kreeg ik vrijdag. Hij komt op 525 miljoen. Of nu de cijfers van de tabaksindustrie zelf kloppen of die van het rapen van pakjes of die van de staatssecretaris van vrijdag, het gaat hoe dan ook over enorme bedragen. De PVV vindt het gewoon zonde dat wij de Duitse en Belgische staatskas blijven spekken. Dat geldt niet alleen voor sigaretten, maar ook voor benzine. Nederland heeft inmiddels de hoogste benzineprijs ter wereld, dus het loont om in het buitenland te gaan tanken. Als je dan toch in België of Duitsland bent om te tanken en sigaretten te kopen, dan kun je daar natuurlijk net zo goed je overige belastingen doen. Belastingontwijking in optima forma! De PVV wil graag een onderzoek naar hoeveel belasting Nederland misloopt door weglekeffecten naar het buitenland en naar de financiële gevolgen daarvan voor de Nederlandse grensondernemer. De vraag aan de staatssecretaris is dan ook of hij deze Kamer jaarlijks van relevante cijfers wil voorzien. Ik hoop op een toezegging.
Voorzitter. Natuurlijk staan er niet alleen maar foute voorstellen in dit Belastingplan. Ook de PVV zal voor een aantal onderdelen stemmen. Maar een van de grootste minpunten blijft toch wel dat dit wederom geen Belastingplan voor de gewone man is. Maar de gewone Nederlander betaalt wel alles. Alles wat we hier doen, wordt uiteindelijk betaald door die Nederlander. En die boert al vele jaren achteruit. Alles is duurder geworden en hij kan vaak nog maar net of niet rondkomen. Hoe mooi zou het nou zijn als er eens een Belastingplan was waarin hij een flinke compensatie zou krijgen? Maar ook in 2022 krijgt hij alleen klappen. De koopkrachtverbetering schommelde al rond de 0% en dat was nog voor de bizarre stijging van de energierekening die mensen binnenkort voorgeschoteld krijgen. Gezinnen moeten honderden, soms duizenden, euro's meer gaan betalen. Energie is een primaire levensbehoefte. Waarom moet de overheid dan die primaire levensbehoefte maximaal belasten met een dubbele heffing, energiebelasting en ODE, en ook nog eens afgetopt met het hoge btw-tarief? Het is bijna crimineel, maar op z'n minst schandalig. En de waterpomppatsers hebben daar geen last van. Die leven van subsidie naar subsidie en krijgen alles cadeau, maar Jan met de pet mag betalen. Wat gaat deze regering doen om mensen die stoken op gas te compenseren? Dat kunt u zich misschien niet voorstellen, maar een heleboel mensen stoken gewoon op gas.
Voorzitter, afsluitend. Ik hoop echt dat dit het laatste Belastingplan is van deze staatssecretarissen. Het wordt tijd voor Wilders I.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot het zo ver is gaan we luisteren naar de heer Aartsen van de fractie van de VVD.
De heer Aartsen (VVD):
Meneer de voorzitter. Laat ik beginnen met een persoonlijke noot. Ik vervang vandaag mijn collega Idsinga, die helaas niet bij dit debat aanwezig kan zijn. De heer Mulder zei dat de debatten van de commissie voor Financiën saai en technisch zijn. Ik moet zeggen dat ik dit niet volledig kan ontkennen, na een weekend van alles lezen, maar volgens mij was zijn opmerking wel terecht. Als je gaat lezen over de kindertoeslagaffaire, en afgelopen weekend heb ik bij de voorbereiding alle details weer opnieuw zitten lezen — die ellende, de verhalen, de hele tijdlijn, van voor naar achter — dan lopen de koude rillingen je wel over de rug. Dat wil ik hier wel persoonlijk gezegd hebben. Het blijft lezen alsof het een soort nare thriller is, waarbij je om de paar zinnen, bij iedere bullet, toch weer denkt: ah, had toen die en die maar dit gedaan, of als toen dit en dit was gebeurd, dan hadden we een hele hoop dingen kunnen voorkomen. Dat is een beetje de nare bijsmaak bij wat ik afgelopen weekend heb kunnen lezen, als je weer opnieuw al die details tot je neemt. Het is ook een koud feit dat we die dingen die er toen zijn gebeurd, helaas niet over kunnen doen, hoe graag velen van ons dat ook hadden gewild.
Mevrouw Maatoug (GroenLinks):
Dank dat de collega van de VVD dit zo deelt. Ik moest opeens even denken aan de woorden van de heer Dijkhoff, over dat we misschien wat vaker saaie debatten moesten hebben in dit huis. U refereerde aan de opening van de collega van de PVV. Ik dacht: misschien is het goed om dat ook eens even te zeggen, want die hele toeslagenaffaire, waar we hier allemaal de rillingen over hebben en waar we het vandaag ook over gaan hebben, komt ook doordat wij en het kabinet dat werk met die saaie wetten niet goed gedaan hebben in het verleden. Ik was benieuwd of u daar een reflectie over wilde delen.
De heer Aartsen (VVD):
Ik denk dat collega Maatoug daar zeker ook gelijk in heeft. Nogmaals, als je die tijdlijn zo eens leest, dan is iedere keer weer het gevoel: was er toen maar dit of dat gebeurd. Volgens mij is de kern een stukje zorgvuldigheid. Gisteren hebben we in de procedurevergadering gesproken over de wet van de staatssecretaris. Dan zie je ook weer die balans. Dat was voor mijzelf ook weer een eyeopener over dat dilemma. Aan de ene kant wil je snel goed doen. Volgens mij heeft iedereen die intentie om snel dingen op te lossen of voor elkaar te boksen. En aan de andere kant is zorgvuldigheid juist een van de lessen; politiek saai, technisch gezien. Even twee keer nadenken als het gaat om bepaalde wetten en vooral kijken naar de uitvoerbaarheid in de praktijk. Dat zijn dingen die zeker ook spelen. Ik zal er zo wat meer over zeggen, als het gaat om de uitvoering.
Ik wil hier graag onderstrepen dat we drie dingen kunnen doen; drie prioriteiten. Zorgen dat mensen niet verder in de put zakken of verder in de problemen komen. Zorgen dat mensen snel, fatsoenlijk en goed gecompenseerd worden. En tot slot uiteraard: zorgen dat mensen netjes hun dossier afgehandeld en afgewikkeld krijgen. Volgens mij moeten de dingen ook in die volgorde gebeuren.
Laat ik dan ook maar beginnen bij prioriteit nummer één: voorkomen dat mensen verder wegzakken in die problemen. Met het bevriezen van de publieke en de private schulden is er volgens mij een goede stap gezet, maar het betekent niet dat wij er al zijn. Het zou ook echt wel goed zijn als mensen nu eens geholpen worden en zelfs beschermd zouden worden door de overheid, in plaats van dat ze naar de rechtbank moeten stappen. Die voorbeelden hebben we ook voorbij zien komen.
Gemeenten spelen hier volgens mij ook een belangrijke rol in. Gemeenten staan vaak dicht bij mensen. De aantallen zijn voor de meeste gemeenten goed te behappen. Ze kunnen ook kijken wat er nog meer speelt in het leven van mensen. Echter, we ontvangen wel een aantal geluiden dat dit toch behoorlijk stroef loopt. Laten we dat maar gewoon zeggen. Hier zie je dan ook weer dat het verschil tussen de Haagse tekentafel en de praktijk zich wreekt.
Ik wil graag een aantal knelpunten doorlopen. Ik ben benieuwd naar de reactie van het kabinet daarop. Klopt het bijvoorbeeld dat gemeenten maar één keer contact kunnen opnemen met gedupeerden? Klopt het dat ze in één gesprek het vertrouwen van deze mensen moeten zien te winnen en dat ze daarna niet meer bij machte zijn om contact op te nemen, dat ze moeten wachten totdat iemand zelf contact opneemt? Ik ben benieuwd naar de reactie van het kabinet hierop.
Klopt het dat gegevensuitwisseling tussen de Belastingdienst en de gemeenten door middel van de AVG erg lastig is? Ik ben ook benieuwd welke gegevens wel en welke gegevens niet mogen worden uitgewisseld tussen de Belastingdienst en de gemeenten. Is hierop al een speciale regeling van toepassing? Ik kan me voorstellen dat overheden hierover zeggen: dit is zo uitzonderlijk; laten we dit een beetje goed onderling regelen en mensen er vooral niet mee lastig vallen.
We horen veel frustratie over dat er in de praktijk veel personele wisselingen zijn bij de UHT, dat veel mensen zich keer op keer moeten inlezen op hetzelfde dossier. Dan ontstaat er onnodige vertraging. Hoe staat het met de doorlooptijden van de personele wisselingen bij de UHT? Hoeveel zaakbeheerders zijn er gemiddeld per zaak? Klopt het dat er amper beslissingsbevoegdheid is georganiseerd, bijvoorbeeld wat lager in de organisatie? We horen signalen over een frontoffice en een backoffice, dat de ene alleen maar bevoegd is om contact te hebben en dat de andere alleen maar bevoegd is om beslissingen te nemen. Vervolgens moeten mensen eindeloos wachten terwijl het dossier heen en weer gaat. Is dit de meest praktische manier om mensen snel te helpen?
Voorzitter. Krijgen mensen die formeel zijn aangewezen als gedupeerden inmiddels ook een formele brief ter bevestiging? Of gebeurt dit alleen telefonisch? En een laatste vraag: wat gebeurt er met mensen die €30.000 gestort krijgen, de Catshuisregeling, maar die zelf proactief de schulden afbetalen, die inmiddels al bevroren zijn, uit angst voor schuldeisers? Hoe worden deze mensen geholpen? Alle lof uiteraard voor de individuele medewerkers bij de Belastingdienst en de diensten die hier hard aan werken, maar ik denk dat het ook mijn taak is als volksvertegenwoordiger, onze taak als volksvertegenwoordiger, om door te vragen op dit soort uitvoeringspunten die minder goed lopen.
De tweede en de derde prioriteit die ik noemde, is het snel compenseren van de geleden schade om vervolgens ook de complexe dossiers van mensen af te handelen. Hoe staat het met de snelheid van dit compenseren? Hoe wordt er omgegaan met de nieuwe gevallen die zich iedere week nog steeds melden? Hoe zit het met de samenwerking tussen CWS, UHT en de Belastingdienst? Vooral het tijdig afhandelen kost wat ons betreft nog te veel tijd.
Voorzitter. Dan wil ik een aantal onderdelen van het Belastingplan aansnijden. Ons land staat de komende jaren voor behoorlijk wat grote uitdagingen. We hebben er al vaker over gesproken. Denk aan de nasleep van de coronacrisis en vooral het herstel ervan voor heel veel ondernemers en gezinnen. Denk aan de woningmarkt die op slot zit, mensen die geen woning kunnen vinden of vastzitten waar ze zitten. Denk aan het klimaatprobleem, dat we graag op een verstandige, dus ook op een betaalbare en haalbare manier willen oplossen, zodat we de aarde goed en schoon kunnen doorgeven aan onze kinderen. En uiteraard dit alles in het licht van de groepen die juist ook voor de VVD belangrijk zijn: de middenklasse en het mkb. Het gaat erom dat die in de komende periode ook nog een stapje vooruit kunnen zetten.
De eerlijkheid gebiedt echter wel te zeggen dat deze grote, majeure onderwerpen, deze grote, majeure problemen, een breed plan vergen. Al deze onderwerpen los je niet simpelweg op door middel van één maatregel, door één motie of één amendement. Daarvoor hebben we wat mij betreft echt een breder plan nodig. Dat is, hoe politiek dat misschien ook klinkt, uiteraard wel een coalitieakkoord met nieuw beleid, waarin ook de financiële afwegingen voor de komende jaren worden gemaakt. Iedere euro kun je per slot maar één keer uitgeven. Dit Belastingplan is wat ons betreft echter wel een goede stap vooruit, ondanks de demissionaire status van het kabinet. Het is zeker niet hét masterplan dat alle problemen als sneeuw voor de zon zal laten verdwijnen, maar het is wel een verbetering voor de problemen die ik net noemde. Door constructieve samenwerking met andere partijen is het ook gelukt om bij de Algemene Politieke Beschouwingen met name voor 2022 een stap te zetten op de woningmarkt, en op de energierekening voor het mkb en voor normale gezinnen. Die constructieve samenwerking in het brede midden willen wij dan ook graag doorzetten.
Ik heb wel nog een aantal specifieke vragen over het Belastingplan. Laat ik beginnen met een punt waar wij ons als VVD al vaker druk over hebben gemaakt, en dat is de belasting op spaargeld: de vermogensrendementsheffing in box 3. Door tal van factoren begint dit namelijk toch wel een behoorlijk nare situatie te worden. Spaarders hebben te maken met een spaarrente van 0%. Sterker nog, in sommige gevallen is er sprake van een negatieve spaarrente. De inflatie schiet behoorlijk hard omhoog, waardoor spaargeld simpelweg minder waard wordt. Daar komt de Belastingdienst dan vervolgens ook nog eens met een heffing overheen. Deze mensen worden dus juist zwaarder belast. Laat dat even tot je doordringen. Die mensen worden zwaarder belast, juist omdat ze spaarzaam zijn, omdat ze zeggen: ik wil dat geld dat ik heel mijn leven lang heb gespaard graag als extraatje hebben voor mijn oude dag. Denk ook aan de middenstanders die hun zaak hebben verkocht en dit werkelijk waar alleen als hun pensioen zien, en daar iedere maand een beetje geld moeten afhalen om iedere maand rond te kunnen komen. Deze mensen zitten dus ook niet te wachten op allerlei risicovolle beleggingen of allerlei andere financiële avonturen. Zij willen simpelweg hun zuurverdiende spaarcentjes op hun rekening laten staan. Zij willen vooral niet zien dat het minder wordt, helemaal niet door toedoen van de Belastingdienst. Dat gebeurt op dit moment wel.
We moeten dan wat ons betreft ook daadwerkelijk toe naar een systeem van werkelijk rendement, het belasten van werkelijk rendement op spaargeld. De VVD vindt dit al een tijdje en we zien inmiddels ook gerechtelijke uitspraken die deze richting op wijzen. Kan de staatssecretaris aangeven wanneer we nou op daadwerkelijk rendement gaan heffen voor spaarders? Er is inmiddels een contourennota aangekondigd, die onze kant op gaat komen. Ik ben heel benieuwd wanneer we die nu specifiek kunnen verwachten. En kan de staatssecretaris dan ook al enigszins een beetje een reflectie geven op wat er dan in staat en in welke richting hij dan denkt? Dit is geen nieuw onderwerp. Dit zou geen nieuw thema moeten zijn voor de staatssecretaris. Ik ben heel benieuwd in welke richting hij zit te denken. De staatssecretaris heeft aangegeven dat dit op z'n vroegst in 2025 mogelijk is. Mijn vraag is dan ook bijna: waarom kan dat niet eerder? We spreken hier al lange tijd over. Het is toch niet zo dat we gisteren zijn begonnen met nadenken over dit onderwerp? Tot slot. De heer Mulder zei er ook al iets over, maar hoe denkt de staatssecretaris ermee om te gaan als er een gerechtelijke uitspraak komt waardoor dit ook met terugwerkende kracht moet worden gerepareerd? Welke scenario's liggen er klaar?
Voorzitter. Wij zijn als VVD blij dat het kabinet het mogelijk maakt voor ondernemers om hun medewerkers mede-eigenaar te laten worden van hun bedrijf. Nu wordt dat nog flink belast. Startende techondernemers hebben vaak geen geld voor flinke salarissen, maar kunnen op deze manier toch talent binden aan hun bedrijf. Zo kunnen ze de concurrentiestrijd aangaan met andere start-ups. Het is ook een mooie mogelijkheid voor het mkb om medewerkers aan hun bedrijf te binden, door ze mede-eigenaar en dus ook medeondernemer te maken. Dat is wat ons betreft een mooie ontwikkeling.
Juist daarom vinden wij dat dit wetsvoorstel eigenlijk nog wel een beetje een beperkte stap is, want alleen aandelenopties worden hierin geregeld maar niet zaken als aandelen zelf of de manier waarop we dat hebben geregeld of het werken met certificaten. Is dit voor het kabinet dan ook het eindstation van deze discussie? Of is het een beginstation van deze discussie? Vergeleken met andere landen kunnen mede-eigenaarschap, medeondernemerschap en werknemersparticipatie in Nederland echt nog wel aan kracht winnen.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Het hele idee van het wetsvoorstel is dat er opties uitgegeven worden en dat je die opties niet onmiddellijk kunt uitoefenen. Bij aandelen is dat anders. Op het moment dat een bedrijf aandelen verschaft aan z'n werknemers of bestuurders — de vraag is of dat op dit moment de grootste prioriteit van Nederland moet zijn, maar daarover kun je van mening verschillen — dan heb je het hele probleem niet dat je die de dag erop niet kunt verhandelen. Je kunt die namelijk gewoon verhandelbaar uitgeven. Dit hele wetsvoorstel is juist bedoeld voor kleine bedrijven die alleen maar opties kunnen uitgeven, omdat ze nog geen kapitaal hebben. Stelt de VVD hier nu voor om een nieuwe belastingfaciliteit in te voeren om CEO's van grote bedrijven goedkoop aandelen te kunnen geven?
De heer Aartsen (VVD):
Nee, ik schetste net een andere denkrichting. Daarom benoem ik ook specifiek het punt van medeondernemerschap en mede-eigenaarschap. Het betreft ideeën die er spelen rondom bijvoorbeeld mkb-bedrijven. Men zegt: "Ik heb een productiebedrijf. Daarin heb ik twee goede meewerkend voormannen werken. Financieel is het lastig om dat goed te regelen. Wij zouden deze mensen graag willen betrekken bij het wel en wee van het bedrijf, dus we zouden deze mensen graag mede-eigenaar en medeondernemer willen laten worden van het bedrijf." Daar zijn prachtige ideeën voor als het gaat om participaties in een bedrijf, zonder dat dat automatisch betekent dat iemand daadwerkelijk aan de knoppen zit. Het gaat dus om de binding met het mooie mkb-bedrijf. Daar zijn een paar prachtige voorbeelden van in onder andere Limburg en Brabant; daarover heb ik gesproken met mensen daar. Zij zeggen dat ze dat graag kleinschalig zouden willen, om met name een goede binding tussen bedrijf en werkgever enerzijds en werknemers anderzijds te hebben. Dan hebben we het niet over enorme bedragen, maar zij zeggen nu: dat wordt een beetje ingewikkeld, want dan moet ik naar een notaris of dan moet ik een stichting oprichten en dan zit je met bepaalde entries en exits en dat soort zaken. Je ziet nu dus eigenlijk, juist zoals de heer Omtzigt zegt, dat hele grote bedrijven het zich kunnen veroorloven om dat soort pakketten aan te bieden, terwijl juist het kleine middenbedrijf zegt: ik zou het heel graag willen, maar het is zo complex en duur in Nederland. Wat dat betreft zijn er nog mooie voorbeelden te vinden in Australië, Amerika of Groot-Brittannië. Daar hebben ze echt wel hele mooie voorbeelden van hoe je wat meer betrokkenheid kunt krijgen van werknemers binnen je bedrijf.
De voorzitter:
Helder.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
De voorzitter zegt "helder", maar het is mij nog niet helemaal helder. Dat ligt vast aan mij, voorzitter. Wat stelt de VVD hier voor? Op dit moment kun je iemand €100 extra salaris uitbetalen. Valt hij in de hoogste salarisschrijf — want daar zul je het toch net over hebben — dan betaalt hij daar €50 belasting over. Dat is Nederland. Als de ondernemer aan zijn hoge middenmanagement — want daar hebben we het dan vaak over, hè; dit gaan we niet bij postbezorgers doen; dat weten we ook wel weer — dan liever aandelen wil geven, wat stelt de VVD dan voor? Dat daar geen of minder belasting over betaald wordt? Of zit daar een soort administratief probleem? Welk probleem zijn we nu aan het oplossen? Dat is even mijn vraag.
De heer Aartsen (VVD):
Het wetsvoorstel dat hier vandaag voorligt, richt zich specifiek op kleine techstartbedrijven. Die hebben aangegeven dat ze het fijn vinden om het op die manier te doen, zodat zij de strijd kunnen aangaan met internationale start-ups. Die roep is er al vaker geweest. Als mkb-woordvoerder heb ik me ook regelmatig verdiept in de discussie over die participaties. Het zijn dus, in tegenstelling tot wat de heer Omtzigt zegt, middenbedrijven. Dan heb ik het over productiebedrijven met 50, 60, 70 man in dienst die zeggen: ik zou graag wat meer binding willen tussen mijn werknemers en mijn bedrijf, zonder dat we die werknemers gelijk aan het stuur zetten en op de directeursstoel neerzetten. Zij willen gewoon een stukje binding tussen het bedrijf en de werknemers. Daar zijn allerlei ideeën voor, ook internationaal, op het gebied van werknemersparticipatie, mede-eigenaarschap, mede-ondernemerschap. Je ziet dat wij daar in Nederland vrij beperkte faciliteiten voor hebben, omdat de fiscaliteit in box 1 wordt gezet; dat is een probleem waar we ook over spreken. Dan moet je dus een waardebepaling laten uitvoeren voor die mkb-bedrijven en noem maar op. Mijn vraag aan het kabinet — dat zal hier ook mijn oproep zijn — is: is het dossier hiermee nou gesloten of ga je kijken hoe dit in de praktijk uitpakt? Zijn er nog meer vragen van mkb-bedrijven in de samenleving? Zijn er dingen die zij ook interessant vinden, maar waarbij zij tegen bepaalde punten aanlopen waarover zij verder zouden willen praten? Ik denk dat het verstandig is, in het kader van mede-ondernemerschap en mede-eigenaarschap, dat we daarnaar kijken.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Dit is het Belastingplan. Het Belastingplan is heel precies. Belastingheffing is heel precies en dat is soms heel naar. Dat was ook het eerste gedeelte van wat de heer Aartsen hier te berde bracht: hoe naar het uitpakt voor de toeslagen. Eén zinnetje verkeerd in de belastingwetgeving of de uitvoering en dan hebben we met z'n allen een groot probleem. Voor het algemene idee dat we werknemers bij het bedrijf zouden willen betrekken, bestaan allerlei regelingen. Je kunt bijvoorbeeld winstdelingsregelingen of eindejaarsuitkeringen doen, op basis van wat voor bedrijf het is. Sommige bedrijven doen dat ook. Ik vraag mij af: wat wordt hier nou voorgesteld? Na tien minuten ben ik daar met de beste wil van de wereld nog niet achter. Dat is dus mijn vraag. Moeten ze gratis of goedkopere aandelen kunnen krijgen? Ze krijgen toch de meerderheid niet, dus ze gaan niet op die directeursstoel zitten. De directeur is echt niet zo gek dat hij 51% wegschenkt; hij houdt die 51% echt wel lekker bij zichzelf of zorgt voor aandelen met verschillende stemrechten. Er is van alles mogelijk. Dat is helemaal niet lastig. De vraag is: welke fiscale faciliteit stelt de VVD hier voor?
De heer Aartsen (VVD):
Ik stel geen fiscaliteit voor op dit moment. Ik stel een vraag aan het kabinet over deze brede discussie, juist in het kader van de zorgvuldigheid, waar we het net over hadden. Ik sta hier geen initiatiefwet te verdedigen. Ik zeg alleen: we slaan nu deze weg in met dit wetsvoorstel, terwijl daar breder in de samenleving ideeën over zijn. Ik noemde net voorbeelden van mkb'ers die zeggen: ik zou mijn medewerkers graag wat meer willen betrekken bij het ondernemerschap, het eigenaarschap, van mijn bedrijf, maar ik loop tegen bestaande faciliteiten aan. Mijn oproep of mijn vraag aan het kabinet zou dus zijn om daar ook eens naar te kijken. Ziet u dit wetsvoorstel als: strik eromheen en het is daarmee klaar? Of leggen we ons oor te luisteren in de samenleving, bij de mkb'ers die deze wens uitspreken? We zouden dat graag willen doen. Ik heb daar tal van ideeën over, maar het is exact wat de heer Omtzigt zegt: juist omdat het zo specifiek moet, ligt hier nu geen concreet uitgewerkt voorstel van de VVD.
De heer Alkaya (SP):
Die wet heeft de Socialistische Partij wel, en we gaan het zeker ook met elkaar hebben over het bevorderen van mede-eigenaarschap. Dat moet je natuurlijk collectief doen, want als je dat individueel toestaat, krijg je allemaal kleine kapitalistjes. Dan krijg je de boardrooms en de managers die wel profiteren. Het is precies zoals de heer Omtzigt zei: niet de postbezorger, niet de klantenservicemedewerker, niet de schoonmaker; die profiteren dan niet mee. Als je mede-eigenaarschap wilt stimuleren, moet je dat dus collectief regelen. Daar gaan we het zeker over hebben.
Mijn vraag gaat heel specifiek over wat er vandaag wél voorligt: het uitstellen van het moment van belastingheffing als het gaat om aandelenoptierechten. Het kabinet heeft ervoor gekozen om dat voor alle bedrijven te laten gelden. Ik hoor de heer Aartsen hier ook een aantal keren zeggen: we doen het om die kleine ondernemers te helpen, die startende techbedrijven. Daar zijn we het met elkaar over eens, maar is hij het dan ook met de SP-fractie eens dat we de wet moeten beperken tot die kleine bedrijven? Want dat is op dit moment helemaal niet zo.
De heer Aartsen (VVD):
Gezien de discussie van net kan ik het toch niet weerstaan om te reageren op het begin van de interruptie van de heer Alkaya. Het is inderdaad een interessant wetsvoorstel, dat we waarschijnlijk nog gaan bespreken. Het is alleen wel jammer dat het nog de kapitalistische lagen tussen werkgever en werknemer overeind houdt in die winstdelingssituatie. Het zou mooi zijn om mensen juist onderdeel te laten zijn van zo'n bedrijf: mede-eigenaarschap. Dat is ook het idee achter die situatie die ik net schetste.
Dan even de vraag van de heer Alkaya over de personen. Nee, wat dat betreft niet, want dan ga je weer een beperking opleggen als het gaat om werknemers. Dan gaan we ons denk ik weer te veel bemoeien met hoe een bedrijf is ingericht. Ik denk dat er ook situaties zijn waarin je er misschien qua fte overheen zit. Dan maak je het onnodig complex. Ik zou het dus graag even hierbij willen laten, maar ik ben zeker ook geïnteresseerd … Nogmaals, als mkb-woordvoerder heb ik wel bijzondere interesse in dit onderwerp. Het lijkt me dus goed om daar nog eens over door te spreken, want ik denk dat er zeker interessante situaties zijn die wij in Nederland nog beter kunnen maken. Nogmaals, er zijn ook internationale voorbeelden waarvan wij kunnen leren.
De heer Alkaya (SP):
De hele argumentatie van de VVD begon met de kleine bedrijfjes, die snelgroeiende bedrijfjes, die techstart-ups die we moeten helpen. De wet die voorligt is helemaal niet gericht op specifiek die groep bedrijven, maar op alle bedrijven. Je hebt ook grote bedrijven die nog niet beursgenoteerd zijn en die hiervan gaan profiteren. Er wordt nu veel gesproken over Coolblue, maar ook toen Adyen naar de beurs ging, een bedrijf waar we met z'n allen trots op zijn, was het al een groot bedrijf. Geef het dan gewoon eerlijk toe en zeg dan als VVD-fractie: het gaat niet om die kleine startende bedrijfjes, het gaat ook om de grote bedrijven. Die krijgen nu dus ook een mogelijkheid om belastingheffing uit te stellen. Geef dat dan gewoon eerlijk toe. Het gaat helemaal niet om die kleine bedrijfjes.
De heer Aartsen (VVD):
Ik ga niet mee in die vooringenomenheid van mijn collega Alkaya, sorry. Het spijt me.
De heer Alkaya (SP):
Als dat echt zo is, verwacht ik ook dat de VVD voor ons amendement stemt om deze wet specifiek te richten op die kleine bedrijven. We zijn er met z'n allen voor om die meer mogelijkheden te bieden, maar dat doet de wet op dit moment niet.
De heer Aartsen (VVD):
Nee. De heer Alkaya zegt alleen maar dat de definitie "klein" op het aantal fte zit, maar er zit natuurlijk nog een differentiatie in als het gaat om omzet, fte et cetera. Dat zegt natuurlijk niks over groot, klein of wat dan ook. Laten we het niet onnodig complex maken, zou ik in dezen tegen de heer Alkaya zeggen.
De heer Stoffer (SGP):
Een vraag over hetzelfde onderwerp, maar wel een ietwat ander thema. De Wet aandelenoptierechten dient op zich een goed doel: binding van mensen, een stukje mede-eigenaarschap; prachtig. Aan de andere kant hebben we in deze Kamer de laatste tijd niet voor niets heel veel aandacht voor de uitvoerbaarheid van wetten. We zien dat daar best kritiek op is als we naar deze wet kijken, niet alleen vanuit de samenleving maar vooral ook vanuit bijvoorbeeld de Raad van State. Hoe kijkt de VVD, hoe kijkt de heer Aartsen aan tegen die uitvoerbaarheid? Heeft hij daar ook enige zorg over? Legt hij bijvoorbeeld de vraag bij het kabinet neer om daar nadrukkelijk naar te kijken? Ik denk dat we het eens zijn over het doel, maar die zorg zit bij ons heel sterk. De vraag is: delen we die zorg?
De heer Aartsen (VVD):
Deels denk ik wel. Daarom stel ik ook de vraag: is dit nou het eindstation, of is dit het beginstation van deze discussie? Volgens mij is dat een terechte vraag, die wij met elkaar moeten bespreken. Zegt het kabinet nu: "Dit is het en zoek het voor de rest maar uit"? Of zeggen we: "Nee, we gaan hier continu mee aan de gang"? In die faciliteit zit volgens mij deze continue balans: aan de ene kant wil je het denk ik eenvoudig maken voor mensen om er gebruik van te maken, maar aan de andere kant moet het wel uitvoerbaar zijn en niet onnodig complex, zoals ik net al in een interruptie zei.
De heer Stoffer (SGP):
In het antwoord op de vragen van de heer Omtzigt komt er vanuit de VVD niet zoiets van: dit is het, enzovoorts. Het blijft eigenlijk redelijk open. het is ook iets wat nadrukkelijk bij de Belastingdienst terechtkomt, waar wij toch al wat te verstouwen en op te lossen hebben de komende tijd. Daar ligt voor mij nadrukkelijk een zorg. Heeft de VVD niet zoiets van: nu beginnen en dan maar eens verder kijken? Moet je het niet eerst heel scherp hebben en bezien of het echt goed verankerd en goed uitvoerbaar is, in plaats van dat we een extra probleem stapelen bij een organisatie waarbij je dat vooral niet zou moeten willen volgens ons?
De heer Aartsen (VVD):
Ik probeerde net ook al uit te leggen in de beantwoording van de vraag van collega Omtzigt dat wij niet nu een plan hebben dat tot drie cijfers achter de komma is uitgewerkt. Ik denk dat het verstandig is om dit nu te doen, maar wij zien dit nadrukkelijk als eerste stap. Daarna moeten we gewoon kijken hoe dit in de praktijk uitpakt. Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen? Hoe wordt er gebruik van gemaakt? Nogmaals, het onderwerp medeondernemerschap en mede-eigenaarschap heeft de warme belangstelling van mij als mkb-woordvoerder. Ik weet daardoor ook hoe verschrikkelijk complex het is om het in goede fiscale wetgeving te vatten. Daarom denk ik dat het goed is om het kabinet uit te dagen om daarop met voorstellen te komen, of in ieder geval om erover na te denken.
Mevrouw Maatoug (GroenLinks):
Ik snap het niet. We zijn nu die saaie wet aan het behandelen. We hebben hier een wet die nu voor ons ligt. We stellen weer vragen en we hebben twee WGO's gehad. Bij die wet zit een uitvoeringstoets met rode vlaggetjes. Het oordeel over die eerste stap is: die kunnen we nu niet goed doen. De vraag aan de collega van de VVD, via u, voorzitter, is: dan zouden we toch moeten wachten met het zetten van de eerste stap, gezien de nauwkeurigheid? We moeten de discussie toch breder voeren en niet een verkeerde eerste stap zetten, als de uitvoering tegen ons zegt: wij kunnen dat niet?
De heer Aartsen (VVD):
De vragen over de uitvoering verwijs ik graag door naar het kabinet. Maar nogmaals, daar is mijn vraag ook voor bedoeld. Is dit nou een beginstart of een eindstation? Als dit een eindstation is, vind ik het lastig. Ik denk dat het verstandig is om hiermee te beginnen en vervolgens te kijken hoe zich dit ontwikkelt. Wordt er gebruik van gemaakt of niet? Op welke manier wordt er gebruik van gemaakt? Dan ontwikkelt zich die discussie. Misschien is het mijn nieuwigheid hier als vervanger: ik probeerde een technisch onderdeel van deze wet te koppelen aan een interessant discussiepunt. Ik zie de heer Nijboer nee schudden, om aan te geven dat ik dat in de toekomst niet meer moet doen: mijn persoonlijke interesses en de maatschappelijke ontwikkelingen, die misschien nog niet in drie cijfers achter de komma te vatten zijn, inbrengen in het Belastingplan. Dan is dat volgens mij een wijs leerpunt vandaag; om dat niet meer te doen.
De voorzitter:
Het eerste winstmoment is binnen.
De heer Aartsen (VVD):
Precies.
Mevrouw Maatoug (GroenLinks):
Ik ben ook een invaller, voorzitter, dus ik ben me ook aan het verbazen over dit Belastingplan. De vraag aan het kabinet hebben we gesteld. Ik heb oprecht de volgende vraag aan de VVD-fractie. Wij krijgen die uitvoeringstoetsen om ze ook te wegen. Die informatie gezien hebbende, de rode vlaggen gezien hebbende, het aantal fte's en de rest van de opgave bij de Belastingdienst gezien hebbende, is het dan niet verstandig om te concluderen: dit moeten we nu zo niet doen?
De heer Aartsen (VVD):
Dan verwijs ik nog steeds terug naar de vragen die ik ook aan het kabinet stel. Als dit een beginpunt is, denk ik dat het een goede eerste stap is. Maar nogmaals, ik denk dat we hiervan moeten leren en dat we moeten kijken hoe vaak er gebruik van wordt gemaakt en wat de situatie is. Dan denk ik dat ik zeker graag nog eens met enkele collega's over mijn passie voor medeondernemerschap en mede-eigenaarschap aan de gang ga, maar dat zal ik niet meer hier in het debat doen.
De voorzitter:
Ik wijs de heer Aartsen erop dat hij tien minuten spreektijd had aangevraagd en nu op tien minuten en negen seconden staat.
De heer Aartsen (VVD):
Ja, ja, poeh, poeh.
De voorzitter:
De rest kan schriftelijk, zeg ik dan.
De heer Aartsen (VVD):
Ja, precies, hè, dat is dan de truc denk ik. Dan denk ik dat ik dat maar ga doen. Ik ga nog wel een vraag stellen, voorzitter, als dat mag. Ik ga twee dingen doen. Aangezien mevrouw Ollongren hier ook zit, ga ik een vraag stellen over de prestatieafspraken. Wij hebben gezegd: de verhuurderheffing wordt nu verlaagd. Dat staat in de motie-Hermans. Volgens mij wil iedereen dat dat geld daadwerkelijk wordt ingezet voor het bouwen van extra woningen. In de schriftelijke beantwoording zegt mevrouw Ollongren, excuus, de minister: moeilijk, moeilijk, lastig, lastig. Ik verwoord het maar even zoals ik het zelf zou zeggen. Dat zouden wij als VVD net iets te simpel vinden. Ik denk dat wij echt moeten zeggen: jongens, kom op, even wat meer landelijke sturing daarop. We kunnen gewoon afspraken maken met corporaties. Er kunnen convenanten worden afgesloten. Er kunnen overleggen zijn geweest. Ik denk dat het echt belangrijk is om dat te doen.
Voorzitter. Dan een laatste opmerking. Ik had u daar al voor gewaarschuwd. Wij wensen het amendement op stuk nr. 6 (35931) in te trekken. Alleen, dat kan enkel mijn collega Idsinga doen, zo begrepen wij van Bureau Wetgeving.
De voorzitter:
Ja, want hij is de eerste indiener.
De heer Aartsen (VVD):
Exact. Ik wilde dat even vermelden.
De voorzitter:
Omdat u het nu gezegd heeft, denk ik dat het juridisch goed zou moeten zitten, maar laten we een slag om de arm houden.
De heer Aartsen (VVD):
Het leek mij gezien de wetsgeschiedenis wel belangrijk om dit hier te melden. Dan gaan we daarna kijken hoe we het technisch gaan organiseren.
De voorzitter:
Heel belangrijk. Het is goed dat u het zegt, want anders zouden we erover gaan stemmen.
De heer Aartsen (VVD):
Precies.
De heer Nijboer (PvdA):
Nou, dan is dat geregeld. Ik heb nog een politieke vraag aan de VVD. Vorig jaar bleek dat het in de Eerste Kamer best wel moeilijk was om de woonbegroting voor elkaar te krijgen. Toen hebben de coalitie en het kabinet met de PvdA en GroenLinks een akkoord gesloten. We hebben volgende week de woonbegroting. Is met de VVD te spreken over de dekking van de ideeën die wij hebben? Denk aan het doortrekken van het Volkshuisvestingsfonds om leefbaarheid van steden en dorpen te vergroten en aan het verlagen van de verhuurderheffing, dat vandaag wel wordt geregeld en waar donderdag over wordt gestemd. Of is dit gewoon: we gaan over rechts met Van Haga en trawanten en u ziet het wel?
De heer Aartsen (VVD):
Ik benoemde net al dat het goed is dat er in ieder geval uit het brede politieke midden een pakket is gekomen tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen. Ik weet niet in hoeverre de heer Nijboer het prettig vindt om dat pakket wel of niet in de toekomst te doen. Daar daag ik hem dan ook maar op uit. Het is toch ook een beetje naar elkaar toe bewegen, zou ik willen zeggen. Maar als het gaat om de woonbegroting, wil ik echt even verwijzen naar mijn collega die de woonbegroting doet. Ik neem hier vandaag al het belastingpakket over. Als ik hier ook nog de woonbegroting ga doen, dan wordt er wel heel veel van mijn parate kennis gevraagd.
De heer Nijboer (PvdA):
De verhuurderheffing is een van onze belangrijke stenen des aanstoots. Daar wordt inderdaad wat aan gedaan, maar ik zeg het maar klip-en-klaar: de PvdA — dat geldt ook voor GroenLinks, want die heeft dat ook al eerder gezegd — stemt niet voor de woonbegroting als die niet wordt aangepast. We stemmen donderdag over het Belastingplan, waar vaak dekkingsmogelijkheden in zitten. Dat is vorig jaar ook gebeurd met het meer belasten van beleggers met 8%. Daar zijn ook onze wensen uit gefinancierd. Als wij donderdag stemmen en de VVD zegt dat het wel gedekt moet worden en dat niet meer kan nadat er is gestemd omdat wij maandag de woonbegroting behandelen, dan hebben wij wel een groot probleem. Dan hebben in ieder geval huurders een groot probleem, want dan moet u over rechts. Dan krijgt u van de PvdA in ieder geval geen meerderheid. In die zin vind ik het wel een relevante vraag in dit debat. We hebben het over alle inkomsten, dus ook over de dekkingsmogelijkheden. Ik heb bijvoorbeeld ook een mooi amendement in de aanbieding. Dat gaat over de prinsbernhardbelasting. Dat is een mooie dekking. Als u daarvoor stemt, ben ik ook wat beter gezind. Daaruit kunnen mooie dingen worden gefinancierd. Maar daar gaat het wel over vandaag.
De heer Aartsen (VVD):
Volgens mij wordt de verhuurderheffing aangepast, mede naar aanleiding van de motie-Hermans. Dan zou ik ook de vraag aan de heer Nijboer willen stellen …
De voorzitter:
Nee, nee, geen vragen stellen.
De heer Aartsen (VVD):
Dan wil ik toch de retorische vraag stellen hoe hij de definitie van "compromis" ziet.
De heer Nijboer (PvdA):
Tot slot. Ik ben glashelder. Wij hebben weleens tegen het Belastingplan gestemd. Wij zullen de wet wel afzonderlijk beoordelen, maar wij gaan niet tegen de verhoging van de winstbelasting stemmen die er nu in zit voor het zorgpakket. Maar de woonbegroting, zoals die er nu ligt, de begroting van Binnenlandse Zaken, vinden wij onvoldoende doen aan de woningnood die er nu is. Daar moeten zaken aan veranderd worden. Anders stemmen wij tegen, want wij vinden het nu onvoldoende. De VVD vindt dat het blijkbaar allemaal wel goed gaat, dat de wooncrisis niet zo erg is en dat het die huurders allemaal wel goed gaat. Dat kan, maar dan moet die elders meerderheden zoeken.
De heer Aartsen (VVD):
Volgens mij is de verhuurderheffing aangepast. Ik hoop dat de definitie van de heer Nijboer in het kader van compromissen is dat je ergens in het midden uitkomt en niet alleen maar uitkomt op het punt dat je zelf heel graag wilt.
Mevrouw Beckerman (SP):
De wooncrisis wordt alleen maar groter. Het kabinet geeft in de beantwoording in eerste termijn over het Belastingplan ook toe dat het afschaffen van de verhuurderheffing eigenlijk noodzakelijk is., maar ik denk dat ik de VVD daar niet van kan overtuigen. Het was wel interessant wat de VVD net zei over dat zo'n compromis ontzettend mooi is. Maar de VVD is er waarschijnlijk ook van op de hoogte dat door de stijgende WOZ-waarde sinds de algemene beschouwingen de verhuurderheffing alweer aan het stijgen is. Zou de VVD in ieder geval bereid zijn om dat compromis te handhaven, dus te zorgen dat de WOZ-waarde er niet voor zorgt dat de verhuurderheffing weer stijgt?
De heer Aartsen (VVD):
Dat vind ik een lastige, omdat er altijd dingen veranderen in de wereld. We hebben volgens mij een mooie tegemoetkoming gedaan met de energiebelasting, maar ook daar gaan dingen omhoog en gaan dingen omlaag. Ik vind het echt lastig om daar dan continu op te reageren. Volgens mij is er een politiek akkoord gesloten. Daar zitten een aantal compromissen in van tal van verschillende partijen. Daar zit ook de verlaging van de verhuurderheffing in. Het is voor u inderdaad geen geheim dat de VVD daar geen voorstander van is. Je maakt afspraken met elkaar; laten we ons daar dan ook aan houden. Ik daag ook andere partijen uit om zich bij die afspraken aan te sluiten en compromissen te sluiten.
Mevrouw Beckerman (SP):
Die uitdaging gaat de SP natuurlijk niet aan. Wij staan hier pal voor die huurders, die al 12,5 miljard aan verhuurderheffing hebben betaald. Dat heeft ervoor gezorgd dat er veel te weinig woningen zijn gebouwd, dat de huren zijn gestegen, dat de kwaliteit van woningen achterblijft. Dus nee, dat lijkt me een vrij tragische uitdaging. Maar dingen gaan omhoog, dingen gaan omlaag? Wat zijn we hier dan aan het doen, als er geen enkele ruimte meer is bij de collega van de VVD om ook nog maar iets aan te passen in het Belastingplan? Wij bepalen toch wat er omhoog en wat er omlaag gaat, toch niet "dingen in de wereld"?
De heer Aartsen (VVD):
Nee. Alleen, we hebben met elkaar — althans, we, het politieke midden — een afspraak gemaakt over de verlaging van de verhuurderheffing. Die wordt in dit wetsvoorstel verlaagd. Er worden een aantal andere dingen gedaan, ook als het gaat om defensie, om veiligheid, leraren, et cetera. Dat is natuurlijk ook wel weer politiek in de zin van kiezen in schaarste. Het spitst zich niet alleen toe op één maatregel.
De voorzitter:
Mevrouw Maatoug nog en dan gaan we naar de volgende spreker.
Mevrouw Maatoug (GroenLinks):
Ik ben nieuw in de politiek en ik ken de definitie van "compromis" nog niet zo goed. Maar de laatste keer dat ik het opzocht in het woordenboek en ook als ik naar de politieke verhoudingen kijk, staat u eigenlijk alleen, zeg ik tegen de collega van de VVD. De hele Kamer zegt dat dit een ontzettend slechte maatregel is, maar uw fractie houdt het tegen. Waarom bent u dan niet bereid tot een compromis, vraag ik met alle respect via u, voorzitter.
De heer Aartsen (VVD):
Volgens mij stemmen we dinsdag over een voorstel over de verlaging van de verhuurderheffing. Dat is volgens mij een compromis. Dat kun je niet ontkennen.
De voorzitter:
Prima. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Beckerman namens de fractie van de SP.
Mevrouw Beckerman (SP):
12 miljard, 649 miljoen, 581 duizend en 965 euro. Dat is wat er door huurders tot nu toe aan verhuurderheffing is betaald, ruim 12,5 miljard. Het is zo'n groot bedrag dat het bijna abstract wordt. Maar het is heel concreet voor de mensen die het betalen, de mensen die het raakt. Het betekent dat tienduizenden nieuwe sociale huurwoningen niet gebouwd zijn, dat wachtlijsten van langer dan tien jaar niet meer ongebruikelijk zijn. Het betekent hogere huren, mensen die hun huur niet meer kunnen betalen, die elke maand over elk dubbeltje moeten nadenken. En het betekent een slechtere kwaliteit van woningen. Het betekent mensen die nu nog in een doorwaaiwoning zitten en de kachel niet aan durven doen vanwege de hoge gasprijzen. Ruim 12,5 miljard weghalen bij sociale huurders is asociaal, het heeft enorm veel ellende veroorzaakt, het heeft de wooncrisis vergroot en het moet stoppen. Dat voorstel dienen wij daarom dan ook opnieuw in.
Maar ondanks dat het de wooncrisis vergroot, gaat de VVD flink door. Dit had natuurlijk het debat moeten zijn waarbij we zouden spreken over een voorstel om de verhuurderheffing af te schaffen. Immers, in de Grondwet staat dat voldoende woongelegenheid onderwerp van zorg van de overheid is. En er is ook al heel lang een grote meerderheid in de Tweede Kamer voor afschaffing van die verhuurdersheffing. Alleen de VVD en, vooruit, de SGP, zijn nog voorstander van de heffing. We hadden moeten spreken over afschaffing omdat het bizar is om je te midden van de grootste woningnood sinds de Tweede Wereldoorlog, te verschuilen achter een formatie met precies dezelfde partijen die het vorige kabinet vormden. We moeten spreken over afschaffing omdat we kostbare tijd verspillen die we ook nodig hebben om andere belastingmaatregelen tegen de wooncrisis te nemen.
Tijdens de Algemene Beschouwingen werd met trots een verlaging van de verhuurderheffing gepresenteerd. Een verlaging is niet genoeg, maar die verlaging wordt nu alweer minder. De WOZ-waarde stijgt, waardoor corporaties juist weer meer verhuurderheffing moeten betalen. In de schriftelijke beantwoording zagen we een verdediging van het kabinet die echt werkelijk onnavolgbaar is. Aan de ene kant staat op pagina 42 dat het maximeren van de verhuurderheffing op het afgesproken bedrag het kabinet geld kost. Dat is bizar, omdat de hoge verhuurderheffing helemaal niet geraamd is. Aan de andere kant staat op pagina 45 van de beantwoording — ik zeg het er maar bij, want dan kunt u het nazoeken — dat de hogere verhuurderheffing goed zou zijn voor de corporaties. Dit is al helemáál absurd. In die beantwoording zien we ook nog een soort gegoochel met jaartallen. Op de ene pagina is de heffing in 2030 weer op het niveau van afgelopen jaar, maar op de andere pagina is dat al in 2025 zo. En tegelijkertijd geeft het kabinet toch ook wel eerlijk toe dat dit corporaties verder in problemen brengt. Zelfs als de hele verlaging wordt ingezet, kunnen er niet voldoende woningen worden gebouwd. Die beantwoording: wat is het nou? Waarom deze onnavolgbare antwoorden op een serieus, zo u wilt technisch debat? Waarom niet toegeven dat het gewoon een heel slecht idee was om die verhuurderheffing weer op te laten lopen? Waarom, vraag ik mijn collega's in de Kamer, laat een meerderheid zich gijzelen door een VVD-minderheid? Waarom is dat belangrijker dan het aanpakken van de wooncrisis?
In de beantwoording zien we dat er ook nog steeds geen echte oplossing is voor die andere belastingen die huurders betalen, namelijk de winstbelasting en de belasting voor belastingontwijkende multinationals. En als huurders íets niet zijn, dan is het dat wel.
Tot slot wil ik het hebben over de betaalbaarheid. De verhuurderheffing werd ingevoerd in de economische crisis. Huurders betaalden de vorige crisis en ze betalen die nog steeds. Maar huurders dreigen nu ook de volgende crisis weer te moeten betalen, namelijk de energiecrisis en de oplopende inflatie. Na een lange strijd zijn nu tot juli de huren in de sociale huursector bevroren. En in de vrije sector zijn de huurstijgingen gemaximeerd op inflatie plus 1%. Maar de huren dreigen vanaf juli hard te gaan stijgen door die oplopende inflatie. En de wet voor een eenmalige huurverlaging, die vorig jaar bij het plan zat, loopt af. Ondertussen zitten veel huurders door de hoge energieprijzen nu al in de problemen. Wat gaat het kabinet doen? Gaat het de huren verlagen? Of gaat het op z'n minst de huurbevriezing verlengen, voor zowel corporaties als voor commerciële verhuurders? Gaat het kabinet de wet voor een eenmalige huurverlaging verlengen? Gaat het het drempelbedrag in de huurtoeslag verlagen, zodat huurders met heel lage inkomens niet in de problemen komen? Gaat het kabinet de huurtoeslag ook toegankelijk maken voor huren boven de liberalisatiegrens? Want juist huurders met een laag inkomen maar hoge huren hebben dit extra hard nodig. Het zijn zomaar wat voorstellen waarmee we écht een begin aan het einde van die wooncrisis kunnen maken. De vraag is: laten we ons gijzelen door het smaldeel van de VVD, of nemen we echte maatregelen?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Alkaya, van dezelfde fractie.
De heer Alkaya (SP):
Voorzitter. Toen medio september, rond de Algemene Politieke Beschouwingen, de formatie even helemaal vastzat, werd eventjes duidelijk hoe de meerderheid in Nederland, en ook de meerderheid in deze Kamer, echt denkt over de samenleving. Even was dus niet het allerbelangrijkste hoe de grootste partij van ons land tegen de samenleving aankijkt, maar hoe de meerderheid van de partijen dat doet. En dus ging er een klein stukje van die verhuurderheffing af, zodat sociale huurwoningen hopelijk ietsje toegankelijker, betaalbaarder en duurzamer kunnen worden gemaakt. Maar dus ging ook de winstbelasting voor multinationals weer iets omhoog, nadat die al decennialang aan het dalen was. Dus kregen zorgverleners ook een dikverdiende loonsverhoging, waar de SP al een hele lange tijd voor strijdt.
Dat waren slechts de eerste maar veelbelovende stappen. Daar is het helaas bij gebleven, want de oude coalitie wil met elkaar door. Daarom is het echte debat weer verschoven van de plenaire zaal van ons parlement naar de formatietafel. En wat duurt het daar lang aan die formatietafel. Om ondertussen stilstand te voorkomen heeft de SP, misschien tegen beter weten in, meerdere amendementen ingediend, gebaseerd op de alternatieve keuzes die wij hebben gepresenteerd op Prinsjesdag. Wij stellen bijvoorbeeld voor om de winstbelasting voor de grootste bedrijven verder te verhogen, want ik wil nog even in herinnering roepen dat die 48% was begin jaren tachtig. Nu stijgt die naar 25,8%. Met het geld dat wij ophalen, kunnen wij de lonen verder verhogen, bijvoorbeeld in de zorg of in het onderwijs, maar daardoor kan ook de verhuurderheffing geheel verdwijnen en de winstbelasting voor woningbouwverenigingen en -stichtingen van tafel.
Als alle partijen in deze Kamer straks zullen stemmen volgens hun verkiezingsprogramma's, volgens hun beloften, dan kan ons land er wellicht flink op vooruitgaan, dankzij de amendementen die zijn ingediend door de verschillende partijen, onder andere de SP. Maar als zij dat niet doen, dan dreigen miljoenen mensen in 2022 erop achteruit te gaan, terwijl de economie op papier weer flink zal groeien. Dat is fantoomgroei. Dat is onrechtvaardig en ook onnodig. Dat kunnen wij vermijden met z'n allen, maar ik vrees dat de coalitiepartijen achter dit dubbel demissionaire kabinet toch tegen alles zullen stemmen, omdat zij samen met de VVD in het zadel willen blijven. Daarmee gijzelen zij niet alleen zichzelf maar helaas ook de rest van het land.
Voorzitter. Dat is treurig, maar er ligt vandaag ook een weliswaar beperkt Belastingplan op tafel. Daar wil ik het ook over hebben, want wij hebben ook enigszins zorgen over een aantal dingen daarin. Wij hebben al veel besproken in de wetgevingsoverleggen en de schriftelijke overleggen. Ik zal niet alles weer doorlopen, maar zo is er de Baangerelateerde Investeringskorting of zo zijn er de krokodillentranen van veel partijen over het toeslagenschandaal. Daar zal ik het niet over hebben. Ik zal me specifiek focussen op wat het kabinet vandaag heeft voorgeschoteld.
Allereerst kom ik op het wetsvoorstel aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten, waar het in een aantal interruptiedebatjes met de VVD al even over ging. Het kabinet heeft ervoor gekozen om een generieke wet te maken die voor alle bedrijven geldt, vanwege de uitvoerbaarheid, zegt het. Daardoor kunnen ook grote bedrijven die nog niet beursgenoteerd zijn maar wel van plan zijn dat te gaan worden, gebruikmaken van deze maatregel, die primair gericht zou moeten zijn op de kleine, startende ondernemingen. Denk aan de beursgang van een bedrijf als Coolblue, waar nu veel over gesproken wordt, maar ook aan een innovatief bedrijf als Adyen, dat allang geen klein bedrijfje meer was toen het naar de beurs ging. Ook zij hadden kunnen profiteren van deze maatregel, die, anders dan de onderbouwing van de partijen die erachter staan doet voorkomen, dus helemaal niet op die kleine bedrijfjes gericht is. Ze doen het voorkomen alsof het op die kleine bedrijven gericht zou zijn. Dat zou op brede steun in deze Kamer kunnen rekenen, vermoed ik, maar de wet die nu voorligt, is dat niet. Het kabinet geeft toe dat het verstrekken van aandelenoptierechten als loon met deze wet ook interessanter wordt voor grotere bedrijven, maar verwacht geen bijzondere toename. De SP zou dit graag geheel uitsluiten. Ik heb daarom een amendement ingediend om het belastinguitstel totdat de aandelen verhandelbaar zijn, wat de wet eigenlijk voorstelt, alleen mogelijk te maken voor bedrijven als die ten tijde van de toekenning van die aandelenoptierechten niet meer dan 100 medewerkers in dienst hebben. Wat is het oordeel van het kabinet over dit amendement?
Voorzitter. Dan de wet die mismatches bij de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel zou moeten tegengaan. Dat klinkt wederom heel technisch, maar het gaat over miljarden belastingontwijking door grote multinationals. Het kabinet zet nu stappen om dat deels onmogelijk te maken. De SP steunt deze wet maar is niet overtuigd van de argumenten die het kabinet aanhaalt om deze wet pas te laten gelden vanaf juli 2019. Aanvankelijk zou dat 2017 zijn. Het kabinet zegt dat bedrijven pas vanaf dat moment, dus vanaf juli 2019, redelijkerwijs konden verwachten dat de regering zou beginnen met het aanpakken van belastingontwijking. Maar de SP en een aantal andere partijen vragen al jarenlang om dit soort schijnconstructies aan te pakken en het kabinet zegt ook al jarenlang dat het dit gaat doen. In de laatste jaren is dit opgevoerd. Dat zie ik en dat steunt mijn partij, maar geen enkel bedrijf zou er verbaasd over moeten zijn dat een land belastingontwijking aanpakt. En als zij er wel verbaasd over zijn dat een regering daarin aanvullende stappen neemt, dan verdienen zij in ieder geval geen coulance. Ik heb het dan natuurlijk over een bedrijf als Uber. Daarom dient de SP samen met GroenLinks een amendement in om deze wet gewoon per 2017 te laten gelden, zoals ook aanvankelijk de bedoeling was.
Voorzitter. De SP vindt dat het niet de goede kant opgaat als het gaat om hoe wordt omgegaan met elektrisch rijden, met emissievrij rijden en de fiscale behandeling daarvan. Omdat er lang overgesubsidieerd is, nemen de inkomsten uit onder andere accijnzen, de motorrijtuigenbelasting en allerlei andere zaken sneller af dan gedacht. De neiging in deze Kamer is dan om het gebruik voor iedereen zwaarder te gaan belasten, in de vorm van een kilometerheffing. Ook daarover is gesproken in het wetgevingsoverleg. Maar de rechtvaardige oplossing ligt gewoon voor de hand, namelijk elektrisch rijden eerlijker belasten. Je moet niet aan de ene kant belastingvoordelen geven en aan de andere kant iedereen zwaarder belasten in de vorm van rekeningrijden omdat er belastingderving is en er minder belastinginkomsten zijn. Is de minister bereid om een plan te presenteren om alle fiscale bevoordeling van elektrisch rijden af te bouwen? Belastingen mogen niet verworden tot louter een middel om de samenleving mee te beïnvloeden. Ze moeten ook rechtvaardig blijven om draagvlak te behouden.
Voorzitter, tot slot. Ik dank het kabinet voor het extra inzicht in de effecten van de isolatie van woningen en het voorgestelde belastingvoordeel, de compensatiemaatregelen, ten aanzien van het gasverbruik. Je ziet dat het voor sommige mensen in kleine slecht geïsoleerde appartementen toch voordeliger zou zijn als het kabinet de belasting op gasverbruik in plaats van op elektriciteit zou verlagen, zoals nu voorligt. Maar ik zie ook dat het voor andere huishoudens blijkbaar anders is. Ik vind dat moeilijk om te geloven, maar ik ga ervan uit dat de cijfers kloppen. Ik begrijp ook hoe complex het is. Het blijft natuurlijk een inschatting.
Ik ben wel blij dat het kabinet samen met gemeenten op zoek gaat naar extra maatregelen voor mensen bij wie de stijging van de energierekening het hardst aankomt. Er wordt naar gekeken om die mensen extra gericht te compenseren. Maar het kabinet blijft wel spreken over een zoektocht naar of en hoe dit zou moeten plaatsvinden. Ik snap de zoektocht naar het hoe. Dat kan op verschillende manieren. Daarover hebben we ook een debat gehad in de verschillende wetgevingsoverleggen, maar er kan geen twijfel meer bestaan over de vraag of dit moet gebeuren. Er is in deze Kamer sprake van een brede wens en brede oproep om de mensen die in een moeilijke situatie zitten vanwege de enorme stijging van de energiekosten, gerichter te compenseren. Het kabinet krijgt natuurlijk de tijd om uit te zoeken hoe dat moet gebeuren, maar ik wil wel weten wanneer we dat horen. Ik wil vandaag uitsluitsel hebben. Ik wil horen dat het niet meer de vraag is of het gebeurt, maar dat we dat gewoon gaan doen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dat uitsluitsel krijgt u natuurlijk niet vandaag. Dat horen we morgen, als we gaan luisteren naar de beantwoording. Als u dat geduld kunt opbrengen, bent u morgen aan de beurt. Dat zijn compromissen, meneer Alkaya. De definitie daarvan gaan we nog even opzoeken.
Ondertussen heeft de heer Hammelburg van D66 zich hier gemeld. Hij heeft 22 minuten spreektijd aangevraagd.
De heer Hammelburg (D66):
Er wordt hier heel hard gelachen. Ik zal dat u allen niet aandoen. Zoals u misschien wel hoort, is mijn stem behoorlijk aan het kraken en piepen. Mijn longen doen het ook niet meer zo lekker, dus ...
De voorzitter:
Houd het kort.
De heer Hammelburg (D66):
Ik houd het kort, tussen de hoestbuien door.
Ik ben blij dat minister Ollongren in ieder geval weer beter is en hier is. Ik wil beginnen met het blokje wonen, ook omdat we dat vorige week niet hebben kunnen doen. De heer Alkaya stelde als afsluiter een terechte vraag. Hij vroeg: hoe zit het nou met het kabinetsbeleid in zijn totaliteit? Dat ontstond in een debatje vorige week tussen de SP en D66 over de vraag hoe we omgaan met mobiliteit, met elektrische wagenparken, met tochtwoningen en vooral met de Nederlanders die het op dit moment heel zwaar hebben, zeker door de hoge energieprijzen. Hoe gaan we die 150 miljoen inzetten? Ik heb daar ook een paar vragen over aan de minister van Binnenlandse Zaken. Kunnen we nog een overzicht krijgen van de totaliteit aan verduurzamende maatregelen, specifiek voor sociale huurwoningen en tochtwoningen? Hoeveel trekken we daar in totaal nou precies voor uit? In de begroting kunnen we 150 miljoen lezen, maar er zijn tal van maatregelen. Omdat ik niet de woordvoerder voor wonen ben, heb ik het overzicht niet, maar ik vond het wel belangrijk om die discussie eerlijk te voeren, ook omdat ik de heer Alkaya had beloofd om de verhoudingen goed te laten zijn. Daar wil ik dan wel het volgende bij zeggen, en daar kom ik zo meteen ook nog wel op terug: als wij de klimaatverandering echt willen aanpakken, dan moeten we dat in de volle breedte doen. Als we 60% willen halen, dan moeten we ervoor zorgen dat we ook wat aan het wagenpark doen. Maar goed, daar kunnen partijen verschillend over denken, maar dan weet u in ieder geval waar D66 staat.
Voorzitter. Dat was wat mij betreft dan ook het stukje over wonen, dat we vorige week niet hebben kunnen doen. Ik zie iemand bij de interruptiemicrofoon.
De voorzitter:
Gewoon doorpraten!
De heer Hammelburg (D66):
Ja, gewoon doorpraten zegt de voorzitter.
De voorzitter:
Voordat ik het woord geef aan mevrouw Beckerman, het volgende. Ik wil het aantal interrupties beperken tot zes. Ik zou er dus krap mee omgaan. Ik had de stille droom om deze hele eerste termijn af te ronden voor het diner, maar als ik alle minuutjes optel, dan kom ik op 122 minuten. Dat is iets meer dan twee uur, en dan zijn we nog wel effe bezig. Maar het is allemaal aan u!
Mevrouw Beckerman (SP):
Dit lijkt me ook een belangrijk debat. De heer Omtzigt noemde het al het belangrijkste debat van het jaar, dus ik zou graag nog even willen doorvragen bij D66. In allerlei stemwijzers voor de verkiezingen beloofde ook u om te stoppen met de verhuurderheffing. U laat zich nu alweer tijden gijzelen door de enige voorstander, de VVD. Dat is pijnlijk, zeker voor de mensen die die verhuurderheffing moeten betalen, namelijk de huurders. Maar laten we dan toch even dat compromis gaan proberen te zoeken. Tijdens de Algemene Beschouwingen werd er gezegd: we gaan haar verlagen. Daarna bleek al snel: zij gaat toch weer omhoog vanwege die stijgende WOZ-waarde. Ik zou toch heel graag van de fractie van D66 willen weten: waarom maximeren we dat niet? Waarom houden we ons niet aan die belofte die toen gedaan is? Dat is voor mij niet goed genoeg, maar dat zou toch in ieder geval mooi zijn.
De heer Hammelburg (D66):
Dit hebben we vorige week ook besproken. Tijdens de Financiële Beschouwingen hebben we dit ook besproken. Ik meen dat het toen een vraag was van de heer Alkaya en van de heer Nijboer. De SP weet heel goed wat D66 wil. Wij hebben heel duidelijk in ons verkiezingsprogramma gezegd: zet de verhuurderheffing om in een corporatiefonds, vergroot de initiële ruimte van corporaties, bouw meer betaalbare en duurzame woningen en verduurzaam het huidige bestand. Dat is eigenlijk precies waar ik het net over had. Daar bestaat dus helemaal geen misverstand over. De SP weet ook dat we bezig zijn met formatiegesprekken. We kunnen dit dus blijven doen, maar dat is de stand van zaken op dit moment.
Mevrouw Beckerman (SP):
Allereerst herhaalt D66 dat ze zich laat gijzelen door de VVD. Er is een meerderheid om de verhuurderheffing af te schaffen. Er is ook een hele acute noodzaak, want er is een gigantische wooncrisis. Maar er kwam geen antwoord op mijn vraag. Die ging over die WOZ-waarde. Laat u zich daar ook gijzelen door de VVD? Of zegt u: nee, we laten die verhuurderheffing niet verder oplopen, dus we maximeren dat?
De heer Hammelburg (D66):
Dan herhaal ik weer mijn antwoord, en dan blijf ik ook gewoon bij mijn antwoord. Ik zie mevrouw Beckerman lachen. Ik heb meermaals gezegd dat ook corporaties veel meer financiële ruimte nodig hebben. Dat weet u van mij, dat weet u van mijn fractie. U weet ook dat we daarvoor vechten. We hebben ook het goede gebruik in dit land — en ik weet dat het lang duurt — om formatiegesprekken te voeren. Dat is een lange traditie in coalitieland, waar ik op zich heel blij mee ben. Ik snap uw ongeduld en ik snap het ongeduld van Nederland, maar dat is wel de weg waarlangs we in Nederland de democratie hebben ingericht.
De heer Nijboer (PvdA):
Ik heb samen met mevrouw Beckerman en mevrouw Maatoug een amendement gemaakt dat niks hoeft te kosten. Dat amendement zegt eigenlijk dat het enige wat we niet willen is dat die WOZ-waarde straks nog verder stijgt en dat de verhuurderheffing meer opbrengt dan volgend jaar eigenlijk voorzien is. Ik vond dat zelf een vrij intelligent amendement. Ik verwacht eigenlijk dat D66 dit amendement …
De voorzitter:
Bescheiden bent u niet hè?
De heer Nijboer (PvdA):
Ik dien hier ook weleens amendementen in die bij voorbaat kansloos zijn. Dat doe je dan omdat je wat vindt. Je zegt dan bijvoorbeeld dat de winstbelasting omhoog moet, maar je weet dan al dat de coalitie dat niet steunt. Ik vind dat een belangrijk politiek punt en ik dien dat dan wel in, want dat is mijn werk. Ik wil wetten beter maken.
Maar dit is wel een amendement waarvan ik denk dat de coalitie dat als ze welwillend is, wel moet kunnen steunen. Dat is in de lijn van wat D66 vindt. Ik maak het dan ook nog mogelijk, want het kost niks. Het kan dus wel heel behulpzaam zijn, zeker omdat die WOZ-waarde dreigt te stijgen. Je haalt precies op wat in de begroting is afgesproken. Je zet dan de VVD een beetje de duimschroeven aan zonder dat je de grenzen over gaat. Ik vraag D66 dus om dat te steunen. Ik vraag in ieder geval hoe ze daartegenover staat.
De heer Hammelburg (D66):
Ik geef de heer Nijboer gelijk: hij is ontzettend intelligent. Ik geef u het compliment toch. Ik heb het amendement niet zo gelezen. Ik beloof de heer Nijboer dat ik er nog een keer goed naar ga kijken. Ik heb die tijd ook nog. Dat is dan een belofte van mij aan de heer Nijboer.
De heer Nijboer (PvdA):
Dan kom ik daar in de tweede termijn op terug, want er zijn verschillende amendementen. Het amendement van de SP is voor afschaffing. Ik sta daar ook onder. U gaat dat niet steunen. Dat is me allang duidelijk. Maar dit is echt gewoon een amendement dat bedoeld is om niet weer overmatig meer binnen te halen dan is afgesproken. Er is natuurlijk ook compensatie voor de ATAD-richtlijn afgesproken. Dat heeft de coalitie zelf gedaan. Dit is een andere onvoorziene opbrengst die meer kan zijn. Volgens mij is dat heel behulpzaam en zou het voor corporaties erg helpen om dit te steunen.
De heer Hammelburg (D66):
We gaan het er morgen over hebben. Dat lijkt me een goed voorstel.
Voorzitter. Dan het klimaat en de klimaatverandering. Laat ik toch maar beginnen met — het is misschien een tikkeltje buiten de orde — dat ik blij ben dat Nederland toch heeft meegetekend en nu tot de koplopersgroep behoort in het stoppen met fossiele brandstoffen en de investeringen daarin. Ik vind dat dat vermeld mag worden. D66 heeft tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen bijna Kamerbreed een motie ingediend. Ik overdrijf dan wel een beetje, maar het was in ieder geval met een goede meerderheid. Vandaag deed GroenLinks hetzelfde. Die motie is al in stemming gebracht. Ik ben blij dat het kabinet toch die handtekening heeft gezet.
Ook dit Belastingplan heeft een aantal punten die goed zijn om die klimaatverandering te bestrijden. Ik noem er een paar. Het verlaagde tarief in walstroom wordt uitgebreid, inclusief een uitbreiding voor zeeschepen in havens. De milieulijst wordt effectiever. Ik moet daarbij zeggen dat we overigens wel blijven kijken naar hoe dat dan precies werkt. We gaan zoals ik zei verder met elektrificatie van het wagenpark en de verduurzaming van tochtwoningen. Dat vind ik toch wel belangrijk. Is het genoeg? Moet het ambitieuzer? Ik zou zeggen dat het vooral ambitieuzer moet. Ik ben in ieder geval blij dat het kabinet nu 6,8 miljard uittrekt om in ieder geval aan de basis te voldoen. De basis is natuurlijk niet voldoende, maar daar komen we nog op terug. Collega Boucke heeft daar vorige week ook een uitgebreid debat over gevoerd.
Ik heb nog wel — en daar moet ik even kijken, ja, ja, ja, ja, ja — een vraag over de regeling fiets van de zaak. Ik schaar die regeling toch ook maar in het rijtje klimaatmaatregelen. Ik begrijp van de staatssecretaris dat werkgevers naar aanleiding van een vraag van mij hebben aangegeven dat het wel meevalt met de administratieve lasten. Ik krijg hele andere signalen. Ik zie daar dus een tegenstrijdigheid in. Laat ik maar gewoon duidelijk zeggen: als de regeling fiets van de zaak niet werkt, dan zou ik dat ontzettend jammer vinden. We willen mensen aanmoedigen om vaker de fiets te pakken en minder vaak de auto; zelfs liever de fiets dan de trein. Dus als het enigszins kan, pak dan de fiets, want dat is gezond en beter voor het milieu. Ik zou het graag doen van Amsterdam naar Den Haag, maar dan ben ik iets te lang onderweg. Maar anders probeer ik het ook altijd te doen. Mijn vraag aan de staatssecretaris is dan ook of hij bereid is om nog een keer met de werkgevers het gesprek aan te gaan over de vraag waar de problemen, waar wij wél signalen van krijgen, nou precies zouden zitten. Ik ben zeer bereid om die signalen door te geleiden, als de staatssecretaris daar behoefte aan heeft. Ik wacht het antwoord van de staatssecretaris op deze vraag even af.
Dan kom ik op de aandacht die we in dit huis hebben gehad voor belastingontwijking. Het is geen geheim dat er nog veel problemen zijn. Die hebben we de afgelopen weken meermaals in verschillende debatten in dit huis besproken. De heer Mulder zei eigenlijk al, niet geheel onterecht, dat het belastingsysteem rechtvaardig moet zijn, als wij het overeind willen houden. Wat mij nu zo verschrikkelijk stoort in het hele belastingontwijkingsverhaal is dat vooral de gewone Nederlander, de bakker en de slager op de hoek of het vegantentje op de hoek voor de gemiddelde D66-stemmer — daar maakte ik eerder een geintje over — hier heel veel last van heeft. De gewone Nederlander heeft niet de mogelijkheid om mensen in te huren voor heel veel geld en slimme trucs uit te halen. Ik zie wat lichtpuntjes in de internationale afspraken over het minimumtarief. Ik heb er ook vertrouwen in dat er in Europa snel afspraken worden gemaakt in een richtlijn, maar er is geen tijd om achterover te leunen. Ik vraag de staatssecretaris dan ook een aantal zaken. Laat ik die vragen hardop stellen. Waarom nemen we niet de vlucht naar voren bij de mismatchmaatregel met landen waar het tarief nul is? Ik heb die vraag vorige week ook gesteld, maar ik vond het antwoord nog mwah. Ik zou daar toch graag een antwoord op hebben. Ik snap dat de staatssecretaris de complexiteit in internationaal verband aanhaalt, maar ik vind het antwoord ook ingewikkeld. Laat ik dat erbij zeggen. Daar zou ik graag nog wat meer toelichting willen van de staatssecretaris.
De heer Edgar Mulder (PVV):
Een mooi moment: D66 vraag aandacht voor de gewone Nederlander. Het werd tijd, wilde ik zeggen, maar het is toch mooi. Zou mijn collega het volgende eens kunnen uitleggen? D66 zit overal binnen de Belastingdienst. Dat bepaalt voor een deel de verdeling van het geld. Ik bedoel de staatssecretarissen die aan het stuur zitten. Ik zag u moeilijk kijken. We zijn nou een jaar of vier verder. Kunt u uitleggen waarom de gewone Nederlander er niet op vooruitgegaan is?
De heer Hammelburg (D66):
Volgens mij is de vraag waarom we met z'n allen de belastingen niet of niet veel verlaagd hebben. De heer Mulder slaat de discussie wel heel erg plat. Dat maakt het wel een heel ingewikkeld verhaal. We hebben grote uitdagingen in dit land. Die kan ik hier allemaal opsommen, maar volgens mij hebben we dat in eerdere debatten al gedaan. Ik kan het nog wel een keer doen, hoor. We hadden zorgen over het onderwijs en over defensie. We hadden het over het onderhoud van bruggen, de laatste tijd. Je kan een hele lijst van dingen maken waarvoor we ook gewoon belasting nodig hebben. Als de heer Mulder iets weet van D66 of van mij, dan is het dat wij de belasting op inkomen willen verlagen en op vermogen willen verhogen. Dat staat in ons verkiezingsprogramma, dat weet de PVV ook. Dat is onze inzet en onze missie, en daar zou ik het bij willen laten.
De heer Edgar Mulder (PVV):
Het is allemaal "zouden willen" en eventueel in de toekomst en een paar bruggen. Maar in de praktijk gaat de gewone man er al vier jaar op achteruit. Waarom heeft u er als D66 niet voor gezorgd, omdat u het zogenaamd oneerlijk vindt, dat juist die mensen erop vooruit zijn gegaan?
De heer Hammelburg (D66):
Ik heb één voorstel van de PVV hierover gezien. Dat was om de 6,8 miljard om te voldoen aan de uitspraak van de rechter om klimaatverandering tegen te gaan te schrappen. Dat is een voorstel waarbij u D66 zeker niet aan uw zijde zult vinden.
De heer Edgar Mulder (PVV):
Dit is wel heel erg. D66 heeft geen argumenten en dan zeggen ze: ik weet eigenlijk niet waarom ik het gedaan heb, maar de PVV heeft zo weinig gedaan. Nou, wij dienen bij bijna ieder debat voorstellen, moties en amendementen in om ervoor te zorgen dat de gewone Nederlander erop vooruitgaat. Mijn vraag is: u zit aan de knoppen, met uw partij, al vele jaren lang, en in de praktijk gaat de gewone Nederlander erop achteruit, op alle gebieden. U zegt: we willen dat wel, het staat in ons verkiezingsprogramma, maar waarom heeft u er niet gewoon voor gezorgd dat we nu na vier jaar de rekensom kunnen maken waaruit blijkt dat mensen erop vooruitgaan? Dat doen ze dus niet, ze gaan erop achteruit. Mijn enige vraag aan u is waarom D66 daar niet voor heeft gezorgd.
De heer Hammelburg (D66):
Het is gewoon niet waar dat Nederlanders er de afgelopen jaren stelselmatig op achteruit zijn gegaan. Wij weten dat we het afgelopen jaar door een zware coronacrisis zijn gegaan; dat is helemaal waar. We hebben ook een debat gehad waarbij wij er in eerste instantie in augustus vanuit gingen dat de koopkracht gelijk zou blijven en niet achteruit zou gaan. Ik geef de heer Mulder wel gelijk dat er een probleem ontstond door de stijgende energieprijzen. Daarvoor heeft het kabinet een compensatieregeling bedacht, waarbij D66 bij motie heeft gevraagd om die deels gerichter in te zetten voor de allerarmsten in dit land. Ik herken me gewoon niet in de woorden van de heer Mulder.
Voorzitter. Ik heb nog een vraag over de twee Vpb-tarieven waar ik het vorige week ook over had. Misschien moet ik het toch nog een keer uitleggen. Je hebt een laag tarief en een hoog tarief. Er zijn bedrijven die onder het hoge tarief vallen, die de truc uithalen om een bv op te knippen in een aantal kleine bv's zodat ze onder het lage tarief vallen. Daar is het dus niet voor bedoeld en dat is ontzettend onrechtvaardig, juist voor die mensen in het mkb die we willen stutten met het lage tarief. Het is mij onduidelijk hoe groot dit probleem is. Ik hoor van verschillende kanten dat het probleem er is, maar ik weet nog steeds niet hoe groot het precies is en hoe je de verhoudingen tussen die twee tarieven zou moeten vaststellen om ervoor te zorgen dat het probleem zo klein mogelijk is. Ik zal dan ook een motie indienen om te vragen om dit te monitoren, zodat we er beter zicht op krijgen en de discussie ook beter kunnen voeren.
De voorzitter:
Mevrouw Maatoug, u heeft zes interrupties en u zit op twaalf.
Mevrouw Maatoug (GroenLinks):
Dank, voorzitter, ook voor die toelichting. Fijn om te horen dat er een motie komt. De collega van D66 weet ook dat wij een amendement hebben. Ik ben heel blij dat u zich ook zorgen maakt. Als we ons zorgen maken om wat we nu al zien, dan is het toch heel logisch om te zeggen dat het probleem groter wordt als het gat tussen het lage en hoge tarief hoger wordt, wat het geval is in het komende jaar?
De heer Hammelburg (D66):
Dat is dus precies het probleem. Dat is de vraag die ik hier aan de staatssecretaris stel. Mevrouw Maatoug zegt het met zekerheid te weten, maar ik weet het niet met zekerheid. Ik wil het met zekerheid weten. Daarom mijn motie waarin ik vraag om dat uit te zoeken. Ik wil niet op de troepen vooruitlopen.
De voorzitter:
Prima.
De heer Hammelburg (D66):
Ik vind het een heel erg belangrijk punt, maar volgens mij wil GroenLinks ook dat we de mkb'ers daarin ontzien. Dat weet ik eigenlijk niet eens zeker, dus kijk ik mevrouw Maatoug maar even aan. Het gaat erom dat we de goeden niet laten lijden onder de kwaden. Laat ik het zo maar even zeggen. Dat zou de wereld op zijn kop zijn.
De voorzitter:
U continueert. Ik hoor dat uw stem het een beetje gaat begeven trouwens.
De heer Hammelburg (D66):
Ik vind dat een goede aanmoediging van u om lekker door te praten.
De voorzitter:
Ik denk aan uw gezondheid.
De heer Hammelburg (D66):
Ik ben al op driekwart van mijn verhaal, voorzitter. Maar de interrupties plan ik zelf niet. Dat begrijpt u ook.
Voorzitter. Even kijken. Dit ga ik heel kort voor u doen, voorzitter. Dat was mijn belofte. Ik heb nog een stuk kansenongelijkheid en belastingen. We hebben eerder een discussie gehad over dat het makkelijker is om de inkomensongelijkheid te meten, maar dat de belastingdruk op vermogen ingewikkeld is. Ik vind de antwoorden van de staatssecretaris toch nog wat ingewikkeld. We vragen al langer om dit eens goed in kaart te brengen. Ik snap dat het lastig is, maar toch wil ik voor de Kamer meer inzicht aan de hand van een aantal scenario's, op zijn minst voor verschillende typen vermogenshouders en verschillende huishoudens. U mag het bedenken, en dan wel wat uitgebreider dan drie scenario's, zodat we in de Kamer een beetje inzicht krijgen in die belastingdruk op vermogens. Ik wil die discussie eerlijk voeren. We voeren die nu op inkomen. Dat is wat mij betreft, wat D66 betreft, echt onvoldoende. Als de vermogensongelijkheid te hard groeit, zal de kansenongelijkheid in dit land ook groeien. Dat is echt onwenselijk.
Dan een kleintje, maar niet een heel kleine, maar toch een kleintje. Ik ga het toelichten. We hebben op de website van de Belastingdienst informatie staan voor mensen die hulp zoeken bij de aanvraag van hun toeslagen en bij het invullen van hun belastingformulier. Iedere gemeente heeft zo haar eigen ondersteunende regeling daarvoor. Denk aan een belastingwinkel in Rotterdam. In sommige gemeenten kun je bij de bibliotheek zijn. Als je ver, ver zoekt, staat het wel keurig ergens op de website van de Belastingdienst. Dat is goed. Dat moet, maar ik vind het eigenlijk onvoldoende. Dus mijn vraag aan de staatssecretaris is of we dit eenvoudiger kunnen maken, bijvoorbeeld door een bepaalde tool. Er zijn bepaalde bezorgdiensten die dit ook hebben. Je vult je postcode in en er rollen een aantal locaties uit waar je terechtkunt in je buurt, zodat je dat meteen ziet en niet de hele website of het hele colofon van Belastingdienst.nl moet raadplegen. Dat is ontzettend ingewikkeld en ontoegankelijk, dus graag een reactie van de staatssecretaris.
Dan een laatste puntje, eigenlijk van mevrouw Van Dijk van het CDA, over de software van het Vpb-domein in de nieuwe systemen. In 2027 zou er een nieuw systeem moeten zijn. Dat is amper over vijf jaar. Dat is heel snel. Ik maak me daar wel wat zorgen over. Er zijn in het verleden problemen geweest met de schenk- en erfbelasting en de software. Nederland heeft extra geld moeten betalen om die software langer in de lucht te houden. Ik wil voorkomen dat we weer in een dergelijk scenario komen, dus kan de staatssecretaris een brief sturen waarin hij toelicht hoe de planning eruitziet en wat de voortgang nu is? Gaan we die planning halen? Wat heeft de dienst er specifiek voor nodig? We moeten er ons uiterste best voor doen om daarmee niet weer in de problemen te raken.
Dat was 'm. Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Prima! Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Nijboer van de fractie van de Partij van de Arbeid. Ik wijs er nogmaals op dat ik hoop deze eerste termijn van de Kamer te kunnen afronden voor de dinerpauze.
De heer Nijboer (PvdA):
Ik zal mijn best doen, voorzitter, en zeker niet bij Adam en Eva beginnen, want we zijn al twee hele dagen aan het debatteren geweest.
Voorzitter. Ik begin bij de woonvoorstellen. Ik werd vanochtend vrolijk wakker. Ik dacht: de minister kan het wel! Ze pakt de makelaars aan. Ik was al jaren bezig om die misstanden in kaart te brengen en te zeggen dat er echt wettelijk moet worden ingegrepen, en nu kondigt de minister het gewoon aan. Vorig jaar heeft ze bij de woonbegroting ook laten zien dat er met GroenLinks en de PvdA een afspraak gemaakt kon worden over het maximeren van de huurstijgingen en het instellen van een volkshuisvestingsfonds om de leefbaarheid te vergroten.
Ik zie ernaar uit om dat ook dit jaar weer te bereiken. Wij vinden namelijk de voorstellen van de coalitie, waarover inderdaad een compromis is gesloten maar dat is wel een compromis tussen de coalitiepartijen, op dit moment onvoldoende. We vinden dat deze voorstellen onvoldoende recht doen aan de woningnood die er nu is. We vinden dat deze onvoldoende recht doen aan huurders die zich helemaal blauw betalen aan huur. En we vinden dat deze de problemen die er nu zijn onvoldoende oplossen. We hebben vorig jaar gedacht: het wordt een demissionair kabinet, dus we helpen de begroting aan een meerderheid en dan zit er volgend jaar een missionair kabinet dat dan écht aan de gang kan. Maar dat zit er niet, en de wereld staat niet stil. Ik bedoel: in Den Haag is men wel aldoor met elkaar aan het ruziemaken, maar de problemen in de wereld worden daar niet kleiner van.
Voorzitter. Dat leidt ertoe dat we het ook dit jaar weer nodig vinden om drie zaken in de begroting aan te passen. Wij willen een verdere verlaging van de verhuurderheffing. We moeten daarnaast ook huisjesmelkers aanpakken. Zij grijpen in Nederland namelijk hun kans. We willen dus een huisjesmelkersboete of een strafbaarstelling, want we moeten echt wat doen aan het overtreden van het woningwaarderingsstelsel, zoals de techneuten dat noemen. Dat kan je nu gewoon doen, en je kunt elke keer weer die huurders uitmelken. Daar staat helemaal geen straf op. Dat moet dus ook gebeuren wat de PvdA betreft. En het Volkshuisvestingfonds was voor een jaar gevuld, met 450 miljoen, omdat er daarna een nieuw kabinet zou zitten dat de jaren erop echt fors zou investeren. Maar dat zit er niet, en die investering in leefbaarheid is wel echt nodig.
Voorzitter. Ik noem dat wat breder, omdat de verhuurderheffing nu op de agenda staat, maar ook omdat ik de pappenheimers hier een beetje ken. We stemmen donderdag over het Belastingplan, en daar zitten vaak vele dekkingsmogelijkheden in. Zo is het vorig jaar ook geschied. Die 8% die beleggers nu moeten betalen, diende als dekking voor het Volkshuisvestingsfonds. Ik heb ook amendementen ingediend, samen met mevrouw Maatoug, samen met GroenLinks, om onze voorstellen te kunnen dekken. Mevrouw Maatoug staat als eerste onder een amendement voor het afschaffen van de jubelton. Dat levert stevig geld op. Ik heb zelf een amendement ingediend om de prinsbernhardbelasting in te voeren. Dat was in de verkiezingscampagne ook een vrij groot thema. Ik heb die term niet in het amendement genoemd, want dat stuit sommige collega's tegen de borst. Maar dat gaat er gewoon om dat als je veel huurhuizen bezit, je bijna geen belasting betaalt. Dat kan eigenlijk niet door de beugel. Dat zou ook eigenlijk iedereen moeten vinden. Van Haga is er niet, maar hij vindt dat niet. Maar elk weldenkend mens zou dat eigenlijk wel moeten vinden. Al die beleggers nemen de steden over. Dit komt mede doordat de rente zo laag is en omdat vastgoed zo interessant is, maar ook omdat het fiscaal onderbelast is. Dus daar kan het ook in gevonden worden. Ik wil de minister en ook de staatssecretaris uitnodigen om daar samen uit te komen. Daar ben ik graag toe bereid. Maar aan de andere kant, als er helemaal niet wordt bewogen en de coalitie zegt "het compromis is het compromis, het is slikken of stikken", dan stemmen wij gewoon tegen. Dan zien we wel of ze over rechts een meerderheid halen. Dat zou heel slecht nieuws zijn voor de huurders in Nederland.
Voorzitter. Dan het tweede punt waardoor ik eigenlijk zo vrolijk begon. Dat betreft de energierekening. Het is natuurlijk dikke ellende dat die zo stijgt, maar het kabinet is met een substantieel compensatiepakket gekomen. Ik heb daar een motie over ingediend, maar collega's van de coalitie ook. Het is ook nog geamendeerd op een punt waarvan ik als PvdA'er enthousiast werd, namelijk om de lagere inkomens wat meer tegemoet te komen. Over een ander punt was ik wat minder enthousiast, namelijk het schuiven tussen bedrijven: de bakker krijgt wat minder en de glastuinbouw krijgt wat meer. Ik vind het terecht dat het kabinet dat uitvoert, want een meerderheid heeft ervoor gestemd, maar dat hebben wij als PvdA niet gesteund. Ik vind het wel jammer dat het voorstel om bij de verhuurders wat druk te zetten, zo beperkt is uitgewerkt. Mevrouw Beckerman noemde het zojuist een "doorwaaiwoning", maar stel dat je in een enorm tochtig huis zit met een heel laag energielabel, terwijl je jezelf helemaal blauw betaalt maar er helemaal niks aan kunt doen, aangezien je ook niet naar een andere huurwoning kunt. Ik heb voorgesteld om dan de huur te verlagen met €150, €165 of €200. Dat is eigenlijk heel beperkt uitgewerkt. Dit kabinet heeft daar volgens mij niet zo veel zin in, maar het zou wel erg helpen. Ik vraag het kabinet dus om daar alsnog op te reageren, en niet afwijzend. We zullen die motie donderdag ook in stemming brengen.
Voorzitter. Het derde grote punt is het belastingontwijkingspakket. We hebben een heel aantal amendementen, ook onder leiding van mevrouw Maatoug, medeondertekend om de gaten wat verder te dichten. Daarover heb ik eigenlijk nog één hoofdvraag aan de staatssecretaris. Hij noemde in de schriftelijke beantwoording bijvoorbeeld de earningsstrippingbepaling. Dat betekent, voor het gemak: als je heel veel geld leent en heel veel schulden hebt, dan mag je de winst verlagen en hoef je minder belasting te betalen. Hij zei in zijn schriftelijke beantwoording: "We hebben die earningsstrippingbepaling, en er zijn nog wel wat mogelijkheden om te ontwijken. Daarover komen we wellicht volgend jaar met voorstellen." Mijn simpele vraag aan de staatssecretaris is: waarom heeft u die nu dan niet gedaan? Als u al voorziet dat dat gaat gebeuren, waarom zit dat dan niet al in deze wet? Dat zou toch eigenlijk wel zo moeten?
Voorzitter. Dan het oordeel over het algehele belastingpakket. Ik heb bij de Financiële Beschouwingen een betoog gehouden over de parade van Pen: de ongelijkheden in Nederland worden groter. Bij belastingen, voornamelijk op vermogen, maar ook op inkomen, zie je echt enorme uitschieters, maar dat geldt voor de hele samenleving: voor de woningnood, voor de volksgezondheid, voor het onderwijs. De ongelijkheden nemen toe. Het Belastingplan is een van de belangrijkste instrumenten om in ieder geval iets te doen aan inkomens- en vermogensongelijkheid. De PvdA-fractie vindt dat het kabinet daar andere keuzes in had kunnen en moeten maken. Het had een prinsbernhardbelasting in kunnen voeren. Het had de winstbelasting verder kunnen verhogen. Het kabinet verhoogt die nu met 0,8 procentpunt, maar je had die verder kunnen verhogen om de kansenongelijkheid in het onderwijs en in de samenleving tegen te gaan. Je had ook kunnen zorgen dat mensen er in hun inkomen op vooruitgaan in plaats van dat ze allemaal op of onder de nullijn komen, door die energierekening. Dat zijn keuzes die het kabinet niet heeft gemaakt, maar ze zijn wel anders dan voorgaande jaren. We moeten constateren dat de wet voor de BIK, die volgt uit de dividendbelasting, is ingetrokken. Dat geld wordt ingezet voor investeringen in de samenleving. Ik constateer ook dat de motie van de SP en de ChristenUnie om de zorgsalarissen te verhogen heeft geleid tot het idee voor een hoger vennootschapsbelastingtarief. Dat steunen wij van harte.
Kortom, als de PvdA het Belastingplan had mogen schrijven, was het echt wel anders geweest, ook anders van signatuur, en dan waren vermogens ook veel zwaarder belast, maar het is wel zo ver in een andere richting dan bijvoorbeeld twee of drie jaar geleden, toen wij tegen het Belastingplan stemden, dat het bij ons niet zal leiden tot het uitbrengen van een tegenstem.
Voorzitter. Ik sluit af door een aantal amendementen onder de warme aandacht van de collega's te brengen. Ik ga ze echt niet allemaal noemen. Mijn naam staat ook nog onder een amendement van mevrouw Maatoug, maar daar zal zij op ingaan. Het gaat mij voornamelijk om de twee amendementen op wonen. Het afschaffen van de jubelton, een enorme ongelijkmaker, levert geld op. Ook het invoeren van de prins Bernhard-belasting zou ik zeer aanbevelen bij de collega's. Een grote, die het Belastingplan en de inkomenspolitiek echt veel eerlijker zou maken, zou een verhoging van de winstbelasting met 3 miljard, naar 30%, zijn en het verhogen van het minimumloon en de uitkeringen, dus ook de AOW en de koppeling aan de uitkering. Als je mij nou vraagt waar het echt veel beter en eerlijker van zou worden, zou dat het amendement zijn waar ik de eerstvolgende ondertekenaar van zou willen zijn.
Voorzitter, tot slot. Het is misschien een wat technisch amendement, maar het kan wel grote impact hebben. Daar vroeg ik de heer Hammelburg ook naar. De verhuurderheffing wordt met een half miljard verlaagd. Het is een beetje koehandel geweest. Iedereen kreeg een half miljard: een half miljard voor veiligheid, een half miljard voor inkomen, een half miljard voor … Dat heeft verder niet zo veel te maken met maatschappelijke analyses en problemen die daaronder liggen, maar het idee was wel om echt een half miljard over te houden, netto, onderaan de streep, zoals Pechtold het zou zeggen. Ik heb dat zelf nog meegemaakt met onderwijs destijds. Het moet wel echt schoon zijn. Ja, "schoon" zei hij dan ook nog.
Dat dreigt nu niet te gebeuren, omdat de WOZ-waarde maar door- en doorstijgt, misschien wel meer dan de raming. Uiteindelijk wordt de verhuurderheffing dan weer veel hoger dan voorzien in de raming. Ik heb dus een amendement gemaakt dat het zet op wat in de begroting is opgenomen. Ik ben natuurlijk voor afschaffing van de verhuurderheffing. Mevrouw Beckerman heeft dat amendement als eerste ondertekend, maar mijn naam staat er ook onder; maar goed, we zien wel of dat lukt. Maar om het in ieder geval vast te leggen op dat niveau, zodat het niet weer helemaal uit moet, heb ik een amendement ingediend. Dat zou begrotingstechnisch niets hoeven kosten, want het staat in de raming. Het zou woningcorporaties rust geven. Het helpt echt, dus dat amendement zou ik echt warm aanbevelen aan de fiscaal woordvoerders van in het bijzonder de coalitie, want behalve van Van Haga is er bij de oppositie meestal wel steun voor moties over de verhuurderheffing.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Ook dank voor uw beknoptheid. Dan mevrouw Van Dijk van de fractie van het CDA.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank je wel, voorzitter. Het wordt helaas niet zo beknopt, maar ik hoop dat u de honger nog even kunt bedwingen. Mensen worden op een gegeven moment hungry en dan ga je je op iemand afreageren. Aangezien het etenstijd is, zit er natuurlijk een risico.
Voorzitter. Ik hoor mensen vaak praten over belastingen als iets wat wel eerlijk moet gebeuren. Wat is "eerlijk" nu eigenlijk en waarom is dat zo belangrijk? Het heffen van belastingen en een goede belastingmoraal zijn belangrijke vereisten voor de overheid om goed te kunnen functioneren. Burgers en bedrijven moeten het vertrouwen hebben dat de belastingdruk eerlijk is verdeeld over de samenleving, dus over burgers en bedrijven, en dat belastingen op fatsoenlijke wijze worden geheven. Voor ons betekent een eerlijk belastingsysteem dat er op basis van draagkracht en gelijkheid wordt geheven. Dat blijkt in de praktijk ingewikkeld. Er zijn grote verschillen tussen belastingdruk voor verschillende typen huishoudens. Daaruit volgen vervolgens grote verschillen in het besteedbaar inkomen. Belangrijke randvoorwaarden om eerlijk belasten te bereiken zijn wat ons betreft dat belastingen eenvoudig zijn, dat het begrijpelijk is voor de burger waarom bepaalde belastingen worden geheven of voordelen worden gegeven en dat er niet te veel regelingen op elkaar worden gestapeld, waardoor niemand meer door de bomen het bos kan zien.
Maar de realiteit van fiscale wetgeving is anders. We hebben zo veel regelingen, die we ook regelmatig aanpassen, dat het spreekwoordelijke bos van regelingen steeds groter en ondoorzichtiger wordt. Zo verscheen Nederland onlangs hoog in de Global Tax Expenditures Database omdat we in onze belastingwetgeving de meest omvangrijke uitzonderingen maken op de standaardregels. Het wemelt in Nederland van de afwijkingen. Ook de Algemene Rekenkamer vestigt regelmatig de aandacht op het grote aantal Nederlandse fiscale regelingen. Ze telden 213 verschillende regelingen met een totaal financieel belang van 100 miljard euro. De hoeveelheid regelingen leidt er zelfs toe dat het parlement er geen actueel beeld van heeft, aldus de Rekenkamer. De vraag is ook of die regelingen en uitzonderingen allemaal echt nodig zijn of dat we er anders mee moeten omgaan. Wat ons betreft wringt het, want hoe meer regelingen en uitzonderingen er zijn, hoe meer dat kan leiden tot ongelijkheid, belastingontwijking of fouten in de uitvoering. De Belastingdienst publiceert jaarlijks in de miljoenennota wat de regelingen kosten aan gederfde belastingopbrengsten. In 2019 was dat ongeveer 13 miljard euro op een totale belastingopbrengst van 300 miljard; geld dat we heel goed kunnen gebruiken om belangrijke stappen te zetten in de grote uitdagingen waar we als samenleving voor staan.
Daarnaast willen we als Kamer goede en goed voorbereide keuzes kunnen maken. Dat vraagt onder andere om tijd, tijd om ons werk goed te kunnen doen. Dus nogmaals mijn pleidooi om in maart met het belastingplan te komen in plaats van in september. Dat geeft ons die benodigde tijd om belastingwetten beter en zorgvuldiger te behandelen. Ik weet dat wat hier voorligt een heel sober plan is, maar in relatie tot veel andere wetgevingsoverleggen is het nog steeds fors.
Naast eenvoudige wetgeving moeten we scherp zijn op de uitvoerbaarheid van wetgeving, waarvoor een goedwerkende ICT-infrastructuur randvoorwaardelijk is. Die van de Belastingdienst is inmiddels te vergelijken met een pan vol natte spaghetti. De staatssecretaris beloofde een brief over de ICT-capaciteit, zodat de Kamer beter kan zien waar ze aan toe is in relatie tot de keuzes die we maken. Maar ik zou nog een stap verder willen gaan. Graag zou ik jaarlijks bij het belastingplan een paragraaf willen zien over de status van de ICT bij de Belastingdienst, met daarin opgenomen het volgende. 1. Hoe staat het met de vernieuwing van de systemen? 2. Wat heeft het voorgelegde plan voor consequenties voor de ICT? 3. Een lijst van de voorstellen in het belastingplan met daarbij een kwalificatie van enerzijds de impact voor de samenleving en anderzijds de impact op de ICT.
Ook worstel ik met de impact van moties en amendementen in relatie tot de uitvoerbaarheid. Ik heb weleens gehoord dat sommige amendementen tot een jaar aan extra werk vragen in de uitvoering. Mijn vraag is of dit klopt en of er mogelijkheden zijn om bij de appreciatie van moties en amendementen hier een duiding aan te geven. Dat wil dan niet meteen zeggen dat we afzien van de gewenste wijziging, maar het kan er wel aan bijdragen dat we als Kamer een goede keuze kunnen maken. Volgens mij ziet iedereen deze uitvoeringsproblemen. Eigenlijk wil ik aan het eind van deze inleiding ook een beroep doen aan kabinet en Kamer om, naast de inhoud, ook het debat te blijven voeren over eenvoud en uitvoerbaarheid van fiscale wetten en regelgeving en om meer gewicht te geven aan uitvoeringstoetsen en invoeringstoetsen voor een beter belastingstelsel waarin eenvoud en uitvoerbaarheid de regel en niet de uitzonderingen worden.
Voorzitter. In mijn verdere betoog ga ik me proberen te houden aan de drie blokjes die we tot nu toe bij de behandeling hebben gehanteerd, namelijk wonen, toeslagen en overig. Als eerste het blokje wonen.
Belangrijk in het blok wonen is natuurlijk de verhuurderheffing. Deze gaat als gevolg van het voorliggende wetsvoorstel een stuk worden afgeschaald. Dat is een mooie stap, want daarmee komt bij woningbouwcorporaties en verhuurbedrijven investeringsruimte vrij die besteed kan worden aan het bouwen van onder andere nieuwe huurwoningen of het verbeteren van bestaande woningen. Maar nu even naar de praktijk en een aantal zorgen die ik heb. Als een onderneming meer dan 50 huurwoningen bezit, krijgt deze te maken met de verhuurderheffing. Deze ondernemingen krijgen nu een voordeel omdat wij willen dat ze gaan investeren in die woningen. Maar hoe gaan we ervoor zorgen dat het ook gebeurt? Wat gaat de minister doen om hier garanties voor te krijgen? Stel dat het de minister inderdaad lukt om maximaal commitment van de sector te krijgen om aan de slag te gaan. Dan zijn we er nog niet, want is er voldoende grond voor bijvoorbeeld corporaties om te bouwen? Vaak werken ze samen met gemeentes. Ze zullen dan ook bij gemeenten aankloppen voor grond om uit te breiden. Maar die zijn vaak gestopt met actieve grondpolitiek, om financiële risico's uit hun boekhouding te weren. Ze hebben namelijk al moeite genoeg om hun begroting rond te krijgen. Stel dat er wel voldoende grond is. Zijn er dan voldoende mensen en materialen om de ambities waar te maken? Stel dat dit ook zo is, hebben alle corporaties voldoende zicht op de woonbehoefte van de mensen in hun regio? Oftewel: hoe zorgen we ervoor dat er gebouwd wordt naar behoefte?
Kortom, heeft de minister eigenlijk al nagedacht over een duidelijk plan, met de juiste randvoorwaarden, zodat nieuwe en betere woningen ook daadwerkelijk kunnen worden gerealiseerd?
Nu ben ik aan het problematiseren. Dat weet ik echt wel, maar het is ook wel voor een stuk de realiteit. Alleen geld in een systeem pompen is niet voldoende garantie voor succes. Ik ben dus wel benieuwd wat de minister verwacht van deze maatregel in de praktijk. Begrijp me niet verkeerd: ik vind echt dat we de verhuurderheffing moeten verlagen. Wat het CDA betreft mag deze heffing verdwijnen, mits prestatieafspraken stevig verankerd worden. Dus niet alleen afspraken opschrijven, maar ook controleren op naleving. Wat ons betreft mogen er ook boetes komen bij nalatig gedrag of aanwending van extra middelen, niet voor het doel waarvoor wij ze als Kamer bestemd zouden willen zien. Graag hoor ik hoe de minister hiernaar kijkt en hoe zij dit voor zich ziet.
Dan het blokje toeslagen. Ik zat afgelopen week en weekend weer te lezen over de toeslagenaffaire. Het blijft een dossier waarvan het einde helaas nog niet in zicht is. Ik las een artikel van een paar maanden geleden. Eén zin raakte me. "De politieke scherpte is eraf" stond er. Dat trek ik me aan, want dat mag absoluut niet gebeuren met betrekking tot dit dossier; dat we onze aandacht laten verslappen. De delegatiegrondslag heeft niet direct iets te maken de toeslagenaffaire, maar wel met compensatie van gemaakte fouten door het gebruik van FSV-lijsten. Er ligt een voorstel om een wettelijke basis in te voeren voor toekomstige regelgeving voor een tegemoetkoming in schrijnende gevallen, terwijl nog niet duidelijk is wat er in die toekomstige regeling zou komen te staan. Wel hebben we, tegen de tijd dat de staatssecretaris de regeling in een AMvB heeft gegoten, vier weken de tijd om te reageren op die concept-AMvB. Dan kunnen we alleen nog een motie indienen om daarin iets aan te passen. Wat mij betreft voelt dat niet stevig genoeg. Daarom heb ik een amendement ingediend om als Kamer ook nog de mogelijkheid te hebben om toch over te gaan tot wetgeving, als de Kamer het niet eens is met de inhoud.
Voor het goed kunnen beoordelen van de inhoud is het nodig om het advies van de Raad van State te hebben. De staatssecretaris geeft op al onze vragen daarover alleen maar het formalistische antwoord: nee, dat kan niet, want in de Wet op de Raad van State staat dat ik het advies openbaar maak tegelijk met de publicatie van de AMvB in het Staatsblad. Maar, staatssecretaris, ik wil hier echt graag meer realisme in plaats van formalisme. Het wetsartikel waar de staatssecretaris naar verwijst, stamt uit de jaren negentig. Sinds die tijd is het middel van de AMvB veel gebruikelijker geworden. Het artikel is wat mij betreft achterhaald. Meer nog met het oog op de Wet open overheid, waaronder alle adviezen van de Raad van State vanaf 1 mei 2022 twee weken nadat ze worden vastgesteld gewoon op de website van de Raad van State worden gepubliceerd. Vanaf mei, dus over een halfjaartje, kunnen we die adviezen over een AMvB dus wel gewoon tijdig inzien. Waar hebben we het dan over? Ik zie het probleem niet. Het advies van de Raad van State ligt gewoon een aantal weken van tevoren op het bureau van de staatssecretaris, omdat hij het in de uiteindelijke versie van de AMvB moet verwerken.
Het voelt een beetje als die paarse krokodil van de reclame van een bepaalde verzekeringsmaatschappij. Velen van jullie kennen die vast wel. Een moeder staat met haar dochtertje voor de balie bij het zwembad. Zij was op zoek naar haar paarse krokodil, die achter die man stond. De moeder moet meerdere formulieren invullen en kan morgen terugkomen. "Maar daar staat hij", zegt het meisje. "Ja, daar staat hij", antwoordt de baliemedewerker. Laten we van dit verzoek geen paarse krokodil maken, maar er gewoon even realistisch en praktisch mee omgaan. Kan de staatssecretaris toezeggen dat hij met de Raad van State gaat overleggen over een tijdelijke praktische oplossing, vooruitlopend op de Wet open overheid?
Dan nog een korte vraag over de gegevenslevering bij kinderopvanginstellingen. Wij vinden het voorstel een verbetering van het huidige systeem. Ouders worden hiermee een stukje ontlast en beter geïnformeerd. Maar nog een keer mijn vraag. Er zijn door diverse partijen suggesties gedaan om ouders nog meer in de lead te zetten en op onderdeeltjes het proces wat verder te verbeteren en te verduidelijken. Wat neemt de staatssecretaris nu concreet over van al deze suggesties en wat niet? Dan weten we ook waar we aan toe zijn en waar we eventueel ja tegen zeggen.
Dan het blokje overig. We hebben hier de afgelopen week al veel over gesproken, maar ik wil nogmaals aandacht vragen voor een aantal specifieke onderwerpen. We hebben het in de discussie ook gehad over een goede belastingmoraal en wat daarvoor nodig is. Een van de dingen die wat ons betreft de belastingmoraal ondermijnen, is het enorme verschil aan marginale druk, zoals ik al benoemde in mijn inleiding. Die is voor sommige inkomens nog steeds extreem hoog, zoals we wederom zien bij het inkomensbeleid in het Belastingplan. We maken stappen, maar we zijn er nog niet. We begrijpen overigens ook dat het complex is, maar daarmee is het ook uitdagend om er wat aan te doen. In de tabellen zien we dat de marginale druk voor huishoudens met een inkomen tussen de €20.000 en €40.000 nog steeds veel te hoog is, wat leidt tot ongelijkheid, en dat mensen die meer gaan werken niet worden beloond. Wij zien het als een gezamenlijke uitdaging hier wel verdere stappen in te zetten. Wij horen graag van de staatssecretaris wat zijn visie is, wat hij hieraan wil doen.
Dan nog een punt dat van invloed is op de belastingmoraal, namelijk de kwaliteit en controleerbaarheid van wetgeving. In een aantal gevallen komt in het Belastingplanpakket duidelijk naar voren dat de Belastingdienst eigenlijk weinig zicht heeft op de werking van de maatregelen en dat er dus problemen zijn met de controleerbaarheid en inzicht in de effectiviteit van de maatregelen. Ik noem een paar voorbeelden. Ik begin dij de uitzondering op het fiscaal partnerschap voor toepassing van de IACK. Onze vraag was of het voldoende gecontroleerd kan worden. De boodschap is eigenlijk dat nog heel onduidelijk is hoe de maatregel gaat uitwerken en of de controle voldoende is.
Bij de werkkostenregeling voor thuiswerken is wederom een complexe toevoeging gemaakt op basis van een inschatting in coronatijd van het aantal mensen dat verwacht te zullen blijven thuiswerken, geen rekening houdend met de huidige situatie. Een horizonbepaling lijkt de staatssecretaris zelfs niet nodig te vinden, want die zou onzekerheid met zich kunnen meebrengen. Daarom hebben wij het amendement van de ChristenUnie over toevoeging van zo'n horizonbepaling mede ingediend.
Dan maak ik meteen het bruggetje met de regeling voor de aandelenoptierechten, waarbij eveneens goed zicht op werking en effectiviteit ontbreekt. Bij dit voorstel zien we allereerst een duidelijke spanning tussen de doelstelling en de uitwerking. De doelstelling ondersteunen we. Ik bedoel dat start-ups en scale-ups en hun werknemers niet in liquiditeitsproblemen komen op het moment dat zij fiscaal moeten afrekenen over de uitgeoefende aandelenoptierechten. We snappen namelijk heel goed het belang van deze regeling voor start-ups en scale-ups. Maar wij hebben om een heel aantal andere redenen wel veel moeite met de maatregel, namelijk omdat deze niet alleen van toepassing is op de bedoelde start-ups en scale-ups, omdat deze een nieuwe onzekerheid en complexiteit inbouwt in het toch al zo complexe systeem, omdat die niet controleerbaar is voor de Belastingdienst, omdat de maatregel maar beperkt concurrerend is op internationaal perspectief en omdat er nog geen aanzet is gemaakt tot een goede monitoring of die maatregel überhaupt wel het beoogde effect gaat hebben.
Dat alles samen druist in tegen de kwaliteit en tegen goede en eenvoudige wetgeving die we willen nastreven. Met name op dat laatste punt, de monitoring, willen we meer comfort hebben. Daarom willen we de staatssecretaris verzoeken zo snel mogelijk een systeem van monitoring te gaan vormgeven, samen met de betrokken sectoren, waarin de feedback van deze sectoren wordt bijgehouden en waarover jaarlijks aan de Kamer wordt gerapporteerd. Zo hopen we op een aantal punten inzicht te krijgen. Hoeveel bedrijven maken gebruik van zo'n maatregel? Zijn dat met name de start-ups en scale-ups of zijn het ander soort bedrijven? Is de regeling überhaupt werkbaar of te complex? En waar zitten verbeterpunten? We zien graag dat drie jaar na inwerkingtreding de balans wordt opgemaakt of de maatregel inderdaad effectief is. Zo niet, dan moeten we kijken hoe we het kunnen verbeteren. Dan de laatste vraag op dit onderdeel: is het dan echt niet mogelijk de regeling minder generiek te maken en toch iets meer toe te spitsen op waar we die eigenlijk voor bedoeld hebben?
Wat ook belangrijk is voor de belastingmoraal, is het voorkomen van belastingontwijking door bedrijven. Hier zijn de afgelopen jaren stappen in gezet. De staatssecretaris spreekt over grote stappen. Daar zijn we het mee eens, maar daarmee zijn we er nog niet. Komende jaren zullen er namelijk nog veel meer stappen worden gezet. Ook de OESO en de EU zijn er op dit moment voorbereidingen voor aan het treffen. Wij stellen ons de vraag of je ooit alles dicht kunt timmeren met wetgeving, en of dat wenselijk is. We vinden ook dat een stuk van de verantwoordelijkheid om moreel gedrag te vertonen bij de bedrijven zelf moet komen te liggen. Wij denken dat nog veel te ontwikkelen is op het gebied van taks governance. Laat bedrijven zelf nadenken over de belastingmoraal en welke principes ze in de praktijk willen toepassen. We zijn in dat opzicht dan ook erg benieuwd naar de uitkomsten van het initiatief van VNO-NCW hierop om een taks governance code te ontwikkelen samen met stakeholders uit de wetenschap, vakbewegingen en ngo's. Ziet de staatssecretaris ook aan de kant van de overheid mogelijkheden om tax governance verder te helpen ontwikkelen en ondersteunen, bijvoorbeeld door hier ook in het toezicht op de Belastingdienst aandacht voor te hebben?
Voorzitter. Ook wil ik nog even aandacht vragen voor het kindje van onze staatssecretaris, namelijk het heffen op basis van werkelijk rendement in box 3. De contourennota die aangekondigd is, volgt binnenkort. De staatssecretaris gaf al een winstwaarschuwing over de inwerkingtreding, die toch nog een tijdje op zich zal laten wachten; een termijn die bij mij voor buikpijn zorgt, want tijd werkt in dit geval niet in ons voordeel. Vorige week schreef de AG dat het box 3-systeem op stelselniveau onterecht is. En als de Hoge Raad het oordeel overneemt, dan staat de Belastingdienst voor een groot probleem omdat bij alle bezwaren de aanslagen moeten worden herzien. Nu zijn wij benieuwd: gaat de staatssecretaris dan alleen de aanslagen herzien van mensen die in bezwaar zijn gegaan of gewoon van alle mensen met een box 3-aanslag die na zo'n uitspraak van de Hoge Raad onterecht zou blijken te zijn? Wij horen graag van de staatssecretaris hoe hij hiermee om wil gaan.
Verder heb ik een korte vraag over de berekeningswijze van box 3 voor het rendement op onroerend goed die nu in de OFM wordt vastgelegd. De staatssecretaris zegt hier dat het alleen maar een verduidelijking is van wat al in de wet staat, maar wij zien die berekeningswijze eigenlijk niet heel duidelijk terug in de wet. Het lijkt meer een interpretatie van de wettekst die nu in de wet wordt verwerkt. Kan de staatssecretaris toch nog een keer toelichten of dit inderdaad geen inhoudelijke wijziging van de wet is?
Ik heb nog twee puntjes. Het eerste punt is de export van elektrische auto's. Nederland heeft relatief veel elektrische auto's, mede door een ruim stimulerend beleid. We snappen dat veel bijtellingsperiodes nog niet zijn afgelopen en dat er nu misschien nog geen zicht is op hoeveel auto's daarna naar het buitenland verdwijnen. Maar wij krijgen wel signalen en wij zijn ook echt bang dat het gaat gebeuren. Het is makkelijk een auto voor een goede prijs naar het buitenland te vervoeren na die vijf jaar, als er meer vraag naar is omdat er op die markt nog minder elektrische auto's zijn. Kan de staatssecretaris dit nauw blijven monitoren en alvast nadenken over mogelijke acties om te zorgen dat we hier niet voor niets elektrisch vervoer aan het stimuleren zijn omdat het straks gaat wegvloeien in plaats van dat de auto's op de tweedehandsmarkt komen, wat eigenlijk ons doel is?
Ten slotte de energierekening. 3,2 miljard om inwoners te ondersteunen en zo de enorme stijging van de energierekening deels te kunnen ondervangen, is een goed initiatief. Zoals ik in de derde termijn van de Financiële Beschouwingen vermeld, hebben we moeite met de generiekheid van het voorstel. In het debat werd gesproken over kanonnen en muggen en over geld ongericht in de lucht gooien. Daarom ook de motie samen met D66 om hier een iets gerichtere verdeling op te krijgen. En ja, dat levert complexiteit in de uitvoering op. Dat besef ik heel goed en eigenlijk moet ik dat dus ook helemaal niet willen, zeker niet na mijn pleidooi van de afgelopen bijna twintig minuten. Maar ik heb het ook gehad over draagkracht. Nu moet ik de keuze maken tussen akkoord gaan met een generieke maatregel die wellicht eenvoudig is in de uitvoering, maar niet doeltreffend genoeg, of de draagkrachtdiscussie. We hebben niet voor niks al meerdere keren met elkaar gesproken over onze grote zorgen over deze stijging, met name voor onze hardwerkende middenklasse maar ook de mensen die leven in energiearmoede. Vandaar ook dat ik achter deze motie sta. Dit is een mooie illustratie van een spanningsveld waar we soms voor staan en waar we zorgvuldig mee om willen gaan. Ik wil de staatssecretaris dan ook bedanken voor de brief waarin staat dat de motie uitgewerkt gaat worden. Inderdaad, de discussie of en hoe is hier al gevoerd. Wij gaan ervan uit dat er een antwoord komt op de vraag hoe we dat gaan doen. Ik hoop op een zo effectief mogelijke wijze.
Dank u wel.
De heer Hammelburg (D66):
Bij dat laatste sluit ik me natuurlijk volledig aan, maar dat zult u begrijpen. Ik wil even terug in de tijd, ik denk een minuut of zes, zeven, want ik stond hier al wat eerder. Het ging over een amendement van mevrouw Van Dijk over de thuiswerkregeling en de horizonbepaling. Ik meende — ik kijk even naar mevrouw Van Dijk — dat er 2025 in stond. Mijn eerste vraag aan mevrouw Van Dijk stel ik ook in het kader van klimaatverandering en de belasting van het openbaar vervoer, de wegen en, zeg ik er maar even bij, de fietspaden. Moeten we, nu we ook zien dat mensen niet alleen in coronatijd maar ook in de toekomst steeds vaker thuis gaan werken, er niet voor zorgen dat het makkelijker wordt gemaakt voor werkgevers en werknemers om daar een fiscale regeling voor te treffen?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ja, wij vinden het goed dat er een regeling komt, maar wij vinden het nóg beter als die regeling onderbouwt wordt met de realiteit. Vandaar dat wij het wel belangrijk vinden dat die horizonbepaling opgenomen wordt.
De heer Hammelburg (D66):
Bij dat eerste kan ik mij wel aansluiten. Kan mevrouw Van Dijk dat amendement niet intrekken en om een evaluatie vragen? Dat is volgens mij wat we willen. Die evaluatie mag wat mij betreft ook sneller dan in 2025. Ik kijk daarbij voor de haalbaarheid ook even met een schuin oog naar de staatssecretaris. Maar een horizonbepaling is echt wel iets anders, en is volgens mij niet het juiste instrument om het doel te bereiken dat mevrouw Van Dijk wil bereiken. Het is niet geschikt om te kijken of het inderdaad doet wat het moet doen.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Meneer Grinwis heeft het initiatief genomen en ik dien het amendement mee in. Volgens mij had ik dat ook zo gezegd. Ik ga hier dus niet zeggen dat we het amendement intrekken, want ik vind dat ik dat dan op z'n minst toch even met mijn collega moet overleggen.
De heer Hammelburg (D66):
Achter mij hoor ik de heer Grinwis vanuit zijn stoel zeggen: dat ga ik niet doen. Laat ik de financiële techniek er ook maar bij halen. Een horizonbepaling betekent dat je dan ook opnieuw budget moet regelen. Als wij vinden dat we thuiswerken meer moeten stimuleren, nu, maar ook in de toekomst, als we willen dat de wegen en de treinen rustiger worden, en mensen deels thuis en deels op kantoor kunnen werken, dan moeten we zo'n regeling hebben. Volgens mij was een van de lessen van deze coronatijd dat deels thuis werken een goede weg is. Voor een deel thuiswerken is fijn, maar altijd thuiswerken niet; laat ik dat er gelijk maar bij zeggen. En als we zo'n regeling moeten hebben, is het veel beter om voor zo'n evaluatie te gaan dan voor een horizonbepaling. Bij dat laatste moet je de hele riedel weer opnieuw voeren. Dit is beleid dat we volgens mij gewoon door willen zetten. Wellicht willen we het aanscherpen, maar we willen het in ieder geval gewoon doorzetten, ook in de toekomst. Is mevrouw Van Dijk dat met me eens?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Nou, daar ben ik het niet mee eens. Tijdens de twee dagen die we hebben gehad over dat onderwerp, heb ik al aangegeven dat er van bepaalde aannames werd uitgegaan. Maar in de praktijk zie je alweer heel andere ontwikkelingen ontstaan. Dus ja, we willen het stimuleren, dat klopt. Maar we moeten onze ogen niet sluiten voor wat er daadwerkelijk gaat gebeuren. En wij hechten eraan om op basis van die realiteit te bepalen hoe zo'n regeling eruit moet komen te zien. Daarin verschillen we dus gewoon van mening.
De heer Hammelburg (D66):
Een laatste opmerking hierover. D66 ziet dat echt anders. In de coronatijd werden mensen gedwongen om thuis te werken. Heel veel mensen geven aan dat ze dat ook in de toekomst willen blijven doen, zij het voor een deel van de tijd. Dat is een goede ontwikkeling. Maar als mensen thuis werken, staat de kachel de hele dag aan. Als mensen thuis werken, moeten ze zelf een kopje koffie zetten. Dat kost geld. Daar is deze regeling voor bedoeld. Dat probleem wordt in de toekomst niet minder. Is mevrouw Van Dijk dat dan in ieder geval wél met me eens? De kosten voor de werknemer en de werkgever blijven wel bestaan als je thuis in plaats van op kantoor gaat werken.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Daarom ben ik ook niet tegen deze regeling.
De heer Edgar Mulder (PVV):
Ook nu hoor ik tot mijn verbazing mevrouw Van Dijk spreken over draagkracht. Het maakt me ook vrolijk. "Draagkracht voor de middenklasse" waren volgens mij de exacte woorden. Ik snap dan niet waarom het CDA in de afgelopen jaren altijd andere keuzes heeft gemaakt. Want de warmtepomp wordt niet gekocht door de middenklasse, maar door D66-pipo's. En dit kabinet gaat die mensen ook nog steunen met de elektriciteit, en het steunt niet de gewone Nederlander, die nog gewoon op gas stookt. De Tesla wordt niet gekocht door de gewone middenklasse; die auto wordt gereden door wederom de D66-doelgroep. En de kosten van al die fiscale voordelen voor elektrische auto's mag de gewone Nederlander weer betalen. Dus als mevrouw Van Dijk het heeft over draagkracht. Waarom steunt zij dan het beleid dat ten goede komt aan de wat rijkere mensen, en niet aan de gewone Nederlander?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Volgens mij heb ik vandaag in ieder geval een aantal opmerkingen gemaakt waaruit blijkt dat ik echt wel breder kijk dan alleen naar die doelgroep. We hebben het al over de energierekening gehad. En de heer Mulder heeft het over die dure elektrische auto's. Als er nooit een tweedehandsmarkt gaat ontstaan voor die auto's, gaan die zeker niet bereikbaar worden voor een andere doelgroep dan de groep waar de heer Mulder het over heeft. Dus waarom zijn die regelingen in het verleden altijd gesteund? Ik weet dat niet. Ik weet alleen dat ik marginaledrukplaatjes zie die rare dingen doen. Daar hebben we het ook in het debat over gehad. En ik heb mijn hoofd er ook over gebroken. Het is niet zo makkelijk dat je het zou kunnen oplossen door maar aan één knopje te draaien. Zo makkelijk is het gewoon niet. Dus ik denk dat we met elkaar de uitdaging moeten aangaan. Enerzijds moeten we zaken versimpelen, verduidelijken. En anderzijds moeten we proberen een draagkrachtplaatje te krijgen waarbij u en ik in ieder geval het gevoel hebben: dit is meer de werkelijkheid van het Nederland dat wij graag zouden willen zien.
De heer Edgar Mulder (PVV):
Het CDA is in ieder geval eerlijk, in tegenstelling tot D66 net. U zegt eerlijk: ik weet niet waarom we die keuzes maken. D66 kwam met een paar bruggen aan. Als u niet weet aan welke knop u wil draaien, zou het toch aardig zijn dat we daar gezamenlijk proberen achter te komen? Ik heb een aantal voorstellen daarvoor. Ik zal een aantal moties indienen. Ik hoop dat u die dan steunt, want die komen de gewone Nederlander ten goede.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Volgens mij heb ik aangegeven: laten we het vooral met elkaar simpeler en overzichtelijker maken, zodat het ook makkelijker wordt om aan bepaalde knoppen te draaien en we weten wat het effect daarvan is. Dus ik zie ernaar uit om die debatten de komende tijd met u te gaan voeren.
De heer Nijboer (PvdA):
Ik heb met het CDA op wonen best wel wat initiatieven genomen samen met de heer Ronnes. Hoe ziet de woordvoerder van het CDA nou de woonbegroting, ook in relatie tot de verhuurderheffing en het Belastingplan, straks door beide Kamers der Staten-Generaal komen? Is zij er nog een beetje op uit om nog wat meer te bereiken van de wensen die het CDA ook heeft, zoals rondom het volkshuisvestingsfonds, de verhuurderheffing, de huisjesmelkersboete? Of kijkt zij meer naar rechts?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Nee, ik kijk eigenlijk meer naar mijn collega wonen, die deze begroting gaat doen. U weet wat ons standpunt is over de verhuurderheffing. Wij zijn blij dat we een eerste stap daarin kunnen zetten, maar u weet ook — het is een heel flauw antwoord maar ik ga het maar gewoon geven; ik vond dat de heer Grinwis het mooi zei in een debat — dat ik op dit moment niet uit twee ruiven kan eten en niet aan de ene kant iets kan gaan veranderen, terwijl ik aan de andere kant erover aan het praten ben.
De heer Nijboer (PvdA):
Dat snap ik best voor bepaalde dingen die op de formatietafel liggen, maar we zitten ook gewoon in een begrotingsbehandeling. De dekking, de belastingen die wij ophalen voor de wensen die we voor de uitgaven hebben, wordt hier geregeld. Daar stemmen we donderdag over. Het is echt niet zo gek om te zeggen: die woonbegroting komt er hier wel door met die 77 of — hoeveel zijn het er? — 78, 79 zetels, maar in de Eerste Kamer waarschijnlijk niet. Dat hebben we vorig jaar heel open in een debat besproken. Of zegt het CDA nu: als die auto tegen de muur rijdt, zien we wel wat er gebeurt en verder zien we bij de formatietafel wel wat eruit komt? U bent een missionair Kamerlid. U kunt misschien wel bereiken wat u wil. Ik wil u daar toch toe uitnodigen.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dat uitnodigen mag zeker, maar goed, volgens mij snapt u ook heel goed in welke positie ik op dit moment zit. Daar wil ik het nu even bij laten.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we nu luisteren naar mevrouw Maatoug van de fractie van GroenLinks. Zij is een invaller maar heeft ons toch verblijd met een groot aantal amendementen, alsof zij dit al jarenlang doet. Ik ga u nog even de tussenstand geven van de interrupties: Edgar Mulder vijf, de SP bij elk kaar zes, Nijboer zes, Maatoug vijf, Stoffer twee, Omtzigt drie. Het woord is aan mevrouw Maatoug.
Mevrouw Maatoug (GroenLinks):
Dank, voorzitter. Voordat ik begin, heb ik hier op mijn spiekbriefje staan, wil ik met trots melden dat ik het woord ook namens de fractie van Volt voer. En ik heb hier staan dat ik moet proberen rustig te spreken, maar ik voel ook de haast die u heeft richting de dinerpauze. Dus voor de mensen thuis: als het te snel gaat …
De voorzitter:
Is het mijn schuld.
Mevrouw Maatoug (GroenLinks):
… weet dan dat het deze keer de voorzitter was …
De voorzitter:
Nou, dat is weer lekker!
Mevrouw Maatoug (GroenLinks):
… en niet het snelle spreken van mijzelf.
Voorzitter. Ik vond wel mooi hoe wij dit debat begonnen, want het ging ook eventjes over wat politiek is. Het ging erover dat het saai kan zijn en dat het misschien maar goed is dat het saai is, maar in de kern gaat politiek over keuzes maken. Hoe goed we ook zijn in praten in deze zaal, de magie gebeurt op het moment dat we kiezen. Wij zijn hier met z'n allen verkozen om namens alle Nederlanders keuzes te maken die de wereld beter maken. Dat doen we met onze eigen passie en wereldbeelden. De afgelopen maanden denk ik: misschien moeten we weer wat meer doen en iets minder praten; misschien komt dat het vertrouwen in de politiek ook ten goede.
Als invaller valt me iets op. Ik ben eigenlijk SZW-woordvoerder en als ik vandaag weer de argumentatie hoor om wat meer ruimte te geven aan de eigen verantwoordelijkheid, dan voel ik toch een discrepantie met hoe we dat doen in de sociale zekerheid en in heel veel SZW-wetgeving. Terwijl ik hiernaartoe liep, zag ik nog een NOS-bericht over WIA-wetgeving, die wij heel strak toepassen. Ik zie het in de Participatiewet. Daar zeggen we eigenlijk nooit: laten we de mensen een beetje vertrouwen. Ik zie daar een verschil en ik dacht: ik deel die observatie.
Dan kom bij wonen. Fijn dat we het daar vandaag over hebben. Meerdere sprekers hebben het al gezegd: het belastingstelsel is ontzettend belangrijk. Dat zegt heel veel over wat wij in onze samenleving belangrijk vinden. Vroeger — dan praat ik mensen na — werd er altijd gezegd: werk moet lonen. Dat vinden wij ook, heel erg zelfs. Maar inmiddels valt er niet meer op te werken tegen het onverdiende inkomen dat mensen aan komt waaien omdat ze veel meer vermogen hebben. De belastingdruk op arbeid is in de afgelopen twintig jaar gestegen, terwijl de lasten op kapitaal in de afgelopen twintig jaar zijn gedaald. Huizen zijn een heel belangrijke levensbehoefte, zoals mevrouw Beckerman al zei, maar ze zijn een beleggingsobject geworden. In plaats van dat af te remmen, bemoedigt ons belastingstelsel dat. We juichen het zelfs toe en maken het aantrekkelijker. De overheid vindt het nodig om belastingen te heffen bij sociale huurwoningen, maar bij asociale huurwoningen kunnen pandjesbazen doen en laten wat ze willen. Om heel eerlijk te zijn kan GroenLinks daar niet bij met haar hoofd.
Als de coalitiepartijen, die nu aan het onderhandelen zijn, doorhebben hoe groot de vermogenscrisis is — ik ben ontzettend blij met de woorden van de collega van D66 — dan komt er een grote belastingherziening die de vermogensongelijkheid aanpakt. Maar toch zitten wij hier als missionaire Kamer. We zijn door alle mensen die op ons gestemd hebben op pad gestuurd om plannen te maken. Henk Nijboer van de PvdA zei het ook al: er is een wooncrisis gaande. Daar kunnen we mooie woorden aan wijden en we kunnen zeggen hoe heftig dat is, maar in de tussentijd hebben mensen geen dak boven hun hoofd, stijgen de prijzen en zien we hele grote knelpunten. En daar kunnen we wat aan doen, wij als Kamer en het kabinet. Maar ik spreek vooral de collega's van de fracties aan. U kunt elkaar hier als woordvoerder, maar ook in de fractievergadering, aankijken en zeggen: dit zouden we kunnen regelen, zoals we ook bij de APB hebben gedaan.
Laten we er ten eerste voor zorgen dat de verhuurderheffing van tafel gaat. Ik heb net iets geleerd over compromissen. Soms moet je gewoon luisteren naar de meerderheid. Soms is dat hartstikke fijn, omdat ze misschien gewoon gelijk hebben. We weten dat alle partijen hiervoor zijn, dus het wordt gewoon tijd dat de VVD haar heilige huisje opgeeft.
Wat ook heel belangrijk voor ons is, is dat buitenlandse beleggers in fiscale beleggingsinstellingen gewoon netjes belasting gaan betalen over de verkoopwinsten van Nederlands vastgoed. Daarom ben ik er heel trots op dat we samen met de PvdA, Volt, DENK en de heer Omtzigt een amendement hebben ingediend.
Dan de jubelton, die net ook al werd genoemd. Die moet zo snel mogelijk van tafel. Het is niet uit te leggen dat we kinderen van vermogende ouders een fiscaal steuntje in de rug geven — dat komt zelfs uit de eigen evaluatie van het kabinet — terwijl we kinderen in gezinnen met weinig geld afstraffen als ze bij hun ouders blijven wonen. Dat gebeurt via de samenwoonboete, die ook wel de "kostendelersnorm" wordt genoemd. Het geld van de jubelton zouden we daarvoor kunnen gebruiken. Ik ben heel blij dat mijn collega's van de PvdA, Volt en DENK het amendement daarover steunen en mee-indienen.
Voorzitter. De delegatiebepaling is al een paar keer genoemd door collega's, want dit is niet het eerste debat dat we voeren. We hebben twee goede wetgevingsoverleggen gehad. Ik ben invaller op dit dossier en in de drie weken dat ik dit doe, heb ik al drie nota's van wijziging gezien. Het heeft ons echt doen duizelen. Het duurt lang en het kost ons veel moeite om te snappen wat er allemaal gebeurt. Tegen het kabinet wil ik zeggen dat wij het dilemma heel goed snappen, want wij zitten als fractie ook met dat dilemma. Aan de ene kant willen we enorme haast maken. Veel collega's hebben al gezegd dat het verschrikkelijk is wat de overheid mensen heeft aangedaan. Geen woord dat ik uitspreek, kan dat minder maken. Maar tegelijkertijd willen we nauwkeurig zijn. Hoe houd je dat in balans?
Het is voor ons heel belangrijk om de delegatiebepaling die nu voorligt, te kunnen wegen. We blijven daarop puzzelen. Wat is nou precies de bedoeling? Met de "bedoeling" doel ik niet alleen op het wettelijk kader, maar ook op de inhoud. De debatten die we hier voeren over macht en tegenmacht, gaan er niet alleen over dat het proces goed moet zijn. Wij als GroenLinksfractie geloven dat het debat dat we hier voeren in de Kamer, ook de inhoud beter maakt, ook van de regelingen die daaronder liggen. We hebben nu onvoldoende informatie om dat te kunnen beoordelen. Het is voor ons dus ontzettend moeilijk om te weten waar we ja of nee tegen zeggen. Ik hoop dan ook dat het kabinet daar duidelijkheid over kan geven, want dat is voor ons relevant om deze wet te kunnen beoordelen.
Er is al wat gezegd over de Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten. U was er niet bij, voorzitter, maar daar zijn veel kritische vragen over gesteld in het wetgevingsoverleg. Ik zei het net al in het interruptiedebatje: de uitvoeringstoets van de Belastingdienst was ook bijzonder kritisch. De aanvullende schriftelijke antwoorden hebben mijn fractie niet verder kunnen overtuigen van het nut van dit wetsvoorstel. We zullen daarom tegen dit wetsvoorstel stemmen. Ik hoop dat de andere fracties de rode vlag van de Belastingdienst net zo serieus nemen en dat we deze 11 fte op een betere manier kunnen inzetten bij de Belastingdienst.
De heer Hammelburg (D66):
Gewoon voor de beeldvorming, want ik hoor "rode vlag". Ik kijk naar het advies en zie een groene vlag, ik zie een aantal gele vlaggen en ik zie één rood vlaggetje. Onder aan de tekst, bij de conclusies, staat: "uitvoerbaar". Is GroenLinks dat met mij eens?
Mevrouw Maatoug (GroenLinks):
In het wetgevingsoverleg is ook gezegd dat het om de totale weging gaat. Het is dus heel fijn dat u deze vraag stelt, want dan kan ik dat verduidelijken. In dit geval is dat ook de verhouding met betrekking tot het aantal fte's dat het oplevert. De discussie die we net gevoerd hebben, gaat erover dat je het eigenlijk veel breder moet bezien en dat het om meer weging vraagt. En dan vragen wij ons af, met ook dat stukje rode vlag, of dat de uitvoeringscapaciteit waard is, gezien de andere grote opgaves die daar liggen. Ik dank u dus voor het feit dat ik dat zo kon verduidelijken, zeg ik tegen de heer Hammelburg.
Voorzitter. Dan belastingontwijking. We zijn met z'n allen blij met de wereldwijde aanpak ...
De voorzitter:
Nog een vraag van de heer Hammelburg, zijn vijfde.
De heer Hammelburg (D66):
Voor de duidelijkheid: dat gaat dus om 11 fte, elf voltijdmedewerkers?
Mevrouw Maatoug (GroenLinks):
Ja. Het is niet zo heel netjes om te praten over het verleden, maar je kunt met 11 fte heel veel doen. Dat klinkt weinig, zeg ik tegen de mensen thuis, maar als je ziet hoe weinig mensen we bijvoorbeeld hebben voor de handhaving van de zzp-regelgeving, dan kunnen we die 11 fte wellicht ook anders gebruiken.
Dan de oproep aan het kabinet over belastingontwijking. Dat hebben we in het WGO ook gedaan, maar ik dacht: ik doe dat hier in de plenaire zaal nog een keer. We roepen het kabinet op om in Europees en nationaal verband de wereldwijde plannen zo effectief mogelijk uit te werken, waarbij belastingontwijking zo veel mogelijk wordt tegengegaan. Maar nationaal valt er ook nog genoeg te verbeteren. Als het kabinet blijft roepen dat de aanpak van de belastingontwijking topprioriteit heeft, dan verwacht ik dat het er alles aan doet om de gaten te dichten in onze gezamenlijke belastingwetten. Ik verwacht dan ook dat het kabinet het toejuicht dat de Kamer met aanscherpingen komt, waardoor belastingontwijking verder wordt aangepakt. Daarom heb ik samen met collega's een aantal amendementen ingediend om de wetgeving te verbeteren. Dat begint met het tegengaan van het opknippen van bv's, samen met de PvdA, Volt, DENK en de heer Omtzigt. Een ander amendement, ook samen met PvdA, Volt, DENK en de heer Omtzigt, heeft als doel om de gaten in de dividendbelasting bij aankoop van eigen aandelen te dichten. Weer een ander amendement heeft tot doel het opknippen minder aantrekkelijk te maken door schijfgrenzen in de Vpb niet te verhogen. Dit amendement is samen met de PvdA, Volt, DENK, Omtzigt en de SP.
Toch even over de stelligheid in het debatje van zojuist. Dat is niet omdat ik dat vind of omdat ik dat verzonnen heb. Maar als we heel goed kijken naar de analyse die het kabinet zelf heeft gemaakt, ook eerder in de schriftelijke beantwoording, en als we kijken wat verschillende onderzoekers tegen ons zeggen, en als we kijken naar de feitelijkheden op de plek waar je arbitrage hebt en waar er verschil is tussen twee grenzen — daar zien we nu opknipping — dan is het dus volstrekt logisch om te zeggen: als dat gat groter wordt, dan wordt dat niet minder opknipping maar dan wordt dat méér opknipping. Wat ik ingewikkeld vind aan het debat nu, is het volgende. Ik snap heel goed dat je vorig jaar iets bedacht hebt en dat je dat geld op een andere manier moest neerzetten. Maar laten we het niet eerst nog evalueren, om dan volgend jaar te concluderen "nou, hè, poeh, hé" of over twee jaar "daar was meer opknipping, laten we het nu anders doen". Laten we het dan een keer logisch beredeneren en zeggen: we stoppen dat. Ik verwijs ook naar het verkiezingsprogramma van de collega's van D66: die hadden een nog lagere grens in hun eigen plannen. Laten we dan dus even stilhouden en verstandig beleid voeren; niet omdat ik het zeg, maar gewoon omdat het verstandig is.
Dan specifiek het wetsvoorstel tegen mismatches. Ik geef ook hier weer een compliment aan de staatssecretaris. Het is ontzettend goed dat het voorstel er ligt, maar het zou eeuwig zonde zijn als de Kamer deze week besluit om grote multinationals nog tientallen jaren te belonen voor slecht gedrag in het verleden. Als de woorden van de staatssecretaris juist zijn, dan hebben we ons leven gebeterd, maar dan moeten we dat ook in onze daden laten zien. Het kabinet was zelf ook van mening dat 1 januari 2017 een redelijk voorstel was. Het stond immers in de consultatieversie. Daarna kwam helaas de lobby van het bedrijfsleven. Ik snap dat, want voor niemand is het leuk om belasting te betalen. Als ik naar die datum kijk, dan denk ik, samen met collega's: we weten dat bedrijven een bewaarplicht hebben, dus 2017 lijkt goed uitvoerbaar. Sinds 1 januari 2017 is er DAC 3, die de automatische uitwisseling van deze gegevens tussen Europese landen mogelijk maakt. Sinds 2015 hebben we het al over BEPS, Base Erosion and Profit Shifting. De rapporten kwamen eraan en we hebben die ook constant ondersteund, waardoor bedrijven konden weten dat er een einde zou komen aan de fiscale pret. En dan is het ook nog eens zo dat we in elke ruling die we afgeven heel netjes en duidelijk verwoorden dat wetgeving kan veranderen. Het is dus een risico dat je kon inschatten. We dienen dit amendement dus in om het wetsvoorstel eigenlijk weer in ere te herstellen, naar de manier waarop het bij het conceptwetsvoorstel was ingediend. Ik doe dat samen met de collega's van SP, PvdA, Volt, DENK en collega Omtzigt.
Voorzitter. Daarnaast willen we niet dat het wetsvoorstel eenvoudig kan worden omzeild door bijvoorbeeld een bedrijf in Luxemburg in de constructie te schuiven. Daarom voegen we een antimisbruikmaatregel toe aan het wetsvoorstel via het amendement dat we samen met DENK, Volt en de PvdA indienen. Verder hebben we een amendement dat verduidelijkt wanneer er sprake is van een fusie of splitsing. Dat doen we samen met de fracties van Volt, DENK en de PvdA.
Tot slot, voorzitter. In het WGO hebben we het gehad over andere vormen van dubbele niet-belasting. Ik zou het kabinet willen vragen: wat gaat het eraan doen om die allemaal niet mogelijk te maken? Hoe zit dat in de plannen?
Echt tot slot, voorzitter. Ik heb nog 1,34 minuut op mijn teller. Ik hoop dat ik dit zeg in een soort van matig tempo en dat het een soort van te volgen is, maar dan kunnen we wellicht sneller dineren. Complimenten aan Bureau Wetgeving hier in de Kamer en dank voor de technische ondersteuning bij de amendementen. Het lijkt alsof we die dingen zomaar indienen, maar we zijn daar weken mee bezig. We worden daar ook technisch in ondersteund door het ministerie. We kijken naar quickscans. We wegen dingen. Sommige dingen dienen we niet in. Ik vind dat wel belangrijk om gezegd te hebben, want het is niet zomaar een lijstje dat we even voorlezen. Daar zit heel veel werk in van heel veel mensen, en die wilde ik ook even bedanken.
De voorzitter:
Bij dezen. Hartelijk dank. Dan is de volgende spreker de heer Grinwis van de fractie van de ChristenUnie. Het gaat goed met mijn voornemen om dit debat af te ronden voor de dinerpauze, maar dan moeten we het wel scherp blijven houden. Ik weet dat men in vak-K dolgraag tot ver na middernacht over het Belastingplan wil vergaderen, maar ik ga niet toegeven aan die druk.
Het woord is aan de heer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. De Belastingdienst is als een roestige auto: door velen afgeschreven, door sommigen verketterd, maar ondertussen is het de dienst die jaarlijks honderden miljarden aan belastingen binnenhaalt. We kunnen eenvoudigweg niet zonder deze unieke en cruciale dienst. Maar juist omdat de Belastingdienst zo cruciaal en zo uniek is en juist omdat ik vertrouwen heb in de duizenden medewerkers die daar met hart en ziel werken, doet het me pijn dat het zo mis is gegaan bij het toeslagenstelsel. Daarom baal ik er ook zo van dat de ICT zo verwaarloosd is dat grondige hervormingen niet snel door te voeren zijn. Collega Inge van Dijk ging daar al uitgebreid op in en ik sluit me volgaarne bij haar woorden aan.
Voorzitter. Bij het wetgevingsoverleg hebben we al uitgebreid bij alle voorstellen stilgestaan. Ik ga dat niet allemaal dunnetjes overdoen, maar op sommige punten toch wel een beetje. Allereerst de verhuurderheffing. Eind dit jaar heeft de Staat 13 miljard euro opgehaald aan verhuurderheffing. Collega Beckerman noemde dat bedrag tot en met nu helemaal precies tot ongeveer achter de komma. Voor het eerst sinds de invoering bijna negen jaar geleden halen wij er in het na de motie-Hermans gewijzigde Belastingplan een forse hap vanaf, in totaal 831 miljoen euro. Me dunkt, dat is geen kleinigheid. Dat doen we notabene met een VVD-motie. Honderden miljoenen van de verhuurderheffing afhalen, biedt perspectief, zeg ik tegen collega Aartsen.
Voorzitter. We doen dat met prestatieafspraken erbij op woningbouw en verduurzaming. Althans, daar wordt in een motie om gevraagd. Mijn vraag aan de minister is: hoe staat het nou precies met dat deel van de motie-Hermans? Het is immers hard nodig dat er betaalbare woningen bij komen en dat sociale huurwoningen met slechte labels geïsoleerd worden. Dat is zeker hard nodig nu de gasprijs zo veel hoger is en de Regeling Vermindering Verhuurderheffing Verduurzaming — zo heet die regeling, de Regeling Vermindering Verhuurderheffing Verduurzaming — per 1 oktober jongstleden is gestopt.
Voorzitter. Tijdens het wetgevingsoverleg heb ik me vooral verwonderd over het gat tussen de raming en de realisatie. Dat is bij de verhuurderheffing de laatste paar jaar namelijk echt een megagat. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de uit de bocht vliegende huizenmarkt en huizenprijzen. Nu weet ik dat de verhuurderheffing geen doelheffing of iets dergelijks is, met een vooraf vastgeklikte gewenste opbrengst, maar het blijft toch vreemd om een Belastingplan te bespreken met als uitgangspunt 7,8% WOZ-stijging, terwijl we in juni al wisten dat het zeker 1,5% meer wordt. Toen was al de inschatting van de Waarderingskamer dat het zo rond de 9% tot 9,5% wordt. Hier nu iets aan wijzigen levert echter gelijk een dekkingsrisico op. Hoe kijken de staatssecretaris en de minister nou aan tegen een volatiele grondslag als die van de WOZ? Moet er niet net als bij de gemeentelijke ozb, onroerendezaakbelasting, een automatische correctie op zitten? En moeten ramingen net voor Prinsjesdag niet nog eens even geijkt worden, even tegen het licht van de actualiteit worden gehouden?
De heer Nijboer (PvdA):
Ik kon me bijna geen betere reclame voor mijn amendement bedenken dan wat de heer Grinwis zojuist aangeeft. Ik vraag hem dus: hoe staat hij daartegenover? Als ik hem zo hoor, kan het haast niet anders dan dat positief zijn.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik zal niet gelijk beginnen met: de wens is de vader van de gedachte. Als de heer Nijboer goed had geluisterd, dan had hij mij ook horen zeggen dat de verhuurderheffing geen doelheffing is met een vooraf vastgeklikte opbrengst. Met andere woorden, door de gekozen grondslag kan de opbrengst dus variëren en is er geen automatisch correctiemechanisme, anders dan bij gemeenten op de ozb. Als je in een goede gemeente woont, gaat het ozb-belastingpercentage omlaag als de WOZ snel stijgt, zodat de opbrengst niet al te zeer stijgt en er niet een al te grote lastenstijging plaatsvindt. Helaas hebben we dat systeem niet bij de verhuurderheffing. Als je het vastklikt, zoals collega Nijboer in zijn amendement doet, creëer je eigenlijk wel gelijk een dekkingsprobleem. Ik vind zijn amendement supersympathiek, maar tegelijkertijd vraag ik aan het kabinet, aan vak-K, hoe dat dit ziet. Is er in de toekomst inderdaad een dekkingsissue bij het amendement van de heer Nijboer? Als dat niet zo is, dan is het een piece of cake. Als dat wel zo is, dan moeten we misschien toch nog even iets harder onderhandelen.
De voorzitter:
Prima, u continueert.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Dan kom ik bij de verlaging van de energiebelasting. In september en oktober steeg de gasprijs pijlsnel. Het kabinet kwam ook best pijlsnel met een compensatiepakket; weliswaar een schot hagel, voor de een te weinig en voor de ander wat veel, maar toch. Het eerste voorstel was echter niet in lijn met de motie-Hermans. Inmiddels is dat na een motie van collega Stoffer en mij gerepareerd met de vierde nota van wijziging. Dank voor de pijlsnelle uitvoering van onze motie. Nu heeft een horeca-etablissement, een meubelmaker of een glastuinder ook iets aan het compensatiepakket van het kabinet en dat was daarvoor niet het geval. Dank daarvoor.
Belastingontwijking. Met het tegengaan van mismatches in dit Belastingplanpakket zet de staatssecretaris zijn strijd tegen belastingontwijking extra luister bij. Hulde daarvoor. Op weg naar papers met een exotische naam, beginnend met een P, maar dan deze keer zonder Nederlanders. En tegelijk lokken we met de veranderingen in de vennootschapsbelasting in eigen land misschien wel meer belastingontwijking uit dan ooit; collega's spraken er ook al over. 15% in de eerste schijf tot €395.000 en dan een sprong naar 25,8%. Maakt hier de gelegenheid niet de dief? Is het niet te aantrekkelijk om een nu grote bv op te knippen in kleinere? Graag een reflectie van de staatssecretaris hierop. Hoe gaat hij bijhouden dat door de lange eerste schijf en door de grote kloof geen extra belastingontwijking gaat plaatsvinden met de door de collega's al uitgebreid toegelichte opknipbewegingen?
Dan de thuiswerkvergoeding, waaraan collega Hammelburg bijna zijn laatste interruptie verspeelde, geloof ik. Tijdens het wetgevingsoverleg ben ik uitgebreid ingegaan op deze sympathieke, maar ook complexiteitsverhogende thuiswerkvergoeding, voor een kopje koffie en een rolletje toiletpapier. Nu wordt de werkkostenregeling in 2023 of 2024 geëvalueerd, inclusief deze nieuwe thuiswerkvergoeding. Dat lijkt mij een mooi moment om alles nog eens goed tegen het licht te houden en niet zomaar door te marcheren met allemaal sympathieke voorstellen en mooie en goede bedoelingen, waar ondertussen het stelsel complexer en complexer en complexer van wordt. Vandaar dat ik samen met collega Inge van Dijk een amendement met een horizonbepaling voor 2025 heb ingediend, dus dan is er uitgebreid de tijd om alles goed tegen het licht te houden. Als het inderdaad belangrijk is dat er een thuiswerkvergoeding blijft, op een of andere manier, dan is er ook alle gelegenheid om die in 2025 opnieuw in te voeren.
Dan de btw. Een van de prehistorische systemen bij de Belastingdienst is het systeem waarmee we de btw vaststellen en innen. Het systeem wijzigen is moeizaam. Een kleine vraag hierbij. Hoe staat het met de strijd van de staatssecretaris in Europa om aankopen in kringloopwinkels vrij te stellen van btw? In april heb ik daarover een motie ingediend, die ook is aangenomen. Vervolgens hoor je bij zoiets als een inspanning in Europa eigenlijk bijna nooit meer wat terug. Toch een soort van Bermudadriehoek, met allerlei mooie inspanningen. We zijn toch met elkaar tegen de wegwerpmaatschappij? We willen repareren en hergebruiken. Dat willen we aantrekkelijker maken, maar ondertussen moet je voor de tweede keer btw aftikken als je iets koopt bij de kringloop.
Ter afronding. Bij het punt btw raakte ik aan een van de 900 ICT-applicaties van de Belastingdienst, in dit geval een systeem uit 1982 dat broodnodig aan vernieuwing toe is. Dat onderstreept het punt waarmee ik begon: de Belastingdienst piept en kraakt aan alle kanten. Wanneer zal de Belastingdienst niet meer piepen en kraken als een roestige auto, maar lopen als een zonnetje, en vooral: wat is daarvoor nodig? Dat was mijn slotvraag.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Van Raan van de fractie van de Partij voor de Dieren.
De heer Van Raan (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Twee onderwerpen: de fossiele subsidies en de toeslagenaffaire. Op dit moment is de klimaattop in Glasgow gaande en daar blijkt het kabinet eigenlijk net zo volatiel als de gasmarkt. Gisteren bracht de staatssecretaris per brief het juiste nieuws naar buiten, namelijk dat Nederland zich alsnog aansluit bij de kopgroep die wil stoppen met de fossiele subsidies.
Voorzitter, ik leg u nou een dilemma voor. Moet ik nu blij zijn dat het kabinet heeft ingezien dat het fout zat; beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald? Of moet ik vaststellen dat het kabinet eindelijk het juiste doet, wat het al jaren nalaat? Met andere woorden: beloon je nou de partner die nalaat zijn andere partner te slaan? Een dilemma, voorzitter. Hoe het ook zij: het laatste woord is hierover nog niet gezegd. Maar we zullen er in het commissiedebat Exportkredietverzekeringen verder over praten. Ik heb in ieder geval zelden zo snel een brief van het kabinet daarover gelezen, dus daarvoor in ieder geval mijn complimenten.
Voorzitter. In Glasgow ging het over de fossiele subsidies in het buitenland. Vandaag in de Kamer wil ik het hebben over de fossiele subsidies in het binnenland. Jaarlijks gaat er nog steeds meer naar antiklimaatmaatregelen dan naar klimaatmaatregelen. Schattingen lopen uiteen van 8,3 tot 17,5 miljard. Zet dat tegenover de 6,8 miljard voor het klimaat. Dat is ook nog exclusief de miljardensteun voor KLM en de 3,2 miljard die het kabinet nu uittrekt om huishoudens en bedrijven te compenseren. Door de manier waarop het kabinet de hogegasprijzensubsidie heeft vormgegeven, lijkt het ook kenmerken te krijgen van een fossiele subsidie.
Voorzitter. Waarom ondersteunt de staatssecretaris nog steeds olie en gas met Nederlands belastinggeld? Het was in de jaren vijftig een goed idee om die industrie te stimuleren, maar nu is ermee stoppen een van de krachtigste manieren om te handelen voor het klimaat. Ik zie heel goed dat Europa hier een knellende rol in speelt, maar is de staatssecretaris het ermee eens dat we die maatregelen die we in Nederland kunnen nemen voor het klimaat, in ieder geval moeten nemen?
Vorig jaar heeft de staatssecretaris een groot aantal rapporten naar de Kamer gestuurd met bouwstenen voor een beter belastingstelsel. Een van die rapporten gaat over de fiscale vergroening en de grondslagerosie. Waarom zien we daar zo weinig van terug? Het argument "we zijn demissionair" is nauwelijks geldig, omdat we weten dat waarschijnlijk precies hetzelfde kabinet aantreedt. Maar sowieso, toen de staatssecretaris nog missionair was, was hij al begonnen met die fiscale vergroening. Dus waarom zet hij die lijn van het missionaire kabinet niet voort? Waarom blijft hij van-de-hak-op-de-takbeleid voeren, terwijl ook de Raad van State aangeeft dat dat niet effectief is?
Voorzitter. Waarom is de Klimaat- en Energieverkenning niet geïntegreerd in het Belastingplan? Waarom krijgen we alleen een overzicht van de budgettaire effecten van het Belastingplan? Dat is eigenlijk raar als je bezig bent met fiscale vergroening. Dan wil je eigenlijk weten wat de verwachte resultaten zijn in termen van CO2. Dus als ik het Belastingplan krijg aangeboden, wil ik eigenlijk weten hoeveel CO2 het Belastingplan oplevert. Kennelijk kan de staatssecretaris er wel een antwoord op geven. Dat bleek namelijk uit de schriftelijke beantwoording van de vragen. Hij schrijft namelijk dat de nationale CO2-heffing en de SDE++ voor een trendbreuk gaan zorgen in het industriebeleid en dat de verwachte reductie tussen de 9 en 16 megaton CO2 ligt. Dus het is wel degelijk mogelijk om daar schattingen van te maken.
Voorzitter. Even doorgaand op die heffingen en belastingmaatregelen die het wel degelijk mogelijk maken om die CO2-reductie aan te geven. Er is nu een motie aangenomen waardoor het kabinet nu met de werkelijke uitstoot van het verbranden van houtige biomassa moet rekenen. Voor zover ik weet, wordt die motie nog niet uitgevoerd, terwijl er wel bij benadering een schatting gemaakt zou kunnen worden. Is de staatssecretaris bereid om een nieuw overzicht te sturen van de jaarlijks verwachte CO2-reductie waar dit Belastingplan toe leidt en waar ook de uitstoot van de verbrande biomassa in wordt meegenomen?
Voorzitter. Er is nog een interessante relatie tussen de SDE++ en de CO2-heffing. Terwijl houtige biomassa volop gesubsidieerd wordt, valt de CO2-uitstoot die vrijkomt bij het verbranden van houtige biomassa niet onder de CO2-heffing. Is de staatssecretaris het ermee eens dat het voor het klimaat geen verschil maakt waar de uitstoot vandaan komt? Daarom hebben we ook een amendement voorbereid om de uitstoot van houtige biomassa wel degelijk onder de CO2-heffing te brengen.
Voorzitter. Dan het compensatiepakket voor de energieprijzen. Het kabinet trekt 3,2 miljard uit om huishoudens en bedrijven te compenseren, via de energierekening. Met de vierde nota van wijziging wordt nu 125 miljoen van de rijkste huishoudens verschoven naar het energie-intensieve mkb. Dat is een keuze. Wij hebben als Kamer ook gevraagd om meer te differentiëren, maar klopt het dat in dit geval de zuivelindustrie en de papierindustrie ongeveer 1.000% extra krijgen ten opzichte van wat eerst bedacht was? Graag een reactie.
Voorzitter. Wij vragen ons ernstig af of er ook besparings- en/of verduurzamingsvoorwaarden aan verbonden kunnen worden. Ik wacht wel even. Dat is geen probleem. Ik wacht liever even tot de staatssecretaris luistert, dan … We gaan nu het mkb extra steunen. Dat lijkt op zich een goed idee. Daar willen we best naar kijken, maar dan is het toch wel weer van belang dat datzelfde mkb aan voorwaarden voldoet, bijvoorbeeld aan de besparings- en verduurzamingsvoorwaarden. Zitten er bijvoorbeeld bedrijven tussen die de afgelopen jaren niet aan de besparingsplicht hebben voldaan? Waarom zouden we die nu dan gaan subsidiëren? Is er een mogelijkheid om dat type bedrijven uit te sluiten? Ik overweeg een motie op dat punt.
Voorzitter. In plaats van fiscale vergroening lijkt het erop dat er steeds meer fossiele subsidies zijn bij gekomen, zowel in omvang als in getal. Kan de staatssecretaris dat bevestigen? Zo niet, kan hij dan op z'n minst een overzicht geven waaruit blijkt dat dat niet het geval is? Nederland had natuurlijk allang moeten stoppen met fossiele subsidies. Het is niet in lijn met Parijs, het is niet in lijn met de aanbevelingen van de OESO en het is zelfs niet in lijn met de wensen van de Kamer. Ik heb daarom een aantal amendementen om in ieder geval een aantal fossiele subsidies te schrappen die het ministerie van EZK zelf ook als een fossiele subsidie aanmerkt.
Voorzitter. Fiscale vergroening gaat niet alleen over het stoppen met fossiele subsidies, maar ook over het stoppen met gedrag dat niet houdbaar is en de biodiversiteit schaadt. In 1975 is het btw-tarief op sierteeltproducten, zoals bloembollen, bloemen en planten, verlaagd van 21% naar 9%. We hebben hier al eerder vragen over gesteld. Het kabinet erkent dat dit gedaan is om deze producten betaalbaar te maken en om omzet en werkgelegenheid in de tuinbouw te stimuleren. Ik wil benadrukken dat de inzichten over sierteeltproducten zijn veranderd. Voor deze luxeproducten wordt zeer veel landbouwgif gebruikt en de bodem wordt uitgeput. Bovendien gaat de stimulering van sierteelt ten koste van de ruimte voor voedingstuinbouw. Ik hoor graag wat de staatssecretaris denkt van een terugplaatsing van de sierteelt in het algemene btw-tarief van 21%.
Voorzitter. Tot slot de toeslagenaffaire. Met de delegatiebepalingen tegemoetkoming schrijnende gevallen lijkt er een grond voor een royale schaderegeling bij te zijn gekomen voor mensen die onheus zijn bejegend door een inspecteur. Het betreft de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990. Ik begrijp dus die inzet, maar de vraag moet altijd zijn: is dit nou dé manier om gedupeerde ouders van de toeslagenramp te helpen? Voor een deel is dat waarschijnlijk wel zo. Maar hoe vaak valt dit soort schade nu precies binnen deze regeling? En wat is de kans dat schade door deze goedbedoelde differentiatie juist precies tussen wal en schip valt? En leiden verwachtingen die niet uitkomen niet tot meer schade? Wat als er nou wel onredelijk handelen is — dat komt veel voor zoals we allemaal weten — maar diegene toevallig niet een zakelijke relatie had met een belastinginspecteur? Denk aan een kind of een partner. Kortom, is het toch niet beter om een algemene regeling te treffen, zoals de Raad van State ook schrijft? Misschien is het beter om terug te gaan naar de tekentafel. Of zegt de staatssecretaris: voor de brede toepassing passen we andere wetten aan? En, zo ja, welke wetten zouden dat dan zijn? Graag een antwoord.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Eppink van de fractie van JA21.
De heer Eppink (JA21):
Voorzitter. Toen in België ruim tien jaar geleden er na één jaar onderhandelen nog geen federale regering was, waren de Belgen heel blij. Want een demissionaire regering mag geen belastingen invoeren of verhogen. Voor de Belgen kon de formatie niet lang genoeg duren. Het was een effectief middel tegen de fiscus, die door Belgen wordt gezien als een binnenlandse bezetter.
Helaas, de Nederlanders hebben pech. De Hollanders hebben pech, zou ik moeten zeggen. Met dit Belastingplan beslissen we over maar liefst negen wetten die zo meteen in januari al in werking treden. Demissionair of missionair, het maakt niks uit. Het kabinet heeft een nieuwe term gevonden: beleidsluw. Ik vind een andere term treffender: beleidssluw. Het kabinet speelt biljart via de buitenband en via instellingen.
Voorzitter. JA21 is fiscaal conservatief. We willen dat mensen zich niet blauw betalen aan allerlei belastingen en dat werken loont. Mensen moeten aan het eind van de maand meer overhouden. Het demissionaire kabinet is op missie via anderen. Neem het afromen van de meerwaarde van de eigen woning via box 3. Dat is in feite een platte vermogensbelasting. Het kabinet laat het IMF en De Nederlandsche Bank wat balletjes opgooien in die richting, om die plannen dan in de week te leggen. Die komen dan in het formatieoverleg. Dat is beleidssluw.
Dan de hypotheekrenteaftrek. De Europese Commissie gaat eraan morrelen, maar zij mist de fiscale bevoegdheid daartoe. Maar niet getreurd, want de Commissie eist het einde van de hypotheekrenteaftrek in ruil voor 6 miljard uit het corona-Herstelfonds. In feite is dat bedrag een sigaar uit eigen doos, omdat Nederland borg staat voor 44 miljard in het Herstelfonds van 800 miljard. Bovendien wil de Commissie de zelfstandigenaftrek voor zzp'ers sneller afbouwen. De hypotheekrenteaftrek belandt zo ook op de formatietafel. U ziet: in de Nederlandse politiek is de snelste weg de omweg.
Voorzitter. Sparen moeten lonen. Ik wil in het bijzonder stilstaan bij box 3. Het werd in het afgelopen wetgevingsoverleg al terecht gemeld: de advocaat-generaal heeft gehakt gemaakt van de box 3-regeling van de afgelopen jaren. Mensen die spaarden, moesten belasting betalen over rendement dat ze helemaal niet hebben gemaakt. Daarbovenop: klanten moeten steeds meer aan de bank betalen doordat de rente negatief is. Fictief rendement is de filosofie van fiscale diefstal. De advocaat-generaal van de Hoge Raad zei het al: dit is een schending van het eigendomsrecht op systeemniveau. Een hele stevige conclusie met mogelijk hele grote consequenties. Ik heb een vraag daarover aan de staatssecretaris. Gaan al die mensen die onterecht belasting hebben betaald, straks gecompenseerd worden door de Staat als de Hoge Raad het advies van de advocaat-generaal overneemt?
Voorzitter. De Belastingdienst heeft roerige tijden achter de rug en wordt in veel gevallen aangewezen als oorzaak van het kwaad. Zie de toeslagenaffaire. Maar de oorzaak ligt doorgaans in vrijwel onuitvoerbare wetgeving als gevolg van bestuurlijk micromanagement. Ik voeg er eerlijkheidshalve aan toe dat ook de Tweede Kamer hier kritisch in de spiegel moet kijken. De Belastingdienst wordt overladen met onmogelijke opdrachten en vervolgens als zondebok de woestijn in gestuurd. Hoe uitvoerbaar acht de minister bijvoorbeeld de overheveling van de meerwaarde van woningen van box 1 naar box 3? Hoe gaat de fiscus al die miljoenen aan meerwaarde vaststellen en beoordelen? Het opmerkelijke van onze overheid is dat zij haar eigen problemen produceert. Onze beleidssluwe overheid stuit vervolgens op tal van problemen en een harde muur van feiten en blijkt achteraf beleidsdom te zijn geweest.
Ten slotte, voorzitter. Er is al het een en ander gezegd over de verhuurderheffing. Ons standpunt daarin is duidelijk: de verhuurderheffing kan helemaal afgeschaft worden, met als voorwaarde dat de corporaties met het belastinggeld dat ze besparen, heel veel woningen gaan bouwen.
Dank u zeer.
De voorzitter:
U bedankt. Dan de heer Stoffer van de Staatkundig Gereformeerde Partij.
De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter. Vorige week vrijdag was ik op bezoek bij bakkerij Van Dijk in Zwartsluis, een prachtig familiebedrijf waar dagelijks tienduizenden koekjes, cupcakes en weet ik wat allemaal meer gebakken worden. Na afloop van zo'n bezoek ga ik over het algemeen naar huis met een hoop huiswerk; dat was ook dit keer zo. Maar ik besef ook elke keer hoe belangrijk onze ondernemers zijn. Dit soort bedrijven moeten we stimuleren en de ruimte geven om te ondernemen. Gelukkig gaat er een hoop goed — laten we dat ook gewoon stellen; dat zagen we afgelopen vrijdag ook — maar bij al die bezoeken die je aflegt, merk je wel dat heel veel mkb-bedrijven tegen problemen aanlopen.
Een van die problemen is de opslag op de energiebelasting, de zogenaamde ODE. Die is de afgelopen jaren enorm gestegen. We hebben al heel wat keren geprobeerd om daar wat aan te doen, in eerste instantie met alleen steun van de PVV — de heer Mulder kijkt zo wat — maar gelukkig is de steun inmiddels veel breder. Ik noem met ere de heer Grinwis in dit geval. Die mkb-ondernemers ondervinden wel de lasten, maar hebben niet de lusten van de energietransitie. Dat merkten we afgelopen vrijdag ook weer. Ze mogen wel betalen, maar kunnen nauwelijks aanspraak maken op subsidieregelingen, die vooral op het grootbedrijf gericht zijn. Nu ken ik de staatssecretaris als iemand die er niet voor wegloopt om dingen op te lossen, dus daarom stel ik hem de volgende vragen. Zou de staatssecretaris ernaar kunnen kijken en ervoor kunnen zorgen dat ook mkb-ondernemers in de toekomst fiscaal ondersteund worden bij investeringen, vooral in die verduurzaming? En vooral: hoe komen we af van de focus op grote ondernemingen? Ik snap dat je daar de grote klappen maakt, maar we moeten ook gewoon rekening gaan houden met de bakker die een nieuwe elektrische oven wil aanschaffen of de kleine ondernemer die een elektrisch busje wil kopen. Ik ga ervan uit dat de staatssecretaris hier gewoon iets uit zijn mouw schudt en zegt: zo gaan we dat in de komende kabinetsperiode doen. Die familiebedrijven zijn — dat hebben we ook gezien naar aanleiding van een nota die het CDA heeft gemaakt — gewoon van heel groot belang voor onze economie, voor onze werkgelegenheid en daarmee ook voor de leefbaarheid.
Voorzitter. Tijdens het wetgevingsoverleg hebben een heel aantal het probleem ook al aangekaart: doordat sommige familieondernemingen al heel oud zijn is het bezit versnipperd, waardoor de bedrijfsopvolgingsregeling eigenlijk niet meer toegepast kan worden. Een manier om dat op te lossen is door de BOR ook te laten toepassen als bijvoorbeeld 15% van het familiebedrijf in handen van een of twee families is. Ik heb al eerder de familietoets genoemd. De staatssecretaris geeft aan dat het gebruik van verschillende typen aandelen dit probleem zou kunnen verhelpen. Dat klopt, maar dat is wel een ingewikkelde en mogelijk ook dure oplossing. Na de vragen die ik aan de staatssecretaris stel, heb ik mijn deel over de familiebedrijven en het mkb gehad. Zou de staatssecretaris kunnen toezeggen dat de voorgestelde familietoets meegenomen wordt bij de evaluatie van de BOR? Misschien nog wel belangrijker: zou hij in gesprek willen gaan met familiebedrijven om een echte, niet al te ingewikkelde of dure oplossing voor dit probleem te zoeken? Dat zou toch moeten kunnen lukken.
Voorzitter. Ik heb dit jaar één amendement ingediend. Dat is niet zo veel, maar het is wel een heel belangrijke. Het regelt namelijk heel concreet de stap om de belastingkloof tussen een- en tweeverdieners te verkleinen. Drie jaar geleden deed de SGP een oproep aan eenverdieners om hun persoonlijke verhaal te delen. Die verhalen inspireren mij elke keer als ik ze weer even uit de kast haal om dit onrecht opnieuw aan de kaak te stellen. Gezinnen waar een partner ziek is, waar een van de ouders wel wil maar niet kan werken, of gewoon gezinnen die in alle vrijheid zelf kiezen hoe ze arbeid en zorg verdelen. Dat moeten we niet fiscaal bestraffen, maar dat moeten we stimuleren of in ieder geval gelijktrekken met ieder ander.
Voorzitter. De spreker voor mij had het al over box 3. Ook een paar dingen daarover vanuit mijn gezichtspunt, ongeveer aansluitend bij wat vanuit JA21 werd benoemd. We kijken allemaal uit naar de contourennota over de toekomst van box 3, die eind dit jaar naar de Kamer komt. Vorige week — dat gaf JA21 ook aan — kwam er ander nieuws binnen, namelijk het advies van de advocaat-generaal aan de Hoge Raad over box 3. Daar staat gewoon klip-en-klaar in dat de box 3-heffing op stelselniveau in strijd is met het recht van eigendom en het gelijkheidsbeginsel. Mijn vraag aan de staatssecretaris is wat zijn reactie is op dat advies. Als de Hoge Raad het advies volgt, staat de Belastingdienst wel degelijk voor de taak om aanslagen te herzien. Mijn vraag is dan ook welke stappen ondernomen worden om ervoor te zorgen dat belastingbetalers zo snel mogelijk recht gedaan kan worden als de Hoge Raad daartoe beslist. Maar stel nu eens — ik kan het me niet voorstellen maar het zou natuurlijk kunnen — dat de Hoge Raad het advies niet volgt. Dan kan het kabinet het wat mij betreft in ieder geval niet zomaar naast zich neer leggen. Mijn vraag aan de staatssecretaris is of hij dat met mij eens is en vooral ook wat hij met dit advies gaat doen.
Voorzitter. Tijdens de derde termijn van de Algemene Financiële Beschouwingen is al uitgebreid over de compensatie van de hoge energierekening gesproken, maar helaas kiest het kabinet ervoor om met een kanon op een mug te schieten in plaats van — ik benoem het nog maar een keer — te komen met een gerichte aanpak voor huishoudens die het echt nodig hebben. Het is wel heel goed, zoals de heer Grinwis al aanhaalde, dat er gerichte ondersteuning voor het mkb komt conform de motie die de heer Grinwis en ik samen hebben ingediend. Het mkb leek toch wat vergeten te zijn in het oorspronkelijke plan. Nog één vraag hierover aan de staatssecretaris is hoe de structurele lastenverlichting van 300 miljoen in de energiebelasting er uit gaat zien.
Voorzitter. Dan de Wet schrijnende gevallen. Daar heb ik en daar heeft de SGP best wat moeite mee. Het oogt namelijk heel sympathiek: groepen gedupeerden kunnen snel een tegemoetkoming krijgen als de Belastingdienst hen onrecht aandoet of in ieder geval onterecht handelt; laten we het zo noemen. Maar ik zeg het maar eerlijk: ik neig bij dit wetsvoorstel toch naar een tegenstem. Ik zal dat uitleggen, want wellicht kan de staatssecretaris mij toch nog overtuigen morgen. Het grootste voordeel van het wetsvoorstel zit volgens mij in de eventuele snelheid waarmee burgers en bedrijven tegemoetgekomen kunnen worden. Bij een reguliere wetsbehandeling per regeling zou dat mijns inziens langer duren. Maar de regering moet nog steeds een regeling optuigen en nog steeds moet er advies van de Raad van State gevraagd worden. In dat deel zit volgens mij de winst dus niet. Alleen de behandeling door de Kamer gaat sneller omdat de Kamer het voorstel in principe dan niet behandelt. Maar ja, als de nood echt aan de man is, kan de Kamer natuurlijk wel met grote spoed wetsvoorstellen behandelen. Dan kom ik eigenlijk gelijk bij mijn bezwaren. Ik hoop dat de staatssecretaris daar morgen nadrukkelijk op in kan gaan; dat zou mij nog kunnen laten verschieten van kleur wat betreft de stemming. Die bezwaren zijn de volgende. De invloed van de Kamer wordt beperkt door gebruik te maken van een AMvB in plaats van een gewone wet, waardoor een gedegen behandeling in de Kamer ontbreekt. Dat is het eerste bezwaar.
Dan het tweede bezwaar. Met dit wetsvoorstel kan het kabinet regelingen met grote financiële consequenties invoeren zonder gedegen wetsbehandeling, wat volgens mij op gespannen voet staat met het budgetrecht van de Kamer. Daar hechten wij als SGP zeer aan. Maar ook geeft de Kamer met dit wetsvoorstel enorm veel ruimte aan het kabinet om zomaar allerlei regelingen op te tuigen, waarbij de Kamer daarna feitelijk voor een voldongen feit staat. Deze bezwaren wegen mijns inziens niet op tegen de voordelen. Maar nogmaals, ik hoor graag van de staatssecretaris de reactie op die bezwaren.
Dan de wet inzake aandelenoptierechten. Daar heb ik ook zo mijn twijfels bij. De roep om uitvoerbare wetgeving is de laatste tijd terecht steeds sterker geworden. Bij dit wetsvoorstel staan zowat alle seinen op rood of oranje. Ook de Raad van State heeft forse kritiek en verzoekt zelfs om het wetsvoorstel niet in te dienen. Daar kunnen we volgens mij niet zomaar aan voorbijgaan. Eigenlijk heb ik een heel simpele vraag aan de staatssecretaris: wat doen we de Belastingdienst aan met deze wet? Kan de Belastingdienst het ook daadwerkelijk wel uitvoeren? Het doel van de wet steun ik, laat ik daar helder over zijn. Natuurlijk moeten we onze concurrentiepositie zo stevig mogelijk maken. Tegelijkertijd moeten we wel oog blijven houden voor de uitvoerbaarheid. Tijdens de coronasteunpakkettendebatten heb ik weleens minder ingewikkelde voorstellen gedaan, maar die werden dan afgeraden omdat ze niet uitvoerbaar waren. Bij dit wetsvoorstel heb ik het idee dat de wens op de een of andere manier zo groot is dat de uitvoerbaarheid wellicht minder urgentie heeft.
Voorzitter. Ik heb niet veel interrupties geplaatst; één op de VVD. Er blijft bij mij toch iets hangen waardoor ik denk: het is een beetje alsof je eerst gaat trouwen en dan gaat kijken of je bij elkaar past. Ik zou zeggen: laten we dat andersom doen in dit geval.
... Nee, nee, ik heb zes jaar verkering gehad, voorzitter. Daarna ging het wel goed. Dat zeg ik even in reactie op dingen die ik uit de zaal hoor komen. Het hoeft geen zes jaar te duren, maar iets zorgvuldiger erover nadenken lijkt mij wel verstandig. Het was wel liefde op het eerste gezicht, maar goed.
Voorzitter. Dan nog even over de autobelastingen. De elektrische auto stimuleren we steeds meer. Dat is goed, maar daardoor worden de benzine- en dieselauto wel steeds duurder. Dat komt helaas niet alleen door de torenhoge prijzen aan de pomp, waar de PVV ook aan refereerde en waar we volgens mij echt iets aan moeten doen. Het komt ook door de steeds oplopende belastingdruk voor de reguliere auto's, de benzine- en dieselauto's. Door de toenemende elektrificatie van het wagenpark zou in theorie ook de bpm-opbrengst steeds verder moeten dalen. Dat is een onhoudbare route. Mijn vraag aan de staatssecretaris is eigenlijk hoe hij, als je naar het wat langere perspectief kijkt, ervoor zorgt dat de autobelastingen ook in de toekomst evenwichtig verdeeld worden.
Dan mijn allerlaatste punt. Dat gaat over de landbouw. Ik heb het al tijdens het WGO genoemd, benoemd en aangedragen. Verschillende agrarische bedrijven willen activiteiten stoppen, maar doen dat onder meer niet vanwege de hoge fiscale aanslag. Dat kan stoppersregelingen belemmeren, maar het zorgt er ook voor dat je verpaupering hebt in het buitengebied en verpaupering van gebouwen in het gebied waar die landbouwbedrijven zijn, omdat het slopen van de opstallen negatieve fiscale gevolgen heeft. Zoals de staatssecretaris heeft aangegeven, zijn er inderdaad regelingen die de financiële pijn iets verzachten, maar uit de praktijk krijgen wij terug dat dit echt onvoldoende blijkt te zijn. Vandaar nogmaals mijn vraag: is de staatssecretaris bereid om de mogelijkheden te onderzoeken om de problemen bij bedrijfsbeëindiging in de landbouw in relatie tot de fiscaliteit te verminderen? Ik begrijp dat het niet gemakkelijk is en dat je het niet van vandaag op morgen hebt geregeld, maar ook daarop heel graag een reactie. Ik denk dat dit een mooie laatste vraag en uitdaging is, dus daar laat ik het bij.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de laatste spreker van de zijde van de Kamer, de heer Omtzigt, die soms een tikkeltje breedsprakig kan zijn, maar vandaag extra kort, puntig en beknopt zal zijn. Dat voel ik aan mijn water ... Uw spreektijd is voorbij.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Voorzitter. Ik heb uitgekeken naar de behandeling van het Belastingplan, niet alleen omdat het bepaalt hoeveel geld we binnenhalen en we hier dus eigenlijk in één dag alle hobby's van al onze woordvoerders financieren, of het nou onderwijs, zorg of wegen of wat dan ook is, maar ook omdat het wetgeving is, en bij wetgeving is er inderdaad geen gelimiteerde spreektijd. Als eenmansfractie heb ik soms maar twee minuten en dat is voor bepaalde wetten gewoon aan de korte kant.
Voorzitter. Ik begin met het Belastingplan. Ik heb eigenlijk eerst een vraag. We gaan vandaag en morgen een belastingplan behandelen, maar er wordt tegelijkertijd onderhandeld over een nieuw kabinet. Ik kan me nog wat zaken uit het verleden herinneren. Ik kan me herinneren dat een nieuw kabinet wanneer het aantreedt, snel nog even de begroting en de belastingwetten voor miljarden wil verbouwen. Het zou dus best zo kunnen zijn dat we hier vandaag van alles afwijzen, wat over twee weken in één keer in de wet terechtkomt. Omdat de onderhandelende partijen precies dezelfde partijen zijn als de partijen die nu in de regering zitten, geeft dat echt een heel raar beeld: dat partijen vandaag iets afwijzen en over twee weken iets gaan doen, waarbij ze dan in één keer 180 graden draaien. Ik zou die partijen dus in overweging willen geven om ons vandaag en morgen te vertellen wat ze echt van plan zijn. Want dit is niet zomaar een praatclub; dit is de Tweede Kamer, waarin we samen vaststellen hoe we verder willen. En als het nou een week na de verkiezingen was, dan kon iedereen zich dat voorstellen, maar een maand of tien na de verkiezingen moeten we het fiscaal beleid kunnen maken. Ik zou dus ook aan de regering willen vragen of zij al indicaties heeft of zaken doorgerekend heeft ten behoeve van de onderhandelingen die wij hier straks in één keer met een noodwet erdoorheen krijgen. Dit is een serieuze opmerking, voorzitter.
De tweede serieuze opmerking trek ik me enigszins aan. Die is enigszins minder jolig dan de opmerking die de heer Eppink hierover maakte, maar ik vind dat we serieus moeten bekijken of wij hier de komende jaren acht wetsvoorstellen willen behandelen. Mijn antwoord is overigens: nee, nee, nee! Ik zeg dat niet omdat deze wetsvoorstellen per se fout zijn. Er zitten een aantal zeer goede wetsvoorstellen tussen, dus begrijp me niet verkeerd. Wat is nu de les die we uit de toeslagenaffaire hadden kunnen leren en wat hebben we kunnen leren van een aantal andere dingen die mis zijn gegaan? Dat is dat wij de details van die wetgeving eigenlijk niet artikel voor artikel doornemen. Er zijn in het verleden zaken misgegaan rondom het partnerbegrip, rondom allerlei kleine zaken die heel klein leken maar die voor individuele personen enorm veel leed hebben veroorzaakt.
Ik zou willen voorstellen dat wij hier als Kamer vanaf nu bij elk fiscaal wetsvoorstel twee of drie rapporteurs aanwijzen, en dan het liefst eentje van de oppositie en eentje van de coalitie. Die kijken namens de Kamer goed of er ook gewoon uitvoeringsproblemen zijn. Dit is onze kerntaak: wetgeving, fiscaliteit. Neem de derde nota van wijziging op het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen. Daarin werden maar liefst even drie zaken rechtgezet rondom de uitwisseling van gegevens over de kinderopvangtoeslag tussen de kinderopvanginstelling en de ouder. Sterker nog, ze konden bsn niet uitwisselen. Nou, ik kan je vertellen dat als ze bsn niet konden uitwisselen, dan de hele zaak misgelopen was.
Natuurlijk werkt een aantal ambtenaren rond de klok tijdens de behandeling van dit Belastingplan. Die zien we vaak niet, maar die zijn keihard bezig. En die doen hun best om zelfs tijdens het wetgevingstraject dit soort fouten te herstellen, zodat het goed in de wet komt te staan. Daar is geen enkel misverstand over. Maar wij hebben hier als Kamer de taak om die wetgeving te controleren en dit soort fouten te vinden. Die zijn niet links, die zijn niet rechts. Dat maakt niet uit; wij hebben goede wetten te maken. En het lukt ons niet. Het lukt ons niet om door die wetten heen te lopen en te kijken of daardoor een burger in de problemen komt, of daardoor een mkb'er grote problemen zal ondervinden, of de Belastingdienst dit wel echt aankan. En daarvoor moeten we onszelf wel gaan aankijken.
Voorzitter. Na deze introductie kom ik op het toeslagenschandaal. We kregen in maart een brief van elf kantjes met ten minste dertien wetten die de regering overtreden had. Deze lijst was niet compleet. Ik vraag de regering of zij in de afgelopen acht maanden die lijst wel compleet heeft gemaakt. Ik heb tijdens het laatste wetgevingsoverleg gevraagd: waar heeft de Belastingdienst zich niet aan wetten gehouden? Het gaat daarbij om behoorlijk ernstige zaken. Ik heb het er niet over dat ergens bij de Douane iemand een keer 102 kilometer per uur in een dienstauto gereden heeft terwijl het 100 kilometer per uur mocht zijn. U snapt: we hebben het hier over het voorbeeld dat bij de huurtoeslag het verworven recht niet goed uitgevoerd is. Dat betekent dat mensen wier huur boven de huurgrens komt in bepaalde gevallen wel een huurtoeslag zouden houden van €300 tot €400 per maand. Dat zijn mensen met een laag inkomen. Maar alle huurtoeslag werd afgenomen. Het gevolg was uithuiszetting. Dat krijgt weinig aandacht.
Dat zijn wetten, zoals die zwarte lijsten waar 6.000 mensen inzicht in hadden. Ik heb meerdere keren gevraagd: is daarvoor gewaarschuwd? Dit is de laatste keer dat ik het netjes vraag. Heeft de functionaris gegevensbescherming de afgelopen vier jaar — de huidige of degene die daaraan voorafgaat — niet per ongeluk een keer een briefje ergens neergelegd en gezegd dat dit niet kan? Zo ja, wat is er met dat briefje gebeurd? We hebben al het memo-Palmen gehad. Ik wil ook graag weten of in dit geval dit soort briefjes bestonden. Zijn er nog meer van dit soort grote zaken? Ik heb het bewust niet over kleine dingen die ergens op een kantoor fout gaan. Bij een dienst van 30.000 personen gebeurt dat. Maar dit gaat echt om een rechtmatigheidsissue.
De tweede vraag die eraan vasthangt, is: heeft de Belastingdienst ten opzichte van de burgers een onrechtmatige daad begaan? Dat is belangrijk omdat we hier constant over compensatie praten, een tegemoetkoming voor leed. Een tegemoetkoming voor leed is alleen wat anders dan een schadevergoeding voor schade die je aangebracht hebt omdat je onrechtmatig dingen gedaan hebt. Ik vraag: hoeveel mensen hebben last gehad van een onrechtmatige daad van de Belastingdienst? Die vraag heb ik nu meerdere malen gesteld, dus ik verwacht er nu gewoon een antwoord op.
Ook zou ik graag willen weten hoe de regering uit de volgende cyclus komt. Iedere keer vinden we weer wat bij de toeslagenaffaire. Trouwens, ik mis hier vanavond minister Dekker. We maken dan een plan hoe we die mensen gaan helpen, snel snel, maar vervolgens loopt de uitvoering niet. Ik wil nu een plan zien. Hoeveel kinderen zijn uit huis geplaatst? Hoe kunnen die kinderen thuiskomen bij hun ouders? Over hoeveel kinderen gaat het? Welk plan ligt er? Wat is het tijdpad daarvoor? Moeten wij daar als Kamer achteraan? Of kan de regering dit ook zelfstandig bedenken? Laten we wel wezen: toen de memo-Palmen op tafel lag, koos de regering er niet voor om de invorderingsknop stop te zetten. Nee, de regering koos ervoor om die memo-Palmen niet in het archief op te nemen en om deze te verzwijgen. PwC moet volgende week met hangende pootjes een brief sturen dat de kern van de memo-Palmen — laakbaar! — genoemd was bij de toenmalige staatssecretaris, maar dat dit niet in het rapport terechtgekomen is. Maar toch had iemand het in een interview genoemd. Toen ik het vroeg in deze Kamer, zei PwC: neu hoor, neu, niks gebeurd. Nou, ik zou me maar eens afvragen waarom u PwC überhaupt nog gaat betalen — maar dat is aan u — want dat onderzoek heeft niet gebracht wat het had moeten brengen, namelijk de waarheid.
Wat gebeurde er in juni 2019? Alles lag op tafel, maar de regering besloot de commissie-Donner in te richten, die overigens met geen enkele ouder sprak en de invordering niet stopzette, waardoor die gewoon verderging. Kamerleden werden gesensibiliseerd. En de schade was groot. Dus het laatste dringende appel voor deze regering is om voor de volgende regering gewoon alles te vertellen wat er nog onder het toeslagenschandaal ligt. Laat ik wel wezen: in antwoord op de vragen bleek dat de CAF-zaak waar alles mee begon — dat waren de zaken rondom de kinderopvangtoeslag — een kleine minderheid van de CAF-zaken was. Er zijn tien soort CAF-zaken. Er zijn er heel veel naar belastingintermediairs. We hebben er een aantal gezien bij EenVandaag. Nu is precies hetzelfde gebeurd, namelijk: die intermediairs zijn keihard aangevallen, en hun klanten ook. Zij hebben daar grote schade door geleden. Kunt u van al die tien soorten aangeven of die CAF-teams rechtmatig dan wel onrechtmatig gehandeld hebben, net zoals het CAF-team rond de kinderopvangtoeslagaffaire in een aantal zaken gewoon onrechtmatig gehandeld heeft? Waarom moet ik deze vraag een jaar nadat deze CAF-teams stopgezet zijn, überhaupt nog stellen? Dit had de Belastingdienst zelf mogen uitzoeken.
Voorzitter. Dan kom ik bij de inhoud van het Belastingplan. Ik verwacht dat de nieuwe regering de hele woonbegroting en het Belastingplan op de kop gaat zetten en iets gaat doen met de verhuurderheffing. Bij het woonplan mis ik het een en ander. Daarom vraag ik de minister van BZK of zij bereid is om doelen te geven voor het aantal woningen dat de komende jaren gebouwd gaat worden. Die zijn constant niet gehaald. We zitten midden in een wooncrisis. We hebben als voorbeeld gegeven dat de woningbouwcorporatie voor dezelfde woning die voor dezelfde prijs verhuurd wordt €1.400 belasting betaalt en de private verhuurder €120. Dat zijn woningen met de gemiddelde WOZ-waarde van twee jaar geleden. Dat is iets minder dan twee ton voor die sector en €600 huur. Dan vraag je er toch om dat de woningmarkt uit het lood gaat? Als je de 30%-regel handhaaft, heb je een categorie van expats die €500 tot €1.000 per maand extra kunnen uitgeven aan woningen en die de gewone mensen uit de wijken duwen in het centrum van Amsterdam, maar tegenwoordig in de hele gemeente Amsterdam.
Waar blijft het plan van deze regering of van de nieuwe coalitie om de fiscaliteit zo in te zetten dat sociale huurwoningen interessant worden, dat betaalbare huurwoningen interessant worden? Waarom krijg je een korting op de leegwaarderatio? Waarom moet je niet extra belasting betalen als je constant die korte verhuurcontracten aanbiedt? Wil de regering met zo'n integraal plan komen? Ik zeg bewust dat ik als eenpitter niet in staat ben om de hele fiscaliteit van wonen aan te passen, want dan maak ik precies de fouten die ik in het begin van mijn betoog noemde. Maar de fiscaliteit zit 'm niet in de hypotheekrenteaftrek als belangrijkste drijver. Daar zal ongetwijfeld over gepraat worden. Er zijn een aantal drijvers die al jaren bekend zijn en waar de regering niet op ingrijpt. Deelt ze dat? Komt er een plan om ervoor te zorgen dat gewone mensen, die een gewoon bestaan hebben, gewoon betaalbare huur- of koopwoningen kunnen vinden? Dan zou ik ook graag het akkefietje van de OZB en sportclubs opgelost zien worden.
Voorzitter. Dan de BIK. We hebben het er al over gehad. Ik sluit mij aan bij de collega — ik ben even vergeten wie dat was — die zei dat dit wel de prijs kan winnen voor het slechtste voorstel ooit. Ik keek niet naar u, hoor, meneer Grinwis. De ChristenUnie vond het nooit wat. Ik ben blij dat die afgeschaft wordt, maar zo nooit weer.
In dit Belastingplan zitten gelukkig een aantal plannen tegen belastingontwijking. De mismatches worden aangepast. Ik heb samen met vooral een aantal collega's aan de linkerkant van de Kamer een aantal verdere voorstellen ingediend, zoals het feit dat de eerste schijf niet al te lang moet zijn voor de mkb'ers. Dat betekent dat de directeur-grootaandeelhouder, de rijke advocaat of de rijke tandarts die het via een bv doet, marginaal nog maar 36% betaalt over zijn inkomen tot maar liefst vier ton. Laat dat even tot u doordringen. Dat lijkt mij niet wenselijk. Denk aan de situatie waarin we allemaal bv'tjes met z'n allen gaan opknippen. We zien dat nu al geadviseerd worden. Regering, u weet wat er gebeurt. Grijp in of verhoog de belasting daar en zorg dat je ergens anders lastenverlichting biedt aan bedrijven; ik vind het helemaal prima. Het gaat niet om hoger belasten. Het gaat erom dat we niet nog een cirkeltje krijgen en alle advocaten en notarissen rijk gaan maken.
Dan kom ik bij het tweede punt: de belastingontwijking. We kregen vier regels — collega Idsinga vroeg daarnaar — over wat we gaan doen met CumEx en de fraude die daarmee gemoeid is. Vier regels! Nou weet ik niet of die 27 miljard klopt — misschien is de schade wat lager — maar de potentiële schade zit in de vele miljarden. De regering kijkt alleen maar vooruit, naar hoe we het in de toekomst kunnen voorkomen. Als ik dat plaats naast hoe bepaalde burgers behandeld zijn, dan vind ik dat nogal wat. Waarom is de regering niet net zo hard tegen dit soort fraude? Waarom gaan we daar niet achteraan? Laten we het allemaal aan de Duitsers over, die honderden mensen aan het vervolgen zijn omdat ze de Nederlandse belastingbetaler bestolen hebben. Of gaan we zelf ook wat doen? Ik mag hopen dat we zelf ook wat gaan doen.
Voorzitter. Dan de BOR. U heeft gezien wat ik van de BOR vind in een of andere gelekte memo. Maar ik zie ook leuke adviezen voorbijkomen. Ik zal u er eentje noemen. Stel je voor: een moeder heeft een groot bedrijf en wil dat schenken aan haar dochter. Daar is de BOR voor. Uiteindelijk betaal je maar 2% of 3% belasting over dat bedrijf. Je schenkt een bedrijf, tot 1 miljoen betaal je helemaal niks en daarboven betaal je ongeveer 3% belasting. Een heel aantrekkelijke regeling, maar sommige mensen vinden dat nog te veel omdat ze helemaal geen belasting willen betalen of omdat bepaalde zaken niet in de BOR mogen. Wat mag bijvoorbeeld niet mee in de BOR? Dat zijn verhuurde woningen. Gelukkig maar, zeg ik. Als u een woning erft van uw moeder, zou u 20% belasting betalen. En als uw ouders heel veel huisjes hebben, zou u 3% of 4% betalen. We hebben dus gezegd: woningen doen we niet in de BOR; daar moet u gewoon die 20% over aftikken. Maar daar hebben ze wat op gevonden. Eerst gaat het bedrijf van de moeder via de bedrijfsopvolgingsregeling naar de dochter die het wil overnemen. Dan moet je het vijf jaar houden. En tata, wat is het advies? Dan gaat u het daarna terugverkopen aan de moeder. Wat ontstaat er dan? De moeder koopt dat hele bedrijf terug. Als dat bedrijf teruggekocht is, blijft de dochter het runnen. Maar de moeder heeft dan een aardige schuld aan de dochter, want het bedrijf was van de dochter en er is dan een schuld. Op het moment van overlijden kun je de hele schuld voor de BOR gebruiken en kun je er dus voor zorgen dat dat gedeelte van het bedrijf dat niet onder de BOR viel, bijvoorbeeld bedrijfspanden en verhuurde woningen, alsnog ongeveer gratis overgaan naar de volgende generatie.
Nou kunnen we een hele lange discussie over de BOR hebben. Mijn gok is dat die ook wel plaatsvindt aan de onderhandelingstafel. Maar dit was toch niet de bedoeling. De bedrijfsopvolgingsregeling was om ervoor te zorgen dat het bedrijf één keer van deze generatie naar de generatie daarna kan gaan, dat dat bedrijf continuïteit heeft, maar niet dat je nog een keer rondje mag maken om helemaal geen belasting te betalen. Wil de staatssecretaris in de ministeriële regeling die over de BOR gaat, opnemen dat bedrijven en stukken van bedrijven maar één keer van de ene generatie naar de volgende generatie mogen gaan en dat niet twee keer een bepaald bedrijf in eenzelfde familie via de BOR van de oude generatie naar de jonge generatie kan gaan, dus dat je er maar één keer gebruik van mag maken? Graag een toezegging daarop. We kunnen dit niet amenderen, maar het kan wel via een antimisbruikbepaling.
Voorzitter. Bij de aandelenopties heb ik grote twijfels, omdat het heel veel uitvoering vergt zoals collega's al gezegd hebben, elf extra fte, het om relatief weinig mensen gaat en ik zomaar het gevoel heb dat hele grote bedrijven er ook gebruik van gaan maken. Gelukkig zie ik collega's die het wat inperken. Maar jongens, dit moeten we toch niet willen?
Dan gas en licht. Dank voor de nota van wijziging: 3,2 miljard. Er zijn weleens kleinere nota's van wijziging geweest. Ik zou de regering willen vragen om deze nota van wijziging toch nog te wijzigen, want ik zag dat er twee voorstellen geweest waren. Ik heb bij nader inzien echt een voorkeur dat de energie op gas omlaag gaat en niet op elektriciteit. Dat heeft ermee te maken dat juist mensen die in een onzuinige woning zitten en geen kant op kunnen het grootste probleem hebben. Dan zorg je dat die mensen wat meer gecompenseerd worden. Ik weet dat het enigszins conflicteert met de duurzaamheidsdoelstellingen, die we een warm hart toedragen - hè, voorzitter, als voorzitter tenminste — maar je wil deze mensen echt tegemoetkomen. Huurders die in een E- of F-woning zitten, die 2.000 kuub moeten verstoken, kunnen geen kant op.
De vragen over de data-uitwisseling van de KOT zijn op zichzelf redelijk goed beantwoord, dus dank daarvoor.
Wat box 3 betreft, sluit ik me aan bij collega's: wat gaan we doen? Ik had ook wat meer antwoord verwacht na wat de AG gedaan heeft: zijn wij voorbereid? Want als wij al die honderdduizenden belastingaangiftes moeten herzien, dan hebben we nogal wat.
Wat de thuiswerkvergoeding betreft, sluit ik me ook aan bij collega's. Ik heb het gevoel dat dat veel te veel werk is.
Ik zou graag nog een land willen breken voor het publiceren van de uitspraken van de fiscale rechter. Waarom konden we niet aan de problemen van toeslagouders komen? Omdat de meeste van de uitspraken van de rechter niet gepubliceerd waren. Mag ik alsjeblieft een deltaplan zien? De Belastingdienst beschikt nu over alle fiscale uitspraken, en de burger of het bedrijf beschikt er maar over een paar.
Tot slot, voorzitter. We zitten hier constant discussies te voeren op de vierkante millimeter. Ik hoop dat de collega's en de partijen er ook op letten of het belastingstelsel eerlijk is en uitvoerbaar is. Ik zal er volgend jaar ook wel een aantal meer voorstellen voor doen. Heffen we niet te veel of te weinig belasting bij bepaalde mensen? En kloppen de procedures?
Ik heb bij het huidige Belastingplan gepleit voor enige compensatie voor de energiekosten van huurders die in een onzuinige woning wonen. Ik zeg dat, omdat de mensen die bij Welkom Energie zaten en naar Eneco moesten, zagen dat hun energierekening zich verdubbelde. Mijn motie om daar iets aan te doen, is hier verworpen. Maar ik zou veel liever die mensen compenseren dan de eigenaars van grote schepen. Die hoeven vanaf nu over walstroom helemaal geen belasting meer te betalen, omdat iedereen hier dat een geweldig idee vindt. Dat had je ook kunnen doen door walstroom gewoon verplicht te stellen en tegen de mensen van die schepen te zeggen: als u aan de kade ligt, mag u de dieselaggregaten niet aanzetten en doet u hier gewoon de stekker in. Mensen met een laag inkomen die met een oud autootje naar het werk reizen omdat ze bijvoorbeeld bij de bagageband van Schiphol werken, bij nacht en ontij ergens naartoe moeten en geen openbaar vervoer hebben, betalen de volle mep met de accijnzen. Voor vliegtuigen wordt geen accijns betaald.
Belastingen gaan over eerlijkheid. Bij wie wil je het halen? Ik was teleurgesteld over het antwoord over het woon-werkverkeer. De Teslarijders konden binnenrijden. Mensen met een middenklasser kregen €0,19, waar ze het niet van kunnen doen. Maar zij kunnen over het algemeen nog net rondkomen. En de mensen die een baan hebben vlak boven het minimumloon, krijgen geen reiskostenvergoeding en mogen alles zelf betalen. Dát heeft ook gewoon met eerlijkheid te maken. Mag ik een plan om die eerlijkheid terug te brengen? Daarbij wil ik niet alleen maar fraaie praatjes over duurzaamheid horen. Ik wil horen dat dat gewoon kan. Zo'n plan zou ik graag willen zien voor wonen, voor werken en ook voor de belasting op inkomen. Maar voor die belasting op inkomen hebben we eerst de draagkrachtmeting nodig. Die wordt uitgevoerd. Pas als je weet wat huishoudens echt nodig hebben, kun je beter belasting heffen.
Dank u wel voor vandaag, voorzitter.
De voorzitter:
U bedankt. Niemand wil de heer Omtzigt interrumperen. Hij heeft iedereen platgeslagen, denk ik.
Tot zover de eerste termijn van de Kamer.
De algemene beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Morgen om ongeveer 14.30 uur gaan we luisteren naar de antwoorden van de bewindspersonen. Ik geef dan eerst het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken, zodat we eerst gaan praten over de onderwerpen inzake wonen. Dank aan iedereen. Ik sluit de vergadering van 9 november 2021. Ite missa est.
Sluiting
Sluiting 19.34 uur.