Schriftelijke vragen : Huisbezoeken aan demonstranten
Vragen van het lid Lahlah (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over huisbezoeken aan demonstranten (ingezonden 25 maart 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met eerdere berichtgeving1 en recente voorbeelden, onder andere via videoverslagen op Instagram2, over onaangekondigde huisbezoeken door de politie aan mensen die overwegen te demonstreren?
Vraag 2
Hoe vaak en in welke situaties worden deze onaangekondigde huisbezoeken ingezet? Kunt
u een overzicht geven van het aantal bezoeken in de afgelopen drie jaar, uitgesplitst
per regio?
Vraag 3
Deelt u de mening dat dergelijke huisbezoeken als zeer intimiderend kunnen worden
ervaren door mensen die overwegen te demonstreren? Waarom wel of niet? Kunt u hierbij
ingaan op de zorgen over een mogelijk «chilling effect», waarbij demonstranten ontmoedigd
worden om gebruik te maken van hun demonstratierecht?
Vraag 4
Kunt u toelichten wat de wettelijke grondslag is voor deze bezoeken en welke (juridische)
criteria worden gebruikt bij de beslissing om onaangekondigd bij mogelijke demonstranten
thuis langs te gaan?
Vraag 5
In hoeverre zijn deze huisbezoeken in lijn met het grondwettelijke recht op demonstreren
en de internationale mensenrechtenverplichtingen van Nederland?
Vraag 6
Kunt u bevestigen of bij deze huisbezoeken mensen worden gewaarschuwd voor deelname
aan (vreedzame) demonstraties? Zo ja, hoe beoordeelt u de signaalwerking en het risico
op ontmoediging van burgerparticipatie?
Vraag 7
Welke protocollen of instructies bestaan er binnen de politie en het Openbaar Ministerie
(OM) voor het afleggen van onaangekondigde huisbezoeken aan potentiële demonstranten?
Bent u bereid deze protocollen/instructies met de Kamer te delen?
Vraag 8
Hoe wordt de proportionaliteit van deze maatregel beoordeeld? Wat zijn de afwegingen
tussen het handhaven van de openbare orde enerzijds en de inperking van het recht
op demonstratie anderzijds?
Vraag 9
Bestaan er bij de politie en/of het OM specifieke trainingen of richtlijnen over hoe
om te gaan met demonstranten om misverstanden of onnodige intimidatie te voorkomen,
zowel vooraf, tijdens als achteraf bij demonstraties? Zo nee, waarom niet en deelt
u de mening dat deze er wel zouden moeten komen? Zo ja, kunt u deze toelichten?
Vraag 10
Bent u van mening dat deze vorm van preventief optreden bijdraagt aan het vertrouwen
in de politie en de overheid? Hoe waarborgt u dat burgers niet worden afgeschrikt
om gebruik te maken van hun demonstratierecht?
Vraag 11
Bent u voornemens maatregelen te treffen om deze vorm van huisbezoeken aan (mogelijke)
demonstranten te beperken of beter te reguleren? Zo ja, kunt u de Kamer informeren
over uw voornemens en de tijdsplanning? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Kunt u deze vragen los van elkaar en binnen de gebruikelijke termijn beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Esmah Lahlah, Kamerlid