Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bamenga over minder intercitystops in Weert, de intercityverbinding Eindhoven – Aken, en de algemene bereikbaarheid met en binnen Limburg
Vragen van het lid Bamenga (D66) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de intercityverbinding Eindhoven – Aken, minder intercity's rondom Weert en de algemene bereikbaarheid met en binnen Limburg (ingezonden 4 maart 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 31 maart
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Plan NS: Intercity rijdt station Weert in weekend
twee keer per uur voorbij»1, en «Beperkt plan intercity Aken ook op lange baan»2?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de vergaande gevolgen van deze plannen voor de bereikbaarheid van
de provincie Limburg?
Antwoord 2
Ik ben bekend met de plannen. De werkzaamheden zijn noodzakelijk voor de uitvoering
van het programma hoogfrequent spoor (PHS) en leiden op termijn tot verbetering van
de bereikbaarheid in onder andere de provincie Limburg. Gedurende de werkzaamheden
vermindert de bereikbaarheid iets. NS beperkt de gevolgen voor de bereikbaarheid waar
mogelijk, onder meer door te borgen dat aansluitingen met regionale spoorvervoerders
behouden blijven, en heeft daarbij aandacht voor een betrouwbare treindienst (robuustheid)
en vervoerscapaciteit.
Het eventuele rijden in de randen van de dag voor de IC Aken draagt zeer beperkt bij
aan de bereikbaarheid. Dit was vooral als opstap voor een meer volwaardige Intercity
op langere termijn.
Vraag 3
Is er met NS gesproken over alternatieve mogelijkheden wat betreft de werkzaamheden
rondom Vught? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke alternatieve mogelijkheden zijn besproken
en waarom zijn die wel of niet uitvoerbaar?
Antwoord 3
NS is verantwoordelijk voor het maken van een dienstregeling en maakt hierin dus zelf
keuzes. Dit doet zij binnen de kaders die ik met de concessie stel. NS informeert
mij hier vroegtijdig over. NS heeft in dit geval alternatieven overwogen. Alternatieven
voor de gekozen oplossing leiden tot het verbreken van regionale spooraansluiting
op andere stations in Limburg, met negatieve gevolgen voor de bereikbaarheid van de
provincie. De gekozen oplossing zorgt voor de minste hinder voor reizigers, behoudt
de regionale spooraansluitingen en biedt de meest robuuste dienstregeling. Met het
oog op de werkzaamheden blijft dit echter een compromis. De gekozen oplossing betekent
dus dat de bereikbaarheid binnen de beperkingen als gevolg van de werkzaamheden op
peil blijft.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat de intercityverbinding Eindhoven–Aken breed wordt gesteund door
de Provincie Limburg en Duitse partners? Zo ja, welke stappen onderneemt u vanuit
uw ministerie om deze verbinding te realiseren?
Antwoord 4
Binnen de stuurgroep IC Aken, waar ook de provincie Limburg en Noord-Brabant aan deelnemen,
is er draagvlak voor een IC Aken. De Duitse partners geven aan dat ook zij graag een
intercityverbinding zien tussen Eindhoven en Aken. Zoals vastgelegd tijdens het BO
MIRT afgelopen najaar is «op voorspraak van de provincie Limburg in de stuurgroep
IC Aken besloten om de aandacht primair te richten op een volwaardige IC-verbinding,
in lijn met het eerdere besluit in 2020 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 29 984, nr. 897).» Dit jaar onderzoeken we samen met de provincies en ProRail wat daarvoor nodig
is, passend bij de afspraak tijdens het afgelopen BO MIRT. Hierover is afgesproken
dat tijdens het BO MIRT 2025 wordt geagendeerd wat de stand van zaken is en wat de
mogelijkheden en termijnen zijn om maatregelen te nemen die een volwaardige IC naar
Aken mogelijk maken.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat ProRail nog een aanvullende studie gaat doen naar de staat van
de infrastructuur over de grens, terwijl Arriva al jaren met materieel tussen Heerlen
en Aken rijdt? Acht u het wenselijk dat dit onderzoek opnieuw tot vertraging leiden?
Antwoord 5
ProRail heeft in 2024 een onderzoek gedaan naar welke overweg- en geluidmaatregelen
op het Nederlandse traject gerealiseerd moeten worden voor een eventuele dagrandenvariant
IC Aken. Omdat de dagrandenvariant nu niet verder wordt onderzocht, is deze studie
niet afgerond.
Voor de volwaardige IC Aken is nader onderzoek nodig naar onder andere lijnvoering,
overwegmaatregelen en geluid. De doorlooptijd van die studie is niet bepalend voor
de termijn waarop de IC Aken kan rijden; het realiseren van maatregelen in de spoorknoop
Eindhoven zijn daarin leidend.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de realisatie van deze verbinding in essentie een politiek-bestuurlijke
keuze is, en dat verdere vertraging niet te rechtvaardigen is gezien de gemaakte afspraken
en investeringen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Voor het realiseren van de verbinding zijn er diverse maatregelen noodzakelijk, (zie
antwoord op vraag 7), waardoor het op korte termijn niet mogelijk is de IC Aken te
rijden. Dit staat dus los van het bestuurlijke draagvlak voor de IC Aken, die in de
stuurgroep IC Aken uitgesproken is.
Vraag 7
Welke concrete belemmeringen ziet u voor de invoering van de intercity Eindhoven–Aken
en welke mogelijkheden ziet u om deze op korte termijn weg te nemen?
Antwoord 7
Belangrijkste belemmering is dat de spoorknoop Eindhoven op dit moment onvoldoende
capaciteit heeft voor een IC naar Aken. Dit vraagt extra perrons op Eindhoven Centraal
en een ongelijkvloerse kruising bij Tongelre. Daarnaast zijn er maatregelen noodzakelijk
voor overwegveiligheid en mogelijk ook geluid, baanstabiliteit en tractie. Verder
moeten keuzes gemaakt worden over lijnvoering en hoe de IC in de markt te zetten,
ook met het oog op een mogelijk exploitatietekort. Op korte termijn zijn de aanpassingen
aan de spoorknoop Eindhoven niet te realiseren; dit vraagt financiële middelen en
vervolgens meerdere jaren planuitwerking en realisatie. Eerder dan 2031 is in ieder
geval niet haalbaar.
Vraag 8
Bent u bereid om in samenwerking met de Provincie Limburg en Duitse partners een definitief
tijdspad vast te stellen voor de start van deze intercity? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Zoals aangegeven bij vraag 4 onderzoeken we dit jaar wat er nodig is voor een IC Aken
en welke kosten daaraan verbonden zijn. Op basis daarvan bepalen we de te nemen stappen
inclusief een mogelijk tijdspad. Voorwaarde om een realistisch tijdspad op te stellen
is dat er (zicht op) financiering is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.