Schriftelijke vragen : De afspraak uit het hoofdlijnenakkoord: ‘Er wordt onderzocht of en hoe nadere vereisten gesteld kunnen worden aan de representativiteit van belangenorganisaties met een ideëel doel op grond van art. 3.305a Burgerlijk Wetboek’
Vragen van het lid Smitskam (PVV) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de afspraak uit het hoofdlijnenakkoord: «Er wordt onderzocht of en hoe nadere vereisten gesteld kunnen worden aan de representativiteit van belangenorganisaties met een ideëel doel op grond van art. 3.305a Burgerlijk Wetboek» (ingezonden 6 maart 2025).
Vraag 1
Welke concrete stappen heeft u sinds juli 2024 ondernomen om invulling te geven aan
de afspraak in het hoofdlijnenakkoord over het onderzoek naar nadere vereisten aan
de representativiteit van belangenorganisaties met een ideëel doel onder artikel 3:305a
van het Burgerlijk Wetboek?1
Vraag 2
Is er reeds een onderzoeksopzet of -planning vastgesteld voor dit vraagstuk en, zo
ja, kunt u deze met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Hoe verhoudt het genoemde onderzoek zich tot de geplande evaluatie van de Wet afwikkeling
massaschade in collectieve actie in 2025 en bestaat het risico dat deze evaluatie
de voortgang van het onderzoek en het nakomen van de gemaakte afspraak vertraagt?
Zo ja, hoe gaat u dit voorkomen?
Vraag 4
Kunt u een tussentijdse update geven over de bevindingen of knelpunten die tot nu
toe zijn geïdentificeerd met betrekking tot de representativiteit van ideële belangenorganisaties?
Vraag 5
Gezien het toenemende aantal rechtszaken dat belangenorganisaties tegen de Nederlandse
staat voeren en de signalen van mogelijk misbruik daarvan, bent u bereid het onderzoek
naar strengere eisen voor representativiteit te versnellen en de Kamer vóór september
2025 een tussentijds resultaat voor te leggen?
Indieners
-
Gericht aan
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Peter Smitskam, Kamerlid