Schriftelijke vragen : De gaten in de Nederlandse rechtsbescherming en het effect daarvan op het vertrouwen in de overheid
Vragen van het lid Lahlah (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de gaten in de Nederlandse rechtsbescherming en het effect daarvan op het vertrouwen in de overheid (ingezonden 17 maart 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Het hele land door voor je burgerrecht»?1
Vraag 2
Hoe beziet u de bevindingen uit het artikel in het licht van de conclusies van commissie
Van der Meer II?
Vraag 3
Deelt u de mening dat iemands postcode geen invloed zou mogen hebben op diens toegang
tot rechtsbijstand?
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de uitspraak van Nationale ombudsman Reinier van Zutphen dat de regionale
verschillen in de toegang tot rechtsbijstand veel te groot zijn geworden, en dat veel
burgers een overheid tegenover zich zien die hun problemen niet oplost? Zo ja, wat
gaat u hieraan doen? Zo nee, hoe duidt u het feit dat een sociaal advocaat in de Achterhoek
zes keer zoveel mensen moet bedienen als een sociaal advocaat in regio Amsterdam?
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat mensen die afhankelijk zijn van sociaal advocaten, een groep
die minder te besteden heeft dan gemiddeld en soms afhankelijk is van een bijstandsuitkering
of Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)-ondersteuning, vaak verder moet reizen
voor een sociaal advocaat waardoor ze daar meer ov- of benzinekosten aan kwijt zijn?
Deelt u de zorgen dat de kosten of bereikbaarheid voor sommigen een reden zijn om
niet te gaan en ouderen of zieken überhaupt buitenspel zet? Bent u bereid hier iets
aan te doen, bijvoorbeeld middels een reiskostenvergoeding?
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de bevindingen van Hogeschool Utrecht dat in gemeenten waar inwoners
armer zijn minder laagdrempelige rechtshulp beschikbaar is, evenals in gemeenten waar
relatief veel gedupeerden van de toeslagenaffaire wonen? Deelt u de mening dat laagdrempelige
toegang tot sociale rechtsbijstand juist voor deze groep van groot belang is? Zo ja,
wat gaat u eraan doen om dit te veranderen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Deelt u de zorg dat het aanstaande «Ravijnjaar» en de bezuinigingen op gemeenten er
mogelijk toe bijdragen dat in nog meer gemeenten sociale raadslieden zullen verdwijnen?
Vraag 8
Hoe verklaart u de tegenstelling dat het kabinet (beperkt) investeert in laagdrempelige
juridische hulp, maar opnieuw bezuinigt op de sociale advocatuur, waar 12% op gekort
wordt?
Vraag 9
Deelt u de grote zorg over de schatting van de Raad voor Rechtsbijstand dat 2500 van
de 4400 sociaal advocaten in Nederland op hun pensioen afkoersen? Hoe verhoudt zich
dit volgens u tot de uitstroom van jonge advocaten, die massaal de sociale advocatuur
verlaten?
Vraag 10
Erkent u de gevolgen voor rechtszoekenden van het afwijzen van zaken door sociaal
advocaten, die door overweldigende drukte steeds kritischer worden op zaken die ze
accepteren en daardoor bijvoorbeeld toeslagenherstelzaken afwijzen?
Vraag 11
Deelt u de mening dat het stelsel ernstig onder druk wordt gezet doordat toevoegingen
die sociaal advocaten krijgen niet meer gecorrigeerd worden voor inflatie? Zo nee,
waarom niet en hoe verklaart u dan de conclusies van commissie Van der Meer II en
de grote uitstroom van sociaal advocaten? Zo ja, wat gaat u hieraan doen en op welke
termijn? Bent u bereid hier extra geld voor vrij te maken, bijvoorbeeld bij de Voorjaarsnota?
Vraag 12
Bent u van mening dat de aanbeveling van de Staatscommissie rechtsstaat in het rapport
«De gebroken belofte van de rechtsstaat» naar aanleiding van het Groninger gasschandaal
en de toeslagenaffaire om fors te investeren in de verbetering van rechtsbescherming,
is opgevolgd? Waarom wel of niet?
Vraag 13
Deelt u de zorg van de Nationale ombudsman dat de afname in het aantal beroepszaken
van burgers tegen de overheid deels komt doordat burgers niet meer kunnen procederen
omdat ze niemand kunnen vinden of ze het niet meer kunnen betalen?
Vraag 14
Klopt het dat nooit gedefinieerd is wat voldoende aanbod van rechtsbijstand zou moeten
behelzen? Hoe kijkt u naar de opmerking van de Raad voor Rechtsbijstand dat die definitie
niet gemaakt zou moeten worden door de Raad zelf, maar door het Ministerie van Justitie
en Veiligheid? Bent u bereid een dergelijke definitie op te stellen?
Vraag 15
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat over gesubsidieerde rechtsbijstand
op 1 april?
Indieners
-
Gericht aan
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Esmah Lahlah, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.