Schriftelijke vragen : De stand van zaken van de aanpak van femicide
Vragen van de leden Becker (VVD), Van der Werf (D66) en Mutluer (Groenlinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de stand van zaken van de aanpak van femicide (ingezonden 25 maart 2025).
Vraag 1
Herinnert u zich nog het laatste debat over femicide waarbij u een aantal toezeggingen
heeft gedaan?
Vraag 2
Bent u het met ons eens dat, nu nog steeds iedere acht dagen een vrouw wordt vermoord,
meestal door haar (ex)partner, het cruciaal is dat het voorkomen van femicide niet
alleen een ambitie is op papier, maar snel leidt tot actie in de praktijk?
Vraag 3
Hoe staat het momenteel met de implementatie van het plan van aanpak femicide? Kunt
u per punt schetsen welke concrete acties zijn ingevoerd?
Vraag 4
Wanneer kan de Kamer wetgeving tegemoet zien waarmee psychisch geweld wordt strafbaar
gesteld, zoals toegezegd in het laatste debat? Bent u bereid voor het mei-reces wetgeving
in consultatie te doen? Kunt u met de Kamer het tijdspad delen dat u voor zich ziet
voor dit wetgevingsproces?
Vraag 5
Hoe staat het met het inrichten van het laagdrempelig meldpunt ter voorkoming van
femicide uit de motie Van der Werf-Becker (Kamerstuk 29 279, nr. 890)? Welke acties heeft u sinds het aannemen van de motie ondernomen om uitvoering te
geven aan de motie?
Vraag 6
Hoe worden de middelen uit het amendement Mutluer (Kamerstuk 36 600 VI, nr. 34), waarbij 10 miljoen euro is vrijgemaakt voor de aanpak van femicide, ingezet?
Vraag 7
Hoe staat het met het implementeren van meer kennis over de rode vlaggen voor femicide
in de opleiding van de politie en hulpverleners? Welke concrete stappen worden gezet?
Vraag 8
Hoe staat het met de implementatie van de Richtlijn die landen verplicht een zogenaamd
«rape center» ingericht te hebben? Welke rol speelt het Centrum Seksueel Geweld hierbij?
Vraag 9
Hoe staat het met de inzet om daders en potentiële daders sneller in de hulpverlening
te trekken, door het inzetten van snelrecht en het sneller verplichten van een zogenaamd
BORG-traject?
Vraag 10
Hoe staat het met de implementatie van de adviezen die zijn gegeven na de moord op
Humeyra voor de aanpak van stalking?
Vraag 11
Wie implementeert momenteel het protocol dat Regioplan heeft opgesteld voor een meer
uniforme aanpak van stalking en wanneer is de implementatie gereed?
Vraag 12
Is er al een interne casusregisseur binnen de politie beschikbaar voor de aanpak van
stalking en zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Hoe staat het binnen de politie met het verbeteren van de kwaliteit van het invullen
van het specifieke screeningsinstrument SASH en het waarborgen dat deze ook wordt
ingevuld door een medewerker die daarin is getraind?
Vraag 14
Hoe staat het met het verbeteren van de communicatie met slachtoffers en eventueel
nabestaanden door het Openbaart Ministerie en de politie? Is de verkenning al afgerond
naar de vraag of er één aanspreekpunt bij de politie kan komen?
Vraag 15
Bent u bereid een specifieke verkenning te doen naar de rol van kinderen rond femicide-zaken
en het feit dat minderjarige kinderen na de moord dikwijls verplicht omgang moeten
hebben met de dader, terwijl lang niet altijd het kind zelf gehoord is door de rechter
of de Raad voor de Kinderbescherming? Bent u bereid te voorkomen dat te snel wordt
geconcludeerd dat contact met de dader in het belang van het kind is?
Vraag 16
Bent u bereid deze vragen een voor een te beantwoorden voor het commissiedebat over
zeden en (on)veiligheid van vrouwen op 3 april 2025?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Bente Becker, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Hanneke van der Werf, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Songül Mutluer, Tweede Kamerlid