Schriftelijke vragen : Het antwoord van staatssecretaris Karremans op vragen over het bericht 'Kinderen in bedwang gehouden met pijnprikkels, commissie tegen martelen kijkt mee in Nederland'.
Vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het antwoord van Staatssecretaris Karremans op vragen over het bericht «Kinderen in bedwang gehouden met pijnprikkels, commissie tegen martelen kijkt mee in Nederland» (ingezonden 26 februari 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het antwoord op de vragen van het lid Van den Hil door de
Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Jeugd, Preventie en Sport)
van 5 november 2024?1
Vraag 2
Klopt het dat de staatsecretaris in de beantwoording van vraag 9 stelt dat het helaas
niet mogelijk is om altijd elk incident te voorkomen? Accepteert de overheid dat een
stelsel faalt en tot incidenten kan leiden? Kunt u uitleggen hoe dat verenigbaar is
met de verplichting van de overheid om een kind te beschermen tegen huiselijk geweld
en fysieke of emotionele verwaarlozing? Klopt het dat het recht op bescherming hiertegen
valt onder het bereik van de artikelen 2, 3 en 8 van het Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens?
Vraag 3
Deelt u de mening dat uit de door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) gerapporteerde
incidenten in vorenbedoelde instellingen en uit de beantwoording van uw vragen van
het lid Van den Hil volgt dat incidenten voortkomen uit onmacht en onjuiste of achterhaalde
opleiding en opvattingen binnen de betreffende instellingen? Kunt u uw mening toelichten?
Vraag 4
Deelt u de mening dat daaruit kan worden afgeleid dat de incidenten binnen de instellingen
voortkomen uit een falend beleid van het bestuur van de instellingen, dat immers de
mogelijkheden heeft om te beschikken over de gedraging van het personeel door toereikend
goed gekwalificeerd personeel aan te nemen en goed te trainen en dat men, de bestuurder,
daardoor aanvaardt (door niet in te grijpen of te trainen) dat de incidenten plaatsvonden
en konden blijven plaatsvinden? Kunt u uw mening toelichten?
Vraag 5
Wat is uw standpunt over het bestuur van de betreffende instellingen als zij niet
gekwalificeerd personeel aannemen of onvoldoende trainen voor dergelijke situaties?
Vraag 6
Bent u van mening dat hier de bestuurdersaansprakelijkheid zou moeten gelden en bestuurders,
als zij niet voldoende maatregelen nemen om dergelijke incidenten te voorkomen, ook
bij de rechter aansprakelijk gesteld moeten kunnen worden? Kunt u uw mening onderbouwen?
Vraag 7
Indien u het ermee eens bent, welke maatregelen gaat u nemen om te zorgen dat dit
kan?
Vraag 8
Indien u het niet eens bent met hetgeen in vraag 6 is gesteld: waarom niet?
Vraag 9
De Kamer ontvangt regelmatig signalen dat jongeren die aangifte willen doen tegen
de instelling of medewerkers van de instelling wegens mishandeling of geweld, door
de politie worden geadviseerd dit niet te doen of dat aangiften stelselmatig worden
opgelegd of geseponeerd: wat vindt u hiervan?
Vraag 10
Bent u van mening dat als kwetsbare jongeren binnen een beoogd beschermde en veilige
omgeving geconfronteerd worden met dergelijk geweld, zij altijd aangifte moeten kunnen
doen van strafbare handelingen? Kunt u uw antwoord motiveren?
Vraag 11
In het verlengde van vraag 6: bent u van mening dat ook hier de bestuurdersaansprakelijkheid
moet gelden? Kunt u uw antwoord motiveren?
Vraag 12
Vindt u dat de overheid, die een verzwaarde zorgplicht heeft als kinderen op grond
van een kinderbeschermingsmaatregel worden geplaatst in een accommodatie voor jeugdzorg,
kinderen mag blijven plaatsen in instellingen die er blijk van geven dat zij de fysieke
veiligheid van kinderen niet borgen? Kunt u uw antwoord motiveren?
Vraag 13
Klopt het dat de IGJ rapporteert2 dat de ombouw van gesloten jeugdzorg door de keten niet of onvoldoende wordt opgepakt
en daarover haar zorgen uit? Bent u op de hoogte dat de Rijksuniversiteit Groningen
beschikt over een onderzoeksopzet om een alternatief uit te werken door de geslotenheid
die nodig kan zijn, te bieden in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
en de Wet zorg en dwang? Overweegt u, gelet op de zorgen van de IGJ, aan deze universiteit
een onderzoeksopdracht te geven?
Vraag 14
Bent u bereid de wet aan te scherpen, zodat mishandeling en andere zaken in de jeugdzorg
grond zijn voor een forse strafverzwaring, omdat deze jongeren aan de instellingen
zijn toevertrouwd en zij daarvoor betaald worden met publiek geld?
Vraag 15
Bent u bereid om standaard schadevergoedingen vast te stellen voor jongeren bij overtreding
van verboden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Faith Bruyning, Tweede Kamerlid