Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Kabinet wil niks betalen, Nederland onwaardig’
Vragen van de leden De Korte en Koops (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over het bericht «Kabinet wil niks betalen, Nederland onwaardig» (ingezonden 26 februari 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel in het Algemeen Dagblad van woensdag 12 februari
2025 met de kop«Kabinet wil niks betalen, Nederland onwaardig», dat beschrijft dat Nederland heeft geweigerd een essentiële commissie die rechters
selecteert voor de Hoge Anti Corruptie Rechtbank van Oekraïne te ondersteunen nadat
USAID haar fondsen terugtrok?
Vraag 2
Kan uit de volgende uitspraak van u in het artikel – «We hebben een flinke bezuinigingsopgave, Nederlandse belangen moeten voorop staan
bij ontwikkelingshulp» – worden begrepen dat u van mening bent dat de noodfinanciering van een project,
waarbij het de bedoeling is om niet corrupte rechters te selecteren voor de Hoge Anti
Corruptie Rechtbank van Oekraïne, niet in het belang van Nederland is?
Vraag 3
Kunt u uitleggen hoe u dit antwoord beziet, gezien de wettelijke verplichting van
Nederland, zoals opgenomen in artikel 90 van de Grondwet?
Vraag 4
Kunt u uitleggen hoe u dit antwoord beziet in het licht van de verdragsrechtelijke
verplichtingen van Nederland, zoals die zijn weergegeven in de preambule van het Verdrag
inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie, waarin het in het belang van
de verdragstaten wordt geacht dat ook bij niet-lidstaten anti-corruptie maatregelen
worden genomen en dat verdrag haar leden juist oproept om maatregelen in niet-verdragslanden
te ondersteunen?
Vraag 5
Kunt u toelichten op welke manier u corruptiebestrijding en het benoemen van rechters
voor de Oekraïense Hoge Anti Corruptie Rechtbank in het belang acht voor de wederopbouw
van Oekraïne en waarom u daarin geen rol ziet voor Nederland?
Vraag 6
Vindt u de Nederlandse steun in het kader van het Matra programma met een decentraal
programma via de ambassade en met «rule of law» trainingsprogramma's, zoals omschreven in de brief van Minister Veldkamp waarin aangegeven
wrodt dat deze steun in het belang van de veiligheid en vrijheid van Nederland is1, effectief als de betrokkenheid van buitenlandse anti corruptie experts bij de selectie
en de evaluatie van Oekraïense rechters eindigt? Wat voor zin heeft het om rechters
in Oekraïne te onderwijzen via «rule of law» trainingsprogramma's als programma's die werkelijk de bedoeling hebben om corruptie
uit de Oekraïense rechterlijk macht te bannen niet door Nederland worden gesteund?
Vraag 7
Bent u van mening dat de bestrijding van buitenlandse corruptie blijvend moet worden
gesteund en dat de opschorting daarvan, zoals die kennelijk door de VS wordt voorgestaan2, niet in het belang van Nederland is?
Vraag 8
Bent u van mening dat als een incident zich voordoet, zoals het plotseling terugtrekken
van steun door de Verenigde Staten en daarbij steunprogramma's die ook voor Nederland
essentieel zijn in gevaar komen, hulp moet worden geweigerd omdat er geen budget beschikbaar
is, zodat Nederland niet bijdraagt aan oplossingen en er daarbij kennelijk van uitgaat
dat partnerlanden zoals Denemarken en het Verenigd Koninkrijk de problemen wel zullen
oplossen?
Vraag 9
Wilt u uw standpunt met betrekking tot steun aan de rechterlijke hervorming in Oekraïne
heroverwegen en samen met haar partners ervoor zorgdragen dat in ieder geval de commissie
van internationale deskundigen die betrokken is bij de selectie van rechters van de
Hoge Anti Corruptie Rechtbank blijvend zal worden gesteund?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ria de Korte, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Willem Koops, Tweede Kamerlid