Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Teunissen en Kostic over “de onbetrouwbaarheid van de inschatting van saneringskosten voor de grond vanTata Steel”
Vragen van leden Teunissen en Kostic (beiden PvdD) aan de Ministers van Klimaat en Groene Groei en van Infrastructuur en Waterstaat over de onbetrouwbaarheid van de inschatting van saneringskosten voor de grond van Tata Steel (ingezonden 13 februari 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei), mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 31 maart 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2024–2025, nr. 1337.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Tata Steel heeft tot 2 miljard nodig voor vergroening,
blijkt uit geheime cijfers»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u het getal van maximaal 12 miljard euro aan saneringskosten voor de grond
van Tata Steel die te zien was op de slide die tijdens de presentatie van het rapport
van Hans Wijers en Frans Blom op scherm te zien was?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Bent u zich bewust van het feit dat in media en onder politici nu veelal het beeld
heerst dat het saneren van de grond inderdaad 12 miljard euro zou kosten?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Kunt u meer detail geven over de aannames waarop de inschatting is gebaseerd dat dit
12 miljard euro zou kosten?
Antwoord 4
Het bedrag van maximaal 12 miljard euro is ingeschat door de heren Wijers en Blom
als onderdeel van hun onderzoek naar de mogelijke handelingsperspectieven van de staat
met betrekking tot de verduurzaming van Tata Steel Nederland (TSN). Wijers en Blom
hebben een inschatting gemaakt van de (maximale) saneringskosten van de bodem en het
grondwater na beëindiging van de activiteiten door TSN. Deze inschatting gaat uit
van het saneren van de grond naar een niveau geschikt voor woningbouw. Verdere details
over de aannames zijn aan Wijers en Blom en kan ik u niet verstrekken.
In algemene zin valt op te merken dat de werkelijke kosten van de saneringsopgave
afhankelijk zijn van de uiteindelijke functiekeuze en inrichting van het terrein.
Wanneer de grond voor industriële doeleinden wordt gebruikt, zijn de saneringskosten
aanzienlijk lager. Duidelijk is dat een sanering door de lange historische aanwezigheid
van Tata Steel en haar voorgangers, de aard van de staalindustrie en het zeer grote
oppervlak van het terrein van Tata Steel een complexe, langdurige en kostbare aangelegenheid
zal zijn.
Vraag 5
Bent u bereid de onderliggende analyses hiervoor openbaar te maken? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Nee. Wijers en Blom hebben, ondersteund door BCG, onafhankelijk onderzoek gedaan.
Het openbare rapport «Hoe Tata Steel Nederland te verduurzamen» is op 28 maart 2024 gedeeld met de Kamer.2 Op 16 mei 2024 heeft een deels openbare en deels vertrouwelijke technische briefing
plaatsgevonden over het rapport met de heren Wijers en Blom. Daarnaast heeft op verzoek
van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat het vertrouwelijke rapport
van Wijers/Blom ter inzage gelegen bij de griffie. Daarmee is alle informatie die
bij de overheid bekend is met uw kamer gedeeld.
Vraag 6
Hoe verhouden de saneringskosten zich ten opzichte van andere saneringsprojecten van
ernstig vervuilde terreinen zoals Chemie-Pack in Moerdijk (7 hectare voor circa 5,5
miljoen euro per hectare)3, EMK in Krimpen aan den IJssel (6 hectare voor circa 7 tot 10 miljoen euro per hectare)
(Kamerstuk 28 089, nr. 188), Thermphos in Vlissingen (50 hectare voor circa 2,5 miljoen euro per hectare)4 en Olasfa in Olst (3,5 hectare voor circa 3 miljoen euro per hectare)5?
Antwoord 6
De saneringskosten van verschillende terreinen laten zich niet eenvoudig vergelijken.
De kosten zijn enerzijds afhankelijk van het type (welke stoffen) en de mate en omvang
van de verontreiniging en de bodemopbouw. Anderzijds hangt de omvang van de benodigde
sanering af van de beoogde toekomstige functie van het terrein en de locatie. Vanwege
al deze factoren die een rol spelen bij de kosten van sanering, zijn de genoemde saneringsprojecten
moeilijk te vergelijken met de geschatte kosten van een eventuele sanering van het
TSN-terrein.
Vraag 7
Herinnert u zich de opmerking van Staatssecretaris Heijnen in haar brief van 3 april
2024, waar zij over de bodemsanering zegt dat «als het gaat om geheel of gedeeltelijke
sluiting – tegelijkertijd op voorhand niet gegarandeerd kan worden dat de kosten daarvan
volledig door Tata Steel Nederland zullen worden gedragen» (Kamerstuk 28 089, nr. 275)?
Antwoord 7
Ja.
Vraag 8
Deelt u de mening dat in elk toekomstscenario er een significante saneringsopgave
ligt die hoe dan ook moet worden uitgevoerd, onafhankelijk van wie die uiteindelijk
uit zal voeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Afhankelijk van het toekomstscenario kan er een aanzienlijke saneringsopgave liggen.
Zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 6 is de omvang van de saneringsopgave
afhankelijk van de toekomstige functie van de grond.
Vraag 9
Bent u zich bewust van het feit dat Tata Steel Ltd (moederbedrijf van Tata Steel Nederland)
geen Parent Company Guarantee heeft afgegeven voor de Nederlandse dochtermaatschappij?
Zo ja, wat is het gevolg hiervan voor de kans om de kosten voor sanering bij een eventueel
faillissement te verhalen op de Indiase moedermaatschappij?
Antwoord 9
Ja, ik ben me ervan bewust dat Tata Steel Limited (TSL) een dergelijke garantie, ook
wel de 403-verklaring genoemd, niet heeft afgegeven. Dit betekent dat TSL op dit moment
niet garant staat voor de schulden van TSN en schuldeisers zich in het geval van een
eventueel faillissement van TSN niet rechtstreeks kunnen wenden tot TSL. We begrijpen
de zorg die voortvloeit uit de Kamervragen dat de staat mogelijk met een significante
saneringsopgave achterblijft wanneer een bedrijf failliet gaat.
In de Kamerbrief6 waar u in vraag 7 aan refereert, is al een toelichting opgenomen op de relevante
bepalingen uit debodemregelgeving en de Omgevingswet (financiële zekerheidsstelling)
die op Tata Steel van toepassing zijn. Het uitgangspunt van de Omgevingswet en de
bodemregelgeving is dat de vervuiler betaalt. Dat geldt dus ook voor Tata Steel. In
de Omgevingswet in artikel 13.5 is de financiële zekerheidsstelling opgenomen.7 Middels deze wetgeving kunnen in een omgevingsvergunning eisen worden gesteld aan
activiteiten met grote nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving. Bijvoorbeeld
een voorschrift dat financiële zekerheid stelt om verplichtingen na te komen of schade
te dekken. Als de vergunninghouder deze verplichtingen niet naleeft, kan het bevoegd
gezag kosten op die manier alsnog verhalen via de zekerheidsstelling.
Artikel 8.6 van het Omgevingsbesluit wijst gevallen aan waarbij het bevoegd gezag
altijd voorschriften voor financiële zekerheid aan de omgevingsvergunning moet verbinden
bij IPPC-installaties en voor Seveso-inrichtingen. TSN valt onder deze categorie.
Deze verplichte zekerheidsstelling in de Omgevingswet is een nieuw rechtsinstrument.
Omgevingsdiensten in heel Nederland zijn op dit moment bezig met het implementeren
van deze eis. Daardoor is nu nog geen beleidsevaluatie mogelijk en valt op dit moment
niet te zeggen in welke mate het instrument effectief is in het vermijden dat bijvoorbeeld
saneringskosten bij een faillissement (deels) voor rekening van de overheid komen.
Vraag 10
Zijn de mogelijkheden voor een aansprakelijkheidsprocedure tegen de moedervennootschap
van Tata Steel Nederland onderzocht om in te schatten in hoeverre bij een eventueel
faillissement de saneringskosten (en/of faillissementstekorten) te verhalen zijn op
de Indiase moedermaatschappij? Zo nee, bent u bereid dat alsnog te doen?
Antwoord 10
De noodzaak om een aansprakelijkheidsprocedure te onderzoeken is er op dit moment
niet. In de hoofdregel blijft de aansprakelijkheid van een aandeelhouder beperkt tot
(de waarde van) zijn aandeel. Daarbij zijn aandeelhouders in beginsel niet aansprakelijk
voor schulden van een besloten vennootschap zoals Tata Steel Nederland b.v.
Het doel van het kabinet is om via een maatwerkafspraak schone en groene staalproductie
in de IJmond te realiseren. Hiermee borgen we dat TSN de activiteiten op een schone
en duurzame manier voortzet. In deze situatie is er dus ook geen sprake van een noodzaak
om de grondsaneringskosten te verhalen op de eigenaar van TSN, Tata Steel Limited.
Vraag 11
Is er een scenario denkbaar waarin Tata Steel IJmuiden failliet zou gaan en de Nederlandse
overheid op zou draaien voor de saneringskosten van de grond? Zo ja, hoe ziet een
dergelijke situatie eruit, wat gebeurt er dan en acht u dat wenselijk?
Antwoord 11
Het rapport van Wijers en Blom beschrijft een scenario waarin TSN onder economische
druk moet sluiten. Bij sluiting in het specifieke geval van een faillissement bestaat
er een risico dat TSN in gebreke blijft bij het dekken van de saneringskosten van
de grond. Daardoor zouden deze kosten in dat geval mogelijk bij de overheid terecht
komen, zie ook het antwoord op vraag 9.
Het kabinet zet in op een maatwerkafspraak met Tata Steel. De kans op een ongecontroleerd
faillissement en een mogelijke saneringsopgave voor de overheid is daarmee kleiner.
Vraag 12
Deelt u de mening dat Tata wat er ook gebeurt verantwoordelijk is voor de kosten van
bodenvervuiling en voor het oplossen daarvan hoe dan ook moet gaan betalen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 12
Zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 9 gaat de Omgevingswet uit van het principe
dat de vervuiler betaalt. TSN is dus verantwoordelijk voor de door het bedrijf veroorzaakte
bodemvervuiling en zal daar de kosten voor moeten dragen.
Tegelijkertijd is op dit moment ook al duidelijk dat TSN niet voor alle vormen van
bodemverontreiniging op het terrein aansprakelijk kan worden gehouden. Niet alle bodemverontreiniging
op het terrein is door TSN of haar rechtsvoorgangers veroorzaakt. Zo is in 1943 een
grote verontreiniging ontstaan door een geallieerd bombardement en beperkt de Omgevingswet
in art 13.3a de aansprakelijkheid van bedrijven voor historische bodemverontreiniging8. Voor deze vormen van bodemverontreiniging kan TSN niet aansprakelijk worden gehouden.
Vraag 13
Bent u bereid een saneringsexpert te vragen een inschatting te maken van de saneringskosten
die te verwachten zijn, gezien het belang van de saneringskosten in de discussie rondom
Tata? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Zoals ook benoemd in het antwoord op vraag 11 zet het kabinet in op het sluiten van
een maatwerkafspraak met TSN voor groene en schone staalproductie. Daarmee is sanering
van het volledige terrein niet aan de orde.
Vraag 14
Is er onderzoek gedaan naar de effecten van de bodemvervuiling bij Tata op het milieu
(waaronder water), natuur en gezondheid van omwonenden en werkenerms? Zo niet, waarom
niet en bent u bereid om alsnog zo'n onderzoek te laten doen?
Antwoord 14
Ja. Het bevoegd gezag, de Provincie Noord-Holland, is verantwoordelijk voor het houden
van toezicht op bodemvervuiling. Deze taken zijn gemandateerd aan de OD NZKG. De OD
NZKG doet onderzoek naar de risico’s van de verspreiding van verontreinigingen naar
de omgeving. De OD NZKG neemt maatregelen of voert aanvullend onderzoek uit wanneer
zij dit noodzakelijk acht.
Inzicht in de bodemkwaliteit op het terrein van TSN is gebaseerd op bodemonderzoeken
die worden ingediend door TSN bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG).
De OD NZKG registreert deze bodemonderzoeken in haar bodeminformatiesysteem. Dit systeem
is openbaar en voor iedereen toegankelijk via de site van de OD NZKG. Dit betreft
een overzicht van de bodeminformatie die bekend is bij de OD NZKG. De OD NZKG vult
dit systeem continu aan met nieuwe bodeminformatie die bij haar wordt ingediend.
Er zijn al vele honderden onderzoeken over het terrein bekend. Omdat er al veel onderzoek
wordt gedaan naar de mate en effecten van de bodemvervuiling op de omgeving zien wij
geen noodzaak om zelf verder onderzoek in te stellen.
Vraag 15
In hoeverre zou de voorkeur voor scenario 3 kunnen veranderen naar een ander scenario
(eventueel een buiten de vier opties die Wijers en Blom opgaven) als blijkt dat de
saneringskosten significant lager zijn dan de 12 miljard euro?
Antwoord 15
De inzet van het kabinet is gericht op een maatwerkafspraak en het realiseren van
groene en schone staalproductie in de IJmond en daarmee ook het behoud van de economische
en strategische waarde daarvan.
Vraag 16
Kunt u deze vragen individueel beantwoorden en uiterlijk in februari 2025?
Antwoord 16
Vanwege de benodigde interdepartementale afstemming van de antwoorden op de vragen
is het niet gelukt om de vragen in februari 2025 te beantwoorden. De Kamer is hierover
geïnformeerd op 20 februari 2025.9
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei -
Mede ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.