Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nordkamp over een Amerikaanse ‘kill switch’ in de F-35
Vragen van het lid Nordkamp (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Defensie over een Amerikaanse «kill switch» in de F-35 straaljagers (ingezonden 11 maart 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Tuinman (Defensie) (ontvangen 24 maart 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van Bild1 en het bericht van Financial Times2 over zorgen over een Amerikaanse «kill switch» in de F-35 straaljagers?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de uitspraken van Joachim Schranzhofer, hoofd communicatie van het
bedrijf Hensoldt, (dat een technische samenwerkingspartner is van de F-35-fabrikant
Lockheed Martin) dat de zogenaamde «kill switch» in de F-35 «meer dan alleen een gerucht»
is? Deelt u de zorgen over een dergelijke «kill switch»?
Antwoord 2
Defensie is niet op de hoogte van het bestaan van een «kill switch» in de F-35. Wij delen dan ook niet de zorgen hierover.
Vraag 3
Kunt u uitsluiten dat er sprake is van een dergelijke «kill switch» in de F-35 of
andere Amerikaanse wapensystemen? Kunt u dit antwoord onderbouwen?
Antwoord 3
Door het F-35 Joint Program Office (JPO) is uitdrukkelijk bevestigd dat er geen sprake
is van een «kill switch» in de F-35. De F-35 wordt ontwikkeld, ingezet en onderhouden
als een gemeenschappelijk platform dat rust op een sterk partnerschap met de VS en
andere landen over de gehele wereld. De F-35 is daarmee een gemeenschappelijke inspanning
die de expertise en bijdragen van alle deelnemende landen integreert. Het F-35 programma
is gebaseerd op afspraken met alle F-35 landen op basis waarvan alle F-35 gebruikers
de noodzakelijke capaciteiten hebben om de F-35 effectief in te zetten en te onderhouden.
Vraag 4
Welke Amerikaanse wapensystemen zijn er momenteel in gebruik bij Defensie?
Antwoord 4
Naast de F-35’s zijn onder meer de volgende Amerikaanse wapensystemen in gebruik bij
Defensie: Chinooks, Apaches, Reaper, Patriot en Stinger.
Vraag 5
Heeft Defensie toegang tot de broncodes van alle in gebruik genomen Amerikaanse wapensystemen?
Antwoord 5
Nee.
Vraag 6
Kunt u garanderen dat Nederland volledige operationele soevereiniteit heeft over onze
wapensystemen van Amerikaanse origine of behoudt Amerika controle over de inzet van
Amerikaans geproduceerd wapentuig? Kunt u aangeven op basis waarvan u deze garantie
wel of niet kan geven?
Antwoord 6
Ja. Nederland heeft operationele soevereiniteit over van oorsprong Amerikaanse wapensystemen.
Van controle van de VS over de inzet van deze wapensystemen is geen sprake. Alleen
wanneer de VS besluit de aanvoer van reserveonderdelen te blokkeren, heeft dat implicaties
voor de inzet en het voortzettingsvermogen van door Nederland gebruikte wapensystemen
die van oorsprong Amerikaans zijn.
Vraag 7
Zijn u voorbeelden bekend van hoe de VS in het verleden door hun geleverde wapensystemen
hebben beperkt, bijvoorbeeld door softwaresloten, geofencing of afhankelijkheid van
de Amerikaanse toeleveringsketen?
Antwoord 7
Nee.
Vraag 8
Welke consequenties zou het voor Nederland, of andere Europese bondgenoten, hebben
als de VS van oorsprong Amerikaanse wapensystemen zouden beperken of uitschakelen?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 6.
Vraag 9
Zijn er voldoende voorraden van onderdelen om in het geval van een hiaat in ondersteuning
de afhankelijkheid van de Amerikaanse toeleveringsketen tijdelijk te ondervangen?
Zo ja, met wat voor periode wordt rekening gehouden bij het aanleggen van dergelijke
voorraden?
Antwoord 9
De huidige voorraden van de krijgsmachtsdelen zijn ingericht om de gereedstelling
te ondersteunen. Deze ondersteuning is gebaseerd op jarenlange ervaring met de leveranciers.
Dit geldt dus ook voor de hoogte van de voorraden. Per wapensysteem zijn contracten
afgesloten om deze ondersteuning aan de gereedstelling mogelijk te maken.
Vraag 10
Deelt u de mening dat Defensie in principe toegang zou moeten hebben tot de broncode
van al ons materieel om afhankelijkheden in software-ondersteuning te verminderen
en dat er anders geen sprake kan zijn van operationele soevereiniteit?
Antwoord 10
Nee. Om toegang tot de broncode te krijgen zou Defensie hiervoor een licentie moeten
verkrijgen. Hier zijn hoge kosten aan verbonden omdat de betrokken bedrijven hun investering
in de ontwikkeling van deze software gecompenseerd willen zien. In dat geval moet
Defensie bij de aanschaf en instandhouding van wapensystemen rekening houden met aanzienlijke
kostenstijgingen. Verder legt de Amerikaanse wet- en regelgeving beperkingen op aan
de verspreiding van en toegang tot Amerikaanse technologie. Tenslotte heeft Defensie
in veel gevallen niet de technische kennis om dergelijke software zelf te onderhouden.
Bij ieder investeringsproject wordt vooraf nagedacht over de instandhouding en onderhoud
gedurende de levensduur. Daarbij kunnen afhankelijkheden optreden van andere landen
en/of bedrijven. Op basis van een risicoanalyse wordt per project bekeken welke afhankelijkheden
aanvaardbaar zijn en welke risico-mitigerende maatregelen getroffen moeten worden.
Vraag 11
Kunt u deze vragen afzonderlijk en vóór het commissiedebat Informele Raad Buitenlandse
Zaken Defensie, te houden op 25 maart 2025, beantwoorden?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.