Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Kabinetsreactie op het advies nr. 48 van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (CAVV)(Kamerstuk 36600-V-63)
2025D13461 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de brief van 4 maart 2025 over de Kabinetsreactie op het advies nr. 48
van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (CAVV) (Kamerstuk
36 600 V, nr. 63).
De voorzitter van de commissie,
Klaver
Adjunct-griffier van de commissie,
Blom
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
II
Antwoord/Reactie van de Minister
III
Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsreactie
en hebben daarover een aantal vragen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie nemen kennis van de optie dat er een schadefonds
wordt opgericht, van waaruit toegekende schadeclaims kunnen worden betaald en welke
wordt gefinancierd door de bevroren Russische Centrale Banktegoeden. Deze leden lezen
dat het kabinet hiervoor naar overeenstemming over de rechtsgrondslag zoekt. Van welke
landen is hier instemming voor vereist?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie nemen kennis van het feit dat het kabinet
op dit moment nog de volle breedte van de mogelijke financieel-economische risico’s
van confiscatie van de Russische Centrale Banktegoeden onderzoekt en welke mitigerende
maatregelen genomen kunnen worden. Deze leden zijn benieuwd naar de resultaten van
dit onderzoek en roepen de Minister op het zo spoedig mogelijk af te ronden. Kan de
Minister aangeven wanneer dit onderzoek met de Kamer wordt gedeeld?
Ten slotte begrijpen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat de context van het
vraagstuk over de Russische Centrale Banktegoeden sinds de publicatie van het advies
van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (CAVV) drastisch
is veranderd. Heeft de Minister het idee dat de nieuwe Amerikaanse regering meer of
minder geïnteresseerd is in het aanwenden van de Russische Centrale Banktegoeden in
de steun aan Oekraïne? Wat is de positie van de nieuwe Amerikaanse regering? En bepleit
Nederland bij de Amerikaanse autoriteiten aanvullende mogelijkheden om de tegoeden
in te zetten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie staan positief tegenover het confisqueren van bevroren
Russische tegoeden, ook als dit met risico’s gepaard gaat, omdat Rusland een directe
dreiging vormt voor onze veiligheid. Deze leden vragen het kabinet hoe zij kijkt naar
de risico’s voor inbeslagname van tegoeden in relatie tot Rusland als directe dreiging.
Welke balans maakt zij hierin op? Deze leden vinden het belangrijk dat de uiteindelijke
oplossing brede steun geniet, waarvoor de rol van de G7 van belang is. Zij vragen
hoe het kabinet haar rol ziet in de internationale discussie. Wil zij zichzelf positioneren
als aanjager of volgt zij de lijn die anderen voorleggen?
De leden van de VVD-fractie stellen dat het gesprek rondom de inbeslagname van Russische
bevroren tegoeden al jaren speelt zonder concrete uitkomst. Een snellere uitkomst
had eerder tot geld voor Oekraïne kunnen leiden, wat Oekraïne nu mogelijk een sterkere
uitgangspositie had kunnen geven. Deze leden vragen dan ook hoe het kabinet hierop
reflecteert, ook voor toekomstige vergelijkbare situaties.
De leden van de VVD-fractie vragen waarom er in het verleden nooit concrete afspraken
of mechanismes bestonden voor de inbeslagname van tegoeden, zeker omdat er eerdere
precedenten geweest zijn voor inbeslagname. Deze leden vragen het kabinet hoe zij
hierop reflecteert. Door de nieuwe geopolitieke verhoudingen in de Verenigde Naties
(VN) is een VN-veroordeling als basis van inbeslagname voor tegoeden steeds onwaarschijnlijker,
zie ook de Russische agressie in Oekraïne. Deze leden vragen het kabinet of zij het
als wenselijk ziet om, naast de huidige discussie, juridische kaders te ontwikkelen
zodat tegoeden in de toekomst sneller ingenomen kunnen worden.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de CAVV tegen tijdelijke inbeslagname van bevroren
Russische tegoeden is, omdat «in de voorgestelde maatregelen het geëxpliciteerde doel
steun aan Oekraïne is, niet het zetten van druk op Rusland». Deze leden vragen het
kabinet hoe zij naar deze stellingname kijkt. Is er niet juist extra druk op Rusland
nodig om de Oekraïense uitgangspositie te versterken? Hoe kijkt het kabinet zelf naar
de optie van tijdelijkheid bij de inbeslagname van bevroren Russische tegoeden, zodat
inbeslagname als drukmiddel gebruikt zou kunnen worden?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de CAVV de onwenselijkheid van tijdelijkheid
bij de inbeslagname van tegoeden onderbouwt door te stellen dat confiscatie er niet
op is gericht om Rusland te bewegen tot nakoming van diens verplichtingen, maar op
implementatie van die verplichtingen zonder de medewerking van Rusland. Deze stelling
ondersteunt de CAVV met de Irak/Koeweit casus, waarbij Iraakse middelen in beslag
genomen zijn vanwege diens inval in Koeweit (op basis van een VN-resolutie). Aangezien
de rol van de VN en de huidige status van het conflict bij de Russische agressie in
Oekraïne volledig anders zijn, vragen deze leden hoe het kabinet de stellingname van
de CAVV beoordeelt en of zij denkt dat de casus Irak/Koeweit überhaupt als vergelijkend
materiaal gebruikt kan worden.
De leden van de VVD-fractie zijn tevreden dat Nederland het voortouw heeft genomen
voor de oprichting van een internationale claimscommissie voor Oekraïne. De kabinetsreactie
stelt dat bevroren Russische tegoeden mogelijk zouden kunnen worden ingezet voor het
uitbetalen van de claims, terwijl vaak gezegd wordt dat dit dient voor financiële
of militaire steun aan Oekraïne. Deze leden vragen het kabinet wat de eigen primaire
inzet is op het inzetten van financiële tegoeden. Wat zijn de overwegingen hierbij?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken bijgaand
dit schriftelijk overleg en hebben nog enkele vragen.
De leden van de NSC-fractie hebben zich ervan kunnen overtuigen dat door de experts
van CAVV zorgvuldig het vraagstuk van confiscatie van eigendommen van vreemde staten
onder internationaal recht – naar aanleiding van de internationale discussie over
de mogelijke confiscatie van bevroren Russische goederen – is onderzocht.
De leden van de NSC-fractie kunnen zich in de reactie van het kabinet op CAVV-advies
nr. 48 vinden en steunen daarom het voornemen van het kabinet om op ambtelijk niveau
een technische groep met verschillende Europese Unie (EU)-landen op te zetten om juridische
en financieel economische mogelijkheden voor het gebruik van de bevroren Russische
Centrale banktegoeden verder te onderzoeken.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de kabinetsreactie
op het CAVV-advies over de rechtmatigheid van het confisqueren van staatseigendommen.
Deze leden benadrukken het belang van een daadkrachtige en juridisch goed onderbouwde
aanpak om Rusland moreel en financieel verantwoordelijk te houden voor de immense
schade die het in Oekraïne heeft aangericht.
Juridische basis en precedent
De leden van de D66-fractie constateren dat landen als de Verenigde Staten en Canada
reeds wetgeving hebben aangenomen die confiscatie van Russische tegoeden mogelijk
maakt. Dit toont aan dat een juridische grondslag hiervoor gecreëerd kan worden en
dat de Europese Unie hierin niet mag achterblijven. Kan de Minister toezeggen naar
voorbeeld hiervan ook dergelijke wetgeving te realiseren in Nederland en hiervoor
te pleiten op Europees niveau, zo vragen zij. Daarnaast wijzen deze leden op de precedentwerking
van de Russische agressieoorlog zelf. De grootschalige schendingen van het internationaal
recht door Rusland – waaronder de gewelddadige invasie, ontvoering van kinderen, het
bombarderen van steden en het systematisch inzetten van marteling – maken het noodzakelijk
dat de internationale gemeenschap hier met passende maatregelen op reageert. Deelt
het kabinet de mening dat het confisqueren van tegoeden vanwege de enorme kosten voor
de agressor ook een preventieve werking kan hebben op toekomstige conflicten, zo vragen
zij.
De leden van de D66-fractie constateren dat de VN-resolutie van november 2022 erkent
dat Rusland herstelbetalingen verschuldigd is aan Oekraïne. Dit kan als juridisch
argument dienen om bevroren Russische staatsreserves in beslag te nemen. Daarnaast
is het van belang om te onderzoeken of de bestaande sanctieregimes zodanig kunnen
worden aangepast dat er een expliciete koppeling wordt gelegd tussen sancties en herstelbetalingen.
Deze leden ondersteunen daarom de verdere uitwerking van een Europese juridische basis
die de mogelijkheid biedt om bevroren tegoeden in te zetten voor de wederopbouw van
Oekraïne. Zij vragen of de Minister kan toezeggen alles op alles te zetten om dit
te bereiken en hiertoe ook een bilaterale inzet te plegen richting collega’s uit G7-
en EU-landen die nog terughoudend zijn.
De rol van Nederland en de EU
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat Nederland binnen de EU en G7 actief
moet blijven pleiten voor verdere juridische en beleidsmatige stappen. Zij ondersteunen
de inzet van Nederland bij de oprichting van een internationale claimscommissie voor
Oekraïne en het onderzoek naar de oprichting van een schadefonds waarin Russische
tegoeden kunnen worden opgenomen. Tegelijkertijd vragen deze leden of de Minister
bereid is om, in samenwerking met gelijkgestemde landen, de druk binnen de EU op te
voeren om concrete wetgeving op dit vlak tot stand te brengen.
Voor de leden van de D66-fractie staat vast dat Rusland uiteindelijk moet betalen
voor de schade die het heeft aangericht in Oekraïne. Deze leden roepen de Minister
op om in Europees en internationaal verband te blijven werken aan juridische en beleidsmatige
oplossingen om bevroren Russische tegoeden in te zetten voor de wederopbouw van Oekraïne.
Dit is niet alleen een kwestie van rechtvaardigheid, maar ook van internationale stabiliteit
en normstelling in het internationaal recht.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de Kabinetsreactie op het advies
nr. 48 van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (CAVV). Deze
leden zijn van mening dat het inzetten van de bevroren Russische tegoeden wenselijk
is, waarbij de bevroren tegoeden gebruikt worden voor steun aan Oekraïne via een compensatiemechanisme.
De leden van de SP-fractie hebben nog een enkele vraag naar aanleiding van de kabinetsreactie.
Het kabinet schrijft: «Het kabinet kijkt daarom conform meerdere Kamermoties serieus
naar het onderzoeken van aanvullende mogelijkheden voor het gebruik van de bevroren
Russische Centrale banktegoeden.» Ruim drie jaar na de start van Poetins illegale
inval in Oekraïne, hadden deze leden concretere voortgang verwacht op dit gebied.
Kan een laatste stand van zaken worden gegeven over de kabinetsinzet in deze en de
onderhandelingen op Europees niveau?
Ook lezen de leden van de SP-fractie dat de bevroren tegoeden momenteel vooral op
rekeningen in België en Luxemburg staan. Uit een eerder debat begrepen deze leden
dat die landen daarom het grootste internationaalrechtelijke risico lopen als de tegoeden
worden aangesproken. Worden er manieren gezocht om dit te overbruggen? Zo ja, welke?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie danken het kabinet voor het toezenden van het CAVV advies
nr. 48 «Confiscatie van eigendommen van vreemde staten» en de onderhavige kabinetsreactie
en hebben daarover enkele opmerkingen en vragen.
De leden van de SGP-fractie hechten aan de steun voor Oekraïne en blijven de illegale
Russische agressie veroordelen. Vanwege deze overduidelijk illegale agressie zijn
de leden van de SGP-fractie zeer bereid naar de Russische staatstegoeden in het buitenland
te kijken en naar het aanwenden daarvan voor steun voor Oekraïne, herstel van schade
en als dwangmiddel om de aanhoudende Russische schending van internationaal recht
af te wenden.
De leden van de SGP-fractie hechten er aan dat dit juridisch solide en verantwoord
gebeurt en dat er rekening gehouden wordt met de mogelijke politieke, juridische en
financiële implicaties. De voornoemde leden waarderen wel dat het kabinet met inachtneming
van die politieke en juridische kaders het uiterst mogelijke probeert en daarmee opvolging
geeft aan moties uit de Kamer die daarom vragen.
De leden van de SGP-fractie begrijpen dat besluiten tot beslaglegging weinig effect
hebben doordat de tegoeden zich veelal in Luxemburg en België bevinden. Deze leden
vragen derhalve of het standpunt van de nieuwe Belgische regering inzake Oekraïnesteun
en specifiek inzake het gebruik van de tegoeden reeds bekend is.
De leden van de SGP-fractie vragen het kabinet naar de voorziening voor bijzonder
benadeelde staten in de ontwerpartikelen inzake staatsaansprakelijkheid en of die
vaker in de internationale rechtspraak is gehanteerd. Deze leden vragen het kabinet
of zij bekend is met voorbeelden waar maatregelen genomen zijn op basis van deze voorziening
en waar het eventueel aangevochten is. Zo ja, hoe moeten landen dit beredeneren, of
aantonen dat ze hieraan voldoen? De aan het woord zijnde leden merken op dat de oorlog
in Oekraïne in de eerste plaats veel betekent voor de Oekraïense maatschappij, strijdkrachten
en Oekraïne als land, en daarnaast veel nadelen heeft voor Nederland. Deze leden vragen
echter meer toelichting over hoe dit juridisch werkt.
De leden van de SGP-fractie merken op dat het EU-aandeel van de Extraordinary Revenue
Accelaration (ERA)-leningen desnoods gedekt worden doordat de headroom van het Eigenmiddelenbesluit
ervoor garant staat, en merken op dat dit ook het voornemen is bij de leningen onder
het aangekondigde Security Action for Europe (SAFE)-programma. Kan het kabinet een
overzicht geven van welk deel van de headroom van het Eigenmiddelenbesluit ingezet
wordt als garantstelling, zo vragen de leden van de SGP-fractie.
Overig
II Antwoord/Reactie van de Minister
III Volledige agenda
− de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken van 4 maart 2025 over de Kabinetsreactie
op het advies nr. 48 van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken
(CAVV) (Kamerstuk 36 600 V, nr. 63)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Klaver, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
L.B. Blom, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.