Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Pierik over het artikel ‘Brug Uitwellingerga kan niet worden gerepareerd: nieuwe brug pas in 2029 klaar’
Vragen van het lid Pierik (BBB) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het artikel «Brug Uitwellingerga kan niet worden gerepareerd: nieuwe brug pas in 2029 klaar» (ingezonden 4 maart 2025).
Antwoord van Minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 25 maart
2025).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de grote hinder voor omwonenden en omliggende (landbouw)bedrijven
door de langdurige afsluiting van de brug bij Uitwellingerga?1
Antwoord 1
Ja. Rijkswaterstaat staat in nauw contact met de omgeving over de hinder als gevolg
van de afsluiting van de brug.
Vraag 2
Kunt u toelichten waarom het realiseren van een tijdelijke brug pas in augustus 2025
is voorzien? Welke mogelijkheden ziet u om deze planning te versnellen?
Antwoord 2
De voorgenomen planning komt voort uit onderzoek door ingenieursbureaus naar de staat
en stabiliteit van de brug. Voor de realisatie van het tijdelijke (vaste) brugdeel
is eerst verwijdering van ballastkisten nodig en moeten de werkzaamheden worden aanbesteed.
Rijkswaterstaat werkt samen met gespecialiseerde marktpartijen in een «bouwteam» om
zo gezamenlijk zowel de voorbereiding van het werk als de realisatie te versnellen.
Een reële inschatting van de benodigde tijd laat zien dat de tijdelijke brug in augustus
2025 gereed is.
Vraag 3
Kunt u aangeven waarom de definitieve vervanging van de brug pas in 2029 plaatsvindt?
Antwoord 3
De definitieve vervanging van de brug is onderdeel van het reeds lopende programma
Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl. Deze vervanging vraagt gedegen voorbereiding en bestaat
uit het doorlopen van meerdere fases. De aanbesteding van de planfase is gestart en
wordt eind juni 2025 gegund. De planfase zelf duurt ca. 12 maanden. Dan volgen de
contractvoorbereiding (ca. 10 maanden) en de aanbesteding van de werkzaamheden (ca.
12 maanden). Na de aanbesteding volgt de engineering door de aannemer (ca. 12 maanden),
voordat met de uitvoering kan worden gestart. De start van de uitvoeringswerkzaamheden
is daarmee voorzien rond april 2029. Volgens planning vindt aan het einde van dat
jaar de oplevering plaats.
Vraag 4
Kunt u aangeven welke mogelijkheden er zijn om deze planning te versnellen?
Antwoord 4
Onderzocht wordt of het mogelijk is om in de planfase in plaats van meerdere alternatieven,
slechts één variant bestuurlijk af te stemmen en nader uit te werken. Daarnaast kan
het vroeg in het proces betrekken van de aannemer voor de uitvoering een versnelling
opleveren. Het gaat om een eventuele tijdwinst van enkele maanden.
Vraag 5
Kunt u aangeven waarom van april tot september 2026 het tijdelijke brugdek wordt verwijderd
ten behoeve van de Staande Mast Route? Hoe verhouden de belangen van de recreatievaart
met masten hoger dan 7.10 meter zich met de belangen van omwonenden en omliggende
(landbouw)bedrijven?
Antwoord 5
Rijkswaterstaat onderzoekt momenteel verschillende opties hoe om te gaan met de huidige
situatie. Hierbij wordt rekening gehouden met zowel de scheepvaart (hoge beroepsvaart
en staande mast) als het wegverkeer. Bij een vast brugdek moet scheepvaart hoger dan
7,10 meter omvaren via Langweer of Sneek; voor scheepvaart hoger dan 11,5 meter is
alleen de route door Sneek toegankelijk. In het drukke vaarseizoen leidt dat tot langere
en frequentere brugopeningen wat in Sneek tot opstoppingen op zowel weg als water
kan leiden. De optie van het verwijderen van het brugdek in het vaarseizoen maakt
de vaarweg beschikbaar voor alle scheepvaart en is een mogelijkheid om de verkeersdruk
in het centrum van Sneek te beperken. Voor omwonenden en bedrijven worden gedurende
de periode dat de brugverbinding niet beschikbaar is alternatieve verbindingen bekeken,
waaronder de inzet van een pont. Voordat over deze en andere opties voor het vaarseizoen
2026 wordt besloten, worden deze nog verder doorgesproken met bestuurders, inwoners
en bedrijven in de omgeving.
Vraag 6
Wanneer wordt duidelijk hoe de pont voor (brom)fietsers, voetgangers, scooters, brommobielen,
eruit gaat zien en of landbouwverkeer hiervan gebruik kan maken?
Antwoord 6
Zoals bij vraag 5 is geantwoord, worden de opties nog onderzocht. Beoogd is om hierover
uiterlijk in mei 2025 een besluit te nemen. Dan is duidelijk of de Prinses Margriettunnel
mogelijk als omleiding beschikbaar kan komen en zo ja voor welke typen verkeer. Op
dat moment kan ook meer duidelijkheid worden gegeven over hoe de pontoptie eruit kan
komen te zien en of landbouwverkeer hiervan gebruik kan maken.
Vraag 7
Wanneer wordt verwacht dat er duidelijkheid is over de haalbaarheid van het beschikbaar
maken van een rijstrook in de Prinses Margriettunnel, na de werkzaamheden, voor landbouwverkeer,
openbaar vervoer en bestemmingsverkeer? Wanneer zou deze optie in gebruik genomen
kunnen worden?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 6.
Vraag 8
Kunt u aangeven welke maatregelen u gaat nemen om te voorkomen dat bij de extra verkeersdruk
die gaat ontstaan op de bruggen bij Oude Schouw en Spannenbrug (die tevens ook aan
vervanging toe zijn) vergelijkbare problemen voordoen als bij Uiterwellingerga?
Antwoord 8
Beide bruggen staan op de planning voor vervanging (Oude Schouw in 2030 en Spannenburg
in 2031). Rijkswaterstaat voert onderzoek uit naar de huidige staat van beide bruggen.
Op basis van de uitkomsten wordt beoordeeld of aanvullende maatregelen bovenop de
huidige beperkingen noodzakelijk zijn om de periode tot vervanging te overbruggen.
Vraag 9
Kunt u aangeven hoe de werkzaamheden aan de bruggen in de regio op elkaar afgestemd
worden om de negatieve impact op de bereikbaarheid van de regio zo beperkt mogelijk
te houden?
Antwoord 9
Rijkswaterstaat onderhoudt contact met de bestuurlijke partners over hinder van planbaar
onderhoud. Als de bereikbaarheid in het gedrang komt, bijvoorbeeld omdat gelijktijdig
aan meerdere bruggen of wegen werkzaamheden moeten plaatsvinden, zoeken wij met de
partners naar oplossingen om de hinder voor de verschillende gebruikers zo beperkt
mogelijk te houden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.