Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Bruyning over het rapport 'Zorgen over kinderen die wachten op jeugdbescherming en jeugdreclassering'
Vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het rapport «Zorgen over kinderen die wachten op jeugdbescherming en jeugdreclassering» (ingezonden 5 maart 2025).
Mededeling van Staatssecretaris Coenradie (Justitie en Veiligheid), mede namens de
Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 26 maart 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de
Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) van februari 2025, waarin ernstige zorgen
worden geuit over kinderen die te lang wachten op een vaste jeugdbeschermer en passende
hulp?1
Vraag 2
Bent u bekend met het artikel uit het Dagblad van het Noorden «Inspecties hebben «grote
zorgen» over bescherming kinderen in Drenthe en Groningen. Extra toezicht bij Jeugdbescherming
Noord»2
Vraag 3
Kunt u specifiek aangeven hoe het extra toezicht, waar het Dagblad van het Noorden
op wijst eruit gaat zien?3 En waar gaan de Inspecties specifiek op letten?
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het feit dat 1.496 jeugdigen zonder vaste jeugdbeschermer zitten,
ondanks eerdere signaleringen en toezeggingen om de situatie te verbeteren?
Vraag 5
Wat is uw reactie op het gegeven dat slechts vijf van de dertien gecertificeerde instellingen
(GI's) erin slagen om binnen de wettelijke termijn van vijf werkdagen contact op te
nemen met jeugdigen en hun gezin?
Vraag 6
Wat zijn de concrete stappen die u op korte termijn gaat zetten om ervoor te zorgen
dat jeugdigen niet langer maanden moeten wachten op een plan van aanpak of passende
hulp?
Vraag 7
Hoe beoordeelt u het feit dat het aantal jeugdigen op interne wachtlijsten is toegenomen,
ondanks een daling van het totaal aantal opgelegde maatregelen?
Vraag 8
Wat is uw oordeel over het gebruik van het «Handelingsperspectief bij onderbezetting»,
waarbij jeugdigen minimale begeleiding ontvangen of langdurig op wachtlijsten blijven
staan? Bent u van plan in te grijpen als blijkt dat deze aanpak structureel wordt
in plaats van tijdelijk?
Vraag 9
Hoe gaat u ervoor zorgen dat jeugdbeschermingsregio’s en gecertificeerde instellingen
voldoende capaciteit en middelen krijgen om structurele personeelstekorten en hoge
werkdruk aan te pakken?
Vraag 10
Kunt u toezeggen dat u, in samenwerking met gemeenten en instellingen, werkt aan een
crisisaanpak om te zorgen dat kinderen met een jeugdbeschermings- of jeugdreclasseringsmaatregel
per direct de begeleiding, bescherming en hulp krijgen die zij nodig hebben?
Vraag 11
Hoe gaat u de voortgang van verbetermaatregelen monitoren, en bent u bereid de Kamer
hierover periodiek te informeren?
Vraag 12
Deelt u de mening dat het recht op bescherming, zoals vastgelegd in het Internationaal
Verdrag inzake de Rechten van het Kind, niet mag worden geschonden door capaciteitsproblemen?
Zo ja, hoe gaat u dit recht garanderen?
Vraag 13
Hoe verhoudt de stap van de IGJ zich tot hun eerdere stellingname in de signaalbrief
toezicht jeugdbescherming4, waarin de Inspecties aangaven hun toezichthoudende taken niet meer te kunnen uitvoeren
zolang de problemen binnen de jeugdzorg, zoals wachtlijsten, financiering, onderbezetting
en werkdruk, niet zijn aangepakt?
Vraag 14
Wat maakt dat de Inspectie nu alsnog die toezichthoudende taken wel gaat of kan uitvoeren,
terwijl de genoemde knelpunten nog niet structureel zijn opgelost?
Vraag 15
Bent u ermee bekend dat rechters steeds vaker in hun beschikkingen hun zorgen uitspreken
over de wachtlijsten die bij de GI’s gehanteerd worden en de lange termijnen voor
het koppelen van een jeugdbeschermer, het aanleveren van een plan van aanpak of het
opstarten van de hulpverlening?
Vraag 16
Bent u er mee bekend dat slechts een beperkt gedeelte, schatting vier tot vijf procent,
van de beschikkingen in het civiele familierecht wordt gepubliceerd en dat hierdoor
deze problemen nauwelijks aan het licht komen?
Vraag 17
Deelt u de mening dat het aantal gepubliceerde beschikkingen in dit rechtsgebied drastisch
en snel moet worden opgeschroefd zodat ook dit soort problemen sneller aan het licht
gebracht kunnen worden? Zo ja welke stappen gaat u ondernemen om via de rechtspraak
te regelen dat stapsgewijs tot 2030 het aantal gepubliceerde beschikkingen wordt opgehoogd
tot honderd procent in 20230?
Vraag 18
Hoe beoordeelt u de rol en verantwoordelijkheid van bestuurders van de GI’s in het
nakomen van afspraken met gemeenten én in het waarborgen van de kwaliteit en veiligheid
van de zorg voor kinderen?
Vraag 19
Wat is uw mening omtrent al die instellingen die de kinderbeschermingsmaatregelen
zouden moeten uitvoeren en daarvoor overigens ook altijd betaald krijgen door de overheid,
maar hun zaken niet op orde hebben?
Vraag 20
Bent u van mening dat bestuurders hun organisatie niet goed leiden wanneer zij stelselmatig
de minimale wettelijke eisen die worden gesteld aan de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel
niet behalen? Wat vindt u van de situatie dat bestuurders leiding geven aan een organisatie
die wel zorgkosten declareert, maar niet de zorg levert die daarbij hoort? Vindt u
dat onder die omstandigheden sprake kan zijn van onbehoorlijk bestuur en daarmee sprake
kan zijn van aansprakelijkheid? Zo, nee waarom niet?
Vraag 21
Deelt u de mening dat die aansprakelijkheid er kan zijn voor een bestuurder op basis
van de «duty of care» (zorgplicht)?5
Vraag 22
Deelt u de mening dat het denkbaar is dat een bestuurder die het aanvaardt dat de
door hem of haar geleide instelling declareert, maar dat doet in de wetenschap dat
de overeengekomen zorg niet kan worden geleverd en wettelijke eisen niet worden vervuld?
Kunt u uw antwoord nader toelichten? De instelling zou dan aansprakelijk kunnen zijn,
maar kan het uiteindelijk ook zo zijn dat bestuurders ook persoonlijk aansprakelijk
worden gesteld als zij direct betrokken zijn bij het bewust niet naleven van contractuele
verplichtingen?
Vraag 23
Bent u bereid te onderzoeken of er aanvullende maatregelen nodig zijn om bestuurders
van jeugdzorginstellingen alsmede de GI's meer direct verantwoordelijk te maken voor
het verbeteren van de situatie, en zo ja, kunt u de Kamer hierover informeren? Kunt
u aangeven in hoeverre ook bestuurders kunnen worden aangesproken indien er sprake
zou zijn van onbehoorlijk bestuur?
Mededeling
Hierbij deel ik u, mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport, mede dat de schriftelijke vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract),
van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het rapport «Zorgen
over kinderen die wachten op jeugdbescherming en jeugdreclassering» (ingezonden 5 maart
2025) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog
niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.