Schriftelijke vragen : De brandbrief die Amsterdamse kerken aan de burgmeester van Amsterdam stuurden in verband met het gebrek aan fysieke ruimte om hun diensten en activiteiten plaats te laten vinden
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en van Justitie en Veiligheid over de brandbrief die Amsterdamse kerken aan de burgmeester van Amsterdam stuurden in verband met het gebrek aan fysieke ruimte om hun diensten en activiteiten plaats te laten vinden (ingezonden 21 maart 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de brandbrief die Amsterdamse kerken stuurden in verband met het
gebrek aan fysieke ruimte om hun diensten en activiteiten plaats te laten vinden?
Hoe luidt uw reactie op deze brief?1
Vraag 2
Herkent u het beeld dat kerkelijke gemeenschappen in toenemende mate te kampen hebben
met ruimtegebrek, door groei van het aantal kerkgangers, doordat huurcontracten van
zaalruimte worden opgezegd of doordat noodgedwongen gebruik wordt gemaakt van eigenlijk
ongeschikte locaties voor erediensten? Hoe luidt uw reactie hierop?
Vraag 3
Erkent u dat kerkelijke gemeenschappen overal in Nederland, maar zeker ook in Amsterdam,
een nauwelijks te onderschatten bijdrage leveren aan het functioneren van onze samenleving,
bijvoorbeeld op het gebied van vrijwilligerswerk, welzijnswerk, eerstelijnszorg en
armoedebestrijding? Hoe waardeert u dit gegeven? Bent u ook bang dat doordat geen
ruimte wordt geboden aan kerkelijke gemeenschappen ook dergelijke maatschappelijke
initiatieven zullen verdwijnen?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat het in vrijheid uitoefenen van het recht op godsdienst (artikel
6 van de Grondwet) óók behelst dat er voldoende fysieke ruimte beschikbaar is om erediensten
te houden?
Vraag 5
Wat vindt u in het licht van voorgaande vraag van de uitlatingen van het Amsterdamse
college van burgemeester en Wethouders «Daarnaast hebben we een scheiding tussen kerk
en staat. Ik vind het geen overheidstaak om in de gebiedsontwikkeling in religieuze
huisvesting te voorzien» en «principieel vind ik niet dat wij in huisvestingsplannen
een x aantal vierkante meters moeten reserveren voor religieuze instellingen»?2
Vraag 6
Wat is volgens u een historisch juiste interpretatie van het begrip «scheiding tussen
kerk en staat»?
Vraag 7
Deelt u de mening dat de scheiding van kerk en staat gemeenten niet belemmert om het
gesprek aan te gaan en te spreken over uitdagingen op het gebied van fysieke ruimte
om samen te komen? Deelt u de mening dat de scheiding van kerk en staat gemeenten
niet belemmert om fysieke ruimte aan kerkelijke gemeenschappen te faciliteren?
Vraag 8
Bent u bereid het Amsterdamse college aan te spreken op de grote verantwoordelijk
die zij heeft om de vrijheid van godsdienst te waarborgen, ook in de vorm van het
faciliteren van voldoende fysieke ruimte om erediensten te laten plaatsvinden? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 9
Herinnert u zich dat de gemeente Rotterdam in 2017 besloot kerkelijke gemeenschappen
uit te sluiten van verhuur van buurthuizen?3 Hoe luidt uw reactie daarop? Deelt u de mening dat het een zorgelijke trend is dat
gemeenten onder het mom van «neutraliteit» de uitoefening van de vrijheid van godsdienst
onder druk zet?
Vraag 10
Ziet u ook in dat het uitoefenen van de vrijheid van godsdienst onder druk komt te
staan als meer en meer gemeenten kerkelijke gemeenschappen uitsluiten van het gebruik
van hun gemeentelijk vastgoed en weigeren onvoldoende ruimte voor kerkelijke gemeenschappen
te reserveren bij stedelijke ontwikkelingen?
Vraag 11
Hoe gaat u zich inspannen om gemeenten bewuster te maken van de rol die zij hebben
om de uitoefening van het recht op godsdienst te faciliteren door hier ruimte voor
beschikbaar te stellen? Kan een herijking van de landelijke handreiking hier een rol
in spelen?
Vraag 12
Hoe gaat u zich inspannen om voldoende fysieke ruimte voor kerken te waarborgen en
kerkelijke gemeenschappen zoals in Amsterdam en Rotterdam perspectief te bieden?
Vraag 13
Bent u bereid een verplichting op te nemen om gemeenten in hun Omgevingsvisie of volkshuisvestelijk
programma aandacht aan te laten schenken aan voldoende huisvesting voor kerkelijke
gemeenschappen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Op welke wijze geeft u in de rol van Minister van Eredienst invulling aan het waarborgen
van voldoende fysieke ruimte voor kerkelijke gemeenschappen? Bent u bereid de kwestie
van voldoende fysieke ruimte voor kerkelijke gemeenschappen aan te kaarten in het
regulier overleg met de vertegenwoordigers van de kerkelijke gemeenschappen?
Indieners
-
Gericht aan
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Gericht aan
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
Don Ceder, Kamerlid