Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Hoe lager de sociaaleconomische positie en hoe groter de reisafstand, des te kleiner de kans op het gebruik van geavanceerde oncologische behandelingen’
Vragen van het lid Danielle Jansen (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Hoe lager de sociaaleconomische positie en hoe groter de reisafstand, des te kleiner de kans op het gebruik van geavanceerde oncologische behandelingen» (ingezonden 28 februari 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Ongelijkheid in toegang tot immunotherapie
bij longkanker: de invloed van sociaaleconomische positie en reisafstand»?1
Vraag 2
Vindt u ook dat gebruik kunnen maken van innovatieve behandelingen niet afhankelijk
mag zijn van inkomen of reisafstand?
Vraag 3
In hoeverre doet dit probleem zich ook voor bij andere vormen van oncologische zorg,
zoals diagnostiek, nazorg en andere behandelingen? Speelt deze ongelijkheid ook bij
andere kankersoorten? Beschikt u over cijfers die inzicht geven in ongelijkheden binnen
de gehele oncologische zorg?
Vraag 4
Wat zegt bovengenoemd bericht volgens u over de gezondheidskloof tussen welvarende
en minder welvarende mensen in Nederland, en hoe verhoudt dit zich tot onze nationale
gezondheidsdoelen?
Vraag 5
Hoe verklaart u dat, ondanks het feit dat Durvalumab is opgenomen in de basisverzekering,
patiënten met een hogere sociaaleconomische positie (SEP) 26 procent meer kans hebben
deze behandeling te ontvangen dan patiënten met een lagere SEP? Bent u zich ervan
bewust dat de werkelijke ongelijkheid mogelijk nog groter is, omdat mensen met een
lagere SEP ook minder vaak chemoradiotherapie ondergaan en daardoor überhaupt minder
vaak in aanmerking komen voor Durvalumab? Wat is uw reflectie hierop?
Vraag 6
Hoe verklaart u dat voor elke extra vier kilometer reisafstand naar een behandelcentrum
de kans op behandeling met zeven procent daalde (dus: hoe verder een patiënt van het
ziekenhuis woont hoe kleiner de kans is dat hij of zij deze therapie krijgt)?
Vraag 7
Weet u in welke regio’s patiënten het hardst worden getroffen door beperkte toegang
tot geavanceerde oncologische behandelingen als gevolg van een grotere reisafstand?
Vraag 8
Wat gaat u doen om gelijke toegang tot dure kankerbehandelingen te waarborgen?
Vraag 9
Hoe gaat u voorkomen dat er bij de introductie van innovatieve en dure medicatie in
Nederland direct een SEP-gerelateerde kloof ontstaat in de toegang tot deze behandelingen?
Vraag 10
In hoeverre neemt u de bevindingen van deze studie mee in de discussie over concentratie
en spreiding die gevoerd wordt ter uitvoering van het IZA?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Daniëlle Jansen, Tweede Kamerlid