Schriftelijke vragen : De uitvoering van jeugdbeschermingsmaatregelen en falen van gecertificeerde instellingen
Vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de uitvoering van jeugdbeschermingsmaatregelen en falen van gecertificeerde instellingen (ingezonden 25 maart 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de beschikkingen van de Rechtbank Noord-Nederland (ECLI:NL:RBNNE:2025:10431 en ECLI:NL:RBNNE:2025:10312) waarin ernstige tekortkomingen in de uitvoering van jeugdbeschermingsmaatregelen
worden geconstateerd door de kinderrechter Bart Tromp? Zo nee, kunt u dan alsnog deze
twee uitspraken lezen?
Vraag 2
Kunt u deze twee uitspraken duiden voor ons?
Vraag 3
Hoeveel kinderen met een ondertoezichtstelling (OTS) hebben momenteel geen vaste jeugdbeschermer
toegewezen gekregen? Kunt u garanderen dat in alle gevallen een jeugdbeschermer beschikbaar
is? Zo nee, wat gaat u er aan doen dat alle kinderen met een kinderbeschermingsmaatregelen
wel een vaste jeugdbeschermer krijgen?
Vraag 4
Hoeveel van de 3.300 kinderen bij de William Schrikker Stichting (WSS), waar u naar
verwijst in de beantwoording van de Kamervragen3 van het lid Bruyning van 24 februari 2025 (vraag 3 en 4), hebben geen vaste jeugdbeschermer?
Vraag 5
Deelt u de mening dat, indachtig art. 4.2.2 besluit jeugdwet – die stelt datBinnen
vijf werkdagen nadat de gecertificeerde instelling is belast met de uitvoering van
de ondertoezichtstelling en zij hiervan in kennis is gesteld, wijst de gecertificeerde
instelling een gezinsvoogdijwerker aan, en wie hem vervangt, en vindt het eerste contact
plaats tussen de gezinsvoogdijwerker en de minderjarige en de met het gezag belaste
ouder of voogd – een OTS niet kan worden uitgevoerd als er geen vaste medewerker en
vervanger zijn aangewezen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Bent u het met de kinderrechter eens dat een OTS zonder vaste jeugdbeschermer dan
ook inhoudsloos en doelloos is? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 7
Vindt u dat bij het ontbreken van een vaste jeugdbeschermer een schending van artikel
8 lid 2 EVRM kan opleveren? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 8
Kunt u aangeven in hoeveel gevallen kinderrechters op verzoek van de gecertificeerde
instellingen(GI’s) een OTS verlengen zonder dat er daadwerkelijk hulp is of kan worden
geboden? Indien u niet kan aangeven hoeveel gevallen dit zijn kunt u dan ook uitleggen
waarom u dit niet kan aangeven?
Vraag 9
Wat gaat u doen om te voorkomen dat rechters een OTS verlengen en de GI’s een verzoek
verlenging OTS verzoeken zonder dat er daadwerkelijk hulp ingezet wordt zoals beschreven
in de twee uitspraken in vraag 1 en 2 van de kinderrechter Bart Tromp?
Vraag 10
Hoe vaak komt het voor dat een kinderrechter de GI, in dit geval Jeugdbescherming
Noord en Veilig Thuis, ontslaat wegens disfunctioneren en vervangt door een andere
instelling?
Vraag 11
Wat zegt dit ontslag over de kwaliteit van toezicht op GI’s? Is er een vast toezicht
protocol bij de Inspecties op dit punt? Overweegt u het toezicht uit te breiden naar
aanleiding van deze uitspraak? Overweegt u verscherpt toezicht op te leggen aan slecht
functionerende instellingen?
Vraag 12
Bent u bereid om een evaluatie te laten uitvoeren naar de prestaties van GI’s en te
onderzoeken of structurele tekorten aan personeel leiden tot onrechtmatige OTS-besluiten?
Vraag 13
Komt het vaker voor dat kinderrechters constateren, zoals hier in de twee genoemde
uitspraken van de kinderrechter Bart Tromp, dat de Raad voor de Kinderbescherming
en de GI cruciale informatie hebben achtergehouden en rechterlijke bevelen niet hebben
opgevolgd? Heeft de kinderrechter gelijk als hij stelt dat hierdoor geen eerlijke
rechtsgang mogelijk is?
Vraag 14
Deelt u de mening van de kinderrechter dat het onacceptabel is dat overheidsinstanties
rechterlijke bevelen negeren? Welke sancties staan er op het niet naleven van rechterlijke
uitspraken door de Raad en GI’s?
Vraag 15
Bent u bereid te onderzoeken of de rechtsbescherming van ouders en kinderen in jeugdzorgzaken
voldoende is gewaarborgd, gelet op deze problematiek van het niet naleven van rechterlijke
uitspraken?
Vraag 16
Wat is uw visie op het feit dat een maatregel als een OTS geld kost maar de maatregel
niet wordt uitgevoerd door een gezinsbeschermer? Wat gebeurt er met de financiering
van deze maatregel wanneer de OTS niet uitgevoerd wordt? Krijgt de GI alsnog een bedrag
voor de niet uitgevoerde maatregel? En als blijkt dat de GI onterecht geld heeft ontvangen
wordt dit dan teruggevorderd? Kunt u duidelijkheid verschaffen wat de kosten zijn
van het opleggen van een beschermingsmaatregel meer specifiek in dit geval een OTS,
alsmede een OTS met een uithuisplaatsing en wat de consequenties zijn als deze maatregelen
niet worden uitgevoerd? Kunt u uw antwoord motiveren?
Vraag 17
Bent u bekend met het amendement-Van der Burg/Bergkamp (Kamerstuk 33 684, nr. 32) van 8 oktober 2013 en die op 17 oktober 2013 is aangenomen door de Tweede Kamer?
Vraag 18
Bent u bekend met het feit dat sinds het aannemen van het amendement er meerdere pogingen
zijn gedaan om het feitenonderzoek te borgen binnen de jeugdbescherming en de raad
voor de kinderbescherming? En dat er sinds september 2024 weer een nieuw onderzoek
loopt, nu bij BMC, onder de titel Vervolg verbetering feitenonderzoek jeugdbescherming?
Kunt u ons informeren over de stand van dit onderzoek?
Vraag 19
Hoe kan het dat bijna 12 jaar nadat het amendement-Van der Burg/Bergkamp is aangenomen
professionele organisaties binnen de veiligheidsketen nog altijd niet in staat zijn
om heldere richtlijnen en protocollen vast te stellen om uitvoering te geven art.
21rv en art. 3.3 JW? Bent u het met ons eens dat dit zorgen moet baren? Bent u het
ook met ons eens dat een niet deugdelijk feitenonderzoek kan leiden tot onjuiste besluitvorming
met zeer ernstige gevolgen?
Vraag 20
Wordt het in uw ogen niet tijd dat, nu de sector het al 12 jaar niet voor elkaar krijgt,
ook niet met commerciële consultancy organisaties, dat het ministerie met rechters,
wetenschappers en deskundigen zelf gaat vaststellen hoe het feitenonderzoek vorm gegeven
moet gaan worden en de veiligheidssector verplicht zich hieraan te conformeren? Zo
nee, waarom niet? En zo ja, hoe gaat u dit vorm geven?
Vraag 21
In een van de zaken (ECLI:NL:RBNNE:2025:1031) wordt een kind mogelijk onterecht als
minderjarige behandeld. Hoeveel zaken zijn er waarbij twijfel bestaat over de leeftijd
van een kind in jeugdbeschermingsprocedures?
Vraag 22
Bent u bekend met wat de kinderrechter beschrijft dat de mogelijkheid aanwezig is
dat jeugdbeschermingsmaatregelen worden ingezet bij vreemdelingenzaken om verblijf
te verkrijgen? Hoe wordt voorkomen dat kinderbeschermingsmaatregelen misbruikt worden
voor vreemdelingenrechtelijke doeleinden?
Vraag 23
Bent u bereid om per direct maatregelen te nemen om te waarborgen dat geen enkele
OTS wordt uitgesproken of verlengd zonder dat er een beschikbare jeugdbeschermer is?
Vraag 24
Welke stappen gaat u zetten om de informatievoorziening vanuit de Raad voor de Kinderbescherming
en GI’s naar de rechter te verbeteren?
Vraag 25
Kunt u toezeggen dat de Kamer binnen drie maanden een plan van aanpak ontvangt over
hoe u de uitvoering van jeugdbeschermingsmaatregelen en het functioneren van GI’s
gaat verbeteren zodat kinderen en gezinnen, maar ook kinderrechters niet meer geconfronteerd
worden met onjuiste en onvolledige dossiers maar ook dat kinderrechters niet meer
tegengewerkt worden waardoor rechters niet meer kunnen instaan voor juiste toepassing
van de wet?
Vraag 26
Bent u het met kinderrechter eens dat, als gevolg van het onvoldoende onderbouwen
en niet volledig informeren, ergo informatie achterhouden, door de raad en de GI van
de kans op – in dit geval eer gerelateerd geweld – het risico volledig voor rekening
van de GI legt? Zo nee waarom niet?
Vraag 27
Bent u bekend met procedure rondom het beëindigingscertificaat wat is afgegeven aan
de voormalige GI Briedis? Klopt het dat het beëindigingscertificaat voor Briedis mede
is afgegeven omdat Briedis niet voldeed aan de wettelijke eisen voor jeugdbescherming?
Vraag 28
Deelt u de mening dat de Rechtbank Noord-Nederland in de beschikking van 18 maart
2025 heeft vastgesteld dat Jeugdbescherming Noord en Veilig Thuis structureel tekortschiet
en zelfs rechterlijke bevelen negeert en daarmee niet voldoet aan de wettelijk eisen
die aan GI’s gesteld mogen worden?
Vraag 29
Ziet u parallellen tussen de situatie bij Briedis en bij Jeugdbescherming Noord en
Veilig Thuis? Zo nee, waarom niet?
Vraag 30
Bent u bereid de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een onderzoek te laten instellen
naar Jeugdbescherming Noord en Veilig Thuis en, indien dezelfde structurele tekortkomingen
als bij Briedis worden geconstateerd, over te gaan tot een aanwijzing om over te gaan
tot intrekking van de certificering? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Faith Bruyning, Kamerlid