Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
36 725 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van
artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve
ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen
aan te brengen in:
de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken;
de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van
deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1. Leeswijzer
Opbouw 1e suppletoire begroting 2025
Deze 1e suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering
2025. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:
1. Leeswijzer.
Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste
verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.
De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van
beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven
en ontvangsten weergegeven.
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook
de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid
van de 1e suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting –
het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens
de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotingsmutaties voor
de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.
De agentschappen. In deze 1e suppletoire begroting zijn de aanpassingen in de agentschapsparagraaf
van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) opgenomen.
Ondergrenzen toelichtingen
Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze eerste suppletoire begroting
de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1.000
5
10
=> 1.000
10
20
2. Beleid
2.1. Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting)
(bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2025
Uitgaven 2026
Uitgaven 2027
Uitgaven 2028
Uitgaven 2029
Uitgaven 2030
Vastgestelde begroting 20251
3.275.362
2.969.120
2.618.342
2.391.242
2.230.427
15.822
Belangrijkste suppletoire mutaties
Afboeken BAR
2
– 81.136
0
0
0
0
0
Sec Fund
3
75.000
0
0
0
0
0
Weerbaarheid
2
2.265
23.363
0
0
0
0
ETCI
3
10.000
0
0
0
0
0
Toekenning PhotonDelta
2
5.380
10.760
21.520
16.140
0
0
Eindejaarsmarge Nationaal Groeifonds projecten
1&2
216.012
0
0
0
0
0
Eindejaarsmarge Regulier
41
10.665
0
0
0
0
0
Kasschuiven Regulier
1,2&3
– 45.065
– 628
8.296
8.657
23.177
21.399
Kasschuiven Nationaal Groeifonds projecten
1&2
– 314.109
– 70.450
20.619
109.513
110.262
144.165
Loon- en Prijsbijstelling
41
79.529
78.818
76.326
76.315
74.272
73.169
Subsidietaakstelling
41
– 25.000
– 25.000
– 25.000
– 25.000
Overige mutaties
171.149
27.193
36.586
– 188
– 5.690
2.061.858
Stand 1e suppletoire begroting 2025
3.405.052
3.038.176
2.756.689
2.576.679
2.407.448
2.291.413
X Noot
1
Incl. ISB's, NvW en amendementen
Toelichting
Afboeken BAR
De resterende middelen van de Brexit Adjustment Reserve (BAR) zullen niet meer uitgegeven
worden. De BAR-regeling is inmiddels gesloten en Nederland heeft de BAR declaratie
ingediend bij de Europese Commissie. Deze middelen á € 81,1 mln zijn daarom afgeboekt.
SecFund
Eind 2024 is het SecFund opgericht met een startkapitaal van € 25 mln. Om het instrument
een vervolg te kunnen geven is besloten het SecFund op te hogen met € 75 mln. Het
totale fondsbedrag van € 100 miljoen is benodigd om de komende jaren voldoende startups
en MKB’ers te ondersteunen en zo te komen tot succesvolle ontwikkeling van producten
die zowel door Defensie als de civiele markt (dual use) afgenomen kunnen worden. Omdat
het Ministerie van Economische Zaken aandeelhouder is van de Brabantse Ontwikkelings
Maatschappij (BOM) en de juridische grondslag heeft wordt aanvullend kapitaal van
€ 75 mln overgeheveld van het Ministerie van Defensie teneinde het uit te keren aan
de BOM. Voor het eerste deel van deze middelen is de Kamer middels Kamerstuk 36 410-X, nr. 93 geïnformeerd. Voor het tweede deel zal de Kamer gelijktijdig aan de verzending van
de 1e suppletoire begroting een CW3.1 kader ontvangen.
Weerbaarheid
Er worden middelen beschikbaar gesteld uit de Beschermingsvoorziening Economische
Veiligheid (BEV). Deze middelen worden vanaf artikel 3 van de EZ-begroting ingezet
voor de opgaven rondom Maatschappelijke Weerbaarheid waar het Ministerie van Economische
Zaken verantwoordelijk voor is. Dit betreft onder andere Economische Veiligheid en
Kritieke Grondstoffen waarmee zorg wordt gedragen voor de bescherming van kwetsbaarheden
en het toerusten van en samenwerking met het bedrijfsleven rondom deze onderwerpen.
ETCI
Het European Tech Champions Initiative (ETCI) is een nieuw Europees fonds dat belegd
is bij het Europees Investeringsfonds (EIF). Nederland neemt sinds 2023 deel aan ETCI
voor in totaal € 100 mln. Uitbetalingen aan ETCI vinden plaats op basis van capitall
calls, op welk moment alle deelnemende landen middelen overhevelen naar het EIF. In
2024 stond er € 10 mln gereserveerd om over te maken naar het EIF voor ETCI. Deze
overheveling is uiteindelijk niet doorgegaan. Omdat de middelen reeds volledig juridisch
verplicht zijn aan het EIF zijn deze weer toegevoegd aan het budget voor 2025.
Toekenning PhotonDelta
Voor het NGF-project PhotonDelta is bij de 1e suppletoire begroting € 53,8 mln overgeheveld
voor het PIXEurope project, welke eind 2024 definitief zijn toegekend door de Adviescommissie,
toegevoegd aan de EZ-begroting. Deze middelen zullen worden ingezet voor de Nederlandse
deelname aan PIXEurope, een Europees consortium dat een proefproductielijn voor geïntegreerde
fotonica opzet.
Eindejaarsmarge Nationaal Groeifonds projecten
Tijdens het voorjaar zijn de middelen die vorig jaar niet tot uitputting zijn gekomen
weer toegevoegd aan de begroting. Er is bij het Nationaal Groeifonds sprake van 100%
eindejaarmarge.
Eindejaarsmarge Regulier
In de 1e suppletoire begroting is de reguliere eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting
voor 2025. Dit betreft 1% van de begroting van 2024. Er heeft een korting plaatsgevonden
om generale problematiek te dekken.
Kasschuiven Regulier
Voor een aantal posten is er geld naar achter geschoven om de middelen in een meer
realistisch ritme te zetten. De grootste kasschuiven zijn Maritieme Maakindustrie
(€ 15,5 mln), Fund to Fund (€ 11,9 mln) en SEED (€ 8,9 mln).
Kasschuiven Nationaal Groeifonds
Voor een aantal posten is er geld naar achter geschoven om de middelen in een meer
realistisch ritme te zetten. De grootste kasschuiven zijn kwantumDelta (€ 147 mln),
Material Independence & Circular Batteries (€ 106 mln) en AI-Ned (€ 51,9 mln).
Loon- en prijsbijstelling
Bij Voorjaarsnota 2025 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2025 overgeheveld naar
de departementale begroting. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging
van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever.
De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen.
Een deel van de prijsbijstelling is ingezet als dekking voor generale tegenvallers.
Ook de loonbijstelling op de uitgaven voor externe inhuur is niet uitgekeerd. De resterende
loon- en prijsbijstellingstranche 2025 zal bij de eerst volgende begrotingsronde verdeeld
worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen.
Subsidietaakstelling
Ter dekking van de rijksbrede problematiek wordt er vanaf 2027 een ombuiging van € 25
mln per jaar gedaan op de subsidies op de begroting van Economische Zaken.
Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting)
(bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Ontvangsten 2025
Ontvangsten 2026
Ontvangsten 2027
Ontvangsten 2028
Ontvangsten 2029
Ontvangsten 2030
Vastgestelde begroting 20251
498.336
492.037
236.381
241.933
437.609
–
Belangrijkste suppletoire mutaties
TEK- ontvangsten
2
– 23.716
– 21.654
3.158
11.200
–
–
Ontvangsten Bar
2
– 121.000
0
0
0
0
0
Overige mutaties
56.385
1.000
–
–
–
230.081
Stand 1e suppletoire begroting 2025
410.005
471.383
239.539
253.133
437.609
230.081
X Noot
1
Incl. ISB's, NvW en amendementen
Toelichting
TEK ontvangsten
Voor de Tegemoetkoming Energiekosten-regeling (TEK) is er een ramingbijstelling geweest
als gevolg van de hoger dan geraamde ontvangsten in 2024. De TEK is vastgesteld in
2024 en doordat de energieprijzen lager waren dan verwacht moet een aantal ondernemers
hun TEK voorschot terugbetalen. De RVO hanteert brede terugbetaal mogelijkheden, maar
minder ondernemers dan verwacht hebben hier gebruik van gemaakt waardoor de meeste
terugbetalingen al in 2024 hebben plaatsgevonden.
Ontvangsten BAR
De Europese Commissie heeft met instemming van Nederland besloten om de resterende
Brexit Adjustment Reserve (BAR) middelen niet meer uit te betalen aan de verschillende
lidstaten en elders in te zetten. Het gevolg hiervan is dat de geraamde ontvangsten
van € 121 mln niet meer gerealiseerd worden. De ontvangstenraming is hierop bijgesteld.
3. Beleidsartikelen
3.1. Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid art. 1 Goed functionerende economie en markten
(Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Verplichtingen
469.758
0
469.758
3.499
473.257
30.383
14.395
13.963
626
322.683
Uitgaven
465.763
0
465.763
– 1.632
464.131
2.525
– 18.522
22.506
23.233
330.521
Subsidies (regelingen)
138.748
0
138.748
– 4.723
134.025
– 199
– 18.493
21.467
22.607
11.338
Cyber security
1.176
1.176
491
1.667
Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland
3.500
3.500
1.700
5.200
2.500
800
3.500
EU-cofinanciering Digital Europe
13.050
13.050
– 969
12.081
NGF – project AiNed
36.841
36.841
– 14.775
22.066
– 2.699
– 19.293
21.467
22.607
7.838
NGF – project Nationaal Onderwijslab
9.821
9.821
5.855
15.676
NGF – project 6G
25.759
25.759
969
26.728
NGF – projecten Subsidie route
20.201
20.201
2.006
22.207
Digitale veiligheid
28.400
28.400
28.400
Opdrachten
47.097
0
47.097
– 10.001
37.096
948
– 1.170
1.646
1.646
47.852
Onderzoek&opdrachten
6.904
6.904
– 3.159
3.745
1.826
1.846
1.846
1.846
5.468
Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties
4.108
4.108
540
4.648
1.780
– 230
5.068
Digital trust centre
6.936
6.936
– 1.099
5.837
7.875
Cyber security
11.609
11.609
– 3.142
8.467
12.901
ICT beleid
8.338
8.338
– 3.010
5.328
– 2.559
– 2.587
8.612
CSIRT – DSP
6.971
6.971
– 131
6.840
– 99
– 199
– 200
– 200
7.928
Nationaal Groeifonds
2.231
2.231
2.231
Bijdrage aan agentschappen
69.372
0
69.372
10.118
79.490
– 529
– 836
– 794
– 771
65.769
Bijdrage RVO.nl
15.783
15.783
10.275
26.058
– 56
– 114
– 114
– 114
12.965
Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI)
53.589
53.589
– 157
53.432
– 473
– 722
– 680
– 657
52.804
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
205.821
0
205.821
2.675
208.496
2.305
1.977
187
– 249
200.856
Bijdrage Metrologie
12.924
12.924
12.924
12.924
Raad voor de Accreditatie
838
838
– 182
656
– 5
– 5
– 5
– 5
471
Bijdrage ACM
899
899
899
899
Bijdrage aan het CBS
191.160
191.160
2.857
194.017
2.310
1.982
192
– 244
186.562
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
4.725
0
4.725
299
5.024
0
0
0
0
4.706
Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut
1.468
1.468
1.468
1468
Bijdrage aan internationale organisaties
3.257
3.257
299
3.556
3.238
Ontvangsten
43.679
0
43.679
227
43.906
0
0
0
0
48.235
Ontvangsten ACM
162
162
162
162
Ontvangsten High Trust
41.550
41.550
41.550
44.700
Diverse ontvangsten
1.967
1.967
227
2.194
3.373
Tabel 5 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Verplichtingen
469.758
0
469.758
3.499
473.257
30.383
14.395
13.963
626
322.683
waarvan garantieverplichtingen
0
waarvan overige verplichtingen
469.758
469.758
3.499
473.257
30.383
14.395
13.963
626
322.683
Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit naar aanleiding van de wijzigingen uit de 1e suppletoire begroting is ongeveer 2%. Dit betekent dat 98% van het beschikbare kasbudget
juridisch verplicht is. Van de 2% van de flexibele budgetten is 100% bestuurlijk gebonden.
Dit betreft onder andere budgetten voor het «Opdracht en Onderzoeksbudget Nationaal
Groeifonds» en voor de subsidie-instrumenten «Digital Europe» en «Kennis en innovatie
ICT».
Vergeleken met de stand van de Ontwerpbegroting 2024 is het percentage juridisch verplicht
gestegen van 93% naar 98%. Dit komt doordat verschillende verplichtingen zijn aangegaan
sinds de start van het begrotingsjaar.
Toelichting
Verplichtingen
De verhoging van het verplichtingbudget met € 3,5 mln wordt voornamelijk veroorzaakt
door de opgevraagde eindejaarsmarge van € 50,9 mln en een verplichtingenschuif van
€ 13,7 mln voor het NGF-project AiNed om de middelen in een realistischer ritme te
zetten. Daarnaast komt de wijziging van het verplichtingenbudget door een verplichtingenschuif
van € 38,7 mln naar latere jaren. Deze heeft betrekking op de bijdrage aan VSL voor
de uitvoering van hun wettelijke taak in het kader van de Metrologiewet. Eerder is
de verplichtingenruimte naar voren geschoven van 2026 t/m 2028 naar 2025, echter het
naar voren halen van de verplichtingenruimte blijkt in de praktijk niet met de voorziene
werkwijze voor een subsidiekader en jaarlijkse beschikkingen te werken. Daarom wordt
dit teruggedraaid.
Uitgaven
Subsidies
NGF – project AINed
Voor het NGF-project AINed zijn alle niet bestede middelen opgelopen door vertragingen
uit 2024 (€ 15,8 mln) toegevoegd aan het budget voor 2025 via de 100% eindejaarsmarge
die voor alle NGF-projecten geldt. In aanvulling hierop is er door dezelfde vertraging
een kasschuif doorgevoerd op basis van het nieuwe uitbetalingsritme welke rekening
houdt met deze vertraging. Hiervoor is € 29,2 mln naar latere jaren geschoven.
NGF – project Nationaal Onderwijslab
Voor het NGF-project Nationaal Onderwijslab zijn alle niet bestede middelen uit 2024
(€ 5,9 mln) toegevoegd aan het budget voor 2025 via de specifieke eindejaarsmarge
die voor alle NGF-projecten geldt.
Bijdrage RVO.nl
Voor de opdracht aan RVO voor het jaar 2025 heeft er een overheveling van middelen
plaatsgevonden, ter hoogte van € 10,2 mln. Deze middelen bestaan uit uitvoeringskosten
van onder meer het Nationaal Groeifonds, het Programmabureau Cybersecurity Dcypher
en de subsidieregelingen Cyberweerbaarheid en Mijn cyberweerbare zaak.
3.2. Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame
welvaartsgroei
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap
voor duurzame welvaartsgroei (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Verplichtingen
2.758.165
82.292
2.840.457
411.192
3.251.649
– 6.735
6.930
– 70.504
– 63.685
2.272.680
Uitgaven
1.976.010
30.798
2.006.808
– 71.402
1.935.406
13.326
95.721
99.609
79.965
1.310.579
Subsidies (regelingen)
841.761
29.798
871.559
– 196.028
675.531
2.618
87.397
121.015
94.039
270.185
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)
24.124
24.124
– 17.984
6.140
– 13.286
– 12.238
– 1.262
– 7.172
36.313
Eurostars
22.558
22.558
– 1.000
21.558
21.140
Bevorderen ondernemerschap
37.319
– 600
36.719
– 19.505
17.214
19.426
1.208
97
– 94
15.829
Cofinanciering EFRO
32.077
32.077
32.077
5.002
24.077
Bijdrage aan ROM's
11.623
11.623
924
12.547
1.658
2.112
3.091
1.507
10.880
Verduurzaming industrie
0
0
0
– 5.000
Startup beleid
4.214
4.214
4.214
Invest-Nl
12.231
12.231
12.231
– 1.544
– 2.223
– 1.778
– 3.444
6.419
Tegemoetkoming vaste lasten
30.000
30.000
– 4.357
25.643
Europees Defensie Fonds cofinanciering
1.200
1.200
1.200
Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling
500
500
500
Herstructurering winkelgebieden
14.888
14.888
– 1.235
13.653
R&D mobiliteitssectoren
27.900
27.900
27.900
SEG
0
0
2.474
2.474
NGF – project Health-RI
11.000
11.000
317
11.317
NGF – project RegMed XB
5.751
5.751
2.097
7.848
NGF – project kwantumDeltaNL
151.714
151.714
– 75.763
75.951
– 50.000
– 15.000
25.000
60.000
62.000
NGF – project Oncode-PACT
40.875
40.875
5.959
46.834
5.855
5.854
NGF – project NXTGEN HIGH TECH
58.705
58.705
58.705
NGF – project PhotonDelta
53.261
53.261
4.252
57.513
– 19.584
1.017
5.439
4.754
59.878
NGF – project Opschaling PPS beroepsonderwijs
35.089
35.089
3.973
39.062
2.976
36.458
36.820
6.043
5.673
NGF – project Biobased Circular
0
0
4.271
4.271
– 6.436
10.500
NGF – project Material Independence & Circular Batteries
70.868
70.868
– 37.043
33.825
10.198
22.603
36.927
16.858
8.776
Tegemoetkoming Energiekosten
5.387
5.387
– 1.107
4.280
IPCEI Cloudinfrastructuur en services
14.252
14.252
– 235
14.017
1.538
IPCEI Micro elektronica
20.811
20.811
– 533
20.278
2.784
Aanvullende tegemoetkoming evenementen
0
0
41
41
EuroHPC
13.000
13.000
13.000
7.645
EuroQCI
15.177
15.177
– 7.500
7.677
2.500
2.500
2.500
Qredits duurzaamheid
4.000
4.000
4.000
Actieplan Groene en Digitale Banen
5.000
5.000
5.000
Brexit Adjustment Reserve
81.136
81.136
– 81.136
0
Ruimte voor economie / bedrijventerreinen
9.770
9.770
– 500
9.270
– 16
Maritieme Maakindustrie
18.000
18.000
– 15.550
2.450
4.585
3.540
3.540
2.823
5.726
PEGA: Ruimte voor economie
0
0
35.240
35.240
27.540
27.540
10.057
9.000
Nationaal versterkingsplan microchip-talent
0
30.398
30.398
11.211
41.609
14.107
3.650
651
651
651
Overig
9.331
9.331
– 3.339
5.992
– 363
– 124
– 67
– 1.209
10.178
Garanties
75.965
1.000
76.965
– 361
76.604
– 361
– 361
0
0
56.345
BMKB
40.248
40.248
– 361
39.887
– 361
– 361
35.628
Groeifaciliteit
8.972
8.972
8.972
8.972
Garantie Ondernemersfinanciering
11.745
11.745
11.745
11.745
Garantie Ondernemersfinanciering Corona
15.000
15.000
15.000
Maatwerkgaranties
0
1.000
1.000
1.000
Opdrachten
9.939
0
9.939
176
10.115
– 18
– 25
– 144
– 59
9.644
Onderzoek en opdrachten
6.039
6.039
1.218
7.257
– 218
– 225
– 344
– 259
5.530
Caribisch Nederland
799
799
– 475
324
200
200
200
200
999
Regeldruk
2.336
2.336
– 46
2.290
2.450
Budget Samenwerking regio
765
765
– 521
244
665
Bijdrage aan agentschappen
112.647
0
112.647
38.367
151.014
– 84
– 453
– 397
– 356
105.751
Bijdrage RVO.nl
111.868
111.868
38.367
150.235
– 80
– 446
– 390
– 349
104.994
Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI)
779
779
779
– 4
– 7
– 7
– 7
757
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
428.546
0
428.546
55.952
484.498
2.414
– 1.223
– 4.334
– 4.728
365.735
Bijdrage aan TNO
237.764
237.764
51.340
289.104
4.786
1.723
– 1.428
– 1.914
196.766
Kamer van Koophandel
160.148
160.148
4.612
164.760
– 705
– 1.462
– 1.436
– 1.336
141.292
Bijdrage aan NWO-TTW
30.634
30.634
30.634
– 1.667
– 1.484
– 1.470
– 1.478
27.677
Bijdrage aan medeoverheden
19.010
0
19.010
11.952
30.962
9.860
8.964
0
0
0
MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)
19.010
19.010
11.952
30.962
9.860
8.964
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
488.142
0
488.142
– 11.460
476.682
– 1.103
1.422
– 16.531
– 8.931
502.919
Internationaal Innoveren
52.752
52.752
2.250
55.002
1.260
4.010
– 7.742
– 5.470
64.974
PPS toeslag
189.311
189.311
– 3.058
186.253
1.177
2.200
2.200
2.200
189.361
TO2 (excl. TNO)
70.724
70.724
449
71.173
250
250
250
0
62.027
Topsectoren overig
18.198
18.198
59
18.257
3.857
4.103
– 2.668
1.520
15.968
Ruimtevaart (ESA)
85.403
85.403
– 160
85.243
82.139
Bijdrage NBTC
10.285
10.285
600
10.885
– 250
– 350
9.208
Overige bijdragen aan organisaties
6.192
6.192
– 43
6.149
201
– 57
– 100
– 100
6.242
Economische ontwikkeling en technologie
6.657
6.657
– 6.657
0
– 3.229
– 5.320
– 4.931
– 6.044
3.331
EU-cofinanciering JTF
16.331
16.331
16.331
156
Faciliteiten toegepast onderzoek TO2 en RKI
24.000
24.000
– 4.900
19.100
– 4.619
– 3.764
– 3.290
– 687
69.513
NGF – projectNXTGEN Ruimtevaart
8.289
8.289
8.289
Storting begrotingsreserve
0
0
0
30.000
30.000
0
0
0
0
0
Storting reserve maatwerk garantie
0
0
30.000
30.000
Ontvangsten
390.119
1.000
391.119
– 118.516
272.603
– 21.654
3.158
11.200
0
117.489
Luchtvaartkredietfaciliteit
0
0
Rijksoctrooiwet
47.066
47.066
2.200
49.266
47.666
Eurostars
4.250
4.250
4.250
4.000
F-35
10.576
10.576
10.576
10.576
Diverse ontvangsten
1.244
1.244
1.244
1.247
Bedrijfssteun
40.367
40.367
40.367
Tegemoetkoming vaste lasten
76.700
76.700
76.700
BMKB
33.000
33.000
33.000
33.000
Groeifaciliteit
8.000
8.000
8.000
8.000
Garantie Ondernemingsfinanciering
13.000
13.000
13.000
13.000
Onttrekking reserve GO
0
0
24.000
24.000
Tegemoetkoming Energiekosten
34.916
34.916
– 23.716
11.200
– 21.654
3.158
11.200
Maatwerkgarantie
0
1.000
1.000
1.000
Brexit Adjustment Reserve
121.000
121.000
– 121.000
0
Tabel 7 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Verplichtingen
2.758.165
82.292
2.840.457
411.192
3.251.649
– 6.735
6.930
– 70.504
– 63.685
2.272.680
waarvan garantieverplichtingen
1.250.000
1.250.000
– 38.100
1.211.900
– 61.100
– 61.100
– 91.100
– 91.100
1.165.000
waarvan overige verplichtingen
1.508.165
82.292
1.590.457
449.292
2.039.749
54.365
68.030
20.596
27.415
1.107.680
Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit naar aanleiding van de wijzigingen uit de 1e suppletoire begroting is ongeveer 11%. Dit betekent dat 89% van het beschikbare kasbudget
juridisch verplicht is. Van de 11% van de flexibele budgetten is 10% bestuurlijk gebonden.
Dit betreft onder andere budgetten voor NGF-projecten. De resterende 1% is beleidsmatig
gereserveerd.
Vergeleken met de stand uit de Ontwerpbegroting 2024 is het percentage juridisch verplicht
gestegen van 86% naar 89%. Dit komt onder andere doordat nu verplichtingen aan zijn
gegaan sinds de start van het begrotingsjaar. Hierdoor is ook het percentage van bestuurlijk
gebonden budgetten gedaald van 12% bij de Ontwerpbegroting naar 10% bij de eerste
suppletoire begroting. Het percentage voor de beleidsmatig gereserveerde budgetten
is gedaald van 2% naar 1% gedaald ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2025.
Toelichting
Verplichtingen
Bij de eerste suppletoire begroting is het verplichtingenbudget in 2025 opgehoogd
met € 412,3 mln. Dit is het saldo van met name de volgende mutaties:
– Voor vijf NGF-projecten op de EZ begroting is het verplichtingenbudget bij de eerste
suppletoire begroting opgehoogd met in totaal € 269,3 mln. Dit betreft voor de projecten
Material Independence & Circular Batteries (€ 140,3 mln), kwantumDelta (€ 34,6 mln),
NXTGEN HIGH TECH (€ 24 mln), en PPS opschaling (€ 16,4 mln) het opboeken van de Eindejaarsmarge
over middelen die in 2024 niet besteed zijn. Hiernaast is er voor het NGF-project
PhotonDelta € 53,8 mln aan verplichtingenbudget toegevoegd aan de begroting als gevolg
van het omzetten van een deel van de voorwaardelijke toekenning voor het PIXEurope
project.
– Voor de resterende middelen van de Brexit Adjustment Reserve (BAR) zullen de middelen
niet meer uitgegeven worden. De BAR-regeling is inmiddels gesloten en Nederland heeft
de BAR declaratie ingediend bij de Europese Commissie. Deze middelen á € 81,1 mln
zijn daarom afgeboekt.
– Voor de Groeifaciliteit is het verplichtingenbudget grotendeels afgeboekt. Naar aanleiding
van het IBO-bedrijfsfinanciering is besloten de Groeifaciliteit te stoppen. De niet
meer benodigde garantieruimte is daarom afgeboekt á € 55 mln per jaar.
– Voor de Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO) is € 46,6 mln aan verplichtingenbudget
toegevoegd voor het begrotingsjaar 2025. Door vertraging in de uitvoering van de deelvoorstellen
DigiLab en Duurzaamheid zijn deze verplichtingen eind 2024 niet meer aangegaan. De
kasmiddelen zijn nog beschikbaar op de begroting en de beschikkingen zullen in 2025
worden afgegeven zodat de middelen kunnen worden uitbetaald aan de deelnemende TO2-instellingen
en RKI's.
– Het verplichtingenbudget voor Ruimtevaart (ESA) is met € 45,6 mln opgehoogd in begrotingsjaar
2025. Door een fout in de extrapolatie de afgelopen jaren was het verplichtingenbudget
niet juist op de begroting terecht gekomen. Deze fout is bij de 1e suppletoire begroting
2025 gecorrigeerd door het verplichtingenbudget weer gelijk te stellen aan het beschikbare
kasbudget op de EZ-begroting voor de komende jaren. Hiermee is voor de aankomende
Ministeriële Conferentie (MC) eind 2025 ongeveer € 225 mln beschikbaar voor de inschrijving
op de optionele ESA-programma's.
– Als eigenaar en stelselverantwoordelijke voor de Toegepaste Onderzoeksinstellingen
verstrekt EZ de Rijksbijdrage aan TNO. Bij de eerste suppletoire begroting is het
verplichtingenbudget voor de Rijksbijdrage aan TNO met € 41 mln opgehoogd. De voornaamste
ophoging komt door het overhevelen van het budget van het Ministerie van Klimaat en
Groene Groei (KGG). Door de splitsing van het voormalige Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat dient de bijdrage vanuit KGG via de begroting van EZ beschikbaar
te worden gesteld aan TNO. Voor begrotingsjaar 2025 is er in totaal € 31,1 mln overgeheveld
vanuit KGG voor de bestaande opdracht vanuit KGG aan TNO. Hiernaast zijn er voor 2025
ook een aantal aanvullende opdrachten vanuit andere departementen (o.a. IenW, VWS,
en EZ) beschikbaar gesteld voor TNO bij de eerste suppletoire begroting.
– Voor de uitvoering van de verschillende regelingen van EZ is het verplichtingenbudget
voor het uitvoeringskosten instrument Bijdrage aan RVO opgehoogd met € 40,1 mln.
– Voor het instrument «Topsectoren overig», een verzamelinstrument voor verschillende
kleinere bijdragen aan (internationale-)organisaties, is via interne herschikkingen
op de EZ-begroting het verplichtingenbudget met € 33,9 mln opgehoogd in 2025. Dit
onder andere door een verplichtingenschuif op middelen die beschikbaar zijn gesteld
voor het PIXEurope project. Dit verplichtingenbudget is uit latere jaren op de begroting
naar begrotingsjaar 2025 gehaald.
– Voor de Mkb-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) is het verplichtingenbudget op
het subsidieinstrument naar beneden bijgesteld met € 35,4 mln in begrotingsjaar 2025.
Dit o.a. als gevolg van het overhevelen van de middelen voor het decentrale deel dat
wordt uitgevoerd door de Provincies middels een specifieke uitkering (SPUK). De uitbetaling
van deze SPUK gebeurt vanaf het instrument MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)
onder de categorie «Bijdragen aan medeoverheden». Voor dit instrument wordt het verplichtingenbudget
met € 29,9 mln opgehoogd.
– Vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is cumulatief
€ 108,8 mln overgeheveld als onderdeel van PEGA: Ruimte voor Economie. Deze middelen
zijn bestemd voor strategische (internationale) acquisitie dat kan worden ingezet
in samenspraak tussen de Provincie Groningen het het Ministerie van Economische Zaken
als onderdeel van de Economische Agenda van Nij Begun. Hierdoor wordt het verplichtingenbudget
voor dit instrument met € 35,7 mln opgehoogd.
– Als onderdeel van het project Beethoven is er cumulatief € 31,1 mln toegevoegd aan
artikel 2 vanaf de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën voor het project-onderdeel
LevenLangOntwikkelen. Hiervoor is in begrotingsjaar 2025 het verplichtingenbudget
met € 26,1 mln opgehoogd voor het Nationaal Versterkingsplan Microchip-talent.
– Er is garantieruimte in de vorm van verplichtingenbudget opgevraagd voor een 50% garantie
op een lening van de EIB aan Qredits. Hiermee wordt Qredits voorzien van nieuw kapitaal
ter ondersteuning van de reguliere werkzaamheden á € 23 mln.
Uitgaven
Subsidies
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)
De MIT-regeling kent een centraal, en een decentraal deel. Het decentrale deel wordt
uitgevoerd door de provincies. Het Rijk hevelt hiervoor middelen over aan de provincies
middels een specifieke uitkering (SPUK). De uitbetaling van deze SPUK gebeurt vanaf
het instrument MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) onder de categorie «Bijdragen
aan medeoverheden». Hiertoe is het subsidieinstrument voor de MIT naar beneden bijgesteld
en het mede-overheden instrument opgehoogd. In begrotingsjaar 2025 betreft dit € 17,9
mln.
Bevorderen ondernemerschap
Voor het instrument Bevorderen Ondernemerschap is het uitgavenbudget in 2025 met € 19,5
mln naar beneden bijgesteld als gevolg van een interne herschikking van de budgetten,
voornamelijk als gevolg van het overhevelen van middelen naar het uitvoeringskosteninstrument
voor RVO. Hiernaast is het budget in begrotingsjaar 2025 opgehoogd met per saldo € 19,4
mln. Onderdeel hiervan is het beschikbaar stellen van middelen uit de Beschermingsvoorziening
Economische Veiligheid (BEV) vanaf artikel 3 van de EZ-begroting voor de opgaven rondom
Maatschappelijke Weerbaarheid waar het Ministerie van Economische Zaken verantwoordelijk
is. Dit betreft onder andere Economische Veiligheid en Kritieke Grondstoffen, waarmee
zorg wordt gedragen voor de bescherming van kwetsbaarheden en het toerusten van en
samenwerking met het bedrijfsleven rondom deze onderwerpen.
NGF – project kwantumDeltaNL
Voor het NGF-project kwantumDeltaNL worden de middelen voor fase 3 van het project
welke bij de Ontwerpbegroting 2025 zijn toegevoegd aan de begroting in een realistisch
ritme gezet. Hiervoor wordt € 82 mln uit begrotingsjaar 2025, € 50 mln uit begrotingsjaar
2026, en € 15 mln uit begrotingsjaar 2027 naar latere jaren op de begroting geschoven.
Hiernaast is tegelijkertijd € 6,2 mln opgeboekt via de 100% eindejaarsmarge die voor
NGF-projecten geldt. Deze middelen zijn in 2024 niet tot besteding gekomen en zijn
daarom weer toegevoegd aan het budget voor 2025 om alsnog voor dezelfde doeleinden
te worden besteed binnen kwantumDelta. In totaal wordt met deze twee mutaties het
budget voor kwantumDeltaNL in 2025 met € 75,7 mln naar beneden bijgesteld.
NGF project NXTGEN HIGH TECH
Voor het NGF-project NXTGEN HIGH TECH worden de resterende middelen voor het project
in een realistisch ritme gezet door middel van een kasschuif. Hiervoor wordt € 51,5
mln uit begrotingsjaar 2025 en € 19,6 mln uit begrotingsjaar 2026 naar latere jaren
in de begroting geschoven. Op basis van de huidige uitvoeringsinformatie van RVO is
een ander uitbetalingsritme benodigd voor de komende jaren als gevolg van vertraging
in de uitvoering van sommige deel-projecten waardoor vorig begrotingsjaar niet alle
geplande bijdragen zijn uitgekeerd. Als gevolg hiervan is er € 55,7 mln opgeboekt
via de 100% eindejaarsmarge die voor NGF-projecten geldt. Deze middelen zijn in 2024
niet tot besteding gekomen en zijn daarom weer toegevoegd aan het budget voor 2025
om alsnog voor dezelfde doeleinden te worden besteed binnen NXTGEN HIGH TECH. In totaal
wordt het budget voor NXTGEN HIGH TECH in 2025 per saldo met € 4,2 mln naar boven
bijgesteld.
NGF-project PhotonDelta
Voor het NGF-project PhotonDelta is bij de 1e suppletoire begroting € 53,8 mln voor
het PIXEurope project, welke eind 2024 definitief zijn toegekend door de Adviescommissie,
toegevoegd aan de EZ-begroting. Deze middelen zullen worden ingezet voor de Nederlandse
deelname aan PIXEurope, een Europees consortium dat een proefproductielijn voor geïntegreerde
fotonica opzet. Hiernaast is er een kasschuif doorgevoerd om de middelen in een realistisch
ritme te zetten. Voor het begrotingsjaar 2025 is € 39,6 mln en € 7,8 mln in begrotingsjaar
2026 naar latere jaren op de begroting geschoven. Verder is er € 38,1 mln opgeboekt
via de 100% eindejaarsmarge die voor NGF-projecten geldt. Deze middelen zijn in 2024
niet tot besteding gekomen en zijn daarom weer toegevoegd aan het budget voor 2025
om alsnog voor dezelfde doeleinden te worden besteed binnen PhotonDelta. In totaal
wordt het budget per saldo in begrotingsjaar 2025 met € 3,9 mln naar boven bijgesteld.
NGF – project Material Independence & Circular Batteries
Voor het NGF project Material Independence & Circular Batteries zijn niet alle middelen
die in 2024 begroot waren verplicht en besteed. Deze middelen zijn opnieuw toegevoegd
aan de begroting van 2025. Dit NGF-project richt zich op het versterken van de positie
van de Nederlandse maakindustrie in de mondiale batterijketen, waarbij duurzaamheid
en circulariteit centraal staan. Tevens is een kasschuif doorgevoerd om met name de
kasuitgaven in een realitischer bestedingsritme te zetten. Als gevolg van de definitieve
vormgeving van de regeling is er een ander uitbetalingsritme benodigd dan initieel
geraamd. Om dit te reflecteren in de kasraming is er in totaal € 91 mln doorgeschoven
naar latere jaren in de begroting.
Brexit Adjustment Reserve
Het resterende budget voorde Brexit Adjustment Reserve (BAR) zal niet meer uitgegeven
worden. De BAR-regeling is inmiddels gesloten en Nederland heeft de BAR declaratie
ingediend bij de Europese Commissie. Deze middelen á € 81,1 mln zijn daarom afgeboekt.
Maritieme Maakindustrie
Voor de Innovatieregeling vanuit het Rijksregiebureau Maritieme Maakindustrie is de
eerste openstelling eind januari gesloten. Vervolgens wordt het resterende deel in
de markt gezet, waarbij de verwachting is dat dit deel in 2026 wordt verplicht. Hiervoor
is een kas- en verplichtingenschuif verwerkt. In het nieuwe kasritme worden de projecten
vervolgens uitbetaald. Als gevolg hiervan is het budget met € 15,6 mln verlaagd in
2025 en verschoven naar latere jaren op de begroting.
Nationaal Versterkingsplan Microchip-talent
Als onderdeel van het project Beethoven is er cumulatief € 31,1 mln toegevoegd aan
artikel 2 vanaf de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën voor het project-onderdeel
LevenLangOntwikkelen. Hiervoor is in begrotingsjaar 2025 het budget met € 11,2 mln
opgehoogd voor het Nationaal Versterkingsplan Microchip-talent.
PEGA: Ruimte voor economie
Vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is cumulatief
€ 101,6 mln overgeheveld als onderdeel van PEGA: Ruimte voor Economie. Deze middelen
zijn bestemd voor ondersteuning bij de Economische Agenda Groningen onder de noemer
Economische Bedrijvigheid. Het budget is bedoeld voor strategische acquisitie, met
als doel: het aantrekken van nieuwe (internationale) bedrijvigheid met strategische,
toegevoegde waarde voor de regio. Verder is een deel van het budget bestemd voor de
Noordelijke Ontwikkelmaatschappij (NOM) en de Economic Board Groningen (EBG). Tot slot
wordt het budget gebruikt voor het ondersteunen van de uitvoeringskracht vanuit het
Ministerie van Economische Zaken bij projecten, innovatie en opschaling, het benutten
van bestaande regelingen, en in aanmerking komen voor nationale en Europese financiering
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage RVO.nl
Voor de uitvoering van de verschillende regelingen van EZ is het budget voor het uitvoeringskosten
instrument Bijdrage aan RVO opgehoogd met € 40,1 mln.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Bijdrage aan TNO
Als eigenaar en stelselverantwoordelijke voor de Toegepaste Onderzoeksinstellingen
verstrekt EZ de Rijksbijdrage aan TNO. Bij de eerste suppletoire begroting is het
budget voor de Rijksbijdrage met € 51,3 mln opgehoogd. De voornaamste ophoging komt
door het overhevelen van het budget van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei
(KGG). Door de splitsing van het voormalige Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
dient de bijdrage vanuit KGG via de begroting van EZ beschikbaar te worden gesteld
aan TNO. Voor begrotingsjaar 2025 is er in totaal € 31,1 mln overgeheveld vanuit KGG
voor de bestaande opdracht vanuit KGG aan TNO. Hiernaast zijn er voor 2025 ook een
aantal aanvullende opdrachten vanuit andere departementen (o.a. IenW, VWS, en EZ)
beschikbaar gesteld voor TNO bij de eerste suppletoire begroting. Meerjarig is er
een kleine daling in het budget voor TNO door de doorwerking van de additionele taakstelling
als gevolg van het terugdraaien van een aantal bezuinigingen op de OCW begroting eind
2024. Deze additionele taakstelling is voor EZ gedeeltelijk ingevuld met een efficiency-korting
op de taakorganisaties, waaronder TNO.
Bijdrage aan medeoverheden
MKB-innovatiestimulering Topsectoren (MIT)
De MIT-regeling kent een centraal, en een decentraal deel. Het decentrale deel wordt
uitgevoerd door de provincies. Het Rijk hevelt hiervoor middelen over aan de provincies
middels een specifieke uitkering (SPUK). De uitbetaling van deze SPUK gebeurt vanaf
het instrument MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) onder de categorie «Bijdragen
aan medeoverheden». Hiertoe is het subsidieinstrument voor de MIT naar beneden bijgesteld
en het mede-overheden instrument opgehoogd. In begrotingsjaar 2025 betreft dit € 11,9
mln.
Storting begrotingsreservers
Storting Reserve Maatwerkgarantie
Dit betreft een storting van € 30 mln in een nieuwe begrotingsreserve. Voor een maatwerkgarantie
wordt een risicovoorziening ingericht welke wordt gevuld met een storting van het
Ministerie van Defensie en het Ministerie van Economische Zaken.
Ontvangsten
Onttrekking reserve GO
Uit de risicovoorziening voor de GO wordt € 24 mln onttrokken. De risicovoorziening
is de reserve voor de garantieregeling GO. Wanneer er meer schade betalingen moeten
worden gerealiseerd dan begroot, voorziet de reserve in dekking.
Tegemoetkoming Energiekosten
Voor de Tegemoetkoming Energiekosten-regeling (TEK) is er een ramingbijstelling geweest
als gevolg van de hoger dan geraamde ontvangsten in 2024. De TEK is vastgesteld in
2024 en doordat de energieprijzen lager waren dan verwacht moet een aantal ondernemers
hun TEK voorschot terugbetalen. De RVO hanteert brede terugbetaal mogelijkheden, maar
minder ondernemers dan verwacht hebben hier gebruik van gemaakt waardoor de meeste
terugbetalingen al in 2024 hebben plaatsgevonden.
Brexit Adjustment Reserve
De Europese Commissie heeft met instemming van Nederland besloten om de resterende
Brexit Adjustment Reserve (BAR) middelen niet meer uit te betalen aan de verschillende
lidstaten en elders in te zetten. Het gevolg hiervan is dat de geraamde ontvangsten
van € 121 mln niet meer gerealiseerd worden. De ontvangstenraming is hierop bijgesteld.
Toelichting op de begrotingsreserves
De begrotingsreserves zijn bedoeld om inkomsten uit premies en uitgaven voor schades,
die over de jaren kunnen fluctueren, te verevenen. De reserve dient als buffer voor
uitgaven door EZ in geval bedrijven niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen
voldoen inzake leningen bij financieringsinstellingen waarop EZ een borgstelling heeft
afgegeven.
Er zijn begrotingsreserves voor de Borgstelling mkb-kredieten (BMKB, inclusief BMKB-C),
de BMKB groen, de Garantie Ondernemings-financiering (GO, inclusief de GO-C), garantiestelling
Maritiem, de Groeifaciliteit (GF), de Garantie MKB-financiering en Klein Krediet Corona
(KKC). De GO, GF, KKC en Garanties MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties,
waarvan de te realiseren premieontvangsten naar verwachting toereikend zijn voor het
afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Ultimo 2025 wordt op basis van de gerealiseerde
ontvangsten en uitgaven vastgesteld of een onttrekking of storting dient plaats te
vinden.
Tabel 8 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2025
241,0
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2025
241,0
De begrotingsreserve van de BMKB bestaat uit een begrotingsreserve voor de reguliere
BMKB en de BMKB-C. Vooralsnog is geen storting in de reserve BMKB geraamd. Aan het
eind van 2025 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties
de storting of onttrekking aan de reserve BMKB worden vastgesteld.
Tabel 9 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten groen (BMKB groen) (bedragen
x € 1 mln)
Stand 1/1/2025
13,1
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2025
13,1
De begrotingsreserve van de BMKB groen is in 2022 aangemaakt als aparte reserve voor
het groene luik onder de BMKB. Vooralsnog is geen storting in de reserve BMKB groen
geraamd. Aan het eind van 2025 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de
schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve BMKB groen worden vastgesteld.
Tabel 10 Begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) (bedragen x € 1
mln)
Stand 1/1/2025
230,0
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
– 24,0
Stand (raming) per 31/12/2025
206,0
De begrotingsreserve van de GO bestaat uit een begrotingsreserve voor de reguliere
GO en de GO-C. De regeling is gesloten voor nieuwe aanvragen en de openstaande garanties
zijn afgenomen. De GO-regeling wordt voor 1 jaar verlengd met een verlaagde openstelling.
Er wordt een onttrekking van de GO-reserve voorzien van € 24 mln. Aan het eind van
2025 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting
of onttrekking aan de reserve GO worden vastgesteld.
Tabel 11 Begrotingsreserve maatwerk garantie (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2025
+ Geraamde storting
30,0
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2025
30,0
Voor de begrotingsreserve maatwerk garantie wordt een nieuwe begrotingsreserve aangelegd.
Hierin wordt in totaal € 30 mln gestort in 2025. Aan het eind van 2025 zal op basis
van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking
aan de reserve worden vastgesteld.
Tabel 12 Begrotingsreserve Groeifaciliteit (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2025
58,6
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2025
58,6
Vooralsnog is geen storting in de reserve Groeifaciliteit geraamd. Aan het eind van
2025 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting
of onttrekking aan de reserve Groeifaciliteit worden vastgesteld.
Tabel 13 Begrotingsreserve Garantie MKB-financiering (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2025
22,9
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2025
22,9
Vooralsnog is geen storting in de reserve Garantie MKB-financiering geraamd. Aan het
eind van 2025 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties
de storting of onttrekking aan de reserve Garantie MKB-financiering worden vastgesteld.
Tabel 14 Begrotingsreserve Klein Krediet Corona (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2025
14,0
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2025
14,0
Vooralsnog is geen storting in de reserve Klein Krediet Corona (KKC) geraamd. Aan
het eind van 2025 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties
de storting of onttrekking aan de reserve KKC worden vastgesteld.
3.3. Beleidsartikel 3 Toekomstfonds
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 Toekomstfonds (Eerste suppletoire
begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Verplichtingen
270.486
0
270.486
99.742
370.228
– 22.424
– 2.061
– 605
– 2.035
161.982
Uitgaven
293.096
0
293.096
82.279
375.375
– 37.741
– 1.756
6.401
25.747
182.630
Subsidies (regelingen)
3.650
0
3.650
1.410
5.060
– 829
– 1.702
– 634
– 634
1.620
Thematisch Technology Transfer
3.650
3.650
1.410
5.060
– 829
– 1.702
– 634
– 634
1.620
Leningen
279.942
0
279.942
80.869
360.811
– 36.864
41
7.130
26.476
171.553
Startups / MKB financiering
Volledig revolverend
Fund to Fund
11.905
11.905
– 11.905
0
11.905
ROM's
2.457
2.457
2.457
Dutch Future Fund
2.000
2.000
2.000
Deep Tech Fund
50.000
50.000
50.000
Fonds Alternatieve Financiering
10.000
10.000
10.000
Economische Veiligheid Fonds
25.000
25.000
– 2.265
22.735
– 23.363
Secfund
0
0
75.000
75.000
European Tech Champions Initiative (ETCI)
25.000
25.000
10.000
35.000
Deels revolverend
Innovatiekrediet
50.000
50.000
19.885
69.885
– 8.000
– 2.000
– 1.000
– 2.000
61.189
Risicokapitaal SEED
53.920
53.920
– 4.184
49.736
899
5.586
11.450
14.952
46.916
Vroege fase / informal investors
35.443
35.443
– 3.581
31.862
– 5.063
– 751
– 1.200
– 135
22.150
Start ups / MKB
0
0
0
22.087
Met vermogensbehoud
Onco research
5.500
5.500
– 1.375
4.125
– 1.505
– 1.605
– 2.455
170
5.759
Thematische Technology Transfer
5.500
5.500
740
6.240
850
– 450
1.936
515
8.302
RegMed XB
3.217
3.217
– 1.446
1.771
– 682
– 739
– 1.601
1.069
5.150
Bijdrage aan agentschappen
9.504
0
9.504
0
9.504
– 48
– 95
– 95
– 95
9.457
Bijdrage RVO.nl
9.504
9.504
9.504
– 48
– 95
– 95
– 95
9.457
Ontvangsten
40.692
0
40.692
10.000
50.692
– 1.000
– 2.000
– 2.000
– 2.000
39.511
ROM's
5.504
5.504
5.504
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek
777
777
777
551
Thematische Technology Transfer
0
2.960
Smart Industry
411
411
411
Innovatiekredieten
21.000
21.000
10.000
31.000
– 1.000
– 2.000
– 2.000
– 2.000
23.000
SEED
13.000
13.000
13.000
13.000
Tabel 16 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Budgettaire gevolgen van beleid art. 3... (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Verplichtingen
270.486
270.486
99.742
370.228
– 22.424
– 2.061
– 605
– 2.035
161.982
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen
270.486
270.486
99.742
370.228
– 22.424
– 2.061
– 605
– 2.035
161.982
Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit naar aanleiding van de wijzigingen uit de 1e suppletoire begroting is ongeveer 37%. Dit betekent dat 63% van het beschikbare kasbudget
juridisch verplicht is. Van de 37% van de flexibele budgetten is 24% bestuurlijk gebonden.
De resterende 13% is beleidsmatig gereserveerd.
Vergeleken met de stand uit de Ontwerpbegroting 2024 is het percentage juridisch verplicht
gedaald van 84% naar 63%. Dit komt onder andere door de ophoging van het budget voor
het SecFund van € 75 mln. Hierdoor is ook het percentage van bestuurlijk gebonden
budgetten gestegen van 6% bij de Ontwerpbegroting naar 24% bij de eerste suppletoire
begroting. Het percentage voor de beleidsmatig gereserveerde budgetten is van 10%
naar € 13% gestegen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2025.
Toelichting
Verplichtingen
Bij de eerste suppletoire begroting is het verplichtingenbudget in 2025 voor artikel
3 opgehoogd met € 99,7 mln. Dit is het saldo van met name de volgende mutaties:
– Voor het SecFund dat eind 2024 is opgericht bij de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij
(BOM) is € 75 mln aan verplichtingenbudget ovegeheveld vanaf de begroting van het
Ministerie van Defensie naar het Toekomstfonds. Hiermee komt het totale fondsbedrag
op € 100 mln waarmee de komende jaren startups en MKB'ers te ondersteunen en zo te
kmen tot succescvolle ontwikkeling van producten die zowel door Defensie als de civiele
markt afgenomen kunnen worden.
– Voor het Innovatiekrediet is het verplichtingenbudget met € 16,8 mln opgehoogd in
begrotingsjaar 2025. Dit betreft onder andere een desaldering op de ontvangsten voor
de komende jaren. Per saldo tot en met 2030 betreft het een ophoging van het verplichtingenbudget
van € 1 mln, waarvan een ophoging van € 10 mln in 2025 en een neerwaartse bijstelling
van cumulatief € 9 mln in de jaren 2026 tot en met 2030. Hiernaast is er € 6,9 mln
aan verplichtingenbudget opgeboekt via een specifieke eindejaarsmarge naar aanleiding
van nieuwe afspraken rondom het vervallen van de 100% eindejaarsmarge op het Toekomstfonds.
Voor het Innovatiekrediet geldt op de meerontvangsten in het voorgaande jaar een 100%
eindejaarsmarge voor de huidige kabinetsperiode. In 2024 was er in totaal € 6,9 mln
meer ontvangen dan geraamd. Deze budgetten zijn toegevoegd aan het budget voor het
Innovatiekrediet van 2025.
– Voor de regeling Onco research is het verplichtingenbudget met € 6,5 mln naar boven
bijgesteld. Dit als gevolg van het opvragen van deze verplichtingenruimte nadat dit
in 2024 niet is benut door vertraging in het openstellen van deze regeling. De regeling
is inmiddels gesloten en de verplichting zal begin dit jaar aan worden gegaan.
Uitgaven
Leningen
Fund to fund
Voor de resterende kasbudgetten op de EZ-begroting voor het Dutch Venture Initiative
(DVI) I en II is bij de eerste suppletoire begroting een kasschuif doorgevoerd waarbij
€ 11,9 mln aan kasbudget van begrotingsjaar 2025 naar begrotingsjaar 2029 is geschoven.
Op basis van de huidige uitvoeringsinformatie van de uitvoerder van DVI I en II, de
Regionale Ontwikkelingsmaatschappij OostNL, zijn er voor 2025 geen kasmiddelen benodigd.
Economische Veiligheid Fonds
Voor de opgaven rondom Maatschappelijke Weerbaarheid waar het Ministerie van Economische
Zaken verantwoordelijk is, onder andere Economische Veiligheid en Kritieke Grondstoffen,
is er voor de jaren 2025 en 2026 dekking beschikbaar gesteld uit de middelen voor
het Beschermingsfonds Economische Veiligheid. Dit betreft € 2,3 mln in begrotingsjaar
2025 en € 23,4 mln in begrotingsjaar 2026. Hiermee wordt zorg gedragen voor de bescherming
van kwetsbaarheden en het toerusten van en samenwerking met het bedrijfsleven rondom
deze onderwerpen. Ook wordt hiermee het minimaal benodigde voor Grondstoffen gerealiseerd,
zoals kennisopbouw en monitoring van kwetsbaarheden in ketens en positionering van
de Nederlandse economie en leveringszekerheid.
European Tech Champions Initiative (ETCI)
Het European Tech Champions Initiative (ETCI) is een nieuw Europees fonds dat belegd
is bij het Europees Investeringsfonds (EIF). Nederland neemt sinds 2023 deel aan ETCI
voor in totaal € 100 mln. Uitbetalingen aan ETCI vinden plaats op basis van capitall
calls, op welk moment alle deelnemende landen middelen overhevelen naar het EIF. In
2024 stond er € 10 mln gereserveerd om over te maken naar het EIF voor ETCI. Deze
overheveling is uiteindelijk niet doorgegaan. Omdat de middelen reeds volledig juridisch
verplicht zijn aan het EIF zijn deze weer toegevoegd aan het budget voor 2025.
SecFund
Eind 2024 is het SecFund opgericht met een startkapitaal van € 25 mln. Om het instrument
een vervolg te kunnen geven is besloten het SecFund op te hogen met € 75 mln. Het
totale fondsbedrag van € 100 miljoen is benodigd om de komende jaren voldoende startups
en MKB’ers te ondersteunen en zo te komen tot succesvolle ontwikkeling van producten
die zowel door Defensie als de civiele markt (dual use) afgenomen kunnen worden. Omdat
het Ministerie van Economische Zaken aandeelhouder is van de Brabantse Ontwikkelings
Maatschappij (BOM) en de juiste juridische grondslag heeft wordt aanvullend kapitaal
van € 75 mln overgeheveld van het Ministerie van Defensie teneinde het uit te keren
aan de BOM.
Innovatiekrediet
Voor het Innovatiekrediet heeft een desaldering op de ontvangsten plaatsgevonden naar
aanleiding van een bijstelling van de verwachte ontvangsten in de komende jaren. Als
gevolg is er cumulatief € 1 mln toegevoegd aan het budget voor het Innovatiekrediet
voor de komende jaren, met een ophoging van € 10 mln in 2025 en een neerwaartse bijstelling
van cumulatief € 9 mln in de jaren 2026 tot en met 2030. Hiernaast is er een kasschuif
doorgevoerd voor de komende jaren op basis van de huidige uitvoeringsinformatie van
uitvoerder RVO. Hierdoor is het kasbudget in de jaren 2025 met € 3 mln opgehoogd en
in 2026 met € 7 mln naar beneden bijgesteld. Verder is er € 6,9 mln toegevoegd aan
het budget voor begrotingsjaar 2025 als gevolg van afspraken rondom het Toekomstfonds
waarbij hoger dan geraamde ontvangsten voor o.a. het Innovatiekrediet uit het voorgaande
begrotingsjaar mee worden genomen naar het daaropvolgende begrotingsjaar via een 100%
eindejaarsmarge. Per saldo wordt met bovenstaande mutaties het uitgavenbudget van
het Innovatiekrediet opgehoogd met € 19,9 mln in begrotingsjaar 2025 en met € 8 mln
naar beneden bijgesteld in begrotingsjaar 2026.
Risicokapitaal SEED
Voor de SEED Capital en SEED Business Angels regelingen is een kasschuif doorgevoerd
op basis van de huidige uitvoeringsinformatie van de uitvoerder RVO. Voor begrotingsjaar
2025 is daarom het kasbudget met € 8,8 mln naar beneden bijgesteld en naar latere
jaren geschoven. Hiernaast is er € 4,6 mln opgeboekt voor de SEED als gevolg van afspraken
rondom het Toekomstfonds waarbij hoger dan geraamde ontvangsten voor o.a. de SEED
uit het voorgaande begrotingsjaar mee worden genomen naar het daaropvolgende begrotingsjaar
via een 100% eindejaarsmarge. In totaal wordt hiermee het kasbudget van de SEED met
€ 4,1 mln naar beneden bijgesteld in 2025.
Vroegefasefinanciering
Voor de Vroegefasefinanciering (VFF) is een kasschuif doorgevoerd op basis van de
huidige uitvoeringsinformatie van de uitvoerder RVO. Voor begrotingsjaar 2025 is daarom
het kasbudget met € 6,2 mln naar beneden bijgesteld en naar latere jaren geschoven.
Hiernaast is er € 2,7 mln opgeboekt voor de VFF als gevolg van afspraken rondom het
Toekomstfonds waarbij hoger dan geraamde ontvangsten voor o.a. de VFF uit het voorgaande
begrotingsjaar mee worden genomen naar het daaropvolgende begrotingsjaar via een 100%
eindejaarsmarge. In totaal wordt hiermee het kasbudget van de VFF met € 3,6 mln naar
beneden bijgesteld in 2025.
Ontvangsten
Innovatiekredieten
Voor het Innovatiekrediet heeft een desaldering op de ontvangsten plaatsgevonden naar
aanleiding van een bijstelling van de verwachte ontvangsten in de komende jaren. Als
gevolg is er cumulatief € 1 mln toegevoegd aan het budget voor het Innovatiekrediet
voor de komende jaren, met een ophoging van € 10 mln in 2025 en een neerwaartse bijstelling
van cumulatief € 9 mln in de jaren 2026 tot en met 2030.
4. Niet-beleidsartikelen
4.1. Artikel 40 Apparaat Kerndepartement
Op dit artikel zijn de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van EZ en KGG
geraamd, voor zover die betrekking hebben op het kerndepartement (Directoraten-Generaal
en stafdirecties) en de diensten van EZ en KGG (ACM3, CPB en SodM). Enkele stafdirecties van EZ werken als gemeenschappelijke dienst voor
EZ, KGG en LVVN. In deze begroting is enkel het EZ en KGG-aandeel van deze gedeelde
diensten geraamd, te weten 57%. De overige 43% van het budget staat op de LVVN-begroting
geraamd.
Tabel 17 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (Eerste suppletoire begroting) (bedragen
x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Verplichtingen
516.829
0
516.829
23.117
539.946
4.994
4.444
– 1.528
– 8.330
396.558
Uitgaven
516.829
0
516.829
23.117
539.946
4.994
4.444
– 1.528
– 8.330
396.558
Personele uitgaven
386.034
0
386.034
13.326
399.360
14.118
11.669
5.275
8.790
335.234
eigen personeel
231.818
0
231.818
14.935
244.579
22.998
14.621
12.944
10.351
308.024
inhuur externen
140.540
0
140.540
– 6.112
134.428
0
0
0
0
21.126
overige personele uitgaven
13.676
0
13.676
4.503
18.436
– 8.880
– 2.952
– 7.669
– 1.561
6.084
Materiële uitgaven
130.795
0
130.795
9.791
140.586
– 9.124
– 7.225
– 6.803
– 17.120
61.324
ICT
33.303
0
33.303
– 8.274
25.029
– 10.019
– 6.955
– 6.803
– 5.458
23.243
bijdrage aan SSO's
28.839
0
28.839
0
28.839
0
0
0
0
7.389
DICTU
27.256
0
27.256
0
27.256
0
0
0
0
2.935
overige materiële uitgaven
41.397
0
41.397
18.065
59.462
895
– 270
0
– 11.662
27.757
Ontvangsten
22.846
0
22.846
19.958
42.804
2.000
2.000
2.000
2.000
24.846
Overig
22.846
0
22.846
19.958
42.804
2.000
2.000
2.000
2.000
24.846
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
De stijging van het uitgaven- en verplichtingenbudget op het apparaatsartikel wordt
vrijwel volledig verklaard door de desaldering van een aantal nieuw gebudgetteerde
ontvangsten (zie toelichting bij de Ontvangsten).
Personele uitgaven
Het budget voor personele uitgaven wordt in 2025 per saldo met € 13,3 mln verhoogd.
De per saldo stijging van de eigen personele uitgaven (€ 14,9 mln) heeft te maken
met:
– een toename van het personele budget van de ACM met ca. € 8,9 mln in 2025, o.a. voor
het voortzetten van het IV-portfolio;
– een toename van het budget voor eigen personeel met € 2,5 mln in verband met de splitsing
van EZK in EZ en KGG, m.n. voor waarborging van de financiële functie;
– verschillende heralloceringen binnen het apparaatsartikel, waarmee per saldo ophoging
van het budget voor eigen personeel;
– het naar beneden bijstellen van het budget eigen personeel met € 6,8 mln om invulling
te geven aan de apparaatstaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord.
De daling van de uitgaven voor externe inhuur met € 6,1 mln heeft te maken met:
– het naar beneden bijstellen van het centraal beheerde budget voor de inhuur van externen
met € 6,1 mln ter invulling van de apparaatstaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord,
waarin expliciet aandacht is gevraagd voor het terugdringen van de externe inhuur
tot de Roemernorm.
De stijging van het budget voor overige personele uitgaven met € 4,5 mln wordt grotendeels
verklaard door:
– een correctieve boeking van materiële naar overige personele uitgaven (€ 8,6 mln);
– extra middelen voor maatregelen ter verbetering van de sturing en control binnen ACM
in het kader van het programma Inzicht en Verantwoording (€ 1,7 mln);
– een overheveling van ongeveer € 1,7 mln naar SWZ voor het besparingsverlies door het
niet behalen van de banenafspraak;
– verschillende heralloceringen binnen het apparaatsartikel, die per saldo zorgen voor
verlaging van de overige personele uitgaven.
Materiële uitgaven
Het budget voor de materiële uitgaven wordt in 2025 per saldo met € 9,8 mln verhoogd.
Deze verhoging wordt grotendeels verklaard door:
– een toename in het materiële budget van ACM met ongeveer € 8,0 mln, waaronder € 5,4
mln om een inhaalslag op het ICT-beheer te maken in het kader van de verbetering van
de informatievoorziening en € 0,2 mln voor uitvoering van de Dataverordening;
– ophoging van het budget rondom klimaatcommunicatie met € 4,6 mln;
– de overheveling van WaU-middelen (Werk aan Uitvoering) vanuit de Aanvullende Post
voor 2025 van € 1,3 mln;
– de apparaatstaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord is in eerste instantie met het
budget voor overige materiële uitgaven ingevuld. Voor 2025 wordt dit nu doorberekend
aan de organisatieonderdelen waarmee de overige materiële uitgaven weer worden opgehoogd;
– een correctieve boeking van € 8,6 mln naar overige personele uitgaven;
– het naar beneden bijstellen van het budget overige materiële uitgaven met € 1,3 mln
om invulling te geven aan de apparaatstaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord;
– het naar beneden bijstellen van het budget ICT met € 0,8 mln om invulling te geven
aan de apparaatstaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord.
Ontvangsten
Het budget voor de ontvangsten wordt in 2025 met ongeveer € 20 mln verhoogd. Deze
verhoging wordt verklaard door een bijstelling van de raming voor retributies die
ACM in rekening brengt bij de onder toezicht gestelde sectoren. Gelet op de realisaties
in afgelopen jaren kan de raming met € 2,0 mln worden verhoogd. Daarnaast wordt de
verhoging verklaard door het afromen van het bovenmatig eigen vermogen van RDI (€ 2,9
mln), DICTU (€ 6,8 mln), RVO (€ 7,2 mln) en de NEa (€ 1,0 mln).
4.2. Artikel 41 Nog onverdeeld
Tabel 18 Nog onverdeeld (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2025 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Verplichtingen
0
– 7.134
– 7.134
97.328
90.194
85.952
58.460
58.449
56.406
55.303
Uitgaven
0
– 7.134
– 7.134
97.328
90.194
85.952
58.460
58.449
56.406
55.303
Loonbijstelling
0
0
0
66.043
66.043
65.623
63.825
64.492
63.144
62.007
Prijsbijstelling
0
0
0
13.486
13.486
13.195
12.501
11.823
11.128
11.162
Onverdeeld
0
– 7.134
– 7.134
17.799
10.665
7.134
– 17.866
– 17.866
– 17.866
– 17.866
Onvoorzien
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Loon- en prijsbijstelling
Bij Voorjaarsnota 2025 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2025 overgeheveld naar
de departementale begroting. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging
van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever.
De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen.
Een deel van de prijsbijstelling is ingezet als dekking voor generale tegenvallers.
Ook de loonbijstelling op de uitgaven voor externe inhuur is niet uitgekeerd. De resterende
loon- en prijsbijstellingstranche 2025 zal bij de eerst volgende begrotingsronde verdeeld
worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen.
Onverdeeld
Bij behandeling van de MJN 2025 is er een taakstelling opgelegd welke toeziet op dekking
van het maatregelenpakket voor het gedeeltelijk terugdraaien van bezuinigingen op
de OCW-begroting. De taakstelling wordt primair bereikt door een aanvullende, proportionele
korting op het apparaat van de rijksoverheid, met name op personeelskosten, waarbij
politie (bewaken en beveiligen), krijgsmacht, inlichtingen- en veiligheidsdiensten,
COA, IND en het rechtsbestel incl. DJI, en uitvoering die ziet op de rechtsbescherming
van burgers, zijn uitgezonderd. De taakstelling voor EZ bedroeg € 7,1 mln en wordt
nu bij 1e suppletoire begroting gedekt. De resterende € 10,7 mln in 2025 betreft de
uitgekeerde Eindejaarsmarge over de niet bestede middelen in 2024, welke bij de eerstvolgende
begrotingsronde zal worden verdeeld. Tenslotte wordt er vanaf 2027 een ombuiging van
€ 25 mln per jaar gedaan op subsidies op de begroting van Economische Zaken, ter dekking
van de rijksbrede problematiek. Deze ombuiging wordt voorlopig geboekt op artikel
41 onverdeeld.
5. Agentschappen
5.1. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
Tabel 19 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RVO.nl Eerste suppletoire begroting
2025 (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3)=(1)+(2) Totaal geraamd
Baten
– Omzet
1.256.914
145.303
1.402.217
waarvan omzet moederdepartement
223.598
5.940
229.538
waarvan omzet overige departementen
1.008.574
125.491
1.134.065
waarvan omzet derden
24.742
13.872
38.614
Rentebaten
7.000
0
7.000
Vrijval voorzieningen
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Totaal baten
1.263.914
145.303
1.409.217
Lasten
Apparaatskosten
1.268.452
– 36.730
1.231.722
– Personele kosten
735.702
84.533
820.235
waarvan eigen personeel
537.062
61.710
598.772
waarvan inhuur externen
176.568
20.288
196.856
waarvan overige personele kosten
22.071
2.536
24.607
– Materiële kosten
532.750
– 121.263
411.487
waarvan apparaat ICT
5.327
612
5.939
waarvan bijdrage aan SSO's
293.012
33.668
326.680
waarvan overige materiële kosten
234.410
– 155.542
78.868
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten
0
163.761
163.761
Rentelasten
1.134
0
1.134
Afschrijvingskosten
12.600
0
12.600
– Materieel
100
0
100
waarvan apparaat ICT
0
0
0
waarvan overige materiele afschrijvingskosten
100
0
100
– Immaterieel
12.500
0
12.500
Overige lasten
0
0
0
waarvan dotaties voorzieningen
0
0
0
waarvan bijzondere lasten
0
0
0
Totaal lasten
1.282.185
127.032
1.409.217
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
– 18.271
18.271
0
Agentschapsdeel Vpb-lasten
0
0
0
Saldo van baten en lasten
– 18.271
18.271
0
Als agentschap werkt RVO met het uitgangspunt van een kostendekkende begroting. De
totale mutatie in de baten is € 145,3 mln. Dit is deels te verklaren door een grotere
kostenstijging dan was begroot, met als gevolg een hoger tarief en een hogere omzet.
Daarnaast hebben er ten opzichte van de begroting een aantal wijzigingen plaatsgevonden
in het opdrachtenpakket.
Toelichting op de baten
Omzet moederdepartement
De omzet van het moederdepartement is gestegen met € 5,9 mln ten opzichte van de ontwerpbegroting.
Hieronder worden de voornaamste mutaties toegelicht.
De opdracht van DG Bedrijfsleven & Innovatie is gedaald met € 8,1 mln. Dit komt voornamelijk
door een daling bij de regelingen Tegemoetkoming Energiekosten energie intensief mkb
(TEK € 4 mln) en de Corona regelingen (€ 1 mln).
De opdracht van DG Economie en Digitalisering is € 4,7 mln lager dan in de ontwerpbegroting.
Deze daling wordt vooral veroorzaakt door het vervallen van de opdracht Nederlands
Cybersecurity Coördinatiecentrum (€ 5 mln).
In de omzet moederdepartement zijn nu ook de WaU-gelden (€ 22,7 mln) opgenomen.
Omzet overige departementen
De totale omzet van de overige departementen is gegroeid met € 125,4 mln ten opzichte
van de ontwerpbegroting. Hieronder worden de voornaamste mutaties toegelicht.
De opdracht van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
stijgt met € 53,5 mln ten opzichte van de ontwerpbegroting. De definitieve jaaropdracht
was significant groter dan waar rekening mee was gehouden bij de ontwerpbegroting.
Verder is er sprake van een aantal meewerkopdrachten. Onder anderen; Nationaal Strategisch
Plan (€ 7,8 mln) en New Delivery Model (€ 3,4 mln).
De opdracht van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei is gegroeid met € 33,4
mln. Deze toename is onder anderen te verklaren door intensiveringen bij de Energie-Innovatie
regelingen (€ 5 mln), Netcongestie (€ 2,5 mln) en Gebiedsgerichte Aanpak Energie (€ 3
mln).
De opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties is € 30,8
mln groter dan de ontwerpbegroting. Dit is voornamelijk te verklaren door een stijging
van de opdracht van Groningen en Ondergrond (€ 28,0 mln).
De opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is in 2025 € 3,8 mln groter
dan initieel begroot. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de toevoeging op de Oekraïne
faciliteit (€ 3,2 mln) aan de opdracht. De opdracht van het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat is € 8 mln groter dan bij de ontwerpbegroting.
Omzet derden
De totale omzet derden valt € 13,9 mln hoger uit dan initieel begroot. Deze stijging
vindt vooral plaats bij Provincies, waar de opdracht Nationaal Strategisch Plan (NSP)
€ 12,5 mln groter is dan initieel begroot.
Toelichting op de lasten
De lasten stijgen met € 127,0 mln. Dit is met name te verklaren door de stijging in
personele kosten (€ 84,5 mln) ten opzichte van de ontwerpbegroting. De kosten voor
ambtelijk personeel zijn gestegen met € 61,7 mln. De kosten voor externe inhuur zijn
gestegen met € 20,3 mln. In de materiële kosten is een modelwijziging verwerkt ten
opzichte van de ontwerpbegroting. Een deel van de materiële kosten uit de ontwerpbegroting
is opgenomen onder de nieuwe categorie «Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten».
Dit betreft een verschuiving van € 163,8 mln.
Tabel 20 Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3)=(1)+(2) Totaal geraamd
1.
Rekening-courant RHB 1 januari 2025 + depositorekeningen
143.556
120.909
264.465
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
1.263.915
145.303
1.409.217
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
– 1.269.585
– 127.032
– 1.396.617
2.
Totaal operationele kasstroom
– 5.670
18.270
12.600
Totaal investeringen (-/-)
– 15.000
– 24.500
– 39.500
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
0
0
3.
Totaal investeringkasstroom
– 15.000
– 24.500
– 39.500
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
0
0
Eenmalige storting door het moederdepartement (+)
20.332
– 20.332
0
Aflossingen op leningen (-/-)
– 20.480
0
– 20.480
Beroep op leenfaciliteit (+)
15.000
24.500
39.500
4.
Totaal financieringskasstroom
14.852
4.168
19.020
5.
Rekening-courant RHB 31 december 2025 (=1+2+3+4)
137.738
118.847
256.585
Toelichting op het kasstroomoverzicht
In het kasstroomoverzicht is zichtbaar dat het grotere opdrachtpakket zorgt voor hogere
operationele ontvangsten en uitgaven. Ook de investeringen zijn toegenomen en betreft
met name de ontwikkeling van software.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.