Schriftelijke vragen : Het alarm slaan van de ombudsman over de gebrekkige postbezorging door de overheid
Vragen van de leden Van Waveren en Idsinga (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken over het alarm slaan van de ombudsman over de gebrekkige postbezorging door de overheid (ingezonden 18 maart 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «burgers in de problemen door te late bezorging brieven
overheid, ombudsman wil actie»?1
Vraag 2
Sinds wanneer bent u op de hoogte van problemen met postbezorging door overheidsinstanties?
Welke signalen heeft u hierover ontvangen en van wie?
Vraag 3
Zijn er binnen uw ministeries interne meldingen gedaan over klachten van overheidsinstanties
met betrekking tot postbezorging? Zo ja, welke meldingen zijn er in de afgelopen vijf
jaar vanuit overheidsinstanties ontvangen over problemen met de postbezorging en gebrekkige
klachtafhandeling en hoe zijn deze signalen opgevolgd?
Vraag 4
Houdt het Rijk (of departementen of diensten binnen het Rijk) bij hoe verzonden post
bezorgd wordt en of daar klachten over zijn? Kunt u aangeven of, en zo ja, bij welke
departementen of overheidsinstanties problemen met postbezorging structureel meer
voorkomen dan bij andere departementen of overheidsinstanties?
Vraag 5
Klopt het dat voordat een klacht bij de Nationale ombudsman terecht komt, die eerst
al bij het bestuursorgaan ingediend zou moeten zijn waar de klacht betrekking op heeft?
Kunt u per departement een overzicht verstrekken van de afgelopen vijf jaar met daarin
het aantal klachten of meldingen over niet of te laat bezorgde post? Kunt u (op hoofdlijnen)
aangeven op welke wijze op deze klachten is gereageerd? Zijn brieven opnieuw verstuurd?
Zijn termijnen opgeschort? Of zijn klachten afgewezen?
Vraag 6
Kunt u een overzicht verstrekken van de afgelopen vijf jaar met daarin de hoeveelheid
klachten over gebrekkige postbezorging die door de overheid zijn afgehandeld met een
doorverwijzing naar PostNL?
Vraag 7
Bent u het eens met de stelling van de Nationale ombudsman dat de overheid verantwoordelijk
blijft voor de postbezorging, ook wanneer ze dit door PostNL laat uitvoeren? Welke
verantwoordelijkheid heeft de overheid zelf om ervoor te zorgen dat overheidspost
tijdig en correct wordt bezorgd?
Vraag 8
Hoeveel klachten heeft de overheid in de afgelopen vijf jaar bij PostNL of andere
bezorgdiensten ingediend over problemen met bezorging? Zijn hier gesprekken over gevoerd?
Vraag 9
Zijn er bijzondere afspraken met PostNL over bezorging van post van de overheid of
overheidsdiensten? Zo ja, welke?
Vraag 10
Klopt het dat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) toezicht houdt op de postmarkt
van consumenten, maar niet op de zakelijke markt en dat PostNL zich daarom, volgens
de ombudsman, nauwelijks aan regels hoeft te houden wat betreft bezorging van overheidspost?
Zijn u meer signalen bekend over gebrekkige postbezorging op de zakelijke postmarkt?
Zo ja, bent u van mening dat hier sprake is van marktfalen en welke maatregelen overweegt
u om dit op te lossen?
Vraag 11
Welke stappen onderneemt u om te garanderen dat de ACM beter toezicht kan houden op
de betrouwbaarheid van de zakelijke markt, inclusief overheidspost, nu uit signaleren
blijkt dat marktfalen kan optreden? Bent u bereid aanvullende regulering te overwegen?
Vraag 12
Welke klachtprocedures bestaan er momenteel voor burgers die hinder ondervinden van
gebrekkige bezorging van overheidspost?
Vraag 13
Bent u het met de stelling in het voorbeeld van de Nationale ombudsman eens dat «niet-ontvangen
post geen gegronde reden is voor een klacht» bij een waterschap? Zo ja, hoe verhoudt
dit zich tot het uitgangspunt dat de overheid betrouwbaar en toegankelijk moet zijn
voor burgers? Zo nee, bent u dan van mening dat de betreffende overheidsinstanties
onjuist hebben gehandeld? Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat een afwijzing van
een klacht op deze grond niet meer voorkomt?
Vraag 14
Zijn er situaties bij overheidsinstanties bekend waarbij burgers door gebrekkige postbezorging
bezwaar- of beroepstermijnen hebben gemist? Zo ja, kunt u aangeven bij welke overheidsinstanties
dit heeft plaatsgevonden en daarbij ook expliciet aan te geven hoe deze situaties
door de desbetreffende instantie zijn opgevolgd?
Vraag 15
Welke maatregelen gaat u nemen om te garanderen dat burgers niet juridisch benadeeld
worden door fouten in de postbezorging van overheidsinstanties?
Vraag 16
Deelt u de mening dat, ondanks dat overheidscommunicatie steeds meer via digitale
wegen gebeurt, er geen concessies gedaan mogen worden aan de bezorging van fysieke
post? Zo ja, welke voorstellen gaat u doen om tegemoet te komen aan de zorgen van
de Nationale ombudsman?
Vraag 17
Acht u naar aanleiding van deze problematiek aanpassing van de Postwet nodig om te
garanderen dat burgers niet langer de dupe zijn van gebrekkige postbezorging? Zo ja,
welke wijzigingen overweegt u? Zo nee, welke stappen onderneemt u wel om de situatie
te verbeteren?
Vraag 18
Vormen de voorgestelde bevoegdheden in de asielnoodmaatregelenwet een onwenselijk
groot risico, aangezien lidstaten volgens de Procedurerichtlijn een asielaanvraag
als ongegrond mogen afhandelen in drie situaties waarin een vreemdeling zijn verzoek
om internationale bescherming impliciet heeft ingetrokken of ervan heeft afgezien,
waaronder bij weigering om te verschijnen voor een gehoor na een behoorlijke uitnodiging?
Deelt u de zorg dat dit risico extra groot is vanwege de bekende problemen met gebrekkige
postbezorging? Zo ja, wat betekent dit voor de toepassing van deze bevoegdheid in
de voorgestelde asielnoodmaatregelenwet? En kunt u specifiek ingaan op de rechtsgevolgen
van deze bevoegdheid?
Vraag 19
Kunt u tevens separaat ingaan op de rechtsgevolgen van niet-ontvangen of vertraagde
post bij de volgende instanties: de Immigratie- en Naturalisatiedient, de rechtbanken,
het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, de Belastingdienst en de Dienst
Toeslagen?
Vraag 20
Kunt u de vragen één voor één beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Sander van Waveren, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Folkert Idsinga, Tweede Kamerlid