Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Krul over het bericht 'Fysio om de hoek redt het vaak niet meer'
Vragen van het lid Krul (CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Fysio om de hoek redt het vaak niet meer» (ingezonden 18 februari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Maeijer (Volksgezondheid, Welzijn en Sport ) (ontvangen
24 maart 2025).
Vraag 1
Heeft u het bericht «Fysio om de hoek redt het vaak niet meer» gelezen? Zo ja, wat
vindt u hiervan?1
Antwoord 1
Ja. Paramedici, waaronder fysiotherapeuten en logopedisten, zijn een belangrijke schakel
in de eerstelijnszorg en leveren een belangrijke bijdrage aan de zorg voor patiënten.
Ik vind het in het licht van de toenemende vergrijzing en arbeidsmarktproblematiek
zorgelijk dat een aanzienlijk deel van de fysiotherapeuten en logopedisten overweegt
met de praktijk te stoppen. Ik baseer mij daarbij onder andere op de in het artikel
aangehaalde «Kleinbedrijf Index fysiotherapie»2 en «Kleinbedrijf Index logopedie»3. In de beantwoording van de verdere vragen geef ik mijn uitgebreidere reactie.
Vraag 2
Klopt het dat 17 procent van de fysiotherapiepraktijkhouders actief bezig is met verkoop
van de onderneming door de hoge administratieve lasten en lage beloning?
Antwoord 2
Volgens de bevindingen uit de «Kleinbedrijf Index fysiotherapie» is 17 procent van
de ondervraagde fysiotherapiepraktijkhouders actief bezig met de verkoop van hun praktijk.
Echter, het onderzoek gaat niet in op de specifieke motieven van deze hele groep praktijkhouders.
Uit gegevens van concentratieaanvragen (fusies en overnames) bij de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa) blijkt dat zorgaanbieders verschillende redenen opgeven voor een fusie of overname,
zoals continuïteit van zorg in verband met de nadere pensioengerechtigde leeftijd,
schaalvoordelen en synergievoordelen.
Vraag 3
Zijn er regio’s in Nederland waar al sprake is van een tekort aan fysiotherapiepraktijken?
Zo ja, welke regio’s in Nederland zijn dit?
Antwoord 3
Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht voor de zorg die onder de basisverzekering
valt en moeten voldoende zorg inkopen, zodat de verzekerden binnen een redelijke termijn
de zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben. De NZa ziet toe op deze zorgplicht. Op
dit moment heb ik geen concrete signalen van de NZa dat zorgverzekeraars niet kunnen
voldoen aan de invulling van hun zorgplicht met betrekking tot fysiotherapie.
Vraag 4
Deelt u het standpunt dat eerstelijnszorg «om de hoek» van grote waarde is voor de
leefbaarheid van een wijk, stad of dorp?
Antwoord 4
Gelijkwaardiger toegang tot zorg begint in de eerste lijn. Het is inderdaad van waarde
dat mensen in hun eigen wijk, stad of dorp snel terecht kunnen bij bijvoorbeeld een
fysiotherapeut. Dit draagt bij aan de leefbaarheid en het welzijn van de gemeenschap.
Maar dat is niet altijd vanzelfsprekend. De zorgvraag groeit en wordt complexer, en
de samenleving verandert. Dat kan betekenen dat zorgverleners, zoals fysiotherapeuten,
soms kiezen voor samenwerking in een samenwerkingsverband of keten om de kwaliteit
van zorg te waarborgen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en ik blijven ons inzetten
voor het versterken van de eerstelijnzorg vanuit de Visie op de eerstelijnszorg 2030.
Hierbij spelen ook fysiotherapeuten een belangrijke rol.
Vraag 5
Klopt het dat het aantal studenten dat kiest voor een opleiding fysiotherapie de afgelopen
jaren met 15 procent is gedaald?
Antwoord 5
Ten aanzien van opleidingen, laten instroomcijfers een wisselend beeld zien de afgelopen
jaren:
Tabel 1: Instroom studenten fysiotherapie en totale instroom HBO1
Jaar
Instroom opleiding fysiotherapie
Instroom HBO
2015
1.930
126.870
2016
2.060
131.140
2017
2.220
137.240
2018
2.700
142.190
2019
2.930
146.690
2020
3.210
156.080
2021
3.140
143.700
2022
3.100
138.720
2023
2.900
136.940
X Noot
1
StatLine - Hbo; instroom, opleidingsvorm, opleiding, regio
Ik heb op dit moment onvoldoende gegevens die de toe- en afnames in instroomcijfers
de afgelopen jaren verklaren. Daarbij merk ik op dat het lastig is aan instroomcijfers
de populariteit van een opleiding af te meten. Door demografische ontwikkelingen heeft
het hbo als geheel te maken met een dalend studentenaantal.
Vraag 6
Wat kunt u doen om het vak van fysiotherapeuten aantrekkelijker te maken?
Antwoord 6
Ik vind het belangrijk dat fysiotherapeuten trots zijn op hun werk en zich onderdeel
voelen van een sterke eerstelijnszorg. Ik neem signalen over bijvoorbeeld uitstroomcijfers,
administratieve lasten, onvrede over vergoedingen en onvrede over het contracteerproces
dan ook serieus.
Vanuit het IZA en de Visie eerstelijnszorg 2030 zet ik in op de versterking van de
eerstelijnszorg, waaronder paramedici, en het verbeteren van het contracteerproces.
Daarnaast loopt het programma Paramedische Zorg 2023–2026 waarin wordt gewerkt aan
kennisvergroting en kwaliteitsverbetering en is er geld beschikbaar gemaakt voor de
doorontwikkeling van het kwaliteitskader fysiotherapie/oefentherapie. Ook is in het
kader van de vermindering van administratieve lasten per 1 oktober 2024 een subsidie
gegevensuitwisseling verleend aan de paramedische beroepsgroepen zodat zorgverleners
efficiënter kunnen samenwerken. Daarnaast loopt het COPD-experiment, waarbij wordt
gekeken naar een alternatieve manier van bekostiging om innovatie, gezondheidsuitkomsten
en werkplezier te vergroten. Tot slot heb ik de NZa gevraagd marktonderzoek te doen
naar de marktomstandigheden en mogelijke oplossingen voor knelpunten in de paramedische
zorg.
Voor het Commissiedebat over het zorgverzekeringsstelsel op 19 juni a.s. wordt uw
Kamer geïnformeerd over een eerste analyse van de NZa met inzichten rondom het functioneren
van de markt en de toegankelijkheid binnen de fysiotherapie. Mogelijke oplossingsrichtingen
voor de fysiotherapie die hieruit naar voren komen volgen naar verwachting in de herfst
van 2025.
Vraag 7
Klopt het dat jongere fysiotherapeuten (onder de dertig jaar) kiezen voor een baan
in een ziekenhuis of bij een zorginstelling, omdat er een verschil is van 35 procent
in de beloning tussen werken in een zelfstandige praktijk en in een ziekenhuis?
Antwoord 7
Ik ben me ervan bewust dat salarissen in de tweede lijn over het algemeen hoger zijn
dan in de eerste lijn. Uit de informatie waarover ik beschik, is niet op te maken
of dit invloed heeft op de keuze om te werken in de eerste of de tweede lijn. De cijfers
van het CBS laten geen grote verschuiving zien van fysiotherapeuten jonger dan 30
jaar van de eerstelijnspraktijk naar de tweede- of derdelijn. Zie tabel 2.
Tabel 2: fysiotherapeuten onder 30 jaar werkzaam per sector1
Jaar
2019
2020
2021
2022
Totaal
6.645
6.465
6.505
6.275
UMC
120
135
125
125
Algemeen ziekenhuis
370
370
380
400
Categoraal ziekenhuis en overige MSZ
255
230
215
200
GGZ
15
72
25
15
Gehandicapten zorg
85
70
95
85
Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg
625
610
605
595
Eerstelijns-praktijk
5.070
4.910
4.990
4.790
X Noot
1
StatLine - Medisch geschoolden; specialisme, arbeidspositie, sector, leeftijd
Vraag 8
Lijken de problemen van de fysiotherapeuten volgens u ook op de problemen in de huisartsenzorg,
waar huisartsen liever waarnemen dan hun eigen praktijk starten omdat ondernemers
veel tijd kwijt zijn aan administratie? Waarom wel, of waarom niet?
Antwoord 8
Hoewel administratieve lasten in beide beroepen een rol spelen, hebben fysiotherapeuten
en huisartsen daarnaast met verschillende uitdagingen te maken. Van de huisartsen
in opleiding geeft 83% aan dat zij binnen 10 jaar praktijkhouder willen worden. Een
groot deel van de (jonge) huisartsen wil dus wel degelijk als praktijkhouder aan de
slag. De groep die geen praktijkhouder wil worden heeft daarvoor verschillende redenen.
Vraag 9
Kunt u meer inzicht geven in de wachtlijsten voor fysiotherapie? Zijn er bepaalde
regio’s waar wachtlijsten relatief langer zijn?
Antwoord 9
Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht voor de zorg die onder de basisverzekering
valt en moeten voldoende zorg inkopen, zodat de verzekerden binnen een redelijke termijn
de zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben. De NZa ziet toe op deze zorgplicht. Op
dit moment heb ik geen concrete signalen van de NZa dat zorgverzekeraars niet kunnen
voldoen aan de invulling van hun zorgplicht met betrekking tot fysiotherapie.
Ik verwacht dat het marktonderzoek waartoe ik de NZa opdracht heb gegeven meer inzicht
zal bieden in de signalen ten aanzien van wachtlijsten, wachttijden en zorgbemiddeling.
Vraag 10
Hoe staat het met de verschillende aangekondigde onderzoeken naar de ontwikkelingen
in de marktwerking van de paramedische sectoren, en specifiek de (eerstelijns)fysiotherapie?
Antwoord 10
Er loopt op dit moment een onderzoek naar de marktomstandigheden en mogelijke oplossingen
voor knelpunten in de paramedische zorg in de volle breedte. Vanwege de urgentie van
dit onderzoek heeft de NZa samen met het Ministerie van VWS een balans gezocht tussen
uitvoerigheid enerzijds en snelheid anderzijds. In die fasering wordt in eerste instantie
gestart met fysiotherapie. Daarna zal worden gestart met andere sectoren, waarbij
eveneens de lessen uit de fysiotherapie zullen worden meegenomen. Uw Kamer wordt voor
het Commissiedebat over het zorgverzekeringsstelsel op 19 juni a.s. geïnformeerd over
een eerste analyse van de NZa met inzichten rondom het functioneren van de markt en
de toegankelijkheid binnen de fysiotherapie. Mogelijke oplossingsrichtingen voor de
fysiotherapie die hieruit naar voren komen volgen naar verwachting in de herfst van
2025.
Vraag 11
Hoe staat het met de uitvoering van de motie-Krul waarin u wordt verzocht in overleg
met de Nederlandse zorgautoriteit (NZa) en de zorgverzekeraars een oplossing te presenteren
voor de tarifering van fysiotherapeuten en daarbij nadrukkelijk de optie van minimumtarieven
mee te nemen?4
Antwoord 11
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 10, heb ik in lijn met de aangenomen motie
Krul (27 november 2024) de NZa gevraagd onderzoek te doen naar mogelijke oplossingen
voor knelpunten in de paramedische zorg. In dit onderzoek heeft het onderwerp tarifering
ook een plek. Uw Kamer wordt voor het Commissiedebat over het zorgverzekeringsstelsel
op 19 juni a.s. over geïnformeerd over een eerste analyse van de NZa met inzichten
rondom het functioneren van de markt en de toegankelijkheid binnen de fysiotherapie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.