Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kamminga over het bericht ‘Rabo: heffingen VS kunnen Nederland €12 mrd gaan kosten’
Vragen van het lid Kamminga (VVD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over het bericht «Rabo: heffingen VS kunnen Nederland € 12 mrd gaan kosten» (ingezonden 7 maart 2025).
Antwoord van Minister Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp) (ontvangen
27 maart 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Rabo: heffingen VS kunnen Nederland € 12 mrd gaan kosten»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven op welke goederen en diensten naast staal en aluminium eventuele importheffingen
gaan gelden, hoe hoog die zijn en per wanneer die ingaan?
Antwoord 2
President Trump van de Verenigde Staten heeft tijdens een gesprek met de pers aangekondigd
dat tarieven van 25% zullen worden geheven op producten afkomstig uit de Europese
Unie. Hij gaf hierbij aan dat dit zou gelden voor auto’s en niet nader gedefinieerde
andere goederen. Er is sinds de aankondiging geen uitvoeringsbesluit (executive order) gepubliceerd dat hier nadere invulling aan geeft. Wel heeft hij verschillende Amerikaanse
departementen verzocht om uiterlijk 2 april met aanbevelingen te komen ten behoeve
van een «America First Trade Policy».
Vraag 3
Deelt u de analyse van ABN Amro dat bij een importheffing van 25% de export van voedingsmiddelen
wordt gehalveerd?
Antwoord 3
Ik ben bekend met de analyse van ABN Amro, die aangehaald wordt in het artikel. Zoals
aangegeven in vraag 2 is niet meer bekend dan de publieke uitspraken van president
Trump. De exacte effecten van eventuele maatregelen zijn afhankelijk van moment van
invoering, hoogte, reikwijdte en eventuele uitzonderingen waarin wordt voorzien.
Vraag 4
Welke effecten zou dit hebben op Nederlandse bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie
en wat kunt u doen om dit te mitigeren?
Antwoord 4
Tarieven zorgen voor de toename van de kostprijs van een product op de markt van het
land dat de tarieven invoert. Wanneer dit leidt tot het wegvallen van (een gedeelte
van) de afzet op de desbetreffende markt, zal dit voor exporterende bedrijven effecten
hebben. De effecten van eventuele tarieven zijn afhankelijk van het moment van invoering,
hoogte, reikwijdte en eventuele uitzonderingen. Zoals in het artikel wordt aangegeven
is de EU uiteindelijk verreweg de grootste afzetmarkt voor het Nederlands bedrijfsleven,
maar kunnen gevolgen van tarieven in derde landen voor specifieke sectoren of bedrijven
groot zijn.
Het kabinet zet in op goede en tijdige voorlichting aan het bedrijfsleven, en zowel
de departementen in Den Haag, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de vertegenwoordigingen
van Nederland in de VS staan in nauw contact met zowel VNO-NCW, MKB-Nederland als
met individuele bedrijven.
Vraag 5
Welke Nederlandse bedrijven die zich bezighouden met drankexport worden hard getroffen
door importheffingen en ziet u voor hen andere afzetmarkten waardoor hun omzetverlies
beperkt kan worden? Zo ja, wat doet het kabinet om deze afzetmarkten beter toegankelijk
te maken?
Antwoord 5
Er zijn verschillende Nederlandse bedrijven actief in de productie van alcoholische
dranken in Nederland voor export naar de Verenigde Staten. Daarbij valt te denken
bijvoorbeeld aan brouwer Heineken en destilleerder Nolet. Deze bedrijven kunnen geconfronteerd
worden met wegvallende vraag vanwege hogere importtarieven, wat reden kan zijn voor
bijvoorbeeld een verandering in de bedrijfsbeslissingen, zoals diversificatie van
afzetmarkten. Het kabinet biedt een breed scala aan ondersteunende maatregelen ter
bevordering van de handel van het Nederlandse bedrijfsleven met derde landen, waar
deze bedrijven gebruik van kunnen maken voor het zoeken naar alternatieve markten.
Vraag 6 en 7
Ziet u een risico dat Nederlandse bedrijven zich in de VS gaan vestigen omdat zij
dan niet meer te maken hebben met importheffingen van 25% of wellicht zelfs hoger?
Zo ja, om hoeveel bedrijven zou het dan gaan en welke sectoren betreft het dan met
name? Wat doet het kabinet om dit tegen te gaan?
Indien Nederlandse bedrijven naar de VS verhuizen, wat doet dit met het Nederlands
concurrentievermogen? Welke maatregelen gaat u nemen om dit tegen te houden of in
ieder geval te beperken?
Antwoord 6 en 7
Onzekerheid bij zakendoen in derde landen, zoals door de mogelijke invoering van tarieven,
kan zorgen voor de beïnvloeding van investeringsbeslissingen van ondernemingen. Dergelijke
effecten kunnen beide kanten op werken, zoals eerder is gebleken bij de uittreding
van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.
Het kabinet zet in op het versterken van het concurrentievermogen van de Nederlandse
economie, onder andere door te zorgen dat Nederland een aantrekkelijk land van vestiging
en onderneming blijft. Dit is een inzet die veel breder is dan enkel het handelsbeleid.
Vraag 8
Kunt u de Kamer informeren over de uitkomst van de gesprekken die u op 6 maart jl.
in de Verenigde Staten over de aanstaande importheffingen heeft gevoerd? Heeft u de
indruk dat de VS uitzonderingsbepalingen op de algemene importheffingen zal maken?
Antwoord 8
Ik heb in de Verenigde Staten gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van Nederlandse
en Amerikaanse bedrijven en met meerdere afgevaardigden in het Amerikaanse congres.
Daarnaast heb ik een kennismakingsgesprek gehad met de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger,
de heer Greer. Ten eerste heb ik gesproken over de waarde van de bilaterale en Europese
handels- en investeringsrelatie en de wederzijdse economische belangen, ook voor de
werkgelegenheid. Daarbij heb ik het belang van behoud en uitbouw van samenwerking
in strategische sectoren onderstreept. Tevens heb ik de belangen het Nederlands bedrijfsleven
over het voetlicht gebracht, naast de notie dat bedrijven gebaat zijn bij zekerheid
en voorspelbaarheid.
Tijdens de gesprekken heb ik mijn bezorgdheid, en die van het Nederlandse én Amerikaanse
bedrijfsleven, geuit over mogelijke handelstarieven en aangegeven dat tarieven naar
verwachting schadelijk zullen zijn voor bedrijven en consumenten, zowel in de VS als
in Nederland en de EU. In lijn met de eerdere gesprekken die Eurocommissaris Šefčovič
heeft gevoerd, heb ik aangegeven dat dat de Europese Unie zich zal beraden op mogelijke
tegenmaatregelen, mocht de VS besluiten tarieven tegen importen uit de EU in te voeren.
Vraag 9
Op welke wijze geeft het kabinet invulling aan de inzet van Nederland en de Europese
Commissie om constructief samen te werken met de VS om de trans-Atlantische handelsrelatie
te versterken en wat is het effect van de aangekondigde tarieven hierop?
Antwoord 9
Het kabinet zet in op constructieve dialoog in zowel Brussel als Washington, terwijl
zowel de Europese Commissie als het kabinet zich tegelijkertijd voorbereiden op eventuele
handelsmaatregelen van de VS. De constructieve dialoog wordt zowel op federaal niveau
met de VS gezocht, als op statelijk- en stedelijk niveau. Richting de Europese Commissie
geeft het kabinet aan dat het belangrijk is de samenwerking met de VS te blijven zoeken,
terwijl Nederland tegelijkertijd robuuste, proportionele en de-escalerende tegenmaatregelen
steunt indien de VS ongerechtvaardigde tarieven heft op import uit de EU.
Vraag 10
Is het kabinet oornemens om Nederlandse strategische afhankelijkheden van de VS af
te bouwen, zoals dat nu ook met China gebeurt? Zo ja, naar welke andere partners wordt
er gekeken om in te springen voor het leveren van bijvoorbeeld cruciale grondstoffen?
Antwoord 10
Op 31 oktober 2024 is uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van de kabinetsbrede
aanpak risicovolle strategische afhankelijkheden (Kamerstuk 30 821, nr. 244). Deze ziet toe op het adresseren van risicovolle strategische afhankelijkheden tussen
landen. Daarbij maakt het kabinet geen onderscheid tussen landen. Zoals bekend wordt
vanwege strategische en nationale veiligheidsoverwegingen zorgvuldig en vertrouwelijk
omgegaan met het delen van informatie over de kwetsbaarheden van de Nederlandse en
Europese economie. Daarom is er op 29 mei 2024 een vertrouwelijke technische briefing
georganiseerd, waarin de aanpak van het kabinet, de uitgevoerde analyses en de resultaten
aan uw Kamer zijn toegelicht. Het kabinet werkt aan de leveringszekerheid van grondstoffen
via de Nationale Grondstoffen Strategie.
Vraag 11
Deelt u de mening van de Minister van Buitenlandse Zaken tijdens het Vragenuur op
4 maart jl. dat de aankomende importheffingen een «bedrijfsrisico» zijn?
Antwoord 11
Het kabinet zet zich in voor zo goed mogelijke markttoegang voor Nederlandse bedrijven
in het buitenland. Dit laat onverlet dat het kabinet geen buitenlandse afzetmarkten
kan garanderen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.