Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wingelaar en Gabriëls over strengere regels voor het gebruik van Beaumix
Vragen van de leden Wingelaar (Nieuw Sociaal Contract) en Gabriëls (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over strengere regels voor het gebruik van Beaumix (ingezonden 7 februari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 28 februari
2025)
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Politie eist rapport over omstreden Beaumix op»?1
Antwoord 1
Ja, daarmee ben ik bekend.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de recente waarschuwingen van het RIVM en de Algemene Rekenkamer
over de toepassing van stoffen, zoals Beaumix, waaraan in het artikel gerefereerd
wordt?
Antwoord 2
In het artikel wordt waarschijnlijk gedoeld op uitingen van het RIVM in het verslag
«Evaluatie normeringskader(her)gebruik secundaire bouwstoffen», uit september 20242 en op uitingen van de Algemene Rekenkamer in het verslag «Resultaten verantwoordingsonderzoek
2023 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat», uit mei 2024.3De onderzoeken van het RIVM en het verslag van de Algemene Rekenkamer bieden waardevolle
inzichten die betrokken worden bij de herijking van de bodemregelgeving. In de Verzamelbrief
bodem en ondergrond van 12 november 20244 heb ik toegelicht welke aandachtspunten voor verbetering van het huidig wettelijk
kader en van aanvullende instrumenten ik zie. Deze worden omgezet in concrete voorstellen.
In de zomer van 2025 wordt de Kamer over deze specifieke voorstellen geïnformeerd.
Vraag 3
Kunt u een stand van zaken geven van de uitvoering van de motie van de leden Wingelaar
en Gabriëls over bezien of bodemregelgeving aangescherpt moet worden ten aanzien van
het gebruik van Beaumix?5
Antwoord 3
Binnen de herijking van de bodemregelgeving worden de regels van het toepassen van
secundaire bouwstoffen, waaronder Beaumix, onder de loep genomen. Ter ondersteuning
daarvan bekijkt het RIVM welke consequenties de pH in bepaalde bouwstoffen heeft en
wat dit betekent voor de toepassing. Van het onderzoek van het RIVM moeten de uitkomsten
worden afgewacht. Zodra de uitkomsten van dit onderzoek bekend zijn wordt uw Kamer
hierover geïnformeerd.
Vraag 4
Gaat uw reactie richting de provincie Limburg, waarin u aangeeft dat Beaumix «nu en
in de toekomst kan worden toegepast met de huidige kwaliteitseisen, onder de voorwaarde
dat er op de juiste wijze wordt toegepast», niet voorbij aan de uitvoering van de
bovengenoemde motie?
Antwoord 4
Nee, mijn reactie aan de provincie Limburg d.d. 19 december 2024 gaat daaraan niet
voorbij. Mijn reactie bevat naast het door u geciteerde deel ook dat het op basis
van de huidige inzichten in de lijn der verwachting ligt dat vrij toepasbare bodemas
zoals Beaumix nu en in de toekomst kan worden toegepast met de huidige kwaliteitseisen,
onder de voorwaarde dat het op de juiste wijze wordt toegepast. Mocht uit onderzoek
blijken dat deze kwaliteitseisen moeten worden aangescherpt, dan zal ik dat vanzelfsprekend
meewegen in de uitvoering van bovengenoemde motie.
Vraag 5
Bent u voornemens om ook de laboratoriumuitslag van enkele monsters die zijn genomen
van een berg Beaumix in de haven van Stein, waar in het bovengenoemde artikel aan
gerefereerd wordt te betrekken bij de uitvoering van de bovengenoemde motie?
Antwoord 5
Indien uit deze laboratoriumuitslagen aanvullende, representatieve en bruikbare informatie
blijkt, verkregen overeenkomstig de hiervoor gestelde eisen in de Regeling bodemkwaliteit
2022, zal deze informatie worden meegewogen in de herijking van de bodemregelgeving.
Daarmee wordt deze in dat geval betrokken bij de uitvoering van bovengenoemde motie.
Vraag 6
Kunt u aangeven welke alternatieve bouwstoffen er voorhanden zijn en wat hiervan de
voor- en nadelen zijn bij gebruik?
Antwoord 6
Ik kan geen uitputtende lijst van alle voorhanden zijnde alternatieve bouwstoffen
inclusief voor- en nadelen aan u voorleggen. Of een bouwstof geschikt is voor een
beoogd gebruik is altijd afhankelijk van de specifieke eigenschappen.
Bij het kiezen van een bouwstof voor bijvoorbeeld de verbreding van een rijksweg wordt
de geschiktheid bepaald door verschillende aspecten, zoals:
– De bouwstof moet voldoen aan de milieuhygiënische normen voor bouwstoffen uit de Regeling
bodemkwaliteit 2022.
– De bouwstof moet civieltechnisch geschikt zijn voor de onderbouw van een rijksweg
(Eisen Onderbouw Rijkswaterstaat, eisen RAW2020).
– De bouwstof moet voldoende beschikbaar zijn voor de uitvoering van het werk. Hierbij
moet worden opgemerkt dat primaire bouwstoffen zoals zand ook nadelen met zich meebrengen.
Zand is een steeds schaarser wordende bouwstof, waarvan de winning een grote ingreep
op de ruimte doet. Vanuit het oogpunt van circulariteit is het wenselijk om secundaire
alternatieven te hebben voor steeds schaarser wordende primaire bouwstoffen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.