Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het Kamerlid Wijen-Nass over het bericht ‘Jongeren verlaten sociale advocatuur om vergoedingen’
Vragen van het lid Wijen-Nass (BBB) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Jongeren verlaten sociale advocatuur om vergoedingen» (ingezonden 26 februari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 18 maart
2025)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Jongeren verlaten sociale advocatuur om vergoedingen»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Deelt u de mening dat de vergrijzing binnen de sociale advocatuur en het afnemend
aantal sociaal advocaten een gevaar zijn voor de rechtszekerheid in Nederland?
Antwoord 2
Toegang tot het recht is een fundament van onze democratische rechtsstaat. Sociaal
advocaten zijn van wezenlijk belang voor deze toegang voor de meest kwetsbare mensen
in onze samenleving. Deze dalende trend is daarom zorgwekkend en het tij moet gekeerd
worden. Iedereen in Nederland moet een passende en duurzame uitkomst kunnen vinden
voor een (juridisch) probleem. Het recht op rechtsbijstand is in Nederland een grondrecht
en is vastgelegd in artikel 18, tweede lid, van de Grondwet. Het is daarom ook van
groot belang dat de toegang tot rechtsbijstand is gegarandeerd.
Vraag 3
Bent u bereid om maatregelen te nemen voor dit probleem? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
welke?
Antwoord 3
Ja. De afgelopen jaren zijn al verschillende maatregelen genomen om de sociale advocatuur
te versterken.2 Zo is met de invoering van scenario 1 van de Commissie-Van der Meer I per 1 januari
2022 structureel geïnvesteerd in de sociale advocatuur en in december 2023 is een
eenmalige compensatie van in totaal 26 miljoen euro uitgekeerd. Verder worden sinds
2021 de kosten van de beroepsopleiding voor advocaat-stagiaires in de sociaal advocatuur
vergoed. Daarnaast lopen er verschillende initiatieven om de aandacht voor de sociale
advocatuur in het onderwijs te vergroten. Voortbordurend op de al in gang gezette
maatregelen en initiatieven zie ik twee wegen waarlangs de versterking van de sociaal
advocatuur verder kan worden bevorderd: een redelijke vergoeding en bestaanszekerheid.
Dit doe ik in gezamenlijke verantwoordelijkheid met de Nederlandse Orde van Advocaten
(NOvA) en de Raad voor Rechtsbijstand (RvR). Ik zal uw Kamer hier nog voor het commissiedebat
gesubsidieerde rechtsbijstand op 1 april a.s. nader over informeren.
Vraag 4
Op welke manieren kunt u het beroep van sociaal advocaat aantrekkelijker maken?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Hoe kijkt u naar de afname van sociaal advocaten in de regio?
Antwoord 5
De sociale advocatuur staat onder druk. De berichtgeving hierover is zorgelijk, maar
niet nieuw. Het is van belang de in- en uitstroom van sociaal advocaten te monitoren.
De commissie-Van der Meer II beveelt dit ook aan in haar rapport.3 Het Kenniscentrum Stelsel Gesubsidieerde Rechtsbijstand houdt al gegevens bij over
de ontwikkeling in het aantal sociaal advocaten in de afgelopen vijf jaar. Ik heb
het Kenniscentrum gevraagd nader onderzoek te doen naar de ontwikkeling van het aanbod
van sociaal advocaten en daarbij onder meer te differentiëren naar rechtsgebied en
regio. Dit onderzoek zal op korte termijn van start gaan.
Vraag 6
Deelt u de zorgen dat vooral de regio onevenredig benadeeld wordt door deze problemen?
Antwoord 6
Ja. Ik ben bekend met de signalen dat het in sommige regio’s en op specifieke rechtsgebieden
knelt. Dus die zorgen deel ik.
Vraag 7
Bent u bereid om in de (plattelands)regio’s extra maatregelen te nemen of daar extra
te investeren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier?
Antwoord 7
In algemene zin geldt dat er momenteel nog voldoende sociaal advocaten zijn om aan
de vraag van rechtzoekenden te voldoen. Wel zijn er signalen dat het in sommige regio’s
en in specifieke rechtsgebieden knelt. Het plan van aanpak sociale advocatuur waarin
een menukaart van oplossingsrichtingen in beeld is gebracht voor de aanwas van sociaal
advocaten, is nog steeds van kracht.4 Ter uitvoering van dit plan zijn verschillende maatregelen en initiatieven gestart
om het aanbod van sociaal advocaten te stimuleren, zoals de subsidieregeling beroepsopleiding
sociaal advocaten en verschillende initiatieven in het rechtenonderwijs. Het Kenniscentrum
houdt gegevens bij over de ontwikkeling in het aantal sociaal advocaten in de afgelopen
vijf jaar. De gegevens over sociaal advocaten zijn uitgesplitst naar leeftijd, locatie
en de verschillende rechtsgebieden. Verder heb ik zoals hiervoor aangegeven het Kenniscentrum
gevraagd onderzoek te doen naar de ontwikkeling van het aanbod van sociaal advocaten
met daarbij een onderscheid naar rechtsgebied en regio. Op basis van de bevindingen
van dit onderzoek zal ik nader bekijken of en zo ja welke specifieke maatregelen vereist
zijn.
Vraag 8
Bent u ook van mening dat het systeem van toevoegingen moet worden herzien?
Antwoord 8
Het probleem in het aanbod van sociaal advocaten wordt niet direct veroorzaakt door
het toevoegingensysteem an sich. Uit onderzoek5 is wel gebleken dat de hoogte van de vergoedingen impact heeft op dit aanbod. Het
momentum is nu om te kijken naar en te werken aan maatregelen en initiatieven die
noodzakelijk zijn op de lange termijn. Waar willen we over 5–10 jaar staan met de
sociale advocatuur? De dalende trend van het aanbod sociale advocatuur moet doorbroken
worden. Daarom is het van belang om samen met onder meer de NOvA, de RvR en de Vereniging
Sociale Advocatuur Nederland een vernieuwende, concrete en inspirerende visie vorm
te geven. Daarbij zal nagedacht worden over fundamentele vraagstukken over hoe de
sociale advocatuur er in de toekomst georganiseerd kan worden. Vanuit ieders gedeelde
verantwoordelijkheid wil ik gericht doelen stellen en vervolgmaatregelen afspreken
die bij dragen aan een volwaardig en toekomstgericht beroep van sociaal advocaat.
Zodat daarmee de toegang tot het recht voor de rechtsbijstandsgerechtigde ook naar
de toekomst toe geborgd blijft.
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat over gesubsidieerde rechtsbijstand
op 13 maart 2025?
Antwoord 9
Ja. Het commissiedebat is inmiddels verplaatst naar 1 april a.s.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.