Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Podt over het Natuurnetwerk Nederland
Vragen van het lid Podt (D66) aan de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over het Natuur van Natuurnetwerk Nederland (NNN) (ingezonden 19 maart 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Rummenie (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur)
(ontvangen 31 maart 2025).
Vraag 1
Kunt u toelichten waarom de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) met slechts
1.968 hectare natuur in 2023 sterk achterblijft bij de jaarlijkse doelstelling, terwijl
de restopgave voor 2027 nog 29.520 hectare bedraagt?
Antwoord 1
De provincies hebben in de 8e en 9e Voortgangsrapportage Natuur aangegeven dat ontwikkelingen als beschikbare capaciteit,
gestegen grondprijzen, verminderde grondmobiliteit, langdurige procedures en cumulatie
van ruimtelijke vraagstukken van invloed zijn op de achterblijvende realisatie van
de inrichtingsopgave van 80.000 ha nieuwe natuur.
Vraag 2
Deelt u de conclusies uit het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) biodiversiteit
dat we, om de natuur beter te beschermen, meer ruimte voor natuur moeten maken en
dat daarvoor meer, grotere en meer verbonden natuurgebieden nodig zijn?
Antwoord 2
Het IBO concludeert inderdaad dat het vergroten en verbinden van natuurgebieden één
van de maatregelen is die bij kunnen dragen aan het versterken van de biodiversiteit.
Ook in mijn beleidsagenda natuur, die ik u in november 2024 heb toegestuurd (Kamerstuk
33 576, nr. 401) benadruk ik het belang van een robuuste natuur waarop we kunnen vertrouwen, als
basis voor ons welzijn en verweven met onze dagelijkse woon-, werk- en leefomgeving.
Het realiseren van het NNN past hier ook goed bij.
Vraag 3
Welke consequenties heeft het voor internationale doelstellingen als het NNN niet
wordt afgerond, zoals is afgesproken bij de decentralisatie van het natuurbeleid?
Antwoord 3
Realisatie van de afspraken uit het Natuurpact door de provincies na 2027 betekent
dat het aandeel hiervan in de doelstellingen voor biodiversiteit ook later wordt gerealiseerd.
Vraag 4
Welke acties zijn sinds 2022 ondernomen om de aanbevelingen van de Taskforce Versnelling,
zoals het opzetten van provinciale grondbanken, ontpachten en het benutten van dwingend
instrumentarium, te implementeren? Zijn hier resultaten van bekend?
Antwoord 4
Nee, hier zijn geen resultaten van bekend. De voortgang ervan kan de komende jaren
wel worden afgeleid uit de cijfers van de jaarlijkse Voortgangsrapportage Natuur (VRN).
In de jaarlijkse VRN is aangegeven welke oppervlakte nieuwe natuur in het NNN naar
verwachting van de provincies na 2027 zal worden gerealiseerd. In de 10e VRN hebben de provincies aangegeven hoeveel hectares zij (mede dankzij de versnellingsacties)
kansrijk achten om vóór eind 2027 in te richten en van hoeveel hectares zij de inrichting
vóór eind 2027 nog onzeker achten. Op basis hiervan hebben zij aangegeven dat ca.
10.000 ha na 2027 zal worden ingericht. In de 11e VRN, die eind dit jaar uitkomt, zal blijken of dankzij de versnellingsacties een
grotere oppervlakte dan het jaar ervoor kansrijk wordt geacht om vóór eind 2027 te
hebben ingericht.
Vraag 5
Hoe wordt binnen het programma Ruimte voor Landbouw en Natuur en andere relevante
programma’s prioriteit gegeven aan de resterende opgave van het Natuurnetwerk Nederland,
zoals aanbevolen door de Taskforce?
Antwoord 5
De Minister van LVVN werkt op dit moment aan de uitwerking van haar beleidsbrief RLN.
Voor de zomer zal zij uw Kamer hierover nader informeren.
Vraag 6
Welke middelen gaat u beschikbaar stellen, aangezien de kosten voor grondwerving en
inrichting significant zijn gestegen, voor provincies die niet in staat zijn de doelstelling
te behalen?
Antwoord 6
Het natuurbeleid alsmede de uitvoering en het beheer ervan is in 2013 gedecentraliseerd
naar de provincies. Het is dan ook de verantwoordelijkheid van de provincies om het
Natuurnetwerk Nederland tijdig af te ronden. Het Rijk heeft de opgave voor verwerving
en inrichting van het Natuurnetwerk Nederland financieel gedekt via de middelen die
bij de decentralisatie structureel zijn overgeheveld aan de provincies via de algemene
uitkering van het Provinciefonds.
Vraag 7
Welke concrete stappen en aanvullende maatregelen gaat u ondernemen om te zorgen dat
de resterende hectares voor 2027 worden gerealiseerd?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 6.
Vraag 8
Kunt u deze vragen voor het commissiedebat Stikstof en natuur van 2 april 2025 beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.